De pedagogisch beleidsmedewerker / coach

Transcriptie

1 Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang De pedagogisch beleidsmedewerker / coach 1. Vooraf In deze notitie vind je informatie over de IKK-maatregel inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker / coach, die per 1 januari 2019 ingaat. Het is één van de maatregelen van de pijler Kinderopvang is een vak. De notitie is geschreven naar aanleiding van twee leden-bijeenkomsten voor kleine organisaties, waarin de aanwezigen aangaven dat een document met alle informatie een welkome hulp zou zijn bij implementatie van deze maatregel. De notitie is ontwikkeld in samenspraak met de IKK-werkgroep Kinderopvang is een vak en bevat feitelijke informatie, tips en voorbeelden. Deze tips en voorbeelden zijn ontwikkeld naar de geest van het Akkoord IKK. Dat betekent dat enerzijds gestreefd wordt naar een kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering, en dat anderzijds de regeldruk voor ondernemers zo laag mogelijk ligt. Op het moment van schrijven van deze notitie is het Toetsingskader van de GGD voor 2019 nog niet bekend. Er is nog geen uitvoeringspraktijk van toetsing en handhaving. Ervaringen met andere IKK maatregelen hebben laten zien dat de toetsings- en handhavingspraktijk soms meer naar de letter van de wet wordt uitgevoerd en daardoor soms anders uitpakt dan wat Brancheorganisatie Kinderopvang met deze maatregel voor ogen heeft. Een disclaimer is dus op z n plaats: aan deze notitie kunnen geen rechten worden ontleend. 2. De Wet IKK: Wat houdt de pedagogisch beleidsmedewerker in? De Wet schrijft voor dat er per 1 januari 2019 in elke kinderopvanglocatie formatie pedagogisch beleidsmedewerker beschikbaar is voor pedagogische beleidsontwikkeling én voor coaching van de pedagogisch medewerkers. De uitvoering van beide rollen kan worden belegd bij twee functionarissen (een pedagogisch beleidsmedewerker voor de beleidsontwikkeling en een coach voor de coaching), maar kan ook door één functionaris in een gecombineerde functie uitgevoerd worden. Ook is het mogelijk de rol van pedagogische beleidsontwikkeling en/of coaching te beleggen bij bijvoorbeeld de locatiemanager, stafmedewerker of de houder, op voorwaarde dat deze voldoet aan de kwalificatie-eisen die voor beide rollen gelden (zie paragraaf 3, Cao). Hoeveel uur is minimaal nodig? De peildatum voor het berekenen van het minimaal aantal uren beleidsontwikkeling en coaching is 1 januari van elk jaar. Dat betekent dat wijzigingen in omvang en formatie van een organisatie (uitbreiding of krimp) gedurende het jaar pas een effect hebben op het daarop volgende jaar. Voor pedagogische beleidsontwikkeling moet per jaar het aantal locaties x 50 uur beschikbaar zijn. (het aantal locaties = het aantal LRK-nummers.) Voor de coaching van pedagogisch medewerkers moet per jaar 10 uur per fte beschikbaar zijn. Daarbij gaat het om vast personeel, flexibele krachten en uitzendkrachten. Voor de berekening van de flexibele krachten (inval, oproep-, 0-uren, min/max contracten) en uitzendkrachten neem je het gemiddelde van het afgelopen jaar. 1

2 Het totaal aantal uren voor pedagogische beleidsontwikkeling en voor coaching mag naar eigen inzicht over de locaties worden verdeeld. Voorwaarde daarbij is dat iedere pedagogisch medewerker jaarlijks een vorm van coaching ontvangt. Hoe je de uren verdeelt, leg je per jaar vast. De uren voor coaching mogen ook als meewerkend coach worden ingezet. Voorwaarde is dan dat de coach ook groepstaken uitvoert (en dus ook voor de functie pedagogisch medewerker gekwalificeerd is). In dat geval mag de coach dus formatief worden ingezet, m.a.w. zij telt mee in de BKR. Het ministerie van SZW heeft een rekentool ontwikkeld, die In de loop van augustus 2018 beschikbaar komt op De artikelen 8 en 17 uit het Besluit kwaliteit kinderopvang regelen de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker / coach in de dagopvang (art. 8) resp. BSO (art 17). In de bijlage van deze notitie vind je de tekst van artikel 8 met de toelichting en bijlage 2 waarnaar in het artikel wordt verwezen. 3. De Cao: Waaraan moet de pedagogisch beleidsmedewerker voldoen? Cao-partijen hebben de kwalificatie-eisen vastgesteld voor de functie coach, pedagogisch beleidsmedewerker en de gecombineerde functie. Er is een lijst met kwalificerende opleidingen. Er zijn twee routes: A. Je hebt een opleiding op hbo of wo niveau die direct kwalificeert voor de functie. B. Je hebt een opleiding op MBO4 die kwalificeert voor pedagogisch medewerker óf je hebt een docentenopleiding op HBO niveau, plus een aanvullende opleiding op het terrein van pedagogiek 0-13 en/of coaching. Voor beide routes zijn overzichten met de kwalificerende opleidingen beschikbaar. Deze lijsten kunnen nog aangevuld worden, kijk daarom voor het meest recente overzicht op Op de website vind je ook de functieprofielen voor de functies pedagogisch beleidsmedewerker, pedagogisch coach en de gecombineerde functie. Zowel de gecombineerde functie, de functie pedagogisch beleidsmedewerker als de functie coach zijn gewaardeerd in schaal 9 van de Cao Kinderopvang. Overgangsregeling Voor medewerkers die in de functie worden aangesteld vóór 1 januari 2019 en nog niet volledig zijn gekwalificeerd, geldt een overgangsregeling van twee jaar. Route A: Voor medewerkers die zich willen kwalificeren met een opleiding uit route A geldt dat zij vóór 1 januari 2019 voor die opleiding ingeschreven moeten zijn en deze vóór 1 januari 2021 moeten hebben afgerond. Route B: Voor medewerkers die zich willen kwalificeren via route B geldt dat zij vóór 1 januari over een afgeronde MBO4-opleiding dan wel HBO-docentenopleiding moeten beschikken, en dat zij de aanvullende opleiding vóór 1 januari 2021 moeten hebben afgerond. Het maakt daarbij niet uit of zij deze aanvullende opleiding vóór of na 1 januari 2019 starten. 4. Implementatie: Hoe maak je het concreet en aantoonbaar? In de Wet IKK staat dat iedere houder elk jaar schriftelijk vastlegt hoeveel locaties en hoeveel fte pedagogisch medewerker hij heeft per 1 januari van dat jaar. Op basis daarvan bereken je 2

3 (desgewenst met behulp van de rekentool van SZW) het minimum aantal benodigde uren voor pedagogische beleidsontwikkeling en voor coaching. Je bepaalt vervolgens hoe je de uren verdeelt over de locaties. Je hoeft de uren niet evenredig te verdelen over de aanwezige locaties, maar je moet er wel voor zorgen dat iedere pedagogisch medewerker jaarlijks een vorm van coaching ontvangt. Je moet het onderscheid inzichtelijk maken tussen de uren voor de pedagogische beleidsontwikkeling en de uren voor coaching. Je moet de verdeling van uren over de locaties schriftelijk vastleggen, zodat het inzichtelijk is voor beroepskrachten en ouders. De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach valt onder het organiseren van verantwoorde kinderopvang en is daarmee een advies-plichtig onderwerp voor de oudercommissie. De inzet van coaching kan gezien worden als een onderdeel van personeelsopleiding (het aanleren, bijhouden of vergroten van vakbekwaamheid). Personeelsopleiding is een onderwerp dat valt onder het instemmingsrecht van de OR. 5. Schriftelijk vastleggen De inzet van een functionaris voor beleidsontwikkeling en coaching is één van de maatregelen uit het Akkoord IKK. De achterliggende gedachte is dat hiermee een aanzienlijke kwaliteitsslag gemaakt kan worden. Coaching is een krachtig middel voor verdere professionalisering en kwaliteitsontwikkeling. Het kan de vak volwassenheid, de beroepstrots en het werkplezier van je medewerkers aanzienlijk vergroten. Als je de manier waarop je deze maatregel binnen jouw organisatie vorm geeft schriftelijk vastlegt, is het raadzaam de achterliggende gedachte en hoe dat past in jouw visie op kwaliteitsontwikkeling- te benoemen. Voor de feitelijke bepaling van het aantal uren en waar ze worden ingezet, kan onderstaande voorbeeldtekst handvatten bieden. Organisatie KO heeft op 1 januari 2019 Y locaties en Z fte. Op grond van de Wet IKK is daarom op jaarbasis nodig: Pedagogische beleidsontwikkeling/implementatie Y x 50 = 50Y uur Coaching pedagogisch medewerkers Z x 10 = 10Z uur Totaal (50Y + 10Z) uur Bij organisatie KO hebben we (c.q. kopen we in) op jaarbasis X 1 uren formatie voor pedagogische beleidsontwikkeling en coaching van onze pedagogisch medewerkers. In 2019 worden deze uren als volgt over de verschillende locaties verdeeld: Locatie a uur voor pedagogische beleidsontwikkeling en. uur voor coaching Locatie b uur voor pedagogische beleidsontwikkeling en. uur voor coaching Locatie c uur voor pedagogische beleidsontwikkeling en. uur voor coaching Totaal X uur Bij de afwegingen over de verdeling van de uren over de verschillende locaties hebben we besloten Optie 1: de uren evenredig over de verschillende locaties te verdelen óf Optie 2: relatief meer uren te besteden aan locatie a, vanwege. (reden aangeven). 1 let op: X kan meer uren zijn dan 50Y + 10Z, maar niet minder 3

4 Bij de bepaling van het aantal coachingsuren per locatie hebben we met name rekening gehouden met de vakvolwassenheid van medewerkers en teams. Daar waar het aan de orde is, is ook meegewogen of er op een bepaalde locatie een specifieke individuele coaching behoefte is. Bij de verdeling van de coachingsuren zorgen we er voor dat elke pedagogisch medewerker een vorm van coaching ontvangt. 6. Overzicht van uren in de formatie / inhuur Met een simpel overzicht van de contracturen van alle medewerkers / externen met de rol van pedagogisch beleidsmedewerker en/of coach maak je inzichtelijk dat je het vereiste aantal uren (of meer) in huis hebt. Indien de pedagogische beleidsontwikkeling of coaching is belegd binnen een andere functie (bijvoorbeeld bij de locatiemanager, de stafmedewerker of de houder), dan is het belangrijk dat schriftelijk is vastgelegd hoeveel uren op jaarbasis binnen die functie zijn bedoeld voor pedagogische beleidsontwikkeling en/of coaching. Als de uren extern worden ingekocht, dan is het belangrijk dat op schrift staat om hoeveel uren het gaat. 7. Voorbeelden van pedagogische beleidsontwikkeling en vormen van coaching Voorbeelden van werkzaamheden die vallen onder de noemer pedagogische beleidsontwikkeling en implementatie zijn: update pedagogisch beleidsplan ontwikkeling nieuw/ nieuwe onderdelen pedagogisch beleid ontwikkeling hulpmiddelen voor de teams volgen wet- en regelgeving op dit terrein bijscholing van de pedagogisch beleidsmedewerker scholing geven aan de medewerkers door de pedagogisch beleidsmedewerker bespreking pedagogisch beleid met oudercommissies/ouders beleidsontwikkeling rondom IKC-vorming samenwerking in de doorgaande lijn beheer en/of actualisatie van het kindvolgsysteem ontwikkeling vve-beleid evaluatie pedagogisch beleid etc. Voorbeelden van vormen van coaching zijn: individuele coaching gesprekken intervisiebijeenkomsten teamcoaching vaardigheden-training met oefensituaties video interactiebegeleiding (meewerkend) coach op de groep Blended learning (e-learning in combinatie met één of meerdere (intervisie)bijeenkomsten) etc. 4

5 8. Veel gestelde vragen Vraag 1: Moet je de verdeling tussen de uren voor pedagogische beleidsontwikkeling en de coaching inzichtelijk maken? Antwoord: In de toelichting van het Besluit kwaliteit staat dat de houder per kindercentrum het onderscheid inzichtelijk moet maken tussen de uren voor de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens en de uren voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Vraag 2: Moet je bij de vastlegging van de coachingsuren inzichtelijk maken hoe deze uren over de medewerkers worden verdeeld? Antwoord: In het Besluit staat alleen dat je moet vastleggen hoe je de uren over de locaties verdeelt, er staat dus niet dat je moet vastleggen hoe je de uren coaching over de medewerkers verdeelt. Vraag 3: Als een houder te maken heeft met meerdere GGD regio's voor zijn locaties, welke GGD is dan verantwoordelijk voor de controle op de normen van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach? Antwoord: Dat is op dit moment nog niet bekend. De verwachting is dat de GGD in het najaar van 2018 hierover duidelijkheid zal geven. Vraag 4: Kun je de pedagogisch beleidsmedewerker/coach die via de A route gekwalificeerd is altijd formatief inzetten? Antwoord: Neen, niet alle opleidingen die in de A route zijn benoemd, kwalificeren voor pedagogisch medewerker. Vraag 5: Mag je uren voor de beleidsontwikkeling doorschuiven naar de coaching en andersom? Antwoord: In het akkoord IKK is met betrekking tot dit punt nadrukkelijk beoogd om de houder eigen beleidsruimte te geven m.b.t. de uren voor beleidsontwikkeling en coaching. De wettekst formuleert dit punt strikter (zie antwoord vraag 1), zonder daarbij expliciet te stellen dat er niet tussen de twee rollen geschoven mag worden. Wel expliciet is aangegeven dat je de beschikbare uren voor pedagogische beleidsontwikkeling en coaching niet evenredig over de locaties hoeft te verdelen. Vraag 6: Moet je een medewerker met een contract voor 18 uur per week (0,5 fte), per jaar 5 uur coaching aanbieden? Antwoord: Neen, de wettelijke regeling stelt alleen dat iedere medewerker jaarlijks coaching moet ontvangen. Je mag deze medewerker dus ook bijvoorbeeld 1 uur of 20 uur coaching aanbieden afhankelijk van de vakbekwaamheid van de medewerker. Vraag 7: Ik heb een locatie met twee dagdelen openstelling en niet meer dan 16 kinderen. Telt deze locatie ook mee voor de 50 uur per jaar beleidsontwikkeling? Antwoord: Ja, een locatie wordt bepaald door het LRK nummer. Vraag 8: Ik heb op één adres een BSO en KDV gehuisvest. Telt die als één locatie voor de 50 uur per jaar beleidsontwikkeling? Antwoord: Een locatie wordt bepaald door het LRK nummer. In dit geval hebben de BSO en KDV twee verschillende LRK nummers en worden dus beschouwd als twee locaties. 5

6 Artikel 8 uit Besluit kwaliteit kinderopvang BIJLAGE Artikel 8. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers 1. Het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers in de dagopvang inzet, wordt afgestemd op het aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal kindercentra dat de houder exploiteert waarbij, naarmate er meer beroepskrachten worden ingezet, er voor meer uren pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet ten behoeve van het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden en naarmate de houder meer kindercentra exploiteert, er voor meer uren pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet ten behoeve van de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens. 2. Het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers in de dagopvang inzet voor de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens en het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers inzet voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden wordt bepaald op grond van de rekenregels in bijlage 2 bij dit besluit. Onze Minister stelt een online rekentool ter beschikking met behulp waarvan de in de eerste zin bedoelde inzet kan worden berekend. 3. De houder bepaalt jaarlijks, indien hij meer dan één kindercentrum exploiteert, de wijze waarop hij het op grond van het tweede lid verplichte minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet, verdeelt over de verschillende kindercentra en legt dit schriftelijk vast zodat dit inzichtelijk is voor de beroepskrachten en ouders. De houder geeft de verdeling zodanig vorm dat iedere beroepskracht jaarlijks coaching ontvangt in de uitvoering van de werkzaamheden. Artikelsgewijze toelichting Besluit kwaliteit kinderopvang Artikel 8. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers Artikel 8 ziet op de inzet van pedagogisch beleidsmedewerkers. Een pedagogisch beleidsmedewerker is, conform het met de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang in artikel 1.1, eerste lid, van de Wko ingevoerde gelijknamige begrip, de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een kindercentrum, bezoldigd is en belast is met de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens of het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Het minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet wordt op grond van artikel 8 bepaald op het niveau van de houder. Artikel 8, eerste lid, brengt het principe tot uiting waarop de inzet van pedagogisch beleidsmedewerkers is gebaseerd. Geregeld is dat het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers in de dagopvang inzet, wordt afgestemd op het aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal kindercentra dat de houder met zijn onderneming exploiteert. Naarmate er meer beroepskrachten worden ingezet, worden er voor meer uren pedagogisch beleidsmedewerkers ingezet ten behoeve van het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden en naarmate de houder meer kindercentra exploiteert, worden er voor meer uren pedagogisch beleidsmedewerkers ingezet ten behoeve van de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens. Onder de inzet ten behoeve van de totstandkoming van pedagogische beleidsvoornemens vallen bijvoorbeeld werkzaamheden omtrent het voorbereiden en opstellen van beleidsplannen. Hierbij wordt opgemerkt dat deze werkzaamheden zich niet beperken tot het voorbereiden en opstellen van het pedagogisch beleidsplan, maar al het beleid kunnen omvatten dat raakt aan de pedagogische praktijk. In het kader van de implementatie van beleidsplannen kan een pedagogisch beleidsmedewerker bijvoorbeeld bovenformatief op een stamgroep worden ingezet om er zorg voor te dragen dat nieuw beleid goed uitgevoerd wordt. Op grond van het tweede lid wordt het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers in de dagopvang inzet voor de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens en het minimaal aantal uren waarvoor de houder jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers inzet voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden bepaald op grond van de rekenregels in bijlage 2. Er wordt een rekentool ter beschikking 6

7 gesteld waarmee de minimale inzet van pedagogisch beleidsmedewerkers eenvoudig kan worden berekend. Deze rekentool wordt gepubliceerd op Doordat het minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet wordt bepaald op het niveau van de houder, wordt ruimte voor maatwerk geboden en kunnen houders zelf bepalen hoe zij de inzet van pedagogisch beleidsmedewerkers over de verschillende kindercentra verdelen. Het biedt houders de mogelijkheid de focus op bepaalde kindercentra te leggen. Artikel 8, derde lid, bepaalt dat wanneer een houder met zijn onderneming meerdere kindercentra exploiteert hij de verdeling van de op grond van het tweede lid verplichte minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet ieder jaar schriftelijk dient vast te leggen zodat dit inzichtelijk is voor de toezichthouder, de beroepskrachten en ouders. De houder maakt bij deze schriftelijke vastlegging per kindercentrum het onderscheid inzichtelijk tussen het aantal uren dat wordt besteed aan de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens en het aantal uren dat wordt besteed aan het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Op grond van artikel 8, derde lid, geldt daarbij dat de houder de verdeling zodanig vorm dient te geven dat iedere beroepskracht jaarlijks (een vorm van) coaching krijgt in de uitvoering van zijn of haar werkzaamheden. Op grond van artikel 7, tiende lid, kan de houder de uren waarvoor hij een pedagogisch beleidsmedewerker inzet voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden meetellen bij de berekening van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op grond van artikel 7, tweede lid, wanneer de pedagogisch beleidsmedewerker tevens op de stamgroep bezig is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Bijlage 2 als bedoeld in de artikelen 8, tweede lid en 17, tweede lid van het Besluit kwaliteit kinderopvang 1. De houder stelt jaarlijks op 1 januari, zijnde de peildatum, het aantal kindercentra dat hij exploiteert vast en het totaal aantal fte waarvoor beroepskrachten werkzaam zijn bij het kindercentrum of, indien de houder meer dan één kindercentrum exploiteert, de kindercentra. 2. Op basis van het aantal kindercentra dat de houder exploiteert en het totaal aantal fte waarvoor beroepskrachten werkzaam zijn bij het kindercentrum of, indien de houder meer dan een kindercentrum exploiteert, de kindercentra, wordt het minimaal aantal uren waarvoor de houder pedagogisch beleidsmedewerkers inzet voor het jaar waarin de peildatum valt, bepaald volgens de volgende formule: vijftig uren voor de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens maal het aantal kindercentra dat de houder op de peildatum exploiteert plus tien uren voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden maal het aantal fte waarvoor op de peildatum beroepskrachten werkzaam zijn bij het kindercentrum of, indien de houder meer dan één kindercentrum exploiteert, de kindercentra. 7