1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer

Transcriptie

1 1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer

2 Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten

3 Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop Ademhaling Warmtehuishouding

4 Bloedsomloop Spieren hebben O 2 nodig om arbeid te verrichten Bij inspanning neemt O 2 behoefte toe Om meer O 2 bij de spieren te krijgen neemt de hartfrequentie toe Hoeveelheid bloed die per minuut wordt rondgepompt = HMV HMV = aantal slag x slagvolume

5 Ademhaling (respiratie) Circulatie zorgt voor transport van O 2 en CO 2 Het ademhalingsstelsel zorgt voor de uitwisseling van gassen in het bloed Respiratie is nauwkeurig afgestemd op de stofwisseling Verandering in stofwisseling = verandering in O 2 behoefte Parallel aan bloedsomloop is ademhaling AMV AMV = ademhalingsfrequentie x teugvolume Tijdens lichte inspanning gaat TV Bij zware inspanning TV en AF

6 Warmtehuishouding Bij inspanning/ verbranding zijn twee resultaten: Arbeid men beweegt. Dit heet rendement of mechanische efficiency Dit is 25 % bij een goed getrainde persoon Warmte Overige vrijgekomen energie wordt als warmte opgeslagen Lichaam reguleert het warmtebalans Doel is het lichaam op constante temperatuur te houden.

7 Fysiologie en Wandelen Wandelen vs verzwaard wandelen Bij gelijke snelheid wandelen: NW en SW gaat HF = energieverbruik Verschil is nog groter bij geaccidenteerd terrein Verschil tussen wandelen en topsport: Wandelen is (vaak) gericht op meer energieverbruik Topsport zoekt balans tussen prestatieverbetering en minimale energieverbruik

8 Energiesystemen Chemische energie mechanische energie In spieren ligt de chemische verbinding opgeslagen namelijk ATP Een (spier)cel kan alleen energie leveren door het afbreken van ATP In spieren zit voldoende ATP om 3 sec. arbeid te verrichten

9 Energiesystemen II ATP zal dus moeten worden aangevuld 3 (ook 4 wel) energiesystemen om ATP aan te vullen: ATP-CP systeem (Fosfaatsysteem) Melkzuursysteem (Anaerobe glycolyse) Aerobe (zuurstof) systeem, verdeeld in: Koolhydraten systeem Vet systeem

10 ATP-CP Creatine Fosfaat Ligt opgeslagen in de spieren Anaeroob systeem Groot vermogen Geringe capaciteit Ongeveer 10 sec.

11 Anaerobe glycolyse Snelle aanvoer van ATP Duurt (bij max. inspanning ongeveer 2 min.) Anaeroob systeem Bijproduct is melkzuur Melkzuur spiervermoeidheid Vermogen is kleiner Capaciteit is dan ATP-CP systeem

12 Zuurstofsysteem Aeroob systeem Zorgt voor een grote hoeveelheid resynthese van ATP Komt langzaam op gang Vermogen is gering Capaciteit is groot Koolhydraten en vetzuren zijn brandstof Verbranding van vetzuren vraag meer O 2 voor de resynthese van ATP Vetverbranding komt pas na 20 min. op gang Bij wandelen richt de training zich meer op O 2 systeem

13 Energiesytemen III Energiesysteem Aeroob Anaeroob Lactisch Anaeroob A- lactisch Brandstof Vetzuren Glycogeen Glycogeen Creatinefosfa at Vermogen Zeer laag Laag Hoog Zeer Hoog Capaciteit Zeer groot (onbeperkt) Groot Klein Zeer klein Zuurstof O 2 nodig O 2 nodig Zonder O 2 (melkzuur) Zonder O 2 Herstel Zeer snel Afh. van duur Langzaam 90 sec Voorbeeld Wandeling Intensieve wandeling Tempo wandelen in mulle zand Sprint

14 Trainingswetten Training: Het geleidelijk en systematisch aanbieden van prikkels waardoor het prestatievermogen stijgt.

15 Trainingswetten II De herhaalde belasting van de spierweefsels Aanpassing tot gevolg Doel: het beter aankunnen van toekomstige belasting Adaptatie door supercompensatie: Na inspanning herstelt het lichaam Belastbaarheid

16 Trainingswetten III Overload: Belasting moet hoger dan lichaam is gewend Moet ertoe leiden dat het lichaam zich gaat wapenen voor een volgende keer Specificiteit: Trainingseffecten zijn specifiek Je wordt beter in dat wat je traint

17 Trainingswetten IV Reversibiliteit: Effecten van training zijn niet blijvend Geeft handvatten voor minimale training en houdbaarheidsdata van training Verminderde meeropbrengst: Training wordt bepaald door intensiteit, duur en frequentie Getraindheid laag effect hoog Getraindheid hoog effect laag

18 Trainingswetten V Supercompensatie

19 Trainingswetten VI Overbelasting