Spider(wo)man. Doelstellingen

Transcriptie

1 Spider(wo)man Vrouwendag/gender, tweede graad Doelstellingen Kinderen benoemen kenmerken van helden Kinderen onderzoeken in hoeverre de rol van meisjes en jongens van elkaar verschilt in films Kinderen verzinnen een einde waarin een vrouwelijk personage een heldendaad verricht Kinderen onderzoeken oorzaken en gevolgen van het feit dat meisjes minder vaak een heldenrol hebben in actiefilms Materiaal - trailer of filmfragment waarin een held te zien is: James Bond, Mega Mindy, Tom Cruise, - werkblad een aantal keer uitgeprint per kind - verkleedkleren - flap papier/groepje van 3 à 4 kinderen Organisatie - Klassikaal groepswerk Voor je begint Zoek enkele trailers waarin een held in actie te zien is. Je kan kiezen voor een zogenaamde superheld, maar evenzeer voor een gewone man of vrouw die iets bijzonders doet. Zorg voor zowel vrouwen- als mannen in de rol van held. Zoek bijv. op avonturenfilm, actiefilm, Hunger Games, Spider Man, Avengers, Pirates of the Caribbean, Fantastic Four, Coco, Up, The Incredibles 2, Power Rangers,

2 Print het werkblad een aantal keer voor elk kind. Het aantal keer is afhankelijk van het aantal filmfragmenten dat je laat zien. 1 Wensdromen Toon enkele filmtrailers- of fragmenten waarin een held te zien is. Bespreek telkens: - Is dit een held? Waarom? - Wat maakt iemand tot held? - Kan je aan iemand zien dat hij/zij een held is? Waarom wel/niet? - Moeten helden altijd mensen uit de nood helpen? Waarom wel/niet? - Zijn helden meestal mannen of vrouwen? Waarom? - Ken jij een held uit je omgeving? Wie? Waarom is hij/zij een held? Verdeel de klas in groepjes en laat ze nadenken over de volgende vragen: o Als jij eender welke held zou kunnen zijn, wie zou je dan willen zijn? o Waarom zou je graag net die ene held willen zijn? o Zijn er bepaalde eigenschappen van de held die er voor zorgen dat je zo opkijkt naar die held? Bijv. heel erg dapper of lief. De kinderen schrijven per groepje hun conclusies op een flap papier en stellen ze voor aan de rest van de klas. 2 Filmhelden onder de loep. Geef elk kind zoveel kopieën van het werkblad als je trailers/fragmenten laat bekijken. Laat de kinderen de trailers/fragmenten nogmaals bekijken. Na elke trailer/fragment duiden ze op het werkblad de stelling aan die van toepassing is op de trailer/fragment. Bespreek de bevindingen: o Zijn er evenveel jongens als meisjes in deze films? o Welke rollen hebben de meisjes in de films? o Welke rollen hebben de jongens? o Ken je rollen die jongens zelden krijgen? Welke? Waarom? o Ken je rollen die meisjes zelden krijgen? Welke? Waarom? o Welke rol zou jij zelf, ongeacht of je zelf een jongen of een meisje bent, het liefst krijgen? Waarom? o Welke rol zou jij zelf helemaal niet willen krijgen? Waarom niet?

3 3 De strik* rond de heldinnen klassikaal Vertel: Meisjes zijn veel minder vaak een held in films dan jongens. Een heldenrol is nochtans een glansrol. Hoe voelt dat voor de meisjes? En voor de jongens? Bespreek hoe het voelt. Betrek het zoveel mogelijk naar hun eigen leefwereld. - Hoe voelt het om zelf te mogen meedoen met de leukste activiteit, de lekkerste taart te mogen eten of het mooiste kleedje aan te mogen? - Wat doet het met jou om jezelf (lees: andere meisjes) vaker in passieve of zelfs slachtofferrol te zien? Doet dit je sterker voelen, of net onzekerder? Waarom? - Wat of wie inspireert jou om eens iets bijzonders te doen, iets buiten het gewone om? Vanwaar krijg je meestal de ideeën om iets bijzonders te doen? - Als de personen die voor jou een voorbeeld zouden kunnen zijn eigenlijk niet echt sterke of ondernemende figuren zijn: word je dan meer of minder gestimuleerd om zelf speciale dingen te ondernemen? Waarom wel/niet? - Welk beeld krijg je als jongen van meisjes als je meisjes systematisch in een zwakkere rol ziet? - Onderzoek nu verder oorzaken en gevolgen van het feit dat meisjes minder vaak een heldenrol hebben in films dan jongens: je vult samen onderstaande strik aan. Ga als volgt te werk:

4 1. Schrijf op het bord de onderstaande stelling. 2. Over deze stelling gaan ze per groepje nadenken. Ze proberen eerst oorzaken te zoeken voor de stelling. Bijvoorbeeld: Meisjes krijgen in films minder vaak een rol als held dan jongens omdat meisjes in het echt ook minder vaak de held zijn. De oorzaken schrijf je links van de stelling. Oorzaken moeten niet waar of wetenschappelijk onderbouwd te zijn, maar moeten wel plausibel zijn. Alle oorzaken zijn plausibel zo lang de kinderen hun stelling kunnen verantwoorden. Een voorbeeld van mogelijke oorzaken:

5 Is een uitspraak twijfelachtig of wordt deze door andere kinderen in twijfel getrokken, markeer de uitspraak dan met een vraagteken. Dit kan je later onderzoeken. 3. De kinderen bedenken vervolgens klassikaal de gevolgen van de centrale stelling. Ook hier geldt: schrijf alles op, zolang het kind zijn uitspraak kan verantwoorden. Markeer twijfelgevallen met een vraagteken. Een voorbeeld van mogelijke gevolgen:

6 4. In het voorbeeld zie je telkens 3 oorzaken en 3 gevolgen staan: je kan er zeker meer bedenken. 5. Kom samen tot een conclusie over de invloed van heldenrollen in films op ons en hoe we onszelf zien. 4 Film anders bekeken Kies nu een van de filmfragmenten van in het begin van de les waarin een jongen de held is en toon het fragment opnieuw aan de leerlingen. Elk groepje herschrijft het fragment of het einde van het filmpje. Daarbij houden ze rekening met volgende voorwaarden: o De jongen is niet de held, maar een helper. o o Een meisje wordt de held. Iedereen van de groep speelt een personage in het verhaal. Er mag ook een verteller zijn.

7 5 Show time Elk groepje speelt het herwerkte fragment voor de anderen. Bespreek telkens de scène: o Wie is de held? o Is dit speciaal? Heb je dit vaker nog gezien in andere films? Waar? o Hoe vond je het om het filmpje of fragment te herschrijven? o Hoe ervaarde je de opgegeven regels? Maakte dat het moeilijker of gemakkelijker? o Voelt het natuurlijk aan om een meisje de heldendaad te laten doen? Waarom wel/niet? o Hoe voelt dit voor de meisjes in de klas? Voor de jongens? TIP: De kinderen maken nogmaals de oefening van de strik, maar nu met de centrale stelling Meisjes krijgen in films altijd de rol als heldin. * De Strik is een visueel model uit het boek DenkBeelden van Michel van de Ven. Het gebruik van het model stimuleert het denken in oorzaken en gevolgen.