Inspectierapport De Roezemoes (PSZ) Flevoweg CB Zeewolde

Transcriptie

1 Inspectierapport De Roezemoes (PSZ) Flevoweg CB Zeewolde Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Zeewolde Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico-gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-activiteit richt zich op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde inspectiebezoek op peuterspeelzaal De Roezemoes vond plaats op dinsdagochtend 7 maart Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van de uitgevoerde inspectie. Naast de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport bij de twee domeinen verder uitgewerkt. Algemeen Peuterspeelzaal De Roezemoes maakt deel uit van de Stichting Kindercentra Zeewolde en is gevestigd bij een basisschool in Zeewolde. De peuterspeelzaal is elke ochtend geopend en de beroepskracht werkt samen met een vrijwilliger. Inspectiegeschiedenis Vanaf de registratie in het landelijk register is er in de periode 2013 tot en met 2016 sprake van een positieve beoordeling. Huidige inspectie De onaangekondigde observatie van de praktijk, het gesprek met de beroepskracht en beoordeling van relevante documenten vonden plaats op dinsdagochtend 7 maart. Vervolgens zijn op verzoek van de toezichthouder documenten toegestuurd en beoordeeld. Deze zijn op 14 maart beoordeeld. Er was tevens sprake van telefonisch contact met de directeur en manager van de SKZ. De beroepskrachten op De Roezemoes werken vier ochtenden samen met een vaste vrijwilliger. Dit geldt niet voor de vijfde ochtend. Dan worden ouders gevraagd om mee te helpen. Zij beschikken niet over een VOG. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de bevindingen over getoetste items binnen het domein pedagogisch klimaat. De volgende competenties zijn geobserveerd, waargenomen en positief beoordeeld: - emotionele veiligheid - persoonlijke competentie - sociale competentie - overdracht van waarden en normen Pedagogische praktijk Op basis van het gesprek met de beroepskracht en de beoordeling van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. Zo licht zij toe hoe spel geobserveerd en gestimuleerd wordt en hoe, indien nodig, extra begeleiding wordt gegeven na overplaatsing naar een andere locatie van de Stichting waar plusbegeleiding wordt geboden. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de aanwezigheid van leeftijdsgenoten en de professionaliteit van de pedagogisch medewerker en inzet van vrijwilliger en stagiaire. De peuters hebben altijd vertrouwde andere kinderen in de groep. De activiteiten worden op een voor hen bekende manier aangeboden door per week maximaal twee vaste beroepskrachten en een vaste pool van vrijwilligers. Naast de beroepskrachten werken er bij afwezigheid van een vrijwilliger ouders mee. Met name de beroepskracht communiceert op een invoelende en responsieve manier met de peuters en sluit respectvol aan bij hun vraag of verhaal. Ze gebruikt woorden, zinnen en begrippen die passen bij de 2- en 3-jarigen. De sfeer in de groep is open en het welbevinden van de peuters is goed. Ze zijn ontspannen en bezig met hun spel en genieten van de dingen die gebeuren en die ze zelf kunnen. Wat betreft de persoonlijke competentie is gekeken naar de vaardigheden van de medewerkers in het uitlokken en begeleiden van spel. De peuters hebben de gelegenheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, het spelmateriaal en de inrichting. Er is een balans in leeftijd en gender tussen de kinderen in de groep, zodat er gelegenheid is voor spel met gelijkgestemden in kleine groepjes. Zo zijn twee jongens, nadat de beroepskracht hen heeft geholpen om zich te verkleden als brandweerman, uitgebreid vol creativiteit aan het spelen. Ze voelen zich uitgedaagd en hebben er plezier en zin in. Ook bij het spel in de zandbak krijgen de peuters leer- en ervaringskansen. Waar nodig verrijkt de beroepskracht het spel. Bij het onderdeel sociale competentie is gekeken naar de aanpak van de aanwezige volwassenen en het functioneren van de groep. Zo ondersteunt en begeleidt de beroepskracht de kinderen in hun onderlinge interactie door hen uit te nodigen om elkaar te helpen, naar elkaar te luisteren en met elkaar te spelen. Ze laat veel initiatief voor samenspel over aan de peuters en grijpt adequaat en begripvol in als het even niet zo goed loopt tussen kinderen. Ze spreekt dan rustig en op ooghoogte met de betrokkenen. Tenslotte is beoordeeld hoe er invulling wordt gegeven aan de overdracht van waarden en normen. 4 van 11

5 De medewerkers hebben een voorbeeldfunctie in de manier waarop ze spreken en handelen. Ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, helpen en werken respectvol samen. Gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn worden spelenderwijs geoefend. Een voorbeeld hiervan is het gezamenlijk aanvegen van het zand, dat uit de zandbak is gekomen. Ook kunnen de peuters regelmatig zelf richting geven aan iets waar ze zin in hebben of wat zij leuk vinden. Er is sprake van positief onderling contact tussen de kinderen. Sociaal gedrag als elkaar helpen, op je beurt wachten en anderen laten uitpraten wordt door een verbale en nonverbale reactie van de medewerkers 'beloond'. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar of worden uitgelegd. Zo hoort een 2-jarige dat het niet de bedoeling is dat haar knuffel in de zandbak ligt, omdat er dan later zand in haar bedje ligt. Tijdens de observatie op 7 maart zijn de drie competenties en de overdracht van waarden en normen waargenomen en positief beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mailcontact met houder) Interview (beroepskracht werkzaam op 7 maart 2017) Observaties (dinsdag 7 maart van 9.30 tot uur) Website Pedagogisch werkplan (huishoudelijk reglement peuterspeelzaal (juni 2016)) 5 van 11

6 Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over getoetste items binnen het domein 'personeel en groepen'. Voor de beoordeling van de items zijn de passende diploma's en geldige verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten en de VOG's van de vrijwilligers en stagiaire ingezien. Ook zijn gegevens van geplaatste kinderen, de aanwezigheidslijst en het rooster beoordeeld. Binnen dit domein is een overtreding geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Van de twee beroepskrachten is een verklaring omtrent gedrag gezien die is afgegeven na 1 maart Naast de vaste pedagogisch medewerker werken er op vier ochtenden vaste vrijwilligers. Op de locatie zijn hun VOG's ingezien en beoordeeld. Van de deze ochtend aanwezige vrijwilliger ontbreekt de VOG. Deze is op verzoek toegestuurd en positief beoordeeld. De VOG van de stagiaire is toegestuurd en positief beoordeeld. Volgens de beroepskracht is er op vrijdagochtend geen vaste vrijwilliger beschikbaar. Ouders assisteren de beroepskracht bij toerbeurt. Zij hebben geen VOG. Dit item is niet positief beoordeeld. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De twee beroepskrachten, die respectievelijk twee en drie ochtenden de peuters begeleiden, beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen van maximaal en 3-jarigen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Bij de onaangekondigde inspectie is de onderstaande beroepskracht-kindratio geconstateerd. In het beleid van de SKZ is opgenomen, dat het kind dat meegenomen wordt door de vrijwilliger meetelt bij het maximale aantal. naam leeftijd kinderen aantal aanwezige kinderen aantal beroepskrachten/ vrijwilligers nodig aantal beroepskrachten/ vrijwilligers opmerkingen 6 van 11

7 aanwezig Roezemoes 2-4 jaar stagiaire en dreumes (1.9 jaar) van vrijwilliger Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mailcontact met houder) Interview (beroepskracht werkzaam op 7 maart 2017) Observaties (dinsdag 7 maart van 9.30 tot uur) Diploma beroepskracht Website Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Personeelsrooster 7 van 11

8 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de meest recent aangevangen cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11

9 Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Roezemoes Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Kindercentra Zeewolde Adres houder : Hermelijnhof 27 Postcode en plaats : 3892VE Zeewolde Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : F. Deijs Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zeewolde Adres : Postbus 1 Postcode en plaats : 3890AA ZEEWOLDE Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10 van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. N.a.v. het inspectiebezoek en het rapport wil ik graag onze zienswijze hieronder kenbaar maken. Stichting Kindercentra werkt op alle peuterspeelzalen met 1 beroepskracht en met een vaste vrijwilliger die uiteraard in het bezit is van een VOG. Als het tijdelijk niet lukt om een vaste vrijwilliger te vinden wordt met een aanwezigheidslijst van ouders gewerkt, dus er wordt een lijst opgehangen waar ouders in kunnen tekenen op welke dag zij beschikbaar zijn. Er is dus dan iedere week een andere ouder aanwezig. Op het moment dat een van de ouders zich aanmeldt om vast te komen helpen op een dagdeel wordt voor deze ouder een VOG aangevraagd. Als de vaste vrijwilliger ziek is of zich afmeldt wordt ook een ouder gevraagd om te komen helpen, in beide gevallen gaat het dus om incidentele aanwezigheid van ouders. Voor iedere structurele inzet van volwassenen, ook bijvoorbeeld een vaste klusjesman, wordt door de Stichting een VOG aangevraagd en deze kosten worden ook door de Stichting vergoed. Op vrijdagochtend was op peuterspeelzaal De Roezemoes tijdelijk geen vaste vrijwilliger te vinden en daarom is voor een korte periode gekozen voor een meedraairooster van ouders. Inmiddels is het gelukkig wel weer gelukt een vaste vrijwilliger te vinden, zodat op alle dagdelen de beroepskrachten ondersteund worden door een vrijwilliger, in het bezit van een V.O.G. Met vriendelijke groet, Marjan Vinders Directeur Stichting Kindercentra Zeewolde mvinders@kindercentrazeewolde.nl 11 van 11