: Rotterdam : 90 : niet van toepassing : 29 maart : 4 september 2017 : 28 november 2017

Transcriptie

1 9nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarde van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Manuele Therapie van de Breederode Hogeschool datum 29 december 2017 onderwerp Besluit Toets nieuwe opleiding hbo-master Manuele Therapie - Advance Clinical Practitioner van de Breederode Hogeschool (005508) uw kenmerk ons kenmerk NVAO/ /AH bijlagen Gegevens Instelling Opleiding Graad opleiding Variant Afstudeerrichtingen Locatie Studieomvang (EC) Datum macrodoelmatigheidsbesluit Datum aanvraag Datum locatiebezoek Datum adviesrapport : Breederode Hogeschool : hbo-master Manuele Therapie (postinitieel) : Master of Science : deeltijd : Rotterdam : 90 : niet van toepassing : 29 maart 2017 : 4 september 2017 : 28 november Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). - Artikel 5a.11, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) (Stb. 2010, 293) - Artikel 1 van het Accreditatiebesluit WHW (Stb. 2011, 536) Bevindingen De NVAO stelt vast dat in het adviesrapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden het panel de kwaliteit van de opleiding positief onder voorwaarde heeft bevonden. Advies panel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) ontving op 27 maart 2017 een aanvraag voor een Toets Nieuwe Opleiding (TNO) voor de opleiding hbo-master Manuele Inlichtingen Irma Franssen +31 (0) i.franssen@nvao.net Parkstraat JK Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague / The Netherlands T + 31 (0) info@nvao.net

2 Pagina 2 van 7 Therapie van de Breederode Hogeschool. NVAO heeft daarop een panel van experts gevraagd om alle aangeleverde informatie te bestuderen, het programma met de afgevaardigden van de instelling en opleiding tijdens een locatiebezoek te bespreken en een concluderend oordeel uit te spreken over de kwaliteit van de nieuwe opleiding. In het aanvraagdossier wenste Breederode Hogeschool deze opleiding aan te bieden onder de naam Master Manuele Therapie - ACP. Het panel heeft tijdens het locatiebezoek uitgebreid met het management gesproken over deze Advanced Clinical Practitioner (ACP) toevoeging, met als conclusie dat de competenties van Advanced Clinical Practitioner niet in de eindkwalificaties en in het programma van deze opleiding zijn opgenomen, met als gevolg dat het niveau van ACP niet wordt bereikt. De naam ACP kan derhalve, naar het oordeel van het panel, niet in de naam van de opleiding staan. Onderstaande overwegingen hebben een belangrijke rol gespeeld in de uiteindelijke beoordeling van het programma door het panel. Het panel is van mening dat de eindkwalificaties van de opleiding goed aansluiten bij het beroepsprofiel van de Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (NVMT) en de International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (1FOMPT). Ook is het masterniveau voldoende gewaarborgd. Het panel is positief over de toevoeging van de ES-competenties aan de eindkwalificaties. Momenteel kunnen manueel therapeuten zich in de ES-competenties bekwamen middels een 9-daagse post-master ESP-cursus. Zes van de negen dagen uit deze cursus zijn in de hbo-master Manuele Therapie opgenomen. De overige drie dagen kunnen als kopopleiding worden gevolgd en zijn in de kosten inbegrepen. De opleiding wenst in te spelen op verwachte veranderingen in de rol van de manueel therapeut binnen de gezondheidszorg in verband met ontwikkelingen rond vergrijzing, comorbiditeit en chroniciteit. Zij verwacht dat de manueel therapeut een bredere rol zal krijgen, waarvoor kennis van deze gebieden van belang is. Het panel concludeert dat de visie van opleiding op de rol van manueel therapeut en de afbakening daarvan nog in ontwikkeling is en adviseert de opleiding deze visie helderder te verwoorden en te onderbouwen richting het beroepsspecifieke domein van de manueel therapeut, zeker ter onderscheid van de fysiotherapeutische inbreng/ positie. Het programma weerspiegelt een combinatie van praktijk en onderzoek, waarmee de professionele oriëntatie van de opleiding volgens het panel goed tot uiting komt. Om de onderzoeksoriëntatie vorm te geven, is Breederode Hogeschool een samenwerking met Vrije Universiteit Amsterdam (VU) aangegaan. Deze samenwerking is formeel vastgelegd in een intentieverklaring, echter de inhoudelijke uitwerking van een brede onderzoeksmatige borging in van de onderzoekscomponent in het programma is nog geen sprake. Het panel waardeert de samenwerking met de VU, maar constateert ook dat het samenwerkingsverband nog prematuur is. Het panel stelt als voorwaarde dat de opleiding de concrete invulling van het samenwerkingsverband dient uit te werken, met daarbij expliciet aandacht voor de vormgeving van praktijkgericht onderzoek en borging van het eindniveau. Het panel ziet dat bij de totstandkoming van de opleiding docenten betrokken zijn geweest die werkzaam zijn in de praktijk en hun ervaring daaruit konden inbrengen. Ook ziet het dat de recent opgerichte beroepenveldcommissie positief is over het huidige

3 Pagina 3 van 7 opleidingsprogramma. Daarmee sluit het programma volgens het panel voldoende aan bij eisen en verwachtingen van het werkveld. Het panel adviseert wel om in de verdere ontwikkeling van de beroepenveldcommissie tevens een onderzoeker en een vertegenwoordiger vanuit de patiënten doelgroep op te nemen. De inhoud van het programma bestaat uit vier leerlijnen met daaraan gekoppelde leerdoelen gebaseerd op de Body of Knowledge & Skills (BoKS) van de NVMT. Het panel acht dit adequaat vormgegeven om studenten in staat te stellen de beoogde leerresultaten te bereiken. Internationalisering komt volgens het panel voldoende tot uiting in het programma, met name in een studiereis) en het gebruik van internationale literatuur door alle studiejaren heen. Het panel is van mening dat de leeromgeving op een passende wijze is vormgegeven. Het waardeert de variatie in werkvormen, de student-centred benadering en de aandacht voor het stimuleren van de zelfontwikkeling van studenten. Om studenten te ondersteunen in het vinden van stageplaatsen, beschikt de opleiding over een netwerk van stagebedrijven. Het panel constateert dat dit netwerk momenteel voldoende omvang en diversiteit heeft, maar wijst de opleiding wel op het belang om het verder uit te bouwen. De instroomeisen en het vrijstellingenbeleid zijn volgens het panel toereikend. Wel adviseert het om de eis dat studenten acht uur per week werkzaam moeten zijn als fysiotherapeut, te specificeren naar fysiotherapie op musculoskeletaal gebied. Het panel stelt vast dat het team docenten in totaliteit van voldoende masterniveau is. Het constateert dat de gepromoveerde docenten een rol in de opleiding krijgen en dat het team alle competenties van het totale team, zowel op het niveau van de theorie als op het niveau van de vaardigheden, omvatten. Het panel adviseert de opleiding om het beleid van, met name de professionalisering van master opgeleide docenten op onderzoek, te ontwikkelen De faciliteiten, zowel de fysieke leslocatie als de digitale middelen, en de studiebegeleiding door middel van studieloopbaan coaching zijn volgens het panel op orde. Ook concludeert het panel dat de pdca-cyclus, waarbij verschillende groepen (studenten, docenten, de opleidingscommissie, het kernteam en het management) betrokken zijn, naar behoren is ingericht. Het panel is positief over het totaal van formatieve en summatieve toetsvormen dat door de opleiding wordt ingezet. Ook waardeert het panel het vier-ogen-principe dat de opleiding hanteert bij de ontwikkeling van toetsen. De bekwaamheid van de examencommissie en examinatoren acht het panel voldoende om de kwaliteit van toetsing te borgen. Het eindniveau wordt voor een belangrijk deel getoetst in de afstudeereenheid, te weten de masterthesis. Het panel heeft in diverse gespreksrondes gesproken over de masterthesis en constateert dat de opleiding nog zoekende is naar de definitieve vormgeving van de afstudeereenheid. In het document Beoordelingsformulier masterthese zijn, naar het oordeel van het panel, in voldoende mate beoordelingscriteria opgenomen die garanderen dat het masterniveau geborgd zal worden. Het panel komt tot een eindoordeel positief onder voorwaarde ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Manuele Therapie van de Breederode Hogeschool en adviseert de NVAO om overeenkomstig te besluiten.

4 Pagina 4 van 7 Advies van het panel Het panel adviseert de NVAO om positief onder voorwaarde te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Manuele Therapie van de Breederode Hogeschool. Voorwaarde De opleiding dient de concrete invulling van het samenwerkingsverband uit te werken, met daarbij expliciet aandacht voor de vormgeving van praktijkgericht onderzoek en borging van het eindniveau.

5 Pagina 5 van 7 Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, derde lid, in verbinding met artikel 5a.11, achtste lid, van de WHW heeft de NVAO de directeur van de Breederode Hogeschool te Rotterdam in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 4 december 2017 naar voren te brengen. Bij van 12 december 2017 heeft de directeur ingestemd met het voornemen tot besluit. De NVAO besluit de aanvraag uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de postinitiële opleiding hbo-master Manuele Therapie (90 EC; variant: deeltijd; locatie: Rotterdam) van de Breederode Hogeschool te Rotterdam als positief onder voorwaarde te beoordelen. De voorwaarde is: De opleiding dient de concrete invulling van het samenwerkingsverband uit te werken, met daarbij expliciet aandacht voor de vormgeving van praktijkgericht onderzoek en borging van het eindniveau. De termijn waarbinnen aan deze voorwaarde moet zijn voldaan bepaalt de NVAO op twee jaar. Uiterlijk zes maanden voor afloop van de termijn van de voorwaarde, levert de instelling documentatie aan de NVAO waarin zij aangeeft hoe aan de voorwaarde is voldaan. Advies Croho-onderdeel: gezondheidszorg. Visitatiegroep : nader te bepalen1. Ingevolge artikel 5a.10a, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek worden na drie jaren de volgende aspecten van kwaliteit beoordeeld: a. het gerealiseerde niveau, gelet op hetgeen internationaal gewenst en gangbaar is, en b. de deugdelijkheid van beoordeling, toetsing en examinering van de studenten. Van kracht tot en met 27 december Den Haag, 29 december 2017 Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. 1 De opleiding dient ten minste twee jaar voor de vervaldatum gebruik te maken van de zogenoemde aprilronde om zelf zorg te dragen voor een indeling in een visitatiegroep. Daarna neemt de NVAO het besluit over de indeling in een visitatiegroep.

6 Pagina 6 van 7 Bijlage 1: Schematisch overzicht oordelen panel Onderwerp Standaarden Oordeel 1 Beoogde eindkwalificaties 1. De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. 2 Programma 2. De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. 3. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. 4. De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. 5. Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. 3 Personeel 6. Het personeel is gekwalificeerd en de omvang ervan toereikend voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. 4 Voorzieningen 7. De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. 8. De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. 5 Kwaliteitszorg 9. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 6 Toetsing 10. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. 7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Indien van toepassing: 8 Gerealiseerde eindkwalificaties 11. De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar. 12. De opleiding toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. ten dele Niet van toepassing Algemene conclusie Positief onder voorwaarden

7 Pagina 7 van 7 Bijlage 2: panelsamenstelling - Voorzitter: dr. J.J.M Pool (voorzitter): senior onderzoeker bij het lectoraat Leefstijl en Gezondheid van de Hogeschool Utrecht en manueel therapeut in het Paramedisch Centrum IMPACT te Zoetermeer; - Prof. dr. L. Danneels: voltijds hoogleraar aan de Universiteit Gent, vakgroep revalidatiewetenschappen en kinesitherapie; en vice-decaan onderwijs van de faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen - Dr. A. de Wijer: fysiotherapeut/manueel therapeut en opleider Gnathologie; - D. Huitink (student-lid): studente wo-master Earth System Governance aan de Universiteit Utrecht. Het panel werd bijgestaan door Irma Franssen, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator Suzanne den Tuinder secretaris (gecertificeerd).