ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017"

Transcriptie

1 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017

2 Armoedemonitor gemeente Leeuwarden 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Leeuwarden. Colofon Opdrachtgever Gemeente Leeuwarden Datum Oktober 2018 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp Michelle Ellens Databewerking Wim Zijlema Johan Knol Geografische kaarten Pieter Jan Karsijns KWIZ Stavangerweg JC Groningen Uitgave Deze publicatie is een uitgave van KWIZ. Het overnemen van cijfers en / of teksten is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden in welke vorm dan ook zonder voorafgaande toestemming van KWIZ. 1

3 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Samenvatting Huishoudens in de gemeente Minima in beeld Kenmerken minimahuishoudens Minima met een overig inkomen Alleenstaande ouders Langdurige minima Nieuwe minima (instroom) Kinderen in armoede Alle kinderen Kinderen in minimahuishoudens Bereik minimaregelingen Regelingen voor het minimabeleid Kwijtschelding Bijzondere bijstand Individuele inkomenstoeslag Collectieve zorgverzekering Kindpakket Cumulatief gebruik inkomensregelingen Minima in de (curatieve) schulddienstverlening Schulddienstverlening Woonlasten Gemiddelde huurprijzen Woonlasten minimahuishoudens Woonlastenquotum De inkomenseffecten Maximale bijdrages Rijk en gemeente Budget voor vrije bestedingen Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Bijlage 1. Verantwoording Bijlage 2. Kenmerken minima tot 100 procent Bijlage 3. Kerncijfers minima naar woonwijken Bijlage 4. Methodiek effectmeting inkomenseffecten B4.1 Lokale minimaregelingen B4.1 Huishoudens en inkomensgrenzen Bijlage 5. Inkomenseffect tabellen Bijlage 6. Afkortingen

4 Inleiding De gemeente Leeuwarden voert een actief armoedebeleid gericht op de preventie en bestrijding van armoede. De gemeente gebruikt de Armoedemonitor om de doelgroep (omvang en kenmerken) te monitoren. De huidige armoedemonitor beschrijft stand van zaken op 31 december Het gebruik van voorzieningen is gemeten over het hele kalenderjaar De resultaten worden vergeleken met die van de vorige Armoedemonitoren, waar het aantal minima in 2013 en 2015 is gerapporteerd. Aanvullend is een analyse gedaan van de woonlasten van minimahuishoudens en is een Inkomenseffect Rapportage gemaakt om de financiële effecten van het landelijke en lokale minimabeleid en een eventuele armoedeval in beeld te brengen. Onderzoeksopzet Armoedemonitor Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van registratiegegevens van de verschillende lokale en landelijke regelingen die de gemeente uitvoert. Daarbij gaat het om de volgende voorzieningen: de Participatiewet, minimaregelingen, collectieve zorgverzekering, de schulddienstverlening en wettelijke schuldsanering (Wsnp). De woonlasten van de huishoudens zijn berekend met behulp van huurgegevens van de woningbouwcorporaties Elkien en WoonFriesland. Met behulp van de Basisregistratie Personen (BRP) zijn de gebruikersgegevens op huishoudniveau gegroepeerd. Op deze manier ontstaat een samenhangend beeld op de omvang en samenstelling van de minimapopulatie, de mate van gebruik van regelingen en de overlap in het gebruik van voorzieningen op andere beleidsterreinen. Minimahuishoudens in beeld Omdat wij niet over inkomensgegevens van alle inwoners beschikken, is er een groep die doordat ze geen gebruik maakt van de minimaregelingen, niet in de registratiebestanden voorkomt. Dit betekent dat het feitelijk aantal minima iets hoger ligt dan in deze Armoedemonitor wordt gerapporteerd. Wanneer we het in deze monitor hebben over minimahuishoudens zijn dit de huishoudens die we in beeld hebben gekregen via de bovenstaande onderzoeksmethode; daarmee hebben ongeveer 90 procent van de minimahuishoudens in de gemeente in beeld. De overige circa 10 procent maakt geen gebruik van het minimabeleid en ook niet van andere ondersteuning vanuit de Participatiewet waardoor ze niet als minima bekend zijn bij de gemeente. Het is op basis van de onderzoeksmethodiek ook niet mogelijk om deze groep in beeld te krijgen. Het is mogelijk dat een deel van die groep ook geen gebruik wil maken van gemeentelijke ondersteuning. De huishoudens die in beeld zijn op basis van bovenstaande methodiek beschouwen we als doelgroep voor het minimabeleid. In bijlage 1 wordt de methodiek verder toegelicht. Uitbreiding gemeente Per 1 januari 2018 zijn de gebiedsdelen Leeuwarderadeel en Littenseradeel opgegaan in de gemeente Leeuwarden. Voor deze monitor beschikken we niet over bestanden van deze twee voormalige gemeenten. Dat heeft als gevolg dat we niet in beeld kunnen brengen hoeveel minima er per 1 januari 2018 bij zijn gekomen vanuit deze twee gemeenten. Daarom geven we het aantal minimahuishoudens in de gemeente Leeuwarden op 31 december 2017 weer (peildatum). Leeswijzer Na de samenvatting geven we in het eerste hoofdstuk een aantal kenmerken weer van alle huishoudens in de gemeente. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk de doelgroep voor het minimabeleid beschreven aan de hand van dezelfde kenmerken. We gaan specifiek in op de kenmerken van werkende minima en alleenstaande ouders. In hoofdstuk drie geven we het aantal kinderen dat opgroeit in een minimahuishouden weer. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier het gebruik en bereik van de lokale minimaregelingen in beeld gebracht en gaan we nader in op het cumulatief gebruik van voorzieningen. In het vijfde hoofdstuk wordt het gebruik van de schulddienstverlening en de overlap met de minimahuishoudens in beeld gebracht. In hoofdstuk zes gaan we in op de woonlasten van minima in de gemeente. In hoofdstuk zeven berekenen we de bestedingsruimte die overblijft na het gebruik van de voorzieningen en de inkomenseffecten die optreden na werkaanvaarding. In bijlage 1 wordt de onderzoeksmethodiek beschreven. In bijlage 2 geven we een aantal kenmerken van minima tot 100 procent weer en bijlage 3 bevat tabellen met het aantal minimahuishoudens per woonwijk. In bijlage 4 wordt de methodiek van de effectmeting van de inkomenseffecten beschreven en in bijlage 5 staan de Inkomenseffect tabellen. Bijlage 6 bevat de gebruikte afkortingen. 2

5 Samenvatting In de samenvatting staan de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek. Aantal en aandeel minima redelijk stabiel Aantal huishoudens tot 120% Aandeel van alle huishoudens ,0% 20,0% ,2% 16,1% 16,3% 15,0% ,0% In 2017 hadden huishoudens een inkomen tot 120 procent. Zij vormen 16,3 procent van alle huishoudens in de gemeente; Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering (niet in de grafiek opgenomen) is gestegen van in 2013, naar in 2015 en tenslotte naar in Sommige groepen zijn vaker dan gemiddeld minima Aandeel minimahuishoudens Alle huishoudens 16,3% Eenoudergezinnen 42,7% Niet-westerse migratieachtergrond 42,4% Heechterp/ Schieringen 43,4% Van alle eenoudergezinnen, huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond en huishoudens die in Heechterp/ Schieringen wonen heeft meer dan 40 procent een minimuminkomen en dat is fors hoger dan het gemiddelde van 16,3 procent in de gemeente. 3

6 Aantal en aandeel minimakinderen gestegen Aantal kinderen tot 120% Aandeel van alle kinderen ,9% 15,7% 15,2% ,0% 22,0% 20,0% 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% In 2017 groeiden kinderen van 0 tot 18 jaar op in een minimahuishouden. Dat is 16,9 procent van alle kinderen in de gemeente en dat aandeel is hoger dan in voorgaande jaren. Bereik minimaregelingen verschilt % 59% 56% 25% 27% 29% 59% 59% 54% 36% 38% 32% 49% 65% Kwijtschelding Bijzondere bijstand Individuele inkomenstoeslag Collectieve zorgverzekering Kindpakket Het bereik van de kwijtschelding ligt met 56 procent 1 lager dan de 70 à 75 procent die we in de meeste andere gemeenten vinden; Het bereik van de bijzondere bijstand en de individuele inkomenstoeslag ligt in lijn met dat in andere gemeenten terwijl het bereik van de collectieve zorgverzekering en het Kindpakket iets hoger ligt dan in veel andere gemeenten; Huishoudens met een bijstandsuitkering, huishoudens met thuiswonende kinderen en huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond maken vaker dan gemiddeld gebruik van de regelingen. 1 Het lage gebruik van de kwijtschelding kan gedeeltelijk verklaard worden door systeemproblemen bij de gemeente. Hierdoor zijn de cijfers niet volledig betrouwbaar. Daarnaast zijn nog niet alle aanvragen van 2017 verwerkt door het Noordelijk Belastingkantoor. 4

7 Werken vanuit de bijstand loont, maar niet ieder huishoudtype gaat er evenveel op vooruit 110% 120% 130% 140% 150% Alleenstaande 5% 12% 16% 21% 26% Alleenstaande ouder 5% 10% 11% 16% 18% Paar zonder kinderen 5% 9% 9% 11% 13% Paar met kinderen 5% 5% 5% 4% 8% Werken loont: wanneer huishoudens vanuit een bijstandssituatie gaan werken tegen een loon gelijk aan 110 tot 150 procent, gaan zij er in totaal inkomen op vooruit. Maar: niet evenredig. Landelijke toeslagen lopen terug en het recht op gemeentelijke regelingen vervalt; Alleenstaanden gaan er relatief gezien het meest op vooruit, een paar met kinderen gaat het relatief gezien het minst op vooruit. Voor paren (met en zonder kinderen) loopt het bedrag aan landelijke toeslagen sneller terug dan voor alleenstaanden en alleenstaande ouders. 5

8 1. Huishoudens in de gemeente In het eerste hoofdstuk geven we een aantal kenmerken weer van alle huishoudens in de gemeente op 31 december 2017 (vóór de herindeling) en op 1 januari 2018 (ná de herindeling). Aantal huishoudens en personen Onderstaande tabel geeft het aantal inwoners en huishoudens weer in de gemeente. Tabel Aantal huishoudens en inwoners gemeente Leeuwarden 2 Categorie Aantal huishoudens Aantal personen Gemiddelde huishoudgrootte 1,9 1,9 1,9 1,9 Op 31 december 2017 telde de gemeente inwoners, verdeeld over huishoudens. Na de herindeling op 1 januari is het aantal inwoners gestegen naar De gemiddelde huishoudgrootte in de gemeente is al sinds ,9. Dat is lager dat het landelijk gemiddelde van 2,2 personen per huishouden. Huishoudtype Naar huishoudtype zien we de volgende verdeling. Tabel Aantal huishoudens naar huishoudtype Huishoudtype Aandeel Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel landelijk Alleenstaand 47% 47% % % 38% Eenoudergezin 4% 5% % % 7% Meerpersoons 32% 32% % zonder kinderen % 29% Meerpersoons 17% 16% % met kinderen % 26% Totaal 100% 100% % % 100% De huishoudsamenstelling in Leeuwarden wijkt enigszins af van het landelijke beeld 3. Zo zijn er in de gemeente meer alleenstaanden en minder meerpersoonshuishoudens met kinderen dan in de rest van het land. In de laatste jaren is de samenstelling nauwelijks veranderd. Leeftijd De leeftijdsopbouw van de huishoudpopulatie, uitgaande van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden, staat in de volgende tabel. Tabel Huishoudens naar leeftijd Leeftijdscategorie Aandeel Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel landelijk Tot 27 jaar 16% 15% % % 8% 27 tot 45 jaar 28% 27% % % 28% 45 tot AOW-leeftijd 32% 33% % % 38% AOW-leeftijd 23% 25% % % 27% Totaal 100% 100% % % 100% 2 Alle gegevens in de tabellen in deze monitor zijn gebaseerd op gemeentelijke registratiegegevens, tenzij anders aangegeven. Landelijke cijfers zijn afkomstig van het CBS. 3 De definitie die het CBS hanteert voor eenoudergezinnen wijkt af van de definitie die KWIZ gebruikt. Het CBS hanteert geen leeftijdscriterium bij het begrip eenoudergezin en telt dus ook ouder-kind relatie mee tussen volwassenen personen. KWIZ hanteert als criterium voor een eenoudergezin dat het jongste inwonende kind jonger dan 18 jaar is. 6

9 Het aandeel huishoudens jonger dan 27 jaar is in Leeuwarden beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde. In Leeuwarden is 16 procent van de huishoudens jonger dan 27 jaar en het landelijk gemiddelde is 8 procent. Het aandeel huishoudens dat AOW-gerechtigd is ligt juist iets lager dan het landelijk gemiddelde. Herkomst De volgende tabel geeft de verdeling naar herkomst van alle huishoudens in Leeuwarden weer, op basis van de herkomst van de oudste persoon in het huishouden. Tabel Huishoudens naar herkomst Herkomst Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel Nederlandse achtergrond 80% 83% % % Westerse 10% 9% % migratieachtergrond % Niet-westerse 10% 8% % migratieachtergrond % Totaal 100% 100% % % De meeste huishoudens in de gemeente hebben een Nederlandse achtergrond. Dit ligt in lijn met het landelijke van 80 procent. 7

10 2. Minima in beeld In dit hoofdstuk beschrijven we de kenmerken van de minimapopulatie op 31 december 2017 in de gemeente (vóór de herindeling). Dit zijn huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het Wettelijk sociaal minimum (). De verdeling van de kenmerken van de minimapopulatie vergelijken we met de verdeling van alle huishoudens in de gemeente. Op die manier wordt in beeld gebracht welke groepen oververtegenwoordigd of ondervertegenwoordigd zijn in de minimapopulatie. Daarnaast vergelijken we de minimapopulatie van 2017 met die van 2015 en In de bijlage zijn de kenmerken van alle huishoudens in de gemeente weergegeven Kenmerken minimahuishoudens De volgende tabel bevat een overzicht van het aantal en aandeel minimahuishoudens in de gemeente op peildatum van het onderzoek 4. Tabel Huishoudens naar inkomen in Leeuwarden Inkomenspercentage t.o.v. Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel Tot 100% ,2% ,2% ,8% 100% tot 120% ,0% 512 0,9% 828 1,5% Totaal minima ,2% ,1% ,3% Overig ,8% ,9% ,7% Totaal % % % Op 31 december 2017 hadden huishoudens in de gemeente een inkomen tot 120 procent. Dat is 16,3 procent van alle huishoudens. Landelijk ligt het aandeel huishoudens in deze inkomenscategorie op 13 procent. Ten opzichte van 2013 en 2015 is het aantal minimahuishoudens met een inkomen tot 120 procent licht gestegen, net als het aandeel minima in de gemeente. Het aantal minima met een inkomen tot 100 procent is daarentegen licht gedaald, van in 2015 naar in De daling komt door een lager aantal minima met AOW; het aantal minima met een bijstandsuitkering en een ander hoofdinkomen is wel gestegen. Inkomensbron Als we de huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum uitsplitsen naar hoofdinkomen zien we de volgende verdeling. Tabel Inkomensbron minima, inkomen tot 120% Inkomensbron Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel Bijstand inkomen % % % AOW inkomen % % % Ander inkomen % % % Totaal % % % Het aantal en aandeel minima met een bijstandsuitkering is de laatste jaren gestegen, van in 2013 naar in In 2017 vormen bijstandsgerechtigden 59 procent van de totale minimapopulatie. Bij andere gemeenten is dat gemiddeld 55 procent. Het aantal minima met een AOWuitkering neemt juist af. Dat zien we ook in andere gemeenten; ouderen hebben steeds vaker een hoger vermogen en/of hebben vaker pensioen opgebouwd. Tenslotte schommelt het aantal minima met een ander hoofdinkomen. In 2017 hadden huishoudens een ander inkomen uit bijvoorbeeld WW, een WIA-uitkering of uit werk. 4 De peildatum van de minima in 2013 is 1 januari 2014 en de peildatum van de minima van 2015 is 1 januari De peildatum van de minimapopulatie 2017 is 31 december

11 Huishoudtype De volgende tabel geeft het huishoudtype van de minimahuishoudens weer. Tabel Huishoudtype minima, inkomen tot 120% Huishoudtype Aandeel van Aantal Aandeel alle huish. Alleenstaand 61% 63% % 22% Eenoudergezin 12% 12% % 43% Meerp. zonder kinderen 18% 17% % 8% Meerp. met kinderen 9% 8% 770 9% 9% Totaal 100% 100% % 16% **leeswijzer: van de minimahuishoudens zijn een alleenstaand huishouden; een aandeel van 63 procent. Als we de alleenstaande minimahuishoudens afzetten tegen alle alleenstaande huishoudens in de gemeente dan zien we dat 22 procent van al deze huishoudens minima is (kolom aandeel ). Onder eenoudergezinnen is dat aandeel 43 procent en in totaal is 16 procent van alle huishoudens minima. Bijna twee derde van alle minimahuishoudens is een alleenstaand huishouden. Dit komt overeen met voorgaande jaren, maar ligt iets hoger dan het aandeel dat we bij de meeste andere gemeenten vinden (vaak 55 à 60 procent). Afgezet tegen alle huishoudens, zien we in de laatste kolom dat eenoudergezinnen vaker dan gemiddeld minima zijn; 43 procent van alle eenoudergezinnen heeft een inkomen tot 120 procent. Onder meerpersoonshuishoudens is dit aandeel het laagst. Leeftijd De volgende tabel geeft een overzicht van de huishoudens op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden. Tabel Leeftijdsopbouw minimahuishoudens, inkomen tot 120% Leeftijdscategorie Aandeel van Aantal Aandeel alle huish. Tot 27 jaar 14% 14% % 14% 27 tot 45 jaar 34% 36% % 21% 45 tot AOW-leeftijd 34% 36% % 19% AOW-leeftijd en ouder 18% 14% % 9% Totaal 100% 100% % 16% De meeste minima zijn tussen de 45 jaar en de AOW-leeftijd (39 procent). Deze groep groeit de laatste jaren. Gemiddeld gezien hebben huishoudens die jonger zijn dan 27 jaar en huishoudens die AOWgerechtigd zijn minder kans op armoede; respectievelijk 14 procent en 9 procent van alle huishoudens in deze leeftijdscategorieën vormt een minimahuishouden. Het aandeel minima met een AOW daalt de afgelopen jaren geleidelijk. 9

12 Geografische spreiding In de volgende figuur staat het aandeel minimahuishoudens per woonwijk 5. Figuur Aandeel minimahuishoudens per woonwijk In de wijk Heechterp/ Schieringen is, net als voorgaande jaren, het aandeel minima het hoogst; in 2017 heeft 43 procent van alle huishoudens daar een inkomen tot 120 procent. Ook in de wijken Bilgaard, Vrijheidswijk en Wielenpolle/ Schepenbuurt is het aandeel minima met 31 tot 36 procent hoger dan gemiddeld in de gemeente. 5 In bijlage 3 staat de indeling van de woonwijken met bijbehorende aantallen. 10

13 Herkomst De volgende tabel geeft een overzicht van de huishoudens op basis van de herkomst van de oudste persoon in het huishouden. Tabel Herkomst minimahuishoudens, inkomen tot 120% Herkomst Aantal Aandeel Aandeel van alle huish. Nederlandse achtergrond 66% 70% % 13% Westerse migratieachtergrond 10% 9% % 16% Niet-westerse migratieachtergrond 24% 21% % 42% Totaal 100% 100% % 16% Bijna twee derde van de minima heeft een Nederlandse achtergrond. In 2015 vormden in Leeuwarden huishoudens met een Nederlandse achtergrond nog 70 procent van de minimapopulatie (6.260 huishoudens) en in 2017 is dat aandeel gedaald naar 64 procent (5.942 huishoudens). Ten opzichte van 2015 is met name de groep minima met een niet-westerse migratieachtergrond groter geworden (van in 2015 naar in 2017). Ook landelijk neemt het aantal minima met een nietwesterse migratieachtergrond toe, met name door de stijging van het aantal statushouders. Huishoudens met een dergelijke achtergrond zijn (net als in andere gemeenten) ook oververtegenwoordigd in de minimapopulatie; 42 procent van alle huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond heeft een inkomen tot 120 procent. Onder huishoudens met een Nederlandse achtergrond ligt dat aandeel met 13 procent fors lager Minima met een overig inkomen In deze paragraaf geven we een aantal kenmerken weer van de minima met een overig inkomen tot 120 procent. Het gaat hier om huishoudens die geen bijstandsuitkering ontvangen en nog niet AOW-gerechtigd zijn. Omdat zij wel van een of meerdere minimaregelingen gebruikmaken weten we dat ze tot de minimapopulatie behoren maar we weten niet wat hun specifieke inkomensbron is. Dit kan werk zijn maar bijvoorbeeld ook een WW-uitkering. Huishoudtype De volgende tabel geeft het huishoudtype van de minimahuishoudens met een overig inkomen weer. Tabel Huishoudtype minima, overig inkomen tot 120% Huishoudtype 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Alleenstaand % 26% Eenoudergezin % 29% Meerp. zonder kinderen % 33% Meerp. met kinderen % 42% Totaal % 29% Van alle huishoudens met een overig inkomen is 57 procent alleenstaand. Ten opzichte van minima met een bijstandsuitkering of een AOW-uitkering vinden we onder minima die werken vaker meerpersoonshuishoudens. 11

14 Leeftijd De volgende tabel geeft een overzicht van de huishoudens met een overig inkomen op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden. Tabel Leeftijdsopbouw minimahuishoudens, overig inkomen tot 120% Leeftijdscategorie 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Tot 27 jaar % 51% 27 tot 45 jaar % 35% 45 tot AOW-leeftijd % 24% Totaal % 29% 43 procent van de huishoudens met een overig inkomen is tussen 27 en 45 jaar oud. Ruim de helft (51 procent) van alle minimahuishoudens tot 27 jaar werkt. Herkomst De volgende tabel geeft een overzicht van de huishoudens met een overig inkomen op basis van de herkomst van de oudste persoon in het huishouden. Tabel Herkomst minimahuishoudens, overig inkomen tot 120% Herkomst 2017 Aantal Aandeel Aandeel van alle minimahuish. Nederlandse achtergrond % 30% Westerse migratieachtergrond 248 9% 28% Niet-westerse migratieachtergrond % 25% Totaal % 29% 69 procent van alle huishoudens met een overig inkomen heeft een Nederlandse achtergrond Alleenstaande ouders In deze paragraaf geven we kenmerken weer van de alleenstaande ouders met een inkomen tot 120 procent. Inkomensbron Als we de alleenstaande ouders met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum uitsplitsen naar hoofdinkomen zien we de volgende verdeling. Tabel Inkomensbron alleenstaande ouders inkomen tot 120% Inkomensbron 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Bijstand inkomen % 15% Ander inkomen % 13% Totaal % 13% Ruim 70 procent van de alleenstaande ouders ontvangt een bijstandsuitkering en 30 procent heeft een overig inkomen. Leeftijd De volgende tabel geeft een overzicht van alleenstaande ouders op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden. 12

15 Tabel Leeftijdsopbouw alleenstaande ouders, inkomen tot 120% Leeftijdscategorie 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Tot 27 jaar % 11% 27 tot 45 jaar % 25% 45 tot AOW-leeftijd % 7% Totaal % 13% Ruim twee derde van de alleenstaande ouders met een minimuminkomen is tussen de 27 en 45 jaar en 20 procent is tussen 45 jaar en AOW-leeftijd. Herkomst De volgende tabel geeft een overzicht van alleenstaande ouders op basis van de herkomst. Tabel Herkomst alleenstaande ouders, inkomen tot 120% Herkomst 2017 Aantal Aandeel Aandeel van alle minimahuish. Nederlandse achtergrond % 11% Westerse migratieachtergrond % 14% Niet-westerse migratieachtergrond % 17% Totaal % 13% De grootste groep alleenstaande ouders met een minimuminkomen heeft een Nederlandse achtergrond (56 procent). Ten opzichte van andere minimahuishoudens hebben alleenstaande ouder wat vaker dan gemiddeld van niet-westerse migratieachtergrond Langdurige minima In deze paragraaf gaan we nader in op de achtergrondkenmerken van de groep huishoudens die drie jaar of langer aangewezen zijn op een inkomen tot maximaal 120 procent van het sociale minimum. Tabel Langdurigheid minimahuishoudens, inkomen tot 120% Duur minimuminkomen Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel Tot een jaar % % % Tussen 1 en 3 jaar % % % Langer dan 3 jaar % % % Totaal % % % 67 procent van de minimahuishoudens heeft al drie jaar of langer een inkomen tot 120 procent. In de meeste andere gemeenten ligt dat aandeel rond de 60 procent. Het aantal minima dat langdurig van een minimuminkomen afhankelijk is in Leeuwarden de afgelopen jaren fors gestegen, er is relatief weinig uitstroom. Tegelijkertijd is het aantal huishoudens dat instroomt behoorlijk gedaald. Ten opzichte van voorgaande jaren is het aantal bijstandsuitkeringen gestabiliseerd in 2017, in de periode 2013 tot 2017 steeg dat aantal juist (niet in de tabel opgenomen). 13

16 Inkomensbron Als we de huishoudens die drie jaar of langer een minimuminkomen hebben uitsplitsen naar hoofdinkomen zien we de volgende verdeling. Tabel Inkomensbron langdurige minima, inkomen tot 120% Inkomensbron Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Bijstand inkomen 58% 62% % 68% AOW inkomen 23% 18% % 95% Ander inkomen 19% 20% % 53% Totaal 100% 100% % 67% **Leeswijzer: van de langdurige minimahuishoudens ontvangen huishoudens een bijstandsuitkering; een aandeel van 60 procent. Als we de langdurige minimahuishoudens met een bijstandsuitkering afzetten tegen alle minimahuishoudens met een bijstandsuitkering in de gemeente, dan zien we dat 68 procent van deze huishoudens al langer dan drie jaar afhankelijk is van een bijstandsuitkering (kolom Aandeel van alle minimahuishouden ). Onder minimahuishoudens met een AOW-inkomen, is 95 procent langer dan drie jaar afhankelijk van een AOW-inkomen. Van alle huishoudens met een bijstandsuitkering is 68 procent al langer dan drie jaar afhankelijk van een minimuminkomen. Het aandeel langdurige minima onder huishoudens met een AOW-uitkering ligt, logischerwijs, het hoogst (95 procent). Deze oudere minima hebben door hun leeftijd geen kans meer op inkomensverbetering door werkaanvaarding. We treffen zowel de kleinste aantallen als aandelen aan in de groep minima met een ander inkomen. Ten opzichte van voorgaande jaren is de verdeling ongeveer gelijk. Huishoudtype Het volgende overzicht geeft het huishoudtype van de langdurige minimahuishoudens weer. Tabel Huishoudtype langdurige minima, inkomen tot 120% Huishoudtype Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Alleenstaand 64% 64% % 68% Eenoudergezin 12% 13% % 64% Meerpersoons zonder 16% 15% % 66% kinderen Meerpersoons met 8% 8% 492 8% 64% kinderen Totaal 100% 100% % 67% Bijna twee derde van alle langdurige minimahuishoudens is alleenstaand. De verdeling naar huishoudtype van de langdurige minima komt redelijk overeen met de verdeling naar huishoudtype van alle minimahuishoudens. Dat was in de voorgaande jaren ook al zo. Leeftijd Op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden ziet de leeftijdsverdeling onder langdurige minima er als volgt uit. Tabel Leeftijdsopbouw langdurige minima, inkomen tot 120% Leeftijdscategorie Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Tot 27 jaar 5% 6% 338 6% 27% 27 tot 45 jaar 31% 35% % 65% 45 tot AOW-leeftijd 40% 41% % 74% AOW-leeftijd 24% 18% % 95% Totaal 100% 100% % 67% Zoals we al eerder zagen, zijn huishoudens met een gezinshoofd in de leeftijd vanaf 45 jaar vaker langdurig minima dan de jongere minimahuishoudens. 14

17 Herkomst Op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden ziet de verdeling naar herkomst onder langdurige minima er als volgt uit. Tabel Herkomst langdurige minima, inkomen tot 120% Herkomst Aantal Aandeel Aandeel van alle minimahuish. Nederlandse achtergrond 65% 67% % 68% Westerse migratieachtergrond 10% 10% % 70% Niet-westerse migratieachtergrond 25% 23% % 62% Totaal 100% 100% % 67% Minima met een niet-westerse migratieachtergrond zijn iets minder vaak (62 procent) langdurig aangewezen op een minimuminkomen dan minima met een andere achtergrond Nieuwe minima (instroom) In deze paragraaf gaan we nader in op de achtergrondkenmerken van de groep huishoudens die in 2017 zijn ingestroomd in de minimapopulatie (de zgn. nieuwe minima ). Inkomensbron Tabel Inkomensbron nieuwe minima, inkomen tot 120% Inkomensbron 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Bijstand inkomen % 11% AOW inkomen 11 1% 1% Ander inkomen % 14% Totaal % 11% Twee op de drie nieuwe minima hebben in 2017 een bijstandsuitkering gekregen. Huishoudtype Het volgende overzicht geeft het huishoudtype van de nieuwe minimahuishoudens weer. Tabel Huishoudtype langdurige minima, inkomen tot 120% Huishoudtype 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Alleenstaand % 10% Eenoudergezin % 14% Meerpersoons zonder 14% kinderen % Meerpersoons met 10% kinderen % Totaal % 11% 27 procent van alle nieuwe minimahuishoudens is een huishouden met kinderen. In de laatste kolom zien we dat van ieder huishoudtype in 2017 gemiddeld ongeveer tien procent is ingestroomd in de minimapopulatie. 15

18 Leeftijd Op basis van de leeftijd van de oudste persoon in het huishouden ziet de leeftijdsverdeling onder nieuwe minima er als volgt uit. Tabel Leeftijdsopbouw langdurige minima, inkomen tot 120% Leeftijdscategorie 2017 Aandeel van alle Aantal Aandeel minimahuish. Tot 27 jaar % 28% 27 tot 45 jaar % 10% 45 tot AOW-leeftijd % 8% AOW-leeftijd 11 1% 1% Totaal % 11% 36 procent van de nieuwe minimahuishoudens is jonger dan 27 jaar en van alle minima in die leeftijdscategorie is 28 procent in 2017 ingestroomd. Huishoudens met de AOW-gerechtigde leeftijd vormen logischerwijs de kleinste groep instromers. Herkomst Op basis van de oudste persoon in het huishouden ziet de verdeling naar herkomst onder langdurige minima er als volgt uit. Tabel Herkomst langdurige minima, inkomen tot 120% Herkomst 2017 Aantal Aandeel Aandeel van alle minimahuish. Nederlandse achtergrond % 10% Westerse migratieachtergrond 85 9% 9% Niet-westerse migratieachtergrond % 13% Totaal % 11% Onder minima met een niet-westerse migratieachtergrond vinden we relatief gezien iets meer instromers dan onder minima met een andere achtergrond; 13 procent van de minima met een nietwesterse migratieachtergrond is in 2017 ingestroomd. 16

19 3. Kinderen in armoede In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan kinderen in de leeftijd tot 18 jaar die opgroeien in een huishouden met een inkomen tot 120 procent. We geven een aantal kenmerken weer en vergelijken deze kenmerken met die van alle kinderen in de gemeente en met de populatie van 2013 en We beginnen met een overzicht van alle kinderen in de gemeente Alle kinderen In de volgende tabel het totaal aantal kinderen in de gemeente in 2013, 2015 en Tabel Totaal aantal kinderen Aantal Aantal Aantal Aantal kinderen Totaal aantal kinderen Tussen 2013 en 2017 is het aantal kinderen tot 18 jaar gestegen van naar Leeftijd In de volgende tabel de leeftijd van alle kinderen in de gemeente. Tabel Leeftijdsopbouw kinderen Leeftijdscategorie Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Tot 4 jaar 23% 22% % 4 tot 12 jaar 44% 44% % 12 tot 18 jaar 33% 34% % Totaal 100% 100% % In 2017 is 44 procent van alle kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud. De verhoudingen in de leeftijdsgroepen zijn in de uitgevoerde metingen nauwelijks veranderd. Huishoudtype De volgende tabel geeft de verdeling naar huishoudtype weer. Tabel Huishoudtype kinderen Huishoudtype Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Eenoudergezin 19% 20% % Meerpersoons met kinderen 81% 80% % Totaal 100% 100% % De meeste kinderen (79 procent) groeien op in een gezin met twee volwassenen. Herkomst De volgende tabel geeft de herkomst van alle kinderen in de gemeente weer. Tabel Herkomst kinderen Herkomst Aandeel Aandeel Aantal Aandeel Nederlandse achtergrond 79% 81% % Westerse migratieachtergrond 5% 5% % Niet-westerse 14% migratieachtergrond 16% % Totaal 100% 100% % 17

20 3.2. Kinderen in minimahuishoudens In onderstaande tabel staat het aantal kinderen in (minima)huishoudens in de gemeente. Tabel Aantal kinderen in (minima)huishoudens Categorie Alle kinderen Kinderen in minimahuishoudens tot 120% Aandeel kinderen in minimahuishoudens 15,2% 15,7% 16,9% Van de kinderen die in de gemeente Leeuwarden wonen, groeien er op in een huishouden met een inkomen tot 120 procent, oftewel 16,9 procent van alle kinderen in de gemeente. Ten opzichte van 2015 is het aantal en het aandeel kinderen in een minimahuishouden dat in beeld is gestegen. Inkomensbron Tabel Inkomensbron kinderen in minimahuishoudens Inkomensbron Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel Bijstand inkomen % % % AOW inkomen 30 1% 30 1% 28 1% Ander inkomen % % % Totaal % % % Twee op de drie minimakinderen groeit op in een huishouden met een bijstandsuitkering; vrijwel alle overige kinderen wonen in een gezin met een ander hoofdinkomen. Leeftijd Naar leeftijd maken we onderscheid in kinderen tot 4 jaar, van 4 tot 12 jaar (basisschoolleeftijd) en 12 tot 18 jaar (voortgezet onderwijs). Tabel Leeftijdsopbouw kinderen in minimahuishoudens Leeftijd Aandeel van alle Aantal Aandeel kinderen Tot 4 jaar 24% 24% % 17% 4 tot 12 jaar 44% 45% % 17% 12 tot 18 jaar 32% 31% % 16% Totaal 100% 100% % 17% Bijna de helft van de kinderen in een minimahuishouden is tussen de 4 en 12 jaar oud, net zoals in 2013 en

21 Huishoudtype De volgende tabel geeft de verdeling naar huishoudtype weer. Tabel Huishoudtype kinderen in minimahuishoudens Huishoudtype Aandeel van alle Aantal Aandeel kinderen Eenoudergezin 55% 57% % 46% Meerpersoons met kinderen 45% 43% % 9% Totaal 100% 100% % 17% In de laatste kolom is te zien dat kinderen in een eenoudergezin veel vaker opgroeien in een minimahuishouden dan kinderen in een meerpersoonshuishouden; respectievelijk 46 procent tegenover 9 procent. Dat beeld zien we ook in andere gemeenten. Geografische spreiding De volgende figuur geeft het aandeel minimakinderen per woonwijk weer. In bijlage 3 staan de achterliggende aantallen. Figuur Aandeel minimakinderen per woonwijk In de wijken Wielenpolle/ Schepenbuurt (60 procent), Heechterp/ Schieringen (59 procent) en de Vrijheidswijk (53 procent) groeien meer dan de helft van alle kinderen op in een minimahuishouden. Vergeleken met voorgaande jaren is het aandeel in de wijken Wielenpolle/ Schepenbuurt en Stadsring 19

22 Zuidwest beduidend lager (Wielenpolle/ Schepenbuurt 2016: 65 procent en Stadsring Zuidwest 2016: 13 procent). Herkomst De volgende tabel geeft de verdeling van minimakinderen naar herkomst weer. Tabel Herkomst kinderen in minimahuishoudens Herkomst Aantal Aandeel Aandeel van alle kinderen Nederlandse achtergrond 51% 52% % 11% Westerse migratieachtergrond 8% 8% 258 8% 22% Niet-westerse migratieachtergrond 41% 40% % 48% Totaal 100% 100% % 17% Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond groeien veel vaker op in een minimahuishouden dan kinderen met een andere achtergrond; 48 procent van de kinderen met een dergelijke achtergrond woont in een minimahuishouden. 20

23 4. Bereik minimaregelingen Inwoners van de gemeente Leeuwarden met een laag inkomen kunnen een beroep doen op diverse regelingen om hun lasten te verlichten of het maatschappelijk participeren te versterken. In dit hoofdstuk gaan we nader in op het gebruik en bereik onder de doelgroep van verschillende inkomensondersteunende voorzieningen en beschrijven we de kenmerken van de huishoudens die van deze regelingen gebruik maken. Het gebruik is gemeten op huishoudniveau over het jaar Waar mogelijk vergelijken we het gebruik met dat in 2013 en Regelingen voor het minimabeleid De volgende tabel geeft de minimaregelingen in de gemeente in 2017 weer. Inkomensgrenzen regelingen in 2017 en omvang doelgroep Regeling Inkomensgrens Doelgroep Kwijtschelding 100% Bijzondere bijstand 120% Individuele inkomenstoeslag 100% Collectieve zorgverzekering 125% Kindpakket 120% In de volgende paragrafen komt van bovenstaande regelingen het gebruik en bereik aan bod Kwijtschelding Huishoudens kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De doelgroep voor de kwijtschelding bestaat uit huishoudens met een inkomen op of rond het voor dat huishoudtype geldende sociale minimum 6. Gebruik en bereik kwijtschelding Categorie Doelgroep Gebruik kwijtschelding Percentage bereik 58% 59% 56% In 2017 hebben huishoudens kwijtschelding voor de gemeentelijke belastingen gekregen. Dit is 56 procent van de doelgroep. Dit ligt beduidend onder het bereik wat we bij andere gemeenten aantreffen: het gemiddelde bereid van de kwijtschelding ligt landelijk rond de 75 procent. Het bereik van de kwijtschelding in 2017 is iets gedaald, vergeleken met de voorgaande jaren. Het lage bereik kan gedeeltelijk verklaard worden door systeemproblemen bij de gemeente. Hierdoor zijn de cijfers niet volledig betrouwbaar. Daarnaast zijn nog niet alle aanvragen van 2017 verwerkt. Kenmerken huishoudens die gebruik maken van de kwijtschelding Huishoudens met kinderen maken het vaakst gebruik van de kwijtschelding. Het gebruik onder de overige huishoudtypen is ongeveer gelijk; Minima met een migratieachtergrond maken vaker gebruik van de kwijtschelding dan minimahuishoudens met een Nederlandse achtergrond Bijzondere bijstand Het bijzondere bijstandsbeleid van de gemeente Leeuwarden is erop gericht om mensen die bijzondere noodzakelijke kosten hebben en deze niet zelf kunnen betalen, te ondersteunen. De gemeente beoordeelt wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden. Feitelijk gezien is er dus geen formele bovengrens aan het inkomen van een huishouden gesteld. Om toch een bereik weer te kunnen 6 De kwijtschelding kent andere vermogensnormen dan de rest van de minimaregelingen. Omdat we geen gegevens hebben over het vermogen van minima kijken we puur naar het inkomen (100 procent ). 21

24 en om een trend in het gebruik te laten zien zetten we, net als in voorgaande jaren, het gebruik af tegen alle minima met een inkomen tot 120 procent. Gebruik en bereik bijzondere bijstand Categorie Doelgroep Gebruik bijzondere bijstand Percentage bereik 25% 27% 29% In 2017 hebben huishoudens één of meerdere verstrekkingen gehad vanuit de bijzondere bijstand, ofwel 29 procent van de doelgroep. Sinds 2013 is het gebruik en bereik in de gemeente licht toegenomen. Het gebruik van de bijzondere bijstand ligt in veel andere gemeenten rond de 25 procent. Verstrekkingen bijzondere bijstand In de volgende tabel een overzicht van de soorten bijzondere bijstand die het meest worden verstrekt. Daarvoor kijken we naar het aantal huishoudens dat in 2017 een dergelijke verstrekking heeft gehad. Een huishouden kan meerdere verstrekkingen hebben en dus meerdere keren mee tellen in de tabel. Tabel Verstrekkingen bijzondere bijstand Soort verstrekking Aantal huishoudens Bewindvoering Kosten inrichting/ huisraad 351 Rechtsbijstand 241 In 2017 hebben huishoudens een verstrekking vanuit de bijzondere bijstand gekregen voor de bewindvoering en 351 huishoudens hebben (ook) een verstrekking gekregen voor de kosten inrichting/ huisraad. Ook in andere gemeenten wordt de meeste bijzondere bijstand verstrekt voor bewindvoeringskosten. Kenmerken huishoudens die gebruik maken van de bijzondere bijstand Minimahuishoudens met een bijstandsuitkering maken het vaakst gebruik van de bijzondere bijstand. Minimahuishoudens met een AOW-uitkering maken het minst gebruik; 8 procent van alle minimahuishoudens met een AOW-uitkering maakt gebruik van de bijzondere bijstand; Minimahuishoudens met kinderen maken vaker gebruik van de bijzondere bijstand dan de overige huishoudens. Het gebruik is relatief gezien het laagst onder meerpersoonshuishoudens zonder kinderen; Huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond maken het vaakst gebruik van de bijzondere bijstand, huishoudens met een westerse migratieachtergrond het minst vaak Individuele inkomenstoeslag De individuele inkomenstoeslag is bedoeld als inkomensondersteuning voor mensen die langdurig afhankelijk zijn van een minimuminkomen. In Leeuwarden behoort iedereen tussen de 21 jaar en AOWleeftijd, die gedurende een periode van drie jaar een inkomen heeft tot 100 procent, tot de doelgroep. Verder geldt als voorwaarde voor toekenning dat er geen perspectief op inkomensverbetering door werkaanvaarding (meer) mag zijn. Op basis van de voor dit onderzoek gebruikte bestanden kunnen we dit perspectief niet bepalen. Daarom gaan we er vanuit dat de huishoudens die qua inkomen en leeftijd in aanmerking komen voor de toeslag de komende twaalf maanden geen perspectief hebben op inkomensverbetering. Gebruik en bereik individuele inkomenstoeslag Categorie Doelgroep Gebruik individuele inkomenstoeslag Percentage bereik 54% 59% 59% 22

25 In totaal hebben huishoudens gebruikgemaakt van de individuele inkomenstoeslag. Afgezet tegen de doelgroep is dit een bereik van 59 procent, net zo hoog als in Gemiddeld ligt het bereik van de individuele inkomenstoeslag bij andere gemeenten tussen de 50 en 60 procent. Het bereik in de gemeente Leeuwarden ligt dus in lijn met andere gemeenten. Kenmerken huishoudens die gebruikmaken van de individuele inkomenstoeslag Huishoudens met een bijstandsuitkering maken vaker gebruik van de individuele inkomenstoeslag dan huishoudens met een overig inkomen. Dit is een algemeen beeld bij de individuele inkomenstoeslag; Naar huishoudtype zijn de verschillen in gebruik klein; Minimahuishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond maken vaker gebruik van de individuele inkomenstoeslag dan minimahuishoudens met een andere achtergrond, al zijn de verschillen klein Collectieve zorgverzekering De gemeente biedt minima met een inkomen tot 125 procent de mogelijkheid om deel te nemen aan de collectieve zorgverzekering AV Frieso. Minima krijgen korting op de premie. We zetten het gebruik van deze regeling af tegen de doelgroep met een inkomen tot 120 procent omdat we de doelgroep tot 125 procent niet (volledig) in beeld hebben. Gebruik en bereik collectieve zorgverzekering Categorie Doelgroep Gebruik collectieve zorgverzekering Percentage bereik 32% 36% 38% In 2017 heeft 38 procent van de doelgroep gebruikgemaakt van de collectieve zorgverzekering. In totaal gaat het om huishoudens. Het gebruik en bereik is de laatste jaren gestegen en ligt ook iets hoger dan het gemiddelde bereik van 30 à 35 procent in de meeste andere gemeenten. Kenmerken huishoudens die gebruikmaken van de collectieve zorgverzekering Huishoudens met een AOW-uitkering maken het vaakst gebruik van de collectieve zorgverzekering; Meerpersoonshuishoudens met kinderen maken het vaakst gebruik van de AV Frieso. Alleenstaanden blijven juist achter in het gebruik; Minima met een niet-westerse migratieachtergrond maken vaker gebruik van de collectieve zorgverzekering dan minima met een andere herkomst Kindpakket Kinderen tussen de 4 en 18 jaar uit minimagezinnen met een inkomen tot 120 procent kunnen gebruikmaken van het Kindpakket. Dat zijn kinderen. Met het Kindpakket kunnen minimakinderen ook meedoen op school en aan sport of cultuur. Ouders kunnen een bijdrage aanvragen voor bijvoorbeeld schoolreisjes, schoolspullen of voor de contributie van een sport- of muziekvereniging. Het Kindpakket wordt uitgevoerd door Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds en bestaat sinds In de volgende tabel staat het aantal kinderen dat gebruik heeft gemaakt van het Kindpakket. Gebruik en bereik kindpakket, aantal kinderen Categorie Doelgroep kinderen Gebruik Kindpakket aantal kinderen Percentage bereik 49% 65% In 2017 hebben kinderen gebruik gemaakt van het Kindpakket, afgezet tegen de doelgroep is dit 23

26 een bereik van 65 procent, een stijging ten opzichte van Het gebruik betreft alle aanvragen die direct via kindpakket.nl zijn gedaan. Aanvragen die direct zijn gedaan bij het Jeugdsportfonds & Jeugdcultuurfonds ontbreken in dit cijfer. De gemeente weet niet om hoeveel verstrekkingen dat gaat. Het bereik van het Kindpakket in Leeuwarden ligt iets hoger dan het bereik van een dergelijk Kindpakket in andere gemeenten, gemiddeld is het bereik daarvan 45 à 50 procent. Per gemeente verschilt het echter wel hoe het Kindpakket wordt ingevuld. Kenmerken kinderen die gebruikmaken van Kindpakket Kinderen uit een huishouden met een bijstandsuitkering maken vaker gebruik van het Kindpakket dan kinderen uit een huishouden met een ander inkomen; Er is geen verschil tussen kinderen uit een eenoudergezin en een meerpersoonshuishouden. Ze maken even vaak gebruik van het Kindpakket; Kinderen uit een huishouden met een niet-westerse migratieachtergrond maken vaker gebruik van het Kindpakket dan kinderen uit een huishouden met een andere achtergrond Cumulatief gebruik inkomensregelingen In deze paragraaf geven we weer of en in hoeverre minimahuishoudens gebruik maken van meerdere regelingen. Een huishouden kan theoretisch gezien van vijf regelingen gebruik maken. Omdat het pakket aan regelingen in 2013 anders was vergelijken we het cumulatief gebruik alleen met Tabel Cumulatief gebruik minimaregelingen, huishoudens tot 120% Aantal regelingen 2015 Aantal Aandeel 2017 Aantal Aandeel % % % % % % % % 4 of meer 264 3% 479 5% Totaal % % De tabel laat zien dat 15 procent van alle minimahuishoudens (1.359 in getal) in 2017 van geen enkele inkomensondersteunende regeling gebruik heeft gemaakt. Dit aandeel niet-gebruikers is iets lager dan in 2015 maar ligt in lijn met het aandeel dat we bij de meeste andere gemeenten vinden. De meeste minima (39 procent) hebben van één regeling gebruikgemaakt en een kwart van de minimahuishoudens heeft twee regelingen gebruikt. Een groep van 5 procent (479 huishoudens) heeft gebruikgemaakt van vier of vijf regelingen. Kenmerken niet-gebruikers Een nadere analyse van de huishoudens die van geen enkele regeling gebruik hebben gemaakt geeft het volgende beeld: 81 procent heeft een bijstandsuitkering. Van alle bijstandsgerechtigden maakt 20 procent van geen enkele regeling gebruik; Bijna driekwart van de niet-gebruikers is alleenstaand; Driekwart van de niet-gebruikers heeft een Nederlandse achtergrond en afgezet tegen alle minimahuishoudens met een Nederlandse achtergrond maakt 19 procent van geen enkele regeling gebruik. 24

27 Aantal inkomensondersteunende regelingen in minimahuishoudens Gemiddeld maken de minimahuishoudens in Leeuwarden gebruik van 1,6 regelingen, dat is net zo veel als in Tussen de huishoudens is echter enig verschil te constateren in het gemiddeld gebruik. De volgende figuur maakt dit duidelijk. Figuur Gemiddeld aantal regelingen naar kenmerken huishoudens Alleenstaand Eenoudergezin Meerpersoons zonder kinderen Meerpersoons met kinderen 1,4 1,5 1,9 1,9 Participatiewet AOW Overig inkomen 1,1 1,5 1,7 tot 27 jaar 27 tot 45 jaar 45 tot AOW-leeftijd AOW-leeftijd 1,1 1,2 1,6 1,7 Nederlandse achtergrond Westerse migratieachtergrond Niet-westerse migratieachtergrond 1,4 1,5 1,8 De figuur laat zien dat huishoudens met kinderen gemiddeld van meer regelingen gebruikmaken van huishoudens zonder kinderen. Zij kunnen ook van meer regelingen gebruikmaken (namelijk ook van het Kindpakket); Huishoudens met een bijstandsuitkering maken gemiddeld gezien van meer regelingen gebruik dan huishoudens met een andere inkomensbron; Huishoudens met de AOW-gerechtigde leeftijd blijven achter in hun gebruik bij de overige huishoudens. Dit zien we bij de meeste andere gemeenten ook; Tenslotte is te zien dat minimahuishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld gezien van meer regelingen gebruikmaken dan huishoudens met een andere achtergrond. Bij het gebruik per regeling werd al duidelijk dat het bereik onder minimahuishoudens met een niet-westerse migratie achtergrond vaak het hoogst is; Sommige huishoudens kunnen van meer regelingen gebruik maken dan andere omdat ze op meer regelingen recht hebben. Dit heeft uiteraard invloed op het gemiddelde gebruik. 25

28 5. Minima in de (curatieve) schulddienstverlening In dit hoofdstuk staat het gebruik van (curatieve) schulddienstverlening onder minimahuishoudens Schulddienstverlening Schulddienstverlening (SDV) is bedoeld voor inwoners die zelf hun problematische schulden niet meer kunnen oplossen. Het belangrijkste onderdeel van schulddienstverlening betreft een minnelijke schuldregeling. Wanneer een minnelijk traject niet mogelijk is kan een aanvraag worden gedaan voor toelating tot de WSNP (het wettelijk traject). In de volgende tabel het aantal huishoudens dat in 2017 een traject had bij de Kredietbank en/of dat in de WSNP zat. Huishoudens die alleen een intake hebben gehad en daarna niet doorgaan naar een SDV-traject bij de Kredietbank laten we hier buiten beschouwing. In de armoedemonitoren van 2014 en 2016 telden deze huishoudens wel mee. Daarom kunnen we de aantallen van 2017 niet vergelijken met eerdere jaren en geven we geen vergelijking weer in de tabel. Figuur Aantal huishoudens in (curatief) schulddienstverleningstraject SDV 2017 Aandeel SDV Aantal Aandeel onder alle huish. Tot 120% % 9,4% Overige huishoudens % 0,5% Totaal % 1,9% In totaal doorliepen huishoudens in 2017 een traject bij de Kredietbank of zaten in de WSNP. Daarvan heeft bijna 80 procent (79 procent) een inkomen tot 120 procent. In de gehele gemeente is 1,9 procent van de huishoudens in aanraking geweest met schulddienstverlening. Onder minima is dat ruim 9 procent. Kenmerken minimahuishoudens in de (curatieve) schulddienstverlening In de volgende figuren een aantal kenmerken van minima in de (curatieve) schulddienstverlening. Figuur Kenmerken minima in (curatieve) schulddienstverlening Huishoudtype Inkomensbron Herkomst 13% 10% 28% 26% 17% 60% 3% 69% 10% 64% Alleenstaand Eenouder gezin Meerpersoons zonder kinderen Meerpersoons met kinderen Participatiewet AOW Overig inkomen Nederlandse achtergrond Westerse migratie achtergrond Niet-westerse migratie achtergrond 60 procent van de minimahuishoudens in de schulddienstverlening is alleenstaand en ruim een kwart is een huishouden met kinderen. Daarnaast ontvangt 69 procent van de minimahuishoudens die in de schulddienstverlening zit een bijstandsuitkering. Bijna twee derde van de huishoudens heeft een Nederlandse achtergrond en iets meer dan een kwart heeft een niet-westerse migratieachtergrond. 26

29 6. Woonlasten In dit hoofdstuk brengen we de woonlasten van minimahuishoudens in de gemeente in beeld Gemiddelde huurprijzen Op basis van gegevens van woningcorporaties Elkien en WoonFriesland kunnen we de gemiddelde huurprijs berekenen die minimahuishoudens betalen 7. Het betreft de maandelijkse kale huurprijs. In deze paragraaf geven we per huishoudtype weer wat de gemiddelde huurprijs is. We beginnen met een vergelijking tussen 2015 en 2017 en geven vervolgens weer welk deel van de minima in 2017 een huurprijs heeft die onder of boven het gemiddelde ligt (tot 20 procent hoger of meer dan 20 procent hoger dan het gemiddelde). Gemiddelde huurprijs Tabel Gemiddelde (kale) huurprijs 2015 en 2017 Huishoudtype Alleenstaanden Alleenstaande ouders Meerpersoons zonder kinderen Meerpersoons met kinderen De gemiddelde huurprijzen die minima in de gemeente betalen zijn in 2017 voor de meeste huishoudtypen lager dan in Voor meerpersoonshuishoudens zonder kinderen is de gemiddelde huurprijs gelijk gebleven. Alleenstaanden 2017 Tabel Huurprijs verdeling minima tot 120%, alleenstaanden Huurprijs Aantal Aandeel Gemiddelde huurprijs 441 Huurprijs < % Huurprijs 441 tot % Huurprijs > % Totaal % Alleenstaanden betalen gemiddeld 441 aan kale huur. Ongeveer de helft betaalt minder dan het gemiddelde, de andere helft betaalt meer. Alleenstaande ouders 2017 Tabel Huurprijs verdeling minima tot 120%, alleenstaande ouders Huurprijs Aantal Aandeel Gemiddelde huurprijs 516 Huurprijs < % Huurprijs 516 tot % Huurprijs > % Totaal % De gemiddelde huur die alleenstaande ouders betalen bedraagt 516 per maand. Iets meer dan de helft betaalt per maand minder dan het gemiddelde en 14 procent van de alleenstaande ouders met een inkomen tot 120 procent betaalt meer dan 619 per maand aan huur. 7 We weten niet van alle minimahuishoudens de exacte huurprijzen maar wel van twee op de drie minima. De verdeling naar huurprijs van deze minima passen we toe op alle minimahuishoudens. 27

30 Meerpersoons zonder kinderen 2017 Tabel Huurprijs verdeling minima tot 120%, meerpersoons zonder kinderen Huurprijs Aantal Aandeel Gemiddelde huurprijs 490 Huurprijs < % Huurprijs 490 tot % Huurprijs > % Totaal % Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen betalen gemiddeld 490 aan kale huur. Meerpersoons met kinderen 2017 Tabel Huurprijs verdeling minima tot 120%, meerpersoons met kinderen Huurprijs Aantal Aandeel Gemiddelde huurprijs 540 Huurprijs < % Huurprijs 540 tot % Huurprijs > % Totaal % De gemiddelde huurprijs voor meerpersoonshuishoudens met kinderen is 540. Iets minder dan de helft van de minima betaalt meer dan het gemiddelde en 9 procent betaalt meer dan 648 per maand Woonlasten minimahuishoudens Op basis van de gemiddelde kale huurprijs uit paragraaf 5.1, normen van het NIBUD over het gebruik van gas, water en elektra en de huurtoeslag die minima tot 120 procent ontvangen kunnen we per huishoudtype de maandelijkse woonlasten berekenen. We geven dit weer voor zowel 2017 als Tabel Gemiddelde woonlasten per huishoudtype, inkomen tot 120%, 2017 Huishoudtype Huur G, W, E Bruto Netto Huurtoeslag huurlasten huurlasten Alleenstaand Eenoudergezin Meerpersoons zonder kinderen Meerpersoons met kinderen Minimahuishoudens zijn in 2017, rekening houdend met huurtoeslag, maandelijks tussen 319 en 516 per maand kwijt voor huur en gas, water, elektra Tabel Gemiddelde woonlasten per huishoudtype, inkomen tot 120%, 2015 Huishoudtype Huur G, W, E Bruto Netto Huurtoeslag huurlasten huurlasten Alleenstaand Eenoudergezin Meerpersoons zonder kinderen Meerpersoons met kinderen In 2015 waren minima maandelijks tussen 350 en 529 kwijt voor huur en gas, water, elektra. 28

31 6.3. Woonlastenquotum Het volgende overzicht maakt duidelijk welk deel van het netto inkomen besteed wordt aan woonlasten 8. Wederom geven we dit weer voor minimahuishoudens met een inkomen tot 120 procent. We doen dit wederom voor zowel 2017 als voor Tabel Woonlasten en vaste lasten quotum minimahuishoudens tot 120%, 2017 Huishoudtype Netto Netto % huurlasten inkomen huurlasten Alleenstaand % Eenoudergezin % Meerpersoons zonder kinderen % Meerpersoons met kinderen % Gezinnen met kinderen zijn een groter deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten dan huishoudens zonder kinderen. Een eenoudergezin moet in 2017 maandelijks 36 procent van zijn netto inkomen reserveren voor woonlasten Tabel Woonlasten en vaste lasten quotum minimahuishoudens tot 120%, 2015 Huishoudtype Netto Netto % huurlasten inkomen huurlasten Alleenstaand % Eenoudergezin % Meerpersoons zonder kinderen % Meerpersoons met kinderen % Ieder huishoudtype was in 2015 een groter deel van zijn inkomen aan woonlasten kwijt dan in In 2017 zijn de netto inkomens hoger terwijl de netto huurlasten van minima lager zijn. 8 De inkomens staan in de Inkomenseffect tabellen in de bijlage. Het betreft het inkomen inclusief vakantietoeslag. 29

32 7. De inkomenseffecten In dit hoofdstuk worden de effecten van het lokale en landelijke armoedebeleid voor minimahuishoudens in beeld gebracht. De methodiek van de effectmeting staat beschreven in bijlage Maximale bijdrages Rijk en gemeente Huishoudens met een minimuminkomen kunnen zowel van gemeentelijke regelingen gebruikmaken als van diverse toeslagen van het Rijk 9. De hoogte daarvan hangt af van het huishoudtype en het huishoudinkomen. De volgende figuur toont de maximale bijdrages waar minima die niet AOWgerechtigd zijn maandelijks recht op hebben 10. Figuur Maandelijkse bijdrages Rijk en gemeente, minima niet AOW-gerechtigd Bijdrage gemeente Bijdrage Rijk Alleenstaande 100% 110% 120% 130% Alleenstaande ouder met twee kinderen % 110% 120% 130% Paar zonder kinderen % 110% 120% 130% Paar met twee kinderen % 110% 120% 130% Het bedrag dat huishoudens aan landelijke toeslagen kunnen ontvangen is veel hoger dan het bedrag van de gemeentelijke minimaregelingen. Per huishoudtype verschilt het in welke mate de toeslagen teruglopen indien het inkomen stijgt. Bij een paar loopt dit bedrag het hardste terug. Alleenstaande ouders houden juist langer dan andere huishoudens recht op eenzelfde bedrag aan toeslagen vanuit 9 De bijdrage van het Rijk bestaat uit de huurtoeslag, zorgtoeslag, het kindgebonden budget, kinderbijslag en eventuele combinatiekortingen. 10 De bijdrage van de gemeente bestaat uit de kwijtschelding van lokale belastingen, de korting op de collectieve zorgverzekering en het Kindpakket. 30

33 het Rijk. Een alleenstaande ouder met een inkomen tot 130 procent ontvangt net zoveel aan huuren zorgtoeslag als een alleenstaande ouder met een inkomen tot 100 procent (beide 350). Daarnaast heeft een alleenstaande ouder die werkt recht op combinatiekorting. De lokale regelingen vervallen wanneer het inkomen boven de 120 procent komt. In de volgende figuur geven we de maandelijkse bijdrages van het Rijk en de gemeente weer voor huishoudens die AOW-gerechtigd zijn. Figuur Maandelijkse bijdrages Rijk en gemeente, minima AOW-gerechtigd Bijdrage gemeente Bijdrage Rijk Alleenstaande AOW-leeftijd 100% 110% 120% 130% Paar AOW-leeftijd 100% 110% 120% 130% Een paar met AOW-gerechtigde leeftijd kan bij een inkomen van 100 of 110 procent 419 van het Rijk ontvangen. Bij een hoger inkomen loopt dit bedrag terug. Voor een alleenstaande AOW er blijft bijdrage van het Rijk langer even hoog. Verder verliezen pok AOW ers bij een inkomen hoger dan 120 procent het recht op gemeentelijke regelingen Budget voor vrije bestedingen Deze paragraaf geeft inzicht in het budget dat maandelijks overblijft na het betalen van alle vaste lasten en vaste maandelijkse uitgaven. Met dit budget kunnen minima vrije bestedingen doen zoals lidmaatschap bij een (sport)vereniging, bibliotheek, zakgeld voor kinderen en dergelijke. De volgende tabel laat dit budget per huishoudtype zien. Daarbij maken we onderscheid in het budget dat overblijft zonder het gebruik van gemeentelijke regelingen ( exclusief gemeente ) en het budget dat overblijft met het gebruik van alle regelingen ( inclusief gemeente ). Tabel Vrij besteedbaar budget per huishoudtype, minima niet AOW-gerechtigd Huishoudtype 100% 110% 120% 130% Alleenstaande Exclusief gemeente Inclusief gemeente Alleenstaande ouder, 2 kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente Paar zonder kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente Paar, 2 kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente

34 Alle huishoudens hebben, mits ze maximaal gebruikmaken van de gemeentelijke regelingen, maandelijks budget voor vrije bestedingen. Alleenstaande ouders hebben het meeste budget voor vrije bestedingen 11. Bij een inkomen tot 100 procent hebben paren zonder gemeentelijke regelingen geen budget voor vrije bestedingen. Het budget dat maandelijks overblijft verschilt aanzienlijk tussen de minimahuishoudens. Onder huishoudens met een inkomen tot 120 procent zien we bijvoorbeeld dat een paar met twee kinderen elke maand 325 overhoudt. Terwijl een alleenstaande ouder met twee kinderen van dezelfde leeftijd maandelijks 495 vrij te besteden heeft en een alleenstaande 269. Het budget dat huishoudens nodig hebben voor, of zullen uitgeven aan vrije bestedingen verschilt per huishoudtype. Een gezin met kinderen zal daar meer aan (willen) uitgeven dan een alleenstaande. In bijlage 1 staat per huishoudtype het normbudget voor vrije bestedingen. Uiteraard zal iemand die nauwelijks geld meer over heeft, dat niet per se daar aan besteden. In de volgende tabel geven we het budget weer dat overblijft voor vrije bestedingen voor huishoudens met een AOW-gerechtigde leeftijd. Tabel Vrij besteedbaar budget per huishoudtype, minima AOW-gerechtigd Huishoudtype 100% 110% 120% 130% Alleenstaande (AOW-leeftijd) Exclusief gemeente Inclusief gemeente Paar (AOW-leeftijd) Exclusief gemeente Inclusief gemeente Een alleenstaande heeft bij een inkomen van 100 en 110 procent meer budget voor vrije bestedingen dan een paar met AOW-gerechtigde leeftijd. Ook zonder de gemeente regelingen houden AOW-gerechtigde minima maandelijks een behoorlijk bedrag over om vrij te besteden Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Als mensen vanuit een uitkering gaan werken en dus een hoger inkomen krijgen, kunnen zij het recht op gemeentelijke regelingen verliezen. Eveneens kan een hoger inkomen ten koste gaan van de hoogte van toeslagen van het Rijk. Hierdoor gaat een huishouden er bij een inkomensstijging per saldo niet of slechts in beperkte mate op vooruit. Dit wordt ook wel de armoedeval genoemd. Om dit te berekenen kijken we naar het totaal inkomen: dat is het netto-inkomen (inclusief vakantietoeslag) plus toeslagen van het Rijk 12 plus de gemeentelijke minimaregelingen 13. We brengen dit in beeld voor minima die korter dan drie jaar een minimuminkomen hebben en nog niet AOW-gerechtigd zijn. De gemeente is geïnteresseerd in de effecten van werken tegen een loon gelijk aan 150 procent. 11 In bijlage 5 staan de maandbegrotingen per huishoudtype. 12 De bijdrage van het Rijk bestaat uit de huurtoeslag, zorgtoeslag, het kindgebonden budget, kinderbijslag en combinatiekorting. 13 De bijdrage van de gemeente bestaat uit de kwijtschelding van lokale belastingen, de korting op de collectieve zorgverzekering en het Kindpakket. 32

35 Tabel Inkomensvooruitgang na werkaanvaarding per huishoudtype Huishoudtype Netto inkomen incl. VT Bijdrage Rijk Bijdrage gemeente Totaal inkomen Verschil tov 100% ( ) Verschil tov 100% (%) Alleenstaande 100% % % 120% % 130% % 140% % 150% % Alleenstaande ouder, 2 kinderen 100% % % 120% % 130% % 140% % 150% % Paar zonder kinderen 100% % % 120% % 130% % 140% % 150% % Paar, 2 kinderen 100% % % 120% % 130% % 140% % 150% % Met behulp van onderstaande casus, Jan die eerst een bijstandsuitkering heeft en daarna gaat werken, leggen we de tabel uit. 33

36 Voorbeeld Casus tabel Jan is alleenstaand en krijgt een bijstandsuitkering, wat neerkomt op een nettoinkomen van 992 per maand (dit is inclusief vakantietoeslag). Hij heeft maandelijks recht op 302 aan toeslagen van het Rijk. Voor Jan bestaat dit uit huurtoeslag en zorgtoeslag. Tot slot kan Jan rekenen op een financiële bijdrage vanuit de gemeente van 48 per maand. Dit bestaat uit de kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen en korting op de collectieve zorgverzekering en een inspanningspremie. In totaal heeft Jan een inkomen van per maand. Als Jan werk krijgt tegen een inkomen van 110 procent, dan stijgt zijn netto-inkomen naar per maand. Hij houdt recht op huurtoeslag en zorgtoeslag en deze bedragen blijven onveranderd, dus 302 per maand. Het recht op minimaregelingen komt deels te vervallen. Jan heeft alleen nog recht op de korting op de collectieve zorgverzekering, 17 per maand. Hij kan geen kwijtschelding meer aanvragen. Het totaal inkomen van Jan is bij een inkomen van 110 procent Dit is een stijging van 68 (5 procent) ten opzichte van zijn totaal inkomen bij een bijstandsuitkering. Wanneer Jan tegen een inkomen van 120 procent gaat werken, stijgt zijn netto-inkomen naar per maand. De bijdrage van het Rijk blijft 302 en de bijdrage van de gemeente is 17 per maand. De hoogte van de bijdrage van het Rijk en van de gemeente zijn dus even groot als bij een inkomen van 110 procent. Het totale inkomen van Jan is per maand. Dit is 168 (12 procent) meer dan wanneer Jan een bijstandsuitkering heeft. Als Jan gaat werken tegen een inkomen van 130 procent dan stijgt zijn netto-inkomen naar per maand. De bijdragen van het Rijk zijn gedaald naar 271 per maand. Jan ontvangt minder huurtoeslag, maar nog net zoveel zorgtoeslag. De bijdragen van de gemeente komen volledig te vervallen want Jan heeft geen recht meer op minimaregelingen. Het totale inkomen van Jan is nu per maand, dit is 219 (16 procent) meer dan toen hij een bijstandsuitkering had. Als Jan gaat werken tegen een loon gelijk aan 140 procent of 150 procent heeft hij recht op een lager bedrag aan huurtoeslag. Zijn zorgtoeslag blijft hetzelfde als toen hij een bijstandsuitkering had. Uiteraard heeft hij geen recht meer op minimaregelingen. Zijn totaal inkomen blijft stijgen. Bij een loon gelijk aan 150 procent heeft hij 26 procent meer aan totaal inkomen dan toen hij in de bijstand zat. Onderstaand gaan we per huishoudtype in op het financiële effect van werkaanvaarding. De bedragen komen uit tabel Alleenstaanden Alleenstaanden gaan er meer op vooruit wanneer zij werk aanvaarden dan paren en een alleenstaande ouder. Een alleenstaande die vanuit een bijstandssituatie werk aanvaardt waarbij hij 130 procent van het verdient, heeft maandelijks 16 procent meer te besteden. Dat is een toename van 219 per maand. Bij een loon gelijk aan 150 procent heeft hij 26 procent meer aan totaal inkomen, vergeleken met de bijstandssituatie. Alleenstaande ouder, 2 kinderen Een alleenstaande ouder gaat er in totaal 11 procent op vooruit wanneer hij/ zij gaat werken tegen een loon gelijk aan 130 procent. Hij/ zij ontvangt minder aan toeslagen van het Rijk en verliest het recht op alle minimaregelingen, ook voor kinderen. Een alleenstaande ouder met een inkomen tot

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Betreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden,

Betreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden, Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1340109 Uw kenmerk: Contact: A. van der Plaat Bijlage(n): 3 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van

Nadere informatie

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK Armoedemonitor 2015 gemeente Noordwijk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN Armoedemonitor gemeente Leeuwarden Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016 Armoedemonitor gemeente Losser 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Losser. Colofon Opdrachtgever Gemeente Losser

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK

ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK Armoedemonitor 2018 gemeente Ridderkerk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2017

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2017 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE HEERHUGOWAARD Armoedemonitor gemeente Heerhugowaard Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Heerhugowaard. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Armoedemonitor 2015 gemeente Capelle aan den IJssel Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid

Nadere informatie

Gemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie

Gemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie Gemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 90486 Uw kenmerk: Contact: A. van der Plaat Bijlage(n): Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208 Samenvatting onderzoeken en resultaten Voorschoten In deze bijlage is kort weergegeven welke twee onderzoeken zijn uitgevoerd en wat de resultaten zijn. Voor de gehele rapportages van de onderzoeken wordt

Nadere informatie

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

KERNBOODSCHAP De cijfers in de armoedemonitor laten zien dat we op de goede weg zijn. We continueren daarom de koers die is ingezet.

KERNBOODSCHAP De cijfers in de armoedemonitor laten zien dat we op de goede weg zijn. We continueren daarom de koers die is ingezet. Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1233099 Uw kenmerk: Contact: Mw. A. van der Plaat Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG Armoedemonitor 2016 gemeente Den Haag Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR Armoedemonitor gemeente Wassenaar Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Wassenaar. Colofon Opdrachtgever Gemeente Wassenaar

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LANSINGERLAND 2015

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LANSINGERLAND 2015 ^féĵh^hyil ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LANSINGERLAND 2015 Armoedemonitor gemeente Lansingerland 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en

Nadere informatie

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het armoedebeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Krimpenerwaard. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015

CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015 CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015 Cumulatieonderzoek gemeente Emmen 2015 Een onderzoek naar het gebruik en meervoudig gebruik van de Wmo, Schuldhulpverlening en het Leerlingenvervoer in de gemeente

Nadere informatie

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk Inhoudsopgave Inleiding... 2 Opvallende cijfers... 2 Nader inzoomen op de minimaonderdelen... 3 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen... 3 Bijzondere bijstand

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Ridderkerk 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Olst-Wijhe.

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2008

Armoedemonitor Den Haag 2008 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Den Haag 2008 Nummer 2. oktober 2008 Opgesteld door KWIZ te Groningen in opdracht van

Nadere informatie

Armoedemonitor Leeuwarden

Armoedemonitor Leeuwarden -s Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Leeuwarden

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

Armoedemonitor Wassenaar 2012

Armoedemonitor Wassenaar 2012 Armoedemonitor Wassenaar 2012 Maart 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Wassenaar structureert (bestaande)

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Heerhugowaard 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG

ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG Armoede in de gemeente Woudenberg Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van de minimaregelingen. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Vlissingen.

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND Inventarisatie doelgroep armoedebeleid gemeente Ameland Colofon Opdrachtgever Gemeente Ameland Datum december 2014 Auteurs Harry Piepers Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Armoedemonitor Ridderkerk 2009

Armoedemonitor Ridderkerk 2009 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Snouckaertlaan 66 3811 MB Amersfoort Telefoon (033) 4638686 Fax (033) 4632255 Armoedemonitor Ridderkerk 2009 e-mail contact@kwiz.nl

Nadere informatie

Armoedemonitor Zoetermeer 2010

Armoedemonitor Zoetermeer 2010 Armoedemonitor Zoetermeer 2010 mei 2011 Opdrachtgever: Hoofdafdeling Welzijn, afdeling WZI, beleid en implementatie Marieke Bosch Uitvoering: KWIZ, Groningen Databewerking Gemeente Zoetermeer, hoofdafdeling

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM Een onderzoek naar de effecten van gemeentelijke inkomensondersteuning op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

HERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND

HERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND HERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Montferland.

Nadere informatie

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015 B A S I S V O O R B E L E I D Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Erik van der Werff Klaas Kloosterman Onderzoek en Statistiek Groningen, januari

Nadere informatie

*U * *U *

*U * *U * *U15.17519* *U15.17519* Raadscommissie Samenleving Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Verzenddatum 16 december 2015 Ons kenmerk U15.17519 Uw brief van Afdeling Economische & Maatschappelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2014

Armoedemonitor Den Haag 2014 Vestiging Groningen (tevens postadres) Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen T: (050) 525 24 73 F: (050) 525 29 73 Vestiging Amersfoort T: (033) 454 66 65 @: contact@kwiz.nl Colofon "Armoedemonitor Den Haag

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE Evaluatie minimabeleid gemeente Overbetuwe Een onderzoek naar de effecten van het minimabeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

EVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST

EVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST EVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST Een onderzoek naar de effecten van het armoede- en re-integratiebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens

Nadere informatie

Minimamonitor Haarlem 2012

Minimamonitor Haarlem 2012 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen t el e fo o n (050) 5252473 f a x (050) 5252973 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e - m ail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Minimamonitor Haarlem

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Wijk bij Duurstede 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014 Sociale index, en 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ (en Wmo) en Jeugdzorg.

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2009

Amsterdamse Armoedemonitor 2009 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek Nummer 13, oktober 2010 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Waalwijk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens in de

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Armoedemonitor Tilburg 2014

Armoedemonitor Tilburg 2014 Armoedemonitor Tilburg 2014 1 Colofon "Armoedemonitor Tilburg 2014" Databewerking Team Informatie- en Kenniscentrum Joop de Beer Tekst Team Informatie- en Kenniscentrum Margot Hutten Uitgave Gemeente Tilburg

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN Versie 1.2 15 maart 2015 Inkomenseffecten landelijke en gemeentelijke minimaregelingen Onderzoek naar de effecten van de landelijke en gemeentelijke

Nadere informatie

Armoede in Voorschoten in beeld

Armoede in Voorschoten in beeld Armoede in Voorschoten in beeld Gebruik en bereik van de minimaregelingen onder minimahuishoudens Gebruik en bereik bijzondere bijstand (per huishouden) 516 550 =18% =16% =15% 92 90 561 84 Daling -: -7%

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 COLOFON Gemeente Almere Onderzoek en rapportage Gemeente Almere / SBC / Team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data Armoede niet in beeld, overzicht op basis van CBS-data COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente Almere/ team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Ridderkerk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2011

Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 In opdracht van Dienst Werk en Inkomen. Uitgevoerd door Bureau Onderzoek en Statistiek. Nummer 15, mei 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Nummer 15 Projectnummer 12010

Nadere informatie

Notitie draagkracht naar 120 %

Notitie draagkracht naar 120 % Notitie draagkracht naar 120 % 1. Aanleiding In het Algemeen Bestuur is verzocht om meer inzicht te geven in de consequenties van een eventuele verhoging van de inkomensgrens van minimaregelingen van 110%

Nadere informatie

Huishoudens in Leiden

Huishoudens in Leiden 211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek schulddienstverlening gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Datum Juli 2018 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen?

HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen? HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen? Huishoudens in Almere met een laag inkomen- wat zijn hun eigenschappen? COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente

Nadere informatie

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Lage inkomens in Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam, rve Participatie Projectnummer: Laure Michon Nienke Nottelman Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Armoedemonitor Minima in Groningen. Februari Erik van der Werff. Klaas Kloosterman.

Armoedemonitor Minima in Groningen. Februari Erik van der Werff. Klaas Kloosterman. Armoedemonitor 2016 Minima in Groningen Erik van der Werff Februari 2016 Klaas Kloosterman www.os-groningen.nl Inhoud Samenvatting 4 1 Armoede nader bekeken 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Wat zijn minima? 5 1.3

Nadere informatie

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de 8 Participatie in welvaart In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de welvaartssituatie van verschillende

Nadere informatie

Amsterdamse armoedemonitor

Amsterdamse armoedemonitor Amsterdamse armoedemonitor In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen. Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek. Nummer 10, december 2007. Amsterdamse armoedemonitor Amsterdamse armoedemonitor

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2012

Amsterdamse Armoedemonitor 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2012 In opdracht van: Dienst Werk en Inkomen Projectnummer: 13010 Merijn Heijnen Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Nienke Nottelman Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities,

Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen. Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor

Amsterdamse Armoedemonitor DIENST WERK EN INKOMEN Amsterdamse Armoedemonitor nummer 9, augustus 2006 In opdracht van Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door Amsterdam, september 2006 Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting 5 Minimahuishoudens

Nadere informatie

Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden. Cijfers armoede en schulden

Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden. Cijfers armoede en schulden Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden 1 Onderwerpen Armoede in Leiden Gebruik minimavoorzieningen in Leiden Schulden 2 Armoede in Leiden 3 Vanuit het perspectief van de burger 4 Armoede: huishoudens

Nadere informatie

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand Tussenrapportage Sociaal Domein januari - augustus 2018 Ridderkerk Eind 2017 is gestart met het ontwikkelen van een nieuwe tussenrapportage Sociaal Domein, die is gekoppeld aan de P&C-cyclus. Hierbij treft

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Amsterdamse Armoedemonitor 2016 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: WPI Projectnummer: 17010 Laure Michon Nienke Nottelman Nina Holaind Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Podium 6. Rechten van raadsleden (vragen, moties en dergelijke) 7. Informatie van de portefeuillehouder

Podium 6. Rechten van raadsleden (vragen, moties en dergelijke) 7. Informatie van de portefeuillehouder Agenda 23 juni 2015 Voorbespreking Tijd Onderwerp/bedoeling bespreking 19.30-20.45 uur Inkomenseffectrapportage en scenarioanalyse (sociaal domein) Beeldvorming 19.30-20.45 uur Omgevingsvisie Kromme Rijnstreek,

Nadere informatie

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2017

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2017 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2017 Rapportage clie nten inkomensregelingen Almere 2017 COLOFON Gemeente Almere Onderzoek en rapportage Gemeente Almere / Team Onderzoek & Statistiek Anne

Nadere informatie

Digipanel schuldenproblematiek

Digipanel schuldenproblematiek Digipanel schuldenproblematiek Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek September 2018 Samenvatting Eind 2017 zijn door de gemeenteraad van s-hertogenbosch de kaders voor het voorkomen

Nadere informatie

leiderdorp lililtilililtilililtililtililtiltilililliliililililililt illilil

leiderdorp lililtilililtilililtililtililtiltilililliliililililililt illilil zt19to87425t't68422 leiderdorp Gemeente Leiderdorp S. Berk (07r)s4s4846 s.berk@leiderdorp.nl lililtilililtilililtililtililtiltilililliliililililililt illilil 2t19t087425t168422 1 1 september 2019 Leden

Nadere informatie

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Armoedemonitor Zwolle 2017

Armoedemonitor Zwolle 2017 Armoedemonitor Zwolle 2017 Zwolse minima in beeld Opdrachtnemer Versie Onderzoek & Informatie definitief Colofon Armoedemonitor 2017 Onderzoek & Informatie, Gemeente Zwolle Oktober 2017 Opdrachtgever Maatschappelijke

Nadere informatie

Doelgroeponderzoek AWBZ en Wmo Utrecht

Doelgroeponderzoek AWBZ en Wmo Utrecht Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252473 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Doelgroeponderzoek AWBZ en

Nadere informatie

Informatie 17 december 2015

Informatie 17 december 2015 Informatie 17 december 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS Ondanks het aflopen van de economische recessie, is de armoede in Nederland het afgelopen jaar verder gestegen. Vooral het aantal huishoudens dat

Nadere informatie

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze Januari 2016 Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze 2 Inleiding Per 1 januari 2015 zijn de Jeugdwet, Wmo 2015 en Participatiewet van kracht. Met de inwerkingtreding van deze nieuwe wetten zijn er voor de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG - CONCLUSIES Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Interne Memo nr. Aan: commissie MO Van: G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Inleiding Per 1 januari 2015 wijzigen een aantal zaken binnen

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie