REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VELIGHEIDSREGIO UTRECHT. Concept 11 juni 2010

Transcriptie

1 REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VELIGHEIDSREGIO UTRECHT Concept 11 juni 2010 Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op het artikel 4.2, lid 4. van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Utrecht 2010, besluit op 21 juni 2010 het navolgende reglement vast te stellen. 1

2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...3 Artikel 2 De voorzitter...3 Artikel 3 De secretaris...3 HOOFDSTUK 2 Vergaderingen algemeen...3 Artikel 4 Tijd en plaats van vergaderen...3 Artikel 5 Uitnodiging en agenda...4 Artikel 6 Openbare kennisgeving...4 Artikel 7 Verslag...4 Artikel 8 Inlichtingen...5 HOOFDSTUK 3 De beraadslaging...5 Artikel 9 Presentielijst...5 Artikel 10 Opening vergadering; quorum...5 Artikel 11 Voorstellen van orde...5 Artikel 12 Dagelijks bestuurvoorstel...6 Artikel 13 Volgorde sprekers...6 Artikel 14 Handhaving orde...6 Artikel 15 Amendementen...6 Artikel 16 Initiatiefvoorstel... 7 Artikel 17 Commissies van advies... 7 Artikel 18 Bijzondere bepalingen... 7 HOOFDSTUK 4 Stemming... 7 Artikel 19 Algemene bepalingen over stemming... 7 Artikel 20 Stemming over amendementen en moties...8 Artikel 21 Stemming over personen...8 HOOFDSTUK 5 Besloten vergadering...9 Artikel 22 Algemeen...9 Artikel 23 Verslag...9 HOOFDSTUK 6 Bezoekers...9 Artikel 24 Toehoorders en pers...9 Artikel 25 Geluid- en beeldregistraties...9 HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen...10 Artikel 26 Uitleg reglement...10 Artikel 27 Inwerkingtreding

3 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder: Amendement: Voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen. Dagelijks bestuur: Dagelijks bestuur, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de gemeenschappelijke regeling. Gemeenschappelijke regeling: Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Utrecht Initiatiefvoorstel: Een voorstel van één of meerdere leden aan het algemeen bestuur, uitmondend in een ontwerpbesluit. Lid: De burgemeester van één van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten. Motie: Korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken. Secretaris: Degene die het algemeen bestuur, de voorzitter en de door hen ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde staat. Subamendement: Voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft. Veiligheidsregio: Het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling. Voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering. Voorzitter: De voorzitter van het algemeen bestuur of diens plaatsvervanger, bedoeld in artikel 6.1 van de gemeenschappelijke regeling. VRU Veiligheidsregio Utrecht 2. Waar in dit reglement de mannelijke persoonsvorm wordt gebruikt, wordt hiermee tevens de vrouwelijke bedoeld. Artikel 2 De voorzitter 1. De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van het reglement van orde. Artikel 3 De secretaris 1. De secretaris is in elke vergadering van het algemeen bestuur aanwezig. 2. De secretaris kan zich, indien hij verhinderd is een vergadering bij te wonen, laten vervangen door degene die hem binnen de eigen organisatie vervangt. 3. De secretaris bewaakt namens het algemeen bestuur de afgesproken afhandeling van de ingekomen stukken en de uitvoering van de genomen besluiten. HOOFDSTUK 2 Vergaderingen algemeen Artikel 4 Tijd en plaats van vergaderen 1. Voor de aanvang van elk kalenderjaar stelt het dagelijks bestuur een vergaderschema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen van het algemeen bestuur. Dit schema bevat tijd en plaats van de vergaderingen en wordt tijdig ter kennis gebracht aan de leden. 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of een ander tijdstip bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. 3

4 Artikel 5 Uitnodiging en agenda 1. De voorzitter zendt minstens 10 werkdagen voor een vergadering de leden van het algemeen bestuur de agenda met bijbehorende stukken onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. 2. Indien over stukken op grond van artikel 23, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen geheimhouding is opgelegd worden deze stukken in een gesloten enveloppe aan de leden toegezonden. 3. De vergaderstukken, met uitzondering van de stukken waarvoor geheimhouding geldt, worden op de website van de Veiligheidsregio Utrecht beschikbaar gesteld. 4. De agenda bevat in ieder geval als te behandelen punten het vaststellen van het verslag van de voorgaande algemeen bestuursvergadering, de ingekomen stukken en mededelingen. Toelichting In de gemeenschappelijke regeling is de bepaling opgenomen dat de agenda c.a. aan de gemeenten wordt gezonden. In lid 1 is het begrip gemeenten gespecificeerd naar de leden van het algemeen bestuur. In lid 3 is vervolgens gewaarborgd dat de stukken voor iedere betrokkene toegankelijk zijn, uiteraard met uitzondering van de geheime documenten. Artikel 23, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam en door een commissie als bedoeld in artikel 24 of 25, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. Artikel 6 Openbare kennisgeving 1. De vergadering wordt door middel van publicatie op de website van de Veiligheidsregio Utrecht ter openbare kennis gebracht. 2. De openbare kennisgeving vermeldt: a. De datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering; b. De wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien. Toelichting: Uiteraard geldt hier in navolging van artikel 5, lid 3, dat de vergaderstukken waarvoor geheimhouding geldt niet op de website gepubliceerd worden. Artikel 7 Verslag 1. Het verslag moet inhouden: a. de namen van de voorzitter, de secretaris, de tijdens de vergadering aanwezige leden, evenals van de leden die afwezig waren en de overige personen die het woord gevoerd hebben; b. een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest; c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene; d. een overzicht van de uitkomst van elke stemming, met bij hoofdelijke stemming vermelding van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich in overeenstemming met de Gemeentewet van stemming hebben onthouden; e. de tekst van de tijdens de vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen; f. een overzicht van de genomen besluiten. 2. He t verslag wordt opgesteld onder de zorg van de secretaris. 3. De leden hebben het recht een voorstel tot verandering aan het algemeen bestuur te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is. 4. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld. 4

5 Toelichting Nadrukkelijk is geregeld waaraan het verslag moet voldoen. Vooral de genomen besluiten moeten duidelijk terug te vinden zijn. Artikel 8 Inlichtingen 1. Indien een lid van het algemeen bestuur over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in hoofdstuk 7 (Bestuurlijke informatie- en verantwoordingsverplichtingen) van de gemeenschappelijke regeling verlangt, dient hij een verzoek daartoe schriftelijk in bij het dagelijks bestuur of de voorzitter. 2. Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener in afschrift toegezonden aan het algemeen bestuur. 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor deze vergadering. HOOFDSTUK 3 De beraadslaging Artikel 9 Presentielijst 1. De secretaris zorgt ervoor dat de aanwezigheid van ieder lid op een presentielijst wordt aangegeven. 2. Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris. Artikel 10 Opening vergadering; quorum 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal leden van het algemeen bestuur, zoals blijkt uit de presentielijst, aanwezig is. 2. Vervolgens leest de voorzitter de namen op van de leden die bericht van verhindering hebben gezonden. 3. Wanneer een half uur na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet. Toelichting Artikel 22 v an de Wet gemeenschappelijke regelingen: 1. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam van overeenkomstige toepassing. Artikel 20 van de Gemeentewet luidt (onder vervanging van raad en burgemeester door algemeen bestuur en voorzitter ): 1. De vergadering van het algemeen bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. 2. Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. Artikel 11 Voorstellen van orde 1. Op verzoek van een lid of op eigen initiatief kan de voorzitter de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. 5

6 2. De voorzitter en ieder lid van het algemeen bestuur kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 3. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van vergadering betreffen. 4. Over een voorstel van orde beslist het algemeen bestuur direct. Artikel 12 Dagelijks bestuurvoorstel 1. Een voorstel van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur, dat vermeld staat op de agenda van de vergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van het algemeen bestuur. 2. Indien het algemeen bestuur van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het dagelijks bestuur moet worden gezonden, bepaalt het algemeen bestuur in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt. Toelichting: Uitgezonderd het verslag, de ingekomen stukken en de mededelingen, zijn de agendapunten altijd voorstellen van het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur mag ervan uitgaan dat een voorstel dat op de agenda staat behandeld kan worden. Het dagelijks bestuur kan een eenmaal ingediend voorstel niet meer intrekken. Het algemeen bestuur kan er wel zelf van overtuigd zijn dat een voorstel nog niet behandeld kan worden. Artikel 13 Volgorde sprekers 1. Een voorstel van het dagelijks bestuur wordt, voor zover gewenst, eerst toegelicht door de portefeuillehouder uit het dagelijks bestuur. 2. De voorzitter verleent vervolgens het woord in de volgorde, waarin het is gevraagd, met dien verstande dat over een initiatiefvoorstel, een voorstel van orde, een motie, een amendement of een subamendement eerst de voorsteller of één van de voorstellers het woord mag voeren ter toelichting. De voorzitter kan ook zelf het woord geven aan een lid van het algemeen bestuur. 3. Een lid van het algemeen bestuur voert het woord na het van de voorzitter verkregen te hebben. 4. De voorzitter voert zo dikwijls het woord als hij dit nodig acht. Artikel 14 Handhaving orde 1. De voorzitter mag een spreker in zijn rede storen, indien hij dat nodig acht in het belang van een behoorlijk verloop van de vergadering. 2. Interrupties zijn alleen toegelaten voor zover deze naar het oordeel van de voorzitter niet hinderlijk zijn. 3. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt en zich daarmee buiten de orde begeeft, roept de voorzitter hem terug tot de behandeling van het onderwerp. Artikel 15 Amendementen 1. Ieder lid van het algemeen bestuur kan amendementen indienen totdat de voorzitter de beraadslaging sluit. Een amendement kan ook het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Het algemeen bestuur kan alleen beraadslagen over amendementen, die ingediend zijn door leden van het algemeen bestuur die in de vergadering aanwezig zijn. 2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een ander lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement). 3. Elk subamendement, elk amendement en elk voorstel moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. 4. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden. 6

7 Artikel 16 Initiatiefvoorstel 1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 2. De voorzitter zorgt ervoor dat het dagelijks bestuur het voorstel van advies voorziet en plaatst het dan op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor al verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. 3. Het algemeen bestuur kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening. Artikel 17 Commissies van advies Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam kan commissies van advies instellen, waarin leden uit het AB zitting krijgen. De commissie van advies adviseert op onderwerpen aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter. Artikel 18 Bijzondere bepalingen 1. Op voorstel van de voorzitter of op verzoek van een lid kan het algemeen bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. 2. Op voorstel van de voorzitter of van een lid kan het algemeen bestuur beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. 3. Indien de vergadering is gesloten voordat de agenda is afgedaan, heeft de behandeling van de niet afgedane punten plaats in de eerstvolgende vergadering en zo nodig in een of meer daarop aansluitende vergaderingen, tenzij anders wordt beslist. HOOFDSTUK 4 Stemming Artikel 19 Algemene bepalingen over stemming 1. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 2. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. 3. Er kan alleen gestemd worden door leden die aanwezig zijn. 4. De voorzitter roept de leden van het algemeen bestuur bij naam op hun stem uit te brengen. 5. Bij hoofdelijke stemming is ieder aanwezig lid, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen. 6. De leden brengen hun stem uit door het woord voor of tegen uit te spreken. 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen op basis van de stemverhouding uit artikel 4.3 van de gemeenschappelijke regeling. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. Toelichting Artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen: 1. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam van overeenkomstige toepassing. Lid 5: Onthouden van stemmen is geregeld in artikel 28 van de Gemeentewet. Artikel Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over: a. een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; 7

8 b. de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort. c. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje. 2. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt. 3. Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden. Lid 7: Artikel 4.3 van de gemeenschappelijke regeling luidt: Artikel 4.3 Besluitvorming 1. Het algemeen bestuur neemt zijn besluiten met een gewone meerderheid van stemmen. 2. Het aantal stemmen, dat door een lid in een vergadering van het algemeen bestuur wordt uitgebracht, is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, waarvan het lid op dat moment vertegenwoordiger is. Het aantal stemmen is voor de gemeenten in de navolgende inwonersklassen als volgt: 1 t/m : 1 stem t/m : 2 stemmen t/m : 3 stemmen t/m : 4 stemmen t/m : 6 stemmen en meer: 9 stemmen 3. Als inwon ertal gelden de mee st recente, door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte aantallen in woners per 1 januari van een jaar. Artikel 20 Stemming over amendementen en moties 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement. 2. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht. 3. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. Artikel 21 Stemming over personen 1. Wanneer een stemming over personen - waaronder over de benoeming van leden van het dagelijks bestuur - moet plaatshebben, vormen de voorzitter, de secretaris en de directiesecretaris een kiescommissie. 2. De kiescommissie reikt voor elke stemronde stembiljetten uit. 3. Er hebben zoveel afzonderlijke stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op een stembiljet. Elke stemming wordt dan ter bepaling van de meerderheid en van de uitslag als een afzonderlijke stemming beschouwd. 4. Indien er evenveel kandidaten zijn als te vervullen functies, of indien een van de personen na de eerste stemronde een meerderheid heeft behaald, kan met een enkelvoudige stemronde worden volstaan. Zo niet, dan zal de stemming in twee ronden plaatsvinden. 5. Ieder in de vergadering aanwezig lid, dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembiljet in te leveren. 6. De kiescommissie onderzoekt eerst of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolgde het vijfde lid verplicht is een stembriefje in te leveren en telt vervolgens de stemmen. 7. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet-behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan: - een blanco stembriefje; 8

9 - een ondertekend stembriefje; - een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft; - een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. 8. Indien er meer dan twee kandidaten zijn, wordt er in een tweede ronde gestemd op de twee kandidaten met de meeste stemmen. Indien de stemmen ook na de tweede ronde staken beslist de voorzitter. 9. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Toelichting Artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen: 1. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam van overeenkomstige toepassing. De Gemeentewet geeft aan, dat de stemming over benoemingen (niet ontslag) van personen of het opstellen van een voordracht of aanbeveling geheim is(artikel 31 Gemeentewet). In de praktijk komt dit erop neer dat er schriftelijk moet worden gestemd. Een voordracht is voor het algemeen bestuur bindend: het algemeen bestuur heeft slechts keus tussen degenen die op de voordracht zijn vermeld. Een aanbeveling is een voorstel waarvan het algemeen bestuur mag afwijken. Wanneer er veel benoemingen te doen zijn zou een gecombineerd stembiljet kunnen worden ontworpen. In het vijfde lid wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 30 Gemeentewet. Wat onder een (niet-) behoorlijk ingevuld stembriefje moet worden verstaan is in de wet niet geregeld en daarom wel in dit reglement. HOOFDSTUK 5 Besloten vergadering Artikel 22 Algemeen Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing, voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Artikel 23 Verslag De notulen van een besloten vergadering, waarvan de geheimhouding niet is opgeheven, worden in een gesloten enveloppe aan de leden toegezonden. HOOFDSTUK 6 Bezoekers Artikel 24 Toehoorders en pers 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen, uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen, openbare vergaderingen bijwonen. 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Artikel 25 Geluid- en beeldregistraties Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering van het algemeen bestuur geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, vragen toestemming aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. 9

10 HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen Artikel 26 Uitleg reglement In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de voorzitter. Artikel 27 Inwerkingtreding 1. Dit reglement treedt in werking op 21 juni Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van orde voor het algemeen bestuur Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 21 juni 2010 De secretaris de voorzitter 10