Addenda Examenreglement Reviuslyceum leerjaar 5 en 6

Transcriptie

1 Addenda Examenreglement Reviuslyceum leerjaar 5 en 6 Deze addenda zijn opgenomen in het PTA en vormen een onverbrekelijk onderdeel van het Examenreglement van het Reviuslyceum Ad Hoofdstuk 3 Het schoolexamen Ad Artikel 12 lid 3: 1 De inrichting van het schoolexamen HAVO Het vierde en vijfde leerjaar van het HAVO is verdeeld over vier semesters. Verdeeld over deze vier semesters wordt het schoolexamen afgenomen. In het Programma van Toetsing en Afsluiting wordt per vak aangegeven welke schoolexamenonderdelen in elk van deze leerjaren en semesters worden afgenomen. Het werken aan het profielwerkstuk start in het tweede of derde semester en het wordt afgerond in het vijfde leerjaar. 2 De inrichting van het schoolexamen VWO Het vierde, vijfde en zesde leerjaar van het VWO is verdeeld in zes semesters. Verdeeld over deze zes semesters wordt het schoolexamen afgenomen. In het Programma van Toetsing en Afsluiting wordt per vak aangegeven welke schoolexamenonderdelen in elk van deze leerjaren en semesters worden afgenomen. Het werken aan het profielwerkstuk start in het vierde of vijfde semester en het wordt afgerond in het zesde leerjaar. Artikel 12A Het examendossier 1 Het examendossier wordt in de leerjaren 4 HAVO, 4 VWO en 5 VWO gedocumenteerd door middel van een driemaal per jaar, telkens aan het einde van een toetsperiode, te verstrekken beoordelingsoverzicht, te beginnen bij de tweede toetsperiode. In de leerjaren 5 HAVO en 6 VWO wordt het beoordelingsoverzicht driemaal per jaar verstrekt, te beginnen bij de eerste toetsperiode. Hierin zijn alle door de kandidaat behaalde resultaten voor de onderdelen van het schoolexamen vermeld. Dit beoordelingsoverzicht wordt in tweevoud opgemaakt; de kandidaat ontvangt één exemplaar, de school bewaart het andere. 2 Indien een kandidaat van oordeel is dat dit beoordelingsoverzicht onjuist is, dient hij binnen drie schooldagen zijn met redenen omklede bezwaren kenbaar te maken bij de teamleider van de afdeling waartoe de kandidaat behoort. De directie stelt een onderzoek in en deelt de kandidaat, de examinator gehoord hebbende, binnen vijf schooldagen zijn beslissing mede. Als de kandidaat niet binnen de gestelde termijn van drie dagen reageert, is dit beoordelingsoverzicht onherroepelijk. 3 Het is kandidaten niet toegestaan de gemaakte schriftelijke toetsen, zoals vermeld in artikel12 lid 2a, buiten het schoolgebouw te brengen of te kopiëren. De gecorrigeerde toetsen, een exemplaar van de toetsopgave alsmede het gebruikte correctiemodel en normering moeten door de examinator worden bewaard. 4 De examinator geeft, na beoordeling en bespreking, de overige werken behorend tot de toetsonderdelen zoals vermeld in artikel 12 lid 2b,c,d aan de kandidaat ter bewaring. 5 De kandidaat bewaart de door hem gemaakte toetsen zoals vermeld in artikel 12 lid 2b,c,d tot na het verlaten van de school. 6 De kandidaat is houder van de kunst-, literatuur-, en schrijfdossiers. Indien een kandidaat één of meer nog te beoordelen dossieronderdelen niet kan overleggen, worden deze onderdelen als niet voltooid beschouwd. Ad Hoofdstuk 4 Toetsen en beoordelingen van het schoolexamen Artikel 14A Tijdstippen van toetsing 1 De data en tijdstippen van de toetsen van het schoolexamen als bedoeld in artikel 12 2a en de herkansingen daarvan worden ten minste één week voor de betreffende toets of toetsperiode aan de kandidaten meegedeeld. a. De schriftelijke tentamens worden in drie (examenklassen) of in vier (niet-examenklassen) lesvrije toetsperioden afgenomen. Tijdens deze perioden worden behalve de schriftelijke tentamens ook andere toetsen afgenomen. Handboek Reviuslyceum addendum leerjaar 5 en 6 1

2 2 Voor de toetsen als bedoeld in artikel 12 lid 2b,c,d worden door de examinator data vastgesteld waarop deze opdrachten of een onderdeel daarvan moet worden ingeleverd, gepresenteerd en dergelijke. Deze data worden op een zodanig tijdstip aan de kandidaat meegedeeld dat hij redelijkerwijs de tijd heeft aan deze opdracht te voldoen. Ad Artikel 16 Eindbeoordeling schoolexamen, lid 2 1 Het schoolexamencijfer wordt als volgt berekend: a. Het gewogen gemiddelde van de toetsen wordt afgerond op één decimaal. (Een 6,45 wordt dus een 6,5.) b. Het gewogen gemiddelde van de praktische opdrachten wordt op dezelfde wijze als onder a. afgerond. c. Ten slotte worden deze twee cijfers gemiddeld volgens de weging zoals aangegeven in het PTA. d. Voor vakken met alleen een schoolexamen wordt dit gemiddelde afgerond op gehelen, conform artikel 24, lid 3: Is het gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond (een 5,45 wordt dus een 5) en dit cijfer is het schoolexamencijfer. e. Voor vakken met ook een Centraal Examen is het schoolexamencijfer het op één decimaal afgeronde cijfer (een 5,45 wordt een 5,5). In beide gevallen (lid d en lid e) is het cijfer minimaal 1 en maximaal Wanneer voor het berekenen van het eindcijfer voor het schoolexamen tussencijfers voor bepaalde onderdelen moeten worden berekend, wordt elk tussencijfer berekend in één decimaal. Hierbij wordt afgerond zoals in lid 1 van dit artikel is vermeld. 3 In afwijking van het eerste lid, worden het vak culturele kunstzinnige vorming (culturele kunstzinnige vorming 1 voor 6 VWO en lichamelijke opvoeding (lichamelijke opvoeding 1 voor 6 VWO) uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. 4 Cijfers voor maatschappijleer, het profielwerkstuk en op het VWO ANW maken deel uit van het combinatiecijfer. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5. Een eindcijfer van een drie of lager op de cijferlijst betekent dat de kandidaat niet geslaagd is en dus afgewezen. Nota bene: Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Als één van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de kandidaat afgewezen, zelfs als het gemiddelde een zes of hoger is. Ad Hoofdstuk 5 Regels omtrent onderdelen van het schoolexamen Artikel 18A Inleveren van onderwerpen en dergelijke 1 Kandidaten die voor een toets van tevoren een onderwerp, stelling, literatuurlijst en dergelijke bij de examinator moeten inleveren, houden zich hierbij aan de termijnen en voorschriften zoals gegeven door de examinator of vermeld in de stofomschrijving per vak. 2 De kandidaat die zich aan de in 1 genoemde termijn en voorschriften niet houdt, kan worden geëxamineerd aan de hand van de door de examinator bepaalde onderwerpen en dergelijke, dan wel voor het betreffende onderdeel van de toets het cijfer 1 toegekend krijgen. De als tweede genoemde maatregel kan slechts worden genomen door de directeur. 3 Kandidaten die voor het vak kunst beeldend of voor het vak kunst muziek voor het schoolexamen werkstukken moeten inleveren, dienen zich hierbij te houden aan de door de examinator vastgestelde regels betreffende wijze van uitvoering en tijdstip van inleveren. De kandidaat die zich hier niet aan houdt kan voor de betreffende werkstukken door de directeur het cijfer 1 toegekend krijgen. Handboek Reviuslyceum addendum leerjaar 5 en 6 2

3 Artikel 18B Praktische opdrachten, handelingsdeel, profielwerkstuk 1 Bij het verstrekken van elke praktische opdracht, wordt ook de datum meegedeeld waarop de eindpresentatie moet worden gehouden c.q. ingeleverd. Een leerling die zich zonder geldige reden als bedoeld in artikel 14 lid 1, niet aan deze datum houdt, ontvangt een negatieve beoordeling op het punt van plannen, en het zich houden aan het opgegeven werkschema. Dit houdt in dat: a. voor een praktische opdracht die tot en met 5 schooldagen te laat wordt ingeleverd, het behaalde cijfer met 1 punt wordt verminderd; b. voor een praktische opdracht die meer dan 5 maar ten hoogste 10 schooldagen te laat wordt ingeleverd, het behaalde cijfer met 2 punten wordt verminderd; In deze gevallen wordt door de examinator melding gedaan bij de directeur. Indien de opdracht 10 schooldagen na de vastgestelde inleverdatum nog niet is ingeleverd wordt dit beschouwd als onregelmatigheid in de zin van artikel 7 van dit reglement. 2 a. Onverminderd het gestelde in het eerste lid kan de examinator of de directeur de kandidaat die de praktische opdracht niet op de vastgestelde datum heeft ingeleverd verplichten buiten lestijd op school aan de betreffende praktische opdracht te werken tot deze wel is ingeleverd. b. Onverminderd het gestelde in het eerste lid kan de directeur de kandidaat die de praktische opdracht niet op de vastgestelde datum heeft ingeleverd de toegang tot de lessen ontzeggen en hem in plaats daarvan verplichten op school aan de praktische opdracht te werken totdat deze wel is ingeleverd. Indien de aard van de praktische opdracht vereist dat het werk op een andere locatie dan school wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld in geval van museumbezoek) kan de directeur de kandidaat verplichten in plaats van op school op deze andere locatie aan de praktische opdracht te werken. 3 a. Indien een kandidaat een handelingsdeel niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond maakt hij zich schuldig aan een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 7 van dit reglement en verliest het recht op een herkansing. b. In plaats van de maatregelen genoemd in artikel 7 kan de examinator of de directeur een kandidaat die een handelingsdeel niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond verplichten buiten lestijd op school aan dit handelingsdeel te werken tot het wel naar behoren is afgerond. c. In plaats van de maatregelen genoemd in artikel 7 kan de directeur een kandidaat die een handelingsdeel niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond de toegang tot de lessen ontzeggen en hem in plaats daarvan verplichten op school aan het handelingsdeel te werken tot het wel naar behoren is afgerond. Indien de aard van het handelingsdeel vereist dat het op een andere locatie dan school wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld in geval van museumbezoek) kan de directeur de kandidaat verplichten in plaats van op school op deze andere locatie aan het handelingsdeel te werken. d. Indien het eindgesprek culturele en kunstzinnige vorming onvoldoende is, krijgt de kandidaat éénmalig de gelegenheid in een tweede gesprek dit eindgesprek alsnog voldoende af te ronden. e. Indien een kandidaat een handelingsdeel met betrekking tot het schrijfdossier voor Nederlands of leesdossier voor letterkunde niet op de door de examinator vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond, kan de directeur hem het recht ontzeggen op deelname aan de toets waarop dit deel van het dossier aan de orde komt, en hem voor deze toets het cijfer 1 toekennen. 4 a. Indien een kandidaat een onderdeel van het profielwerkstuk niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond maakt hij zich schuldig aan een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 7 van dit reglement. b. In plaats van de maatregelen genoemd in artikel 7 kan de examinator of de directeur de kandidaat die een onderdeel van het profielwerkstuk op de vastgestelde datum niet naar behoren heeft afgerond verplichten buiten lestijd op school aan dit onderdeel te werken tot het wel naar behoren is afgerond. c. In plaats van de maatregelen genoemd in artikel 7 kan de directeur een kandidaat die een onderdeel van het profielwerkstuk niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond de toegang tot de lessen ontzeggen en hem in plaats daarvan verplichten op school aan dit onderdeel te werken tot het wel naar behoren is afgerond. Indien de aard van dit onderdeel van het profielwerkstuk vereist dat het op een andere locatie dan school wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld in geval van museumbezoek) kan de directeur de kandidaat verplichten in plaats van op school op deze andere locatie aan dit onderdeel te werken. Handboek Reviuslyceum addendum leerjaar 5 en 6 3

4 d. In plaats van de maatregelen genoemd in artikel 7 kan de directeur een kandidaat die een onderdeel van het profielwerkstuk niet op de vastgestelde datum naar behoren heeft afgerond het recht op een herkansing ontzeggen. 5 Wanneer een kandidaat een toets in de zin van artikel 12 lid 2a niet heeft gemaakt, een praktische opdracht niet heeft uitgevoerd of ingeleverd, een onderdeel van het handelingsdeel niet naar behoren heeft uitgevoerd, heeft hij niet voldaan aan verplichte onderdelen van het examendossier en kan niet tot het centraal examen worden toegelaten. 2 Het overgangscijfer per vak wordt nu als volgt berekend. a. Het gewogen gemiddelde van de toetsen wordt afgerond op één decimaal. (Een 6,45 wordt een 6,5.) b. Het gemiddelde van de praktische opdrachten wordt op dezelfde wijze afgerond. c. Daarna worden deze twee cijfers gemiddeld met de voor dat vak geldende gewichten. d. Het in punt c berekende gemiddelde, rekenkundig afgerond op een geheel getal, is het overgangscijfer (een 6,45 wordt een 6). Ad Hoofdstuk 5A Regelingen vijfde leerjaar HAVO en vijfde en zesde leerjaar VWO Artikel 18C Overgangscijfer 1 In het voortgangsdossier staan alle voor de overgang relevante behaalde resultaten van het cursusjaar en op grond daarvan wordt bepaald of de kandidaat overgaat naar het volgende schooljaar. a. Het gewogen gemiddelde van de toetsen wordt afgerond op één decimaal. (Een 6,45 wordt een 6,5.) b. Het gemiddelde van de praktische opdrachten wordt op dezelfde wijze afgerond. c. Daarna worden deze twee cijfers gemiddeld met de voor dat vak geldende gewichten. d. Het in punt c berekende gemiddelde, rekenkundig afgerond op een geheel getal, is het overgangscijfer (een 6,45 wordt een 6). Artikel 18D Overgangsregeling Een kandidaat is bevorderd naar een hoger leerjaar indien hij: 1. alle cijfers 6 of hoger zijn, of 2. er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of 3. er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6,0 is. Daarnaast moeten ckv en lo zijn beoordeeld als voldoende of goed. Artikel 18E Herkansingen 1 Elke kandidaat heeft het recht om per toetsperiode opnieuw deel te nemen aan één toets naar keuze bedoeld in artikel 12 lid 2a per toetsperiode, ongeacht het oorspronkelijk voor deze toets behaalde cijfer. Het hoogste cijfer telt mee voor de bepaling van het overgangscijfer en het schoolexamencijfer. Daarnaast is ook een van de kijk- luistertoetsen van het CITO apart herkansbaar. 2 Herkansingen kunnen niet gespaard worden. 3 Indien een of meerdere toetsen worden gemist, verliest de kandidaat in principe het recht op herkansing. 4 Vóór het tijdstip waarop de herkansing moet worden aangevraagd wordt de kandidaat op de hoogte gesteld van de in eerste instantie door hem behaalde cijfers, en, indien van toepassing, de eindcijfers voor het schoolexamen. De kandidaat die een herkansing wenst, geeft zich hiervoor op door middel van een daarvoor bestemd formulier. 5 Het tijdstip waarop de aanvraag voor de herkansingen uiterlijk ingeleverd moet zijn en de datum waarop de herkansing plaats vindt, worden tijdig aan de kandidaten meegedeeld. Een kandidaat die de herkansing te laat aanvraagt, heeft geen recht meer tot deelname aan de herkansing. 6 Praktische opdrachten en praktische onderdelen bij de kunstvakken zijn van de herkansingsregeling uitgesloten. 7 De directeur kan een kandidaat, aan wie op grond van artikel 7 lid 2b voor een schriftelijk tentamen het cijfer 1 is toegekend, toestaan het betreffende tentamen over te maken, waarbij het in dit artikel onder lid 1 genoemde recht op herkansing met één toets in mindering wordt gebracht. De directeur stelt de kandidaat, en indien deze minderjarig is, zijn ouders of verzorgers, hiervan schriftelijk in kennis. Handboek Reviuslyceum addendum leerjaar 5 en 6 4

5 8 In zeer bijzondere gevallen kunnen ter beoordeling van de directeur aan een kandidaat of een groep kandidaten een of meer herkansingen in een vak worden toegestaan. Leerlingen met een chronische aandoening of langdurige ziekte, blijkende uit een verklaring van huisarts of specialist, komen hiervoor in elk geval in aanmerking. Deze herkansing(-en) heeft/hebben geen gevolgen voor het aantal herkansingen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel. Artikel 18F Doubleren 1 Een kandidaat die voor de tweede maal het onderwijs in 4 HAVO, 4 VWO of 5 VWO volgt, wordt in dat tweede jaar vrijgesteld van het volgen van onderwijs voor elk vak waarvoor het schoolexamen in dat leerjaar wordt afgesloten en waarvoor hij in het eerste jaar een eindcijfer 6 of hoger, dan wel de eindbeoordeling voldoende of goed heeft behaald. In geval van vrijstelling blijft het deel van het examendossier dat betrekking heeft op deze vakken van kracht. Het in het eerste jaar behaalde eindcijfer c.q. de eindbeoordeling telt dus mee voor het examen. Voor alle andere vakken vervallen alle resultaten. Dat betekent dus dat alle toetsen, praktische opdrachten, handelingsdelen en andere opdrachten moeten worden overgedaan. In geval een kandidaat voor de tweede maal het onderwijs in 5 VWO volgt blijven de onderdelen van het schoolexamen die in 4 VWO zijn behaald wel onderdeel uitmaken van het examendossier. 2 In geval een kandidaat een of meer vrijstellingen krijgt als bedoeld onder 1 draagt de directeur hem voor de vrijgekomen tijd aanvullende studielast op. Het kan hierbij gaan om extra onderdelen voor een vak dat de leerling al heeft, om extra oefening voor een vak waar hij zwak in is, of om een of meer niet vakgebonden activiteiten. 3 Aan kandidaten die het onderwijs in enig leerjaar voor de tweede maal volgen, worden ten aanzien van de onderdelen van het examendossier die vervallen op grond van het in artikel 1 genoemde, in het tweede jaar geen ten opzichte van de andere kandidaten aanvullende eisen gesteld. Deze kandidaten moeten de praktische opdrachten en handelingsdelen echter wel opnieuw uitvoeren. Waar dit noodzakelijk is kunnen de opdrachten voor deze kandidaten inhoudelijk afwijken van de opdrachten voor de andere kandidaten; ze kunnen echter niet moeilijker zijn of groter van omvang. Ook worden er geen andere eisen gesteld ten aanzien van de beoordeling. Handboek Reviuslyceum addendum leerjaar 5 en 6 5