VR DOC.0092/1

Transcriptie

1 VR DOC.0092/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de vergoeding van de voorzitters van de lokale overlegplatforms, de commissie leerlingenrechten en de commissie zorgvuldig bestuur - Principiële goedkeuring 1. INHOUDELIJK 1.1. Algemeen De voorzitters van de lokale overlegplatforms, de commissie leerlingenrechten en de commissie zorgvuldig bestuur ontvangen een jaarlijkse (al dan niet geïndexeerde) forfaitaire vergoeding van ongeveer euro (zie verder punt II. Regelgeving). Deze vergoeding werd beschouwd als een vergoeding voor kosten (bv. voor verplaatsing, ICT, telefonie ) die de voorzitters in de uitoefening van hun opdracht maken en waarvoor ze de kosten niet dienden te bewijzen. Dit voorkwam dat de voorzitters er een boekhouding van uitgaven op na dienden te houden. In het kader van een fiscale controle binnen het Vlaams Gewest door de FOD Financiën, heeft FOD Financiën vastgesteld dat de uitgekeerde vergoeding niet kan aangemerkt worden als een niet-belastbare terugbetaling van onkosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat. De FOD van Financiën is van oordeel dat die vergoeding een belastbare baat uitmaakt in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 die belastbaar is tegen het progressief tarief. Om die belasting te vermijden zullen de voorzitters in de toekomst hun werkelijke kosten moeten bewijzen ofwel kiezen voor het wettelijk kostenforfait bedoeld in artikel 51 WIB Als de voorzitters maar een deel van hun kosten kunnen aantonen, betekent dit dat ze als vergoeding netto minder ontvangen dan voorheen. Onderhavig besluit trekt de vergoeding van de voorzitters op zodat ze na belasting netto ongeveer hetzelfde bedrag zouden moeten behouden als voorheen Huidige regelgeving - Besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen. Art. 3. Pagina 1 van 5

2 1. De minister duidt overeenkomstig artikel VIII.4, 2 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs de voorzitter van elk overlegplatform aan De voorzitter ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding, die uitbetaald wordt per kwartaal kalenderjaar of - in voorkomend geval en voor de gepresteerde periode - bij voortijdige beëindiging. De vergoeding bedraagt euro in de lokale overlegplatforms 3, 8, 14, 43, 47 en 51. In de andere lokale overlegplatforms bedraagt de vergoeding euro. De vergoeding wordt toegekend aan index 100 % en wordt jaarlijks aangepast, rekening houdend met het indexcijfer der consumptieprijzen, bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. Eénzelfde voorzitter kan meerdere lokale overlegplatforms voorzitten, met uitzondering van de overlegplatforms 3, 15, 38, 43, 54 en 70. In voorkomend geval ontvangt hij een vergoeding per overlegplatform. - Besluit van de Vlaamse regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie inzake leerlingenrechten. De voorzitter ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van euro.. - Besluit van de Vlaamse regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie Zorgvuldig bestuur. De voorzitter ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van euro.. De secretaris ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 500 euro Tekstvoorstel - Vergoeding van de voorzitters van de lokale overlegplatforms. De voorzitters van de LOP s in de grootsteden ontvangen thans een hogere vergoeding dan de andere voorzitters (niet geïndexeerd respectievelijk en euro). Het voorstel is om die vergoeding op te trekken tot respectievelijk en euro. Wat een voorzitter met de voorgestelde aanpassingen netto zal overhouden, hangt af van verschillende variabelen, zoals het belastingvrij minimum dat verband houdt met de gezinstoestand en de progressiviteit van de belasting die verband houdt met het totale inkomen. Voor een meerderheid van de LOP-voorzitters zal wat een voorzitter netto overhoudt minstens in lijn liggen met de huidige vergoeding. - Vergoeding van de voorzitter van de Commissie leerlingenrechten en van de Commissie zorgvuldig bestuur. Het bedrag van de vergoeding van die voorzitters wordt opgetrokken tot euro. Naar analogie met de vergoeding van de LOP-voorzitters wordt in de besluiten opgenomen dat Pagina 2 van 5

3 het bedrag van de vergoeding jaarlijks geïndexeerd wordt. Het begrotingsakkoord wordt verleend mits de indexatie beperkt wordt tot 75% van de vergoeding aangezien deze dient om werkingskosten te vergoeden. Voor de eenvormigheid wordt de indexatie van de vergoeding voor de LOP-voorzitters dan ook aangepast. Het 3 e lid van artikel 4 van het besluit m.b.t. de commissie zorgvuldig bestuur dat handelt over de vergoeding van de secretaris wordt aangevuld met de woorden als de zittingen geheel of gedeeltelijk plaatsvinden buiten de normale diensttijd, conform de regelgeving die geldt voor de vergoeding van de secretaris van de kamers van beroep en van de kamers van het college van beroep. 2. WEERSLAG OP HET VOORSTEL VAN BESLISSING OP DE BEGROTING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP - Vergoeding van de voorzitters van de lokale overlegplatforms Zoals blijkt uit onderstaand schema, houdt het optrekken van de bedragen een meerkost in van euro per jaar. Categorie voorzitter Bruto voor AGODI (nieuwe Aantal voorzitters Totaal (nieuwe Bruto voor AGODI (huidige Aantal voorzitters Totaal (huidige regeling ) Verschil tussen het huidige en toekomstige verwachte kost voor AGODI LOP grootstad Andere LOP s Totalen Voor het vergoeden van de voorzitters van de LOP s zijn de vereiste kredieten op de begroting ingeschreven op het begrotingsartikel FC0-1FGE2AE-WT. Het optrekken van de vergoeding tot de voorgestelde bedragen brengt mee dat bijkredieten voor een bedrag van euro moeten worden gevraagd. - Vergoeding van de voorzitter van de Commissie leerlingenrechten en van de Commissie zorgvuldig bestuur Het bedrag van de jaarlijkse vergoeding wordt van respectievelijk en euro opgetrokken tot euro. Dit houdt een jaarlijkse meerkost in van respectievelijk en euro. De vereiste kredieten zijn respectievelijk op begrotingsartikel FC0-1FGE2AE-WT en FC0-1FGE2AK-WT ingeschreven. De meerkost kan binnen de nog beschikbare kredieten worden opgevangen. Het (gunstig) advies van de Inspectie van Financiën werd verleend op 8 januari Pagina 3 van 5

4 Het begrotingsakkoord werd verleend op 25 januari RIA Het voorstel van beslissing beoogt het bedrag van de bestaande vergoeding van de voorzitters die gevat zijn door dit besluit op te trekken. Het dossier behoeft geen RIA. 4. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE LOKALE BESTUREN Het voorstel heeft geen weerslag op de financiën van de lokale besturen, noch op personeelsvlak, noch op het vlak van de werkingsuitgaven, de investeringen en schuld, en de ontvangsten. 5. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP HET PERSONEELSBESTAND EN DE PERSONEELSBUDGETTEN Het voorstel van beslissing heeft geen weerslag op het personeelsbestand en op het personeelsbudget, zodat het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, niet vereist is. 6. VOORSTEL VAN BESLISSING: De Vlaamse Regering beslist: 1 haar principiële goedkeuring te hechten aan het bovengenoemd voorontwerp van besluit; 2 de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs: 2.1. te gelasten de minister-president van de Vlaamse Regering te verzoeken voornoemd voorontwerp van besluit op de agenda te plaatsen van een gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten; 2.2. te gelasten voornoemd voorontwerp van besluit op de agenda te plaatsen van een vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité van het gesubsidieerd vrij onderwijs; 2.3. te machtigen te beoordelen of voornoemde onderhandelingen aanleidingen kunnen geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse regering principieel goedgekeurde tekst; Pagina 4 van 5

5 2.4. te gelasten over voornoemd voorontwerp van besluit het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van dertig dagen, zoals bepaald in artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, als de Vlaamse minister oordeelt dat voornoemde onderhandelingen geen aanleiding geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse regering principieel goedgekeurde tekst. De viceminister-president van de Vlaamse Regering, De Vlaamse minister van Onderwijs, Hilde CREVITS Pagina 5 van 5