Factsheet Uitwendige Versie
|
|
- Guido Kok
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Factsheet Uitwendige Versie Versie 3, augustus 2018 Auteur: Daphne Leeffers 1.1 Aanleiding Actuele ontwikkelingen op het gebied van integrale zorg en ontwikkeling van regionale protocollen over uiteenlopende onderwerpen in de verloskundige zorg, kunnen de aanleiding zijn om factsheets op te stellen. Doel van de factsheets is om verloskundigen een overzicht te geven van de belangrijkste feitelijke gegevens uit beschikbare nationale en internationale richtlijnen, gegevens uit de Perined-database en wetenschappelijke literatuur over een onderwerp wat ter sprake kan komen binnen een verloskundig samenwerkingsverband (VSV). De verkregen gegevens zijn verwerkt en besproken met de werkgroep*. De KNOV heeft de informatie in deze factsheet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De factsheet kan door verloskundigen gebruikt worden als hulpmiddel om de discussie te voeren met ketenpartners over de uitwendige versie. 1.2 Inleiding De uitwendige versie is een bewezen effectieve en veilige methode om het aantal stuitliggingen a terme te verminderen. 1, 2 In ongeveer 3-4% van alle à terme zwangerschappen ligt een kind in stuitligging. 3, 4 De kans van slagen van een uitwendige versie is 50% (multipara 60% en nullipara 40%). 1, 5 Een geslaagde versie verkleint de kans op een sectio caesarea bij vrouwen met een kind in stuitligging vergeleken met het niet uitvoeren van een uitwendige versie. 5 Kinderen die via een vaginale stuitbevalling worden geboren hebben meer risico op asfyxie en geboorte trauma echter is er op de lange termijn geen verschil in morbiditeit en mortaliteit. 6 Daartegenover staan de maternale risico s bij een sectio caesarea. In vergelijking met een normale baring heeft een moeder bij een sectio 3 tot 7 maal hoger risico dat zij overlijdt aan de gevolgen van een sectio. De maternale morbiditeit en mortaliteit zijn bij een sectio hoger door de kans op fluxus, infectie en bloedtransfusie echter is er minder kans op incontinentie van urine en flatus. 6 Na een sectio caesarea zijn de maternale risico s in een volgende zwangerschap toegenomen door het litteken in de uterus. Door de stijging van het aantal sectio s wereldwijd van 50% naar 80% en in Nederland van 24% - 60% 7 in de jaren na de Term Breech Trial 8 werd eerder al berekend dat voor het ene kind dat er wordt gered er één moeder een uterus ruptuur krijgt in een volgende zwangerschap en dat ten gevolge daarvan in één van de tien gevallen de baby zal overlijden. 9 Regionaal verschillen de adviezen en beleid ten aanzien van het uitvoeren van de uitwendige versie. De Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen (KNOV) wil door middel van deze factsheet met daarnaast een Time Task Matrix (TTM), een handreiking bieden als hulpmiddel voor het beleid bij uitwendige versie. 1/9
2 De factsheet is samengesteld met behulp van de werkgroep* die deze factsheet heeft ontwikkeld en experts op het gebied van de uitwendige versie** 1.3 Definitie Uitwendige versie is een procedure waarbij de baby naar hoofdligging wordt gemanipuleerd door uitwendige druk Prevalentie/incidentie Bij ongeveer 3-4% van alle a terme zwangerschappen ligt het kind in stuitligging. 3, 4 Bij 30 weken is dit nog rond de 25% waarna het aantal met het vorderen van de zwangerschap afneemt tot 7-16% bij 32 weken en daarna 6, 11 nog verder daalt. 1.5 Risicofactoren Een stuitligging kan spontaan ontstaan maar ook het gevolg zijn van onderliggende maternale of foetale factoren. 3 Contra-indicaties voor de uitwendige versie berusten meestal op consensus en zijn nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke onderbouwing. 5, 12 Uitwendige versie is niet zinvol bij meerlingzwangerschappen en placenta praevia. Een systematische review uit 2013 toont aan dat er brede internationale consensus is over absolute contra-indicaties voor het uitvoeren van een uitwendige versie. Dit zijn achtereenvolgens; abruptio placentae in de anamnese en ernstige pre-eclampsie en HELLP syndroom waarbij de kans op het ontstaan van een abruptio placentae is toegenomen. Bij signalen van foetale nood is een uitwendige versie ook gecontra-indiceerd (bijvoorbeeld afwijkende cortonen, dopplers, ernstige IUGR). 12 In bijna alle wordt ook een oligohydramnion als contra-indicatie beschreven. Behoudens dat de slagingskans van een uitwendige versie bij een oligohydramnion kleiner is, lijkt er geen reden te zijn om vrouwen met een oligohydramnion een uitwendige versie niet aan te bieden. 12 Bij een litteken uterus waarbij er eenmaal een sectio ceasarea is uitgevoerd werd er geen verhoogd risico op complicaties gevonden en kan een uitwendige versie worden overwogen Risico s voor moeder en kind De uitwendige versie, volgens de juiste procedures uitgevoerd, geeft nauwelijks verhoogd risico op complicaties. 1, 2, 13 Er zijn case reports waarin loslating van de placenta en ernstige foetomaternale transfusie worden beschreven maar deze zijn zeldzaam. De kans dat binnen 24 uur na een uitwendige versie een spoedsectio moet worden verricht is 0.5%. De oorzaak is in 90% van de gevallen vaginaal bloedverlies en/of een abnormaal CTG, laat een Cochrane review zien. 13 De bewijskracht van de resultaten uit deze Cochrane review is laag door de beperkte kwaliteit van de geïncludeerde onderzoeken, maar wordt wel sterker doordat ook andere observationele en meta-analyses laten zien dat complicaties van de uitwendige versie zeldzaam zijn. 1, 2 *De werkgroep staat beschreven op pagina 8 ** Expertgroep uitwendige versie, zie 2/9
3 De complicaties die na een uitwendige versie (uitgevoerd na amenorroeduur (AD) > 36 weken) kunnen ontstaan zijn: spontaan breken van de vliezen, bloedverlies, abruptio van de placenta, sectio caesarea, perinatale morbiditeit/mortaliteit en een uterusruptuur. 14 Ook kan er een tijdelijke bradycardie (<10min) ontstaan. Dit wordt gezien als een fysiologische reactie op een uitwendige versie. 1 In Tabel 1 zijn de complicaties na uitwendige versie opgenomen. Bij het uitvoeren van een vroege uitwendige versie tussen weken zwangerschap bestaat er ook een verhoogde kans op een premature partus (RR 1.51, 95% CI ). 3 Maternale risico s Als er geen uitwendige versie wordt verricht is de kans op een sectio 85%. 10 In een systematic review met meta-analyse van 11 (N= ) werd gevonden dat er drie versies nodig zijn om een sectio caesarea te voorkomen. 10 Het absoluut aantal sectio s neemt wel af na een uitwendige versie maar vrouwen hebben, ook na een geslaagde versie, een verhoogde kans op een sectio (RR 1.7, 95% BI ) op basis van niet vorderen van de baring of verdenking foetale nood. 15 Uit een meta-analyse komt dat vrouwen na een geslaagde uitwendige versie ook meer kans hebben op een instrumentele partus in vergelijking met vrouwen die alleen een hoofdligging hebben gehad maar uitkomsten uit een Nederlandse studie toont het tegendeel. 15, 16 Het prospectieve cohort onderzoek van Rosman (2016) 15 toont dat vrouwen na een geslaagde versie minder kans hebben op een instrumentele partus (RR 0.52, 95% BI ) in vergelijking met vrouwen waarbij het kind alleen in hoofdligging heeft gelegen. Neonatale risico s Na % van de uitwendige versies wordt een sectio verricht op basis van een afwijkend CTG en-of bloedverlies. 2, 14 Om één perinatale sterfte te voorkomen moeten 338 sectio s worden verricht. 17 Er is geen significant verschil in morbiditeit en mortaliteit van kinderen na een uitwendige versie. 6 Een overzicht van complicaties na een uitwendige versie zijn opgenomen in tabel 1. Table 1 Complicaties na uitwendige versie uitgevoerd AD>36 weken Complicatie Risico Studie Conclusie (tijdelijke) bradycardie Pooled risico 1.3%, (95% BI ) N=12,999 versies Zeer kleine kans op bradycardie van bijna altijd voorbijgaande aard 0.17%, N=2318 Beuckens et al., 2015 Zeer kleine kans op bradycardie >10 min. Breken van de vliezen 0.05%, 2 keer braken de vliezen na een versie N=2318 Beuckens et al., 2015 Prospectieve observationele studie Zeer kleine kans op het breken van de vliezen 3/9
4 0.2%, N=12,955 Zeer kleine kans op breken van de vliezen Abruptio placentae Pooled risico 0.18% (95% BI ) N=12,999 Zeer klein risico op een abruptio placentae 0.05%, N=2318 Beuckens et al., 2015 Prospectieve observationele studie Zeer klein risico Uitgezakte navelstreng Pooled risico 0.18% (95% BI ) N=12,999 Zeer klein risico Sectio ceasarea Pooled risico 0.35% (95%BI ) N=12,999 Kleine kans op een spoed sectio na uitwendige versie Apgar score < 7 na 1 en 5 minuten RR 0.67, (95% BI ) N = 168, evidence grade very low RR 0.63, (95% BI ) N = 428, evidence grade very low Hofmeyr et al., 2015 Cochrane review, 8, 5 RCT s Geen significante verschillen in apgar scores Opname van de neonaat RR 0.80 (95% BI ) N = 368, evidence grade very low Hofmeyr et al., 2015 Cochrane review, 8, 5 RCT s Geen significant verschil Perinatale sterfte Geen sterfte gerelateerd aan versie, N=2318 Beuckens et al., 2015 Prospectieve observationele studie Geen sterfte geobserveerd binnen 48uur na uitwendige versie Pooled risico 0.19% (95% BI ) N=12,999 Zeer kleine kans op perinatale sterfte 4/9
5 RR 0.39 ( 95% BI ) N=2187, evidence grade low Hofmeyr et al., 2015 Cochrane review, 8 waarvan 5 RCT s Geen significant verhoogde kans op perinatale sterfte 1.7 Screening en beleid Het vaststellen van een stuitligging vindt doormiddel van uitwendig onderzoek plaats. Vervolgens wordt een echo uitgevoerd waarbij ligging, biometrie, placentalokalisatie (uitsluiten placenta praevia) en hoeveelheid vruchtwater wordt bepaald. 4 Bij het bepalen van het type stuitligging wordt gelet op extensie of flexie van de heupen en knieën en de locatie van beide voeten. 6 De volgende typen stuitligging komen voor; volkomen, onvolkomen of voetligging. Bij een volkomen stuitligging (complete breech) liggen de voeten naast de stuit en de benen zijn geflecteerd in de heup en de knie. Bij de onvolkomen stuit (frank breech) liggen de benen langs het lichaam, geflecteerd in de heup en de knie. Een halfonvolkomen stuit is een combinatie van onvolkomen en volkomen stuitligging. Een voetligging (incomplete breech) wordt getypeerd doordat een of beide voeten niet naast maar onder de stuit liggen. Uitwendige versie na 36 weken heeft een slagingskans van 50%. Bij primipara is de kans 40% en bij multipara 60%. 5 Het slagen van een uitwendige versie is afhankelijk van een aantal factoren. De volgende factoren kunnen de kans van het slagen van een versie verhogen: 18 - multipariteit (OR 2.5, 95% BI ) - niet ingedaalde stuit (OR 9.4, 95% BI ) - gebruik van tocolyse (OR 18, 95% BI 12-29) - een palpabel foetaal caput (OR 6.3, 95% BI ) - een maternaal gewicht onder de 65 kilo (OR 1.8, 95% BI ) - placenta posterior (OR 1.9, 95% BI ) - volkomen stuit (OR 2.3, 95% BI ) - vruchtwater index boven de 10 (OR 1.8, 95% BI ) Daarnaast blijkt uit een recente studie van Hutton et al. (2017) 19 dat bij multipara een versie voor de 37 weken ook kan bijdragen aan een succesvolle versie. Voorafgaand aan een versie en ook na een versie worden de foetale harttonen geluisterd en dit kan doormiddel van het gebruik van een doptone of het maken van een CTG. Er is geen specifiek onderzoek waar het beoordelen van de foetale harttonen doormiddel van een doptone is vergeleken met een CTG. Maar er is wel voldoende onderzoek dat het beoordelen van foetale harttonen middels gebruik van een doptone voldoende is voor het opsporen van een afwijkend hartritme. 4 Minimaal vereiste handelingen voor het uitvoeren van een uitwendige versie. 5/9
6 - Controle van de foetale harttonen voor en na het verrichten van de versie door middel van auscultatie met de doptone. Voor de versie gedurende een minuut, na de versie gedurende minimaal twee minuten. Daarna met enige regelmaat de controle van de foetale harttonen herhalen tot 10 a 15 minuten na de versie. Bij afwijkende harttonen de auscultatie niet onderbreken. Indien de afwijkende harttonen 5 minuten of langer aanhouden, volgt verwijzing naar de tweede lijn voor CTG. 4 - Controle van de ligging na versie met echoscopie. 4 - Na het uitvoeren van uitwendige versie is het standaard beleid bij Rhesus-negatieve moeders met Rhesus-positieve kinderen 1000 IU anti-rhesus-(d) immunoglobulinen intra musculair toe te dienen bij iedere versiepoging. 4 - Tocolyse verhoogt de kans op het slagen van een versie en kan worden overwogen als een eerste versie poging mislukt. 5, 20 Echter werd in de studie van Beuckens (2015) geen verschil gezien in succespercentages (n=141, niet significant). Wanneer tocolyse wordt toegepast hebben Bètamimetica (e.g. Salbutamol) de voorkeur boven andere tocolyse. 5 Er werd een significante afname in het aantal sectio s gezien wanneer Bètamimetica werden gebruikt voor versie na een eerdere mislukte versie poging (RR 0.33, 95% CI , N=124). 21 Een contra-indicatie voor het gebruik van Bètamimetica zijn hartafwijkingen en hypertensie. De medicatie is niet effectief bij vrouwen die beta-blockers gebruiken. Bijwerkingen van Bètamimetica zijn palpitaties, tachycardie, flushes, tremor en misselijkheid. Complementaire methodes om een spontane uitwendige versie te bewerkstelligen zijn Moxatherapie, acupunctuur en Rebozo technieken. Van deze methoden is de effectiviteit nog niet voldoende bewezen maar de zwangere kan hiervoor na goede counseling wel voor kiezen. Een recente aanbeveling van het Royal College of Obstetricians and Gynaecologist (RCOG) is vrouwen te informeren over de mogelijkheid tussen weken zwangerschap moxatherapie toe te laten passen door een daarvoor opgeleid professional. 5 Uiteraard moet in de counseling worden meegenomen dat er bij deze termijn ook nog een aanzienlijke kans bestaat dat het kind spontaan naar hoofdligging keert, zeker bij multipara. Anderzijds kan een uitwendige versie als pijnlijk worden ervaren en zelfs een reden zijn om geen uitwendige versie te willen ondergaan. 7 Moxatherapie is een traditionele Chinese therapie om een spontane versie te bewerkstelligen en kan worden toegepast vanaf AD 32 weken. Het is tot op heden onduidelijk hoe moxatherapie precies werkt maar het lijkt foetale activiteit te verhogen. Er zijn geen nadelige effecten voor de zwangerschap gevonden. Er is een onderzoek uit 2013 waarbij 406 laag-risico vrouwen met een afgeweken ligging bij weken zwangerschap werden gerandomiseerd voor moxatherapie, schijn moxatherapie (waarbij moxa werd toegepast maar niet op de juiste manier) of standaard zorg. Er werd een significante toename van het aantal hoofdliggingen gevonden bij vrouwen die moxatherapie kregen in vergelijken met schijn moxatherapie of standaard zorg. (Moxa versus standaard zorg; RR 1.29, 95% CI ). 22 Een Cochrane review uit 2012 (N=1346) 23 liet geen verschil zien in het aantal hoofdliggingen na moxatherapie in vergelijking met geen behandeling. Wanneer moxatherapie werd gebruikt in combinatie met acupunctuur of houdingsadviezen (bijv. knie-borst) werd er wel een toename van hoofdliggingen tijdens de bevalling gezien (moxa met acupunctuur RR 0.73, 95% CI en i.c.m. houdingsadviezen RR 0.26, 95% CI ). De geïncludeerde waren methodologisch van gemiddelde kwaliteit en daarom zijn grote randomized controlled trials nodig om deze verschillen te bevestigen dan wel te ontkrachten. 6/9
7 Uitwendige versie wordt aanbevolen na 37 weken maar kan om pragmatische redenen aan nullipara ook na 36 weken zwangerschap worden aangeboden. 4, 5 De kans dat een stuit bij een multipara nog spontaan keert is hoger dan bij een nullipara. Voor de 36 weken is er een relatie met een verhoogde kans op premature partus en wordt daarom niet aanbevolen (RR 1.51, 95% CI , N=1888). 3 Na 36 weken is de kans 3-7% dat een kind in stuitligging, na een mislukte versie, nog zelfstandig draait. 5 Voor de uitvoering van de uitwendige versie zijn zowel eerste als tweedelijns verloskundigen bevoegd. Bekwaamheid wordt bepaald door het aantal versies die jaarlijks worden uitgevoerd en kan worden ontwikkeld door het volgen van de door de KNOV geaccrediteerde nascholing. Uitwendige versie mag alleen worden uitgevoerd na het uitsluiten van contra-indicaties, uitgebreide counseling van de zwangere en haar partner en informed consent. Maak hierbij ook gebruik van de keuzehulp versie; Wat weten we niet Internationale literatuur maakt meestal geen onderscheid tussen vrouwen met en zonder een medische indicatie en primipara of multipara. Er is meer onderzoek nodig naar de separate groepen. Er is nauwelijks literatuur over de vaardigheden van versiekundigen en over het minimum aantal versies die een professional per jaar moet uitvoeren om bekwaam te zijn en blijven. Er bestaan naast moxatherapie verschillende alternatieve methodes voor het keren van een foetus in stuitligging waaronder de Rebozo techniek, acupunctuur en osteopathie. Onderzoek naar deze methodes is nodig om de effectiviteit te kunnen beoordelen. 1.9 Conclusie Uitwendige versie is een veilige methode die aangeboden dient te worden aan elke zwangere zonder contraindicatie met een kind in stuitligging. De slagingskans is 50% en uitwendige versie vermindert de kans op een sectio en instrumentele partus Aanbevelingen voor interdisciplinaire besprekingen 1. Maak regionale afspraken dat er altijd een uitwendige versie wordt aangeboden bij stuitligging zowel in de eerste als tweede/derde lijn 2. Maak regionale afspraken over het tijdstip (zwangerschapsweken) van uitvoeren van de uitwendige versie en eventuele volgende poging na mislukte versie met of zonder tocolyse. 3. Maak regionale afspraken over de counseling voor uitwendige versie en het gebruik van voorlichtingsmateriaal zoals de cliëntenfolder en keuzehulp versie. 4. Maak regionale afspraken over de routing van de uitwendige versie 5. Maak regionale afspraken over verwijzing en consultatie bij eventuele complicaties, zoals persisterende afwijkende foetale harttonen, buikpijn, bloedverlies en minder leven voelen. 6. Maak regionale afspraken over de monitoring en evaluatie van percentage geslaagde versies en complicaties. 7/9
8 Werkgroep De werkgroep die betrokken is bij de ontwikkeling van ondersteunende producten bestaat uit verloskundigen met een wetenschappelijke opleiding en interesse in richtlijnontwikkeling. In de werkgroep zijn verloskundigen vertegenwoordigd die werkzaam zijn in de eerste en tweede lijn en bij de opleiding. De werkgroep voor deze factsheet bestaat uit: Pien Offerhaus, PhD, onderzoeker/docent lectoraat Midwifery Science, Academie Verloskunde Maastricht Marianne Prins, MSc, docent Academie Verloskunde Amsterdam Groningen Anke Selles, MSc, eerstelijns verloskundige Den Haag Daphne Leeffers, MSc, verloskundige en beleidsmedewerker KNOV Greta Rijninks, MSc, senior beleidsmedewerker KNOV Relinde Walinga, PA klinisch verloskundige Jeroen Bosch Ziekenhuis Anne-Marije Wiersma, MSc, eerstelijns verloskundige Winsum Literatuur 1. Beuckens A, Rijnders M, Verburgt-Doeleman GH, Rijninks-van Driel GC, Thorpe J, Hutton EK. An observational study of the success and complications of 2546 external cephalic versions in low-risk pregnant women performed by trained midwives. Bjog. 2016;123(3): Grootscholten K, Kok M, Oei SG, Mol BWJ, Van Der Post JA. External cephalic version-related risks: a metaanalysis. Obstet Gynecol. ;112(5): Hutton EK, Hofmeyr GJ, Dowswell T. External cephalic version for breech presentation before term. Cochrane Database Syst Rev. 2015(7):Cd Verburgt GT, Offerhaus P. KNOV-standpunt Uitwendige versie. Bilthoven: KNOV, Impey L, Murphy D, Griffiths M, LK P. External Cephalic Version and Reducing the Incidence of Term Breech Presentation. Br J Obstet Gyn 2017;124(7):e178-e Overview of issues related to breech presentation: UpToDate. (Geraadpleegd op 27 september 2017). 7. Vlemmix F, Kuitert M, Bais J, Opmeer B, van der Post J, Mol BW, et al. Patient's willingness to opt for external cephalic version. J Psychosom Obstet Gynaecol. 2013;34(1): Hannah ME, Hannah WJ, Hewson SA, Hodnett ED, Saigal S, Willan AR, et al. Planned caesarean section versus planned vaginal birth for breech presentation at term: a randomised multicentre trial. Lancet. 2000;356(9239): Visser GH, Rietberg CC, Oepkes D, Vandenbussche FP. Stuitligging: kind versus moeder. Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149(40): de Hundt M, Velzel J, de Groot CJ, Mol BW, Kok M. Mode of delivery after successful external cephalic version: a systematic review and meta-analysis. Obstet Gynecol. 2014;123(6): Heineman MJ, Evers JLH, Massuger LFAG, Steegers EA. Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de mens. 7e dr. ed. Maarssen: Elsevier/Bunge, Rosman AN, Guijt A, Vlemmix F, Rijnders M, Mol BW, Kok M. Contraindications for external cephalic version in breech position at term: a systematic review. Acta Obstet Gynecol Scand. 2013;92(2): Hofmeyr GJ, Kulier R, West HM. External cephalic version for breech presentation at term. Cochrane Database Syst Rev. 2015(4):Cd Collins S, Ellaway P, Harrington D, Pandit M, Impey L. The complications of external cephalic version: results from 805 consecutive attempts. Br J Obstet Gyn. 2007;114(5): Rosman AN, Vlemmix F, Ensing S, Opmeer BC, Te Hoven S, Velzel J, et al. Mode of childbirth and neonatal outcome after external cephalic version: A prospective cohort study. Midwifery. 2016;39: /9
9 16. De Hundt M, Vlemmix F, Kok M, van der Steeg JW, Bais JM, Mol BW, et al. External validation of a prediction model for successful external cephalic version. Am J Perinatol. 2012;29(3): Vlemmix F, Bergenhenegouwen L, Schaaf JM, Ensing S, Rosman AN, Ravelli AC, et al. Term breech deliveries in the Netherlands: did the increased cesarean rate affect neonatal outcome? A population-based cohort study. Acta Obstet Gynecol Scand. 2014;93(9): Kok M, Cnossen J, Gravendeel L, van der PJ, Opmeer B, Mol BW. Clinical factors to predict the outcome of external cephalic version: a metaanalysis. Am J Obstet Gynecol Hutton EK, Simioni JC, Thabane L. Predictors of success of external cephalic version and cephalic presentation at birth among 1253 women with non-cephalic presentation using logistic regression and classification tree analyses. Acta Obstet Gynecol Scand. 2017;96(8): Cluver C, Gyte GM, Sinclair M, Dowswell T, Hofmeyr GJ. Interventions for helping to turn term breech babies to head first presentation when using external cephalic version. Cochrane Database Syst Rev. 2015(2):Cd Impey L, Pandit M. Tocolysis for repeat external cephalic version in breech presentation at term: a randomised, double-blinded, placebo-controlled trial. Br J Obstet Gyn. 2005;112(5): Vas J, Aranda-Regules JM, Modesto M, Ramos-Monserrat M, Baron M, Aguilar I, et al. Using moxibustion in primary healthcare to correct non-vertex presentation: a multicentre randomised controlled trial. Acupunct Med. 2013;31(1): Coyle ME, Smith CA, Peat B. Cephalic version by moxibustion for breech presentation. Cochrane Database Syst Rev. 2012(5):Cd /9
Uitwendige kering bij stuit- of dwarsligging van de baby PATIËNTENINFORMATIE
Uitwendige kering bij stuit- of dwarsligging van de baby PATIËNTENINFORMATIE INHOUD 01 Inleiding 5 02 Stuitligging 6 2.1 Soorten stuitligging 6 2.2 Hoe vaak komt een stuitligging voor? 8 2.3 Oorzaken 8
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Stuitligging Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie: Contra Indicatie: Mag
Nadere informatieManagement of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,
Nadere informatieMinder keizersneden wegens stuitligging dankzij geprotocolleerde uitwendige versie in een speciaal spreekuur
oorspronkelijke stukken Minder keizersneden wegens stuitligging dankzij geprotocolleerde uitwendige versie in een speciaal spreekuur S.M.I.Kuppens, T.H.M.Hasaart, M.W.P.van der Donk, M.Huibers, M.J.Franssen,
Nadere informatieEvaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie
Evaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie Marina R. Schoonhoven*, Catherine M.W. de Sonnaville*, Tjitske R. Zaat, Billy van Gils, Leonie E. van Rheenen-Flach,
Nadere informatieUitwendige versie. Januari 2016
Uitwendige versie Januari 2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ
Nadere informatieSerotiniteit. Versie November 17. Wens 41 weken inleiden. AD* (weken) Actie Beleid Informatie. Folder serotiniteit mee geven
Wens 41 weken inleiden AD* (weken) Actie Beleid Informatie 39 - Counselen volgens gezamenlijke voorlichting Folder serotiniteit mee geven - Folder mee geven 40 - Strippen overwegen - Consult serotiniteit
Nadere informatie2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.
Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld
Nadere informatieUitwendige versie en stuitligging
Uitwendige versie en stuitligging De meeste kinderen liggen rond de achtste maand met het hoofd naar beneden. Dat noemen we de hoofdligging. Dat is voor een kind de meest natuurlijke ligging om geboren
Nadere informatieLandelijke implementatiestudie uitwendige versie
Landelijke implementatiestudie uitwendige versie Floortje Vlemmix NVTAG/ZonMw symposium Implementatie 29 november 2012 Projectgroep AMC TNO KNOV Marjolein Kok - projectleider, fellow perinatologie Ben
Nadere informatieKeuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie
00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere
Nadere informatieJaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016
Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016 Auteurs: Selma Mourad, Brigitte Tebbe Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Versie Werkgroep VSV Kracht. Onze dank gaat ook dit jaar weer uit naar alle
Nadere informatieVerloskunde in beweging III: de kracht van de consensus Aanbevelingen voor het verloskundig handelen bij UTERUSRUPTUUR
Verloskunde in beweging III: de kracht van de consensus Aanbevelingen voor het verloskundig handelen bij UTERUSRUPTUUR 1 December 2016 Griet Vandenberghe BMJ Open2016;6:e010415doi:10.1136/bmjopen-2015-010415
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatieOpinions of maternity care professionals about integration of care during labor for moderate risk indications: a Delphi study in the Netherlands
Opinions of maternity care professionals about integration of care during labor for moderate risk indications: a Delphi study in the Netherlands Hilde Perdok Afdeling > Midwifery Science Achtergrond Verwijzingen
Nadere informatieTime task matrix zorgproces bij caput beweeglijk boven bekkeningang Versie 2, juni 2018 N. Crombag
Time task matrix zorgproces bij caput beweeglijk boven Versie 2, juni 2018 N. Crombag In deze time task matrix is weergegeven welke zorg specifiek is voor zwangeren met caput in de huidige zwangerschap.
Nadere informatieProtocol: vliezen breken bij multigravidae bij 41+5/41+6 ter voorkoming van serotiniteit
Protocol: vliezen breken bij multigravidae bij 41+5/41+6 ter voorkoming van serotiniteit Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Verloskunde Alle partijen aangesloten
Nadere informatieNVOG. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Stuitligging. No 16. No 07 juli 2001
NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Stuitligging No 07 juli 2001 No 16 INLEIDING In november 1997 werd de eerste versie van de richtlijn Stuitligging door de ledenvergadering van de NVOG geaccepteerd
Nadere informatieUitwendige versie (draaien van je baby in de baarmoeder)
Uitwendige versie (draaien van je baby in de baarmoeder) De meeste kinderen liggen rond de achtste maand in de zwangerschap met het hoofd naar beneden. Dat noemen we de hoofdligging. Een bevalling in hoofdligging
Nadere informatieInleiden bij 41 of 42 weken?
INDuction versus EXpectant management INDEX Inleiden bij 41 of 42 weken? Een overzicht van de evidence Judit Keulen MSc Esteriek de Miranda PhD Doel & vraagstelling INDEX Heranalyse van perinatale en maternale
Nadere informatieSucces, veiligheid en effectiviteit van de uitwendige versie van 924 versies uitgevoerd in een Nederlands ziekenhuis tussen *
Succes, veiligheid en effectiviteit van de uitwendige versie van 924 versies uitgevoerd in een Nederlands ziekenhuis tussen 1996-2000* Marlies Rijnders, Kathy Herschderfer, Marianne Prins, Riet van Baaren,
Nadere informatieStuitligging. Verloskunde. Locatie Langendijk
Stuitligging Verloskunde Locatie Langendijk Deze folder is grotendeels gebaseerd op informatie die u terug kunt vinden op de website van de landelijke vereniging van gynaecologen (NVOG) en de verloskundigen
Nadere informatieRegioprotocol; Foetale Bewaking durante partu. juni 2016
Regioprotocol; Foetale Bewaking durante partu juni 2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke
Nadere informatieAanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;
VSV ACHTERHOEK OOST PROTOCOL NADERENDE SEROTINITEIT Doel protocol Het stroomlijnen en eventueel beperken van serotintiteit. Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden
Nadere informatieSTUITLIGGING. Versie 2.0
STUITLIGGING Versie 2.0 Datum Goedkeuring 19-03-2008 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording nvog Omschrijving van het probleem Bij een stuitligging komen vaker complicaties
Nadere informatieWETENSCHAP. C.F.A. van Dijk, dr. K.E.A. Hack, F. Erlings, dr. N.W.E. Schuitemaker, dr. T.E. Vogelvang, namens VSV Eendracht
C.F.A. van Dijk, dr. K.E.A. Hack, F. Erlings, dr. N.W.E. Schuitemaker, dr. T.E. Vogelvang, namens VSV Eendracht 18 TvV 1/2016 KNOV WETENSCHAP Inleiding baring bij laag-risico multipara vrouwen na 41 weken
Nadere informatieRegioprotocol Foetale Bewaking durante partu.
Regioprotocol Foetale Bewaking durante partu.! Colofon: Datum 1 e versie: juni 2016 Versie: 1 Samenstelling werkgroep: M. Jonkers, verloskundige 2 e lijn, Den Bosch M. Kreté, verloskundige 1 e lijn, Den
Nadere informatieUitwendige versie en stuitligging
Uitwendige versie en stuitligging De meeste kinderen liggen rond de achtste maand met het hoofd naar beneden. Dat noemen we de hoofdligging. Dat is voor een kind de meest natuurlijke ligging om geboren
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Parallelle acties verloskundige zorg regio Rivierenland Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie:
Nadere informatieKetenprotocol. Langdurig gebroken vliezen bij a terme zwangeren. Auteurs: J. Brevoord, D. Boezaard, E. Davelaar
Ketenprotocol Langdurig gebroken vliezen bij a terme zwangeren Auteurs: J. Brevoord, D. Boezaard, E. Davelaar Datum: 15 December 2015 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer
Nadere informatieWie ben ik en wat doe ik hier?
Wie ben ik en wat doe ik hier? Geologie, oceanografie, geofysica gezondheidszorg, hulpverlening Vertrouwen in autoriteit van medisch systeem versus wetenschappelijk scepticisme Why why why? Zwangerschap
Nadere informatieVSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme
VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Verloskunde, kraamzorg, kindergeneeskunde Alle leden aangesloten bij
Nadere informatieKetenprotocol. Minder leven. Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt
Ketenprotocol Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt Datum: September 2015 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering van
Nadere informatieHet draaien van een kind in stuitligging
Het draaien van een kind in stuitligging Afdeling gynaecologie en verloskunde Inhoud 1 Algemeen 1.1 Verschillende soorten stuitligging 1.2 Percentage stuitligging 1.3 Wat betekent een stuitligging voor
Nadere informatieModule: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP?
Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Behorende bij de richtlijn Hemorrhagia postpartum Februari 2019 1 Algemeen Deze uitgangsvraag betreft
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de
Nadere informatieEen stuitligging. verloskunde
Een stuitligging Inleiding De arts heeft u verteld dat uw baby in een stuitligging ligt. Vroeg in de zwangerschap is een stuitligging heel gewoon, maar tegen het eind van de zwangerschap ligt de baby normaal
Nadere informatieInduction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks
Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:
Nadere informatie11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren
Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?
Nadere informatieZwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede
Zwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede 1031 Inleiding Deze folder is ontwikkeld voor vrouwen die zwanger zijn nadat ze, in een eerdere zwangerschap met een keizersnede zijn bevallen. Het litteken
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieEen stuitligging. verloskunde
Een stuitligging Inleiding De arts heeft u verteld dat uw kind in een stuitligging ligt. Deze folder geeft u informatie over een stuitligging, een uitwendige versie, de bevalling en eventueel een keizersnede.
Nadere informatieGynaecologie. Een stuitligging. www.catharinaziekenhuis.nl
Gynaecologie Een stuitligging www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waardoor ligt een baby in stuitligging?... 5 Een stuitligging, wat
Nadere informatieDecisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014
Decisional conflict Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014 Disclosure Belangenverstrengeling geen Financiering ZonMw KNOV Samenwerkende organisaties NVOG TNO AMC Inhoud presentatie Wat is decisional conflict?
Nadere informatieNood rondom de bevalling
Nood rondom de bevalling Gewone bevalling Acuut transport en aandachtspunten Perimortem sectio Liesbeth Scheepers Gynaecoloog MUMC 1 www.youtube.com/ watch?v=ugti2eusjz8 2 gewone bevalling Part of nature
Nadere informatieMiskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam
Mifepristone én misoprostol bij een miskraam M & M trial Miskraam Nomenclatuur Chirurgie en medicamenteuze behandeling Behandeling Huisarts Verloskundige Gynaecoloog Mifegyne en misoprostol M & M trial
Nadere informatiehoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Samenvatting Foetale houding en gedrag zijn het resultaat van een interactie tussen foetale (neuromotorische) ontwikkeling en intra-uteriene omgevingsinvloeden. Het is bekend dat veranderingen in intra-uteriene
Nadere informatiePROTOCOL DREIGENDE PARTUS
PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.
Nadere informatieIs een goed kind ook een gezond kind, dat blijft altijd een vraag. Dr. P.K. Flu Dr. J.W. de Leeuw Gynaecologen, Ikazia Ziekenhuis
Is een goed kind ook een gezond kind, dat blijft altijd een vraag Dr. P.K. Flu Dr. J.W. de Leeuw Gynaecologen, Ikazia Ziekenhuis Casus U ziet op uw spreekuur een 35 jarige zwangere vrouw, gravida 4, para
Nadere informatieFactsheet caput beweeglijk boven bekkeningang, a terme
Factsheet caput beweeglijk boven bekkeningang, a terme Versie 1.4 juni 2018 Auteur : Neeltje Crombag Aanleiding Actuele ontwikkelingen op het gebied van integrale zorg en ontwikkeling van regionale protocollen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieTweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?
Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies
Nadere informatieBevallen na eerdere keizersnede
Bevallen na eerdere keizersnede Inleiding Deze brochure wordt je aangeboden door de afdeling verloskunde van het Ommelander Ziekenhuis. Wij vinden het belangrijk dat patiënten goede voorlichting krijgen.
Nadere informatieHet maken van een keuze Wanneer is een vaginale bevalling bij een stuitligging mogelijk. Heeft u de keuze? Het maken van een keuze. Tot slot.
Een stuitligging Inhoud Algemeen Wat is een stuitligging? Hoe vaak komt een stuitligging voor? Waarom ligt de baby in stuitligging? Als de baby bij ongeveer 36 weken nog in stuitligging ligt Het draaien
Nadere informatieHet draaien van een kind in stuitligging
Het draaien van een kind in stuitligging Afdeling gynaecologie en verloskunde Inhoud 1 Algemeen 1.1 Verschillende soorten stuitligging 1.2 Percentage stuitligging 1.3 Wat betekent een stuitligging voor
Nadere informatieAngst voor de pijn. Prof. dr. Arie Franx. Pre-eclampsia and cardiovascular disease. Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012
Angst voor de pijn Pre-eclampsia and cardiovascular disease Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012 Prof. dr. Arie Franx Overdracht van 1 e naar 2 e lijn voor sedatie/pijnbestrijding Nederland 2001-2010,
Nadere informatieInformatie voor patiënten gynaecologie Uitwendige kering stuitligging
Informatie voor patiënten gynaecologie Uitwendige kering stuitligging Nederrij 133 2200 Herentals t 014 24 61 11 f 014 24 61 26 www.azherentals.be 2 Uitwendige kering stuitligging Antwoorden op veelgestelde
Nadere informatieEen stuitligging wat nu?
Een stuitligging wat nu? Als een kind tegen het einde van de zwangerschap met de billen in plaats van het hoofd omlaag ligt, wordt dit een stuitligging genoemd. Meestal is het niet duidelijk waarom een
Nadere informatieEen stuitligging. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie februari 2009 pavo 0408
Een stuitligging Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie februari 2009 pavo 0408 INHOUDSOPGAVE In het kort 2 Wat is een stuitligging? 2 Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4 Waarom ligt een
Nadere informatieHet draaien van een kind in stuitligging
Het draaien van een kind in stuitligging Afdeling gynaecologie en verloskunde Inhoud 1 Algemeen 1.1 Verschillende soorten stuitligging 1.2 Percentage stuitligging 1.3 Wat betekent een stuitligging voor
Nadere informatieZwangerschap en bevalling na een eerdere keizersnede
Zwangerschap en bevalling na een eerdere keizersnede 1 van 5 Deze folder is bedoeld voor zwangere vrouwen die eerder via een keizersnede bevallen zijn. In Nederland bevalt 1 op de 5 vrouwen met een keizersnede.
Nadere informatieStuitligging. Verloskunde
Stuitligging Verloskunde Inhoudsopgave In het kort 3 Stuitligging 3 Oorzaken stuitligging 6 Onderzoek bij een stuitligging 6 Gevolgen van een stuitligging bij 36 weken 6 zwangerschap Het draaien van een
Nadere informatieStuitligging. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar
Stuitligging Moeder en Kind Centrum Beter voor elkaar 1 2 Inhoudsopgave In het kort 2 Wat is een stuitligging? 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4 Waarom ligt een kind in stuitligging? 5 Onderzoek
Nadere informatieAddendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014
Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden
Nadere informatieInhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waarom ligt een kind in een stuitligging?...
STUITLIGGING 250 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waarom ligt een kind in een stuitligging?... 5 Onderzoek bij een stuitligging... 5
Nadere informatieStuitligging BEHANDELING
Stuitligging BEHANDELING Stuitligging Een kindje dat tegen het eind van de zwangerschap met de billen omlaag ligt in plaats van met het hoofd wordt een kindje in stuitligging genoemd. Meestal is onbekend
Nadere informatieEens een sectio, altijd een sectio? INDIVIDUELE AFWEGINGEN VOOR DE WIJZE VAN BEVALLEN NA EEN EERDERE SECTIO CAESAREA
STAND VAN ZAKEN Eens een sectio, altijd een sectio? INDIVIDUELE AFWEGINGEN VOOR DE WIJZE VAN BEVALLEN NA EEN EERDERE SECTIO CAESAREA Hannah M.C. Kramer, Anneke Kwee, Henk A. Bremer Door het toenemende
Nadere informatieVSV Samen protocol: Obesitas en zwangerschap, basiszorg
VSV Samen protocol: Obesitas en zwangerschap, basiszorg Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Datum publicatie 08-04-2019 Openbaar document ja Controledatum 08-04-2020
Nadere informatieVoorlichtingsbrochure STUITLIGGING
Voorlichtingsbrochure STUITLIGGING STUITLIGGING 1. Inleiding 2. Wat is een stuitligging? 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4. Waardoor ligt een baby in stuitligging? 5. Een stuitligging, wat nu?
Nadere informatieAanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;
VSV ACHTERHOEK OOST PROTOCOL NADERENDE SEROTINITEIT Doel protocol Het stroomlijnen en eventueel beperken van serotintiteit. Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieStuitligging Versie (uitwendig draaien) van uw baby
Stuitligging Versie (uitwendig draaien) van uw baby Deze brochure geeft informatie over een stuitligging en versie. Een versie is het uitwendig draaien van uw kind door de gynaecoloog / arts. Er wordt
Nadere informatieParallelle acties in de acute zorg vanuit de 1 e lijns obstetrische thuissituatie
Parallelle acties in de acute zorg vanuit de 1 e lijns obstetrische thuissituatie Februari 2017 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit
Nadere informatieFLUXUS POSTPARTUM. Dr. Arijaan Valkenburg-vd Berg Gynaecoloog VUmc
FLUXUS POSTPARTUM Dr. Arijaan Valkenburg-vd Berg Gynaecoloog VUmc Definitie Fluxus Hemorrhagia Postpartum (HPP) Massive Obstetric Hemorrhage Partus: >500 ml bloedverlies in 24 hrs Sectio: > 1000 ml bloedverlies
Nadere informatieSamenvatting. Introductie. Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge
Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge Introductie Samenwerking tussen de eerste- en tweedelijns verloskundige zorgverleners tijdens zwangerschap en bevalling krijgt veel aandacht zowel
Nadere informatieEEN STUITLIGGING, WAT NU? FRANCISCUS VLIETLAND
EEN STUITLIGGING, WAT NU? FRANCISCUS VLIETLAND In het kort Een kind dat tegen het einde van de zwangerschap met de billen, in plaats van het hoofd, omlaag ligt, wordt een kind in stuitligging genoemd.
Nadere informatieGrondige discussie nodig over number needed to treat Risico s sectio bij stuitligging onderschat
Grondige discussie nodig over number needed to treat Risico s sectio bij stuitligging onderschat 1632 Medisch Contact 1 juli 2011 66 nr. 26 dr. Arno Verhoeven, vrouwenarts niet praktiserend dr. Tjeerd
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 3. Wat is een stuitligging 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor 4. Onderzoek bij een stuitligging 4
Stuitligging Inhoudsopgave blz. Inleiding 3 Wat is een stuitligging 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor 4 Onderzoek bij een stuitligging 4 Wat gebeurt er als de baby bij ongeveer 36 weken nog in stuitligging
Nadere informatieStuitligging. Wat is een stuitligging?
Stuitligging Sommige kinderen liggen tegen het einde van de zwangerschap in stuitligging: met de billen naar beneden en het hoofd omhoog. Vroeg in de zwangerschap is een stuitligging heel gewoon, maar
Nadere informatieVoorbeeld Perinatale Audit 1
Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.
Nadere informatieIntroductie. Methoden. Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen
Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen Introductie De relatieve veiligheid van geplande thuisbevallingen is een onderwerp van voortdurende discussie
Nadere informatieStuitligging. Wat is een stuitligging?
Stuitligging Sommige kinderen liggen tegen het einde van de zwangerschap in stuitligging: met de billen naar beneden en het hoofd omhoog. Vroeg in de zwangerschap is een stuitligging heel gewoon, maar
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and
Nadere informatieinformatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede
informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over de
Nadere informatieBevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie
00 Bevallen na een eerdere keizersnede Poli Gynaecologie 1 In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over
Nadere informatiepagina 1 van 7 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Foetale bewaking en het beoordelen van het CTG Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische
Nadere informatieStuitligging. Gynaecologie. alle aandacht
Stuitligging Gynaecologie alle aandacht Inhoudsopgave In het kort 3 Stuitligging 3 Oorzaken stuitligging 6 Onderzoek bij een stuitligging 7 Gevolgen stuitligging bij 36 weken zwangerschap 7 Het draaien
Nadere informatieUw baby in stuitligging: wat u moet weten
Verloskunde Patiënteninformatie Uw baby in stuitligging: wat u moet weten U ontvangt deze informatie, omdat u meer dan 36 weken zwanger bent en uw kind in een stuitligging ligt. Uw gynaecoloog of verloskundige
Nadere informatieHoogstaand caput à terme
Hoogstaand caput à terme Zorgpad low risk B oktober 2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Werkafspraak AROM bij AD 41+5 / 41+6 Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie:
Nadere informatieEen stuitligging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden
Een stuitligging Informatie voor patiënten F0534-3415 oktober 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357
Nadere informatieDienst Gynaecologie en Verloskunde
Dienst Gynaecologie en Verloskunde Inhoud Wat is een stuitligging? 3 De stuitkliniek 3 Uitwendige kering 4 Vaginaal bevallen 7 Bevallen door keizersnede 9 Praktische informatie 10 Mijn afspraken 11 2 Wat
Nadere informatieStuitligging vanaf de 36 e week van de zwangerschap. Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis
Stuitligging vanaf de 36 e week van de zwangerschap Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is een stuitligging? 2 Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4 Waarom ligt
Nadere informatieWat is een stuitligging?
Stuitligging Inhoudsopgave Wat is een stuitligging? 4 Hoe vaak komt een stuitligging voor? 5 Redenen waarom een baby in stuitligging ligt 5 Onderzoek bij een stuitligging 5 Het draaien van een baby: van
Nadere informatiepagina 1 van 6 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Minder leven voelen Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie:
Nadere informatieEen stuitligging, wat nu?
Een stuitligging, wat nu? Een kind dat tegen het einde van de zwangerschap met de billen in plaats van het hoofd omlaag ligt, wordt een kind in stuitligging genoemd. g De bevalling van een kind in stuitligging
Nadere informatieEen stuitligging; Wat nu?
Een stuitligging; Wat nu? Een kind dat tegen het einde van de zwangerschap met de billen, in plaats van het hoofd, omlaag ligt, wordt een kind in stuitligging genoemd. Meestal is het onbekend waarom een
Nadere informatieEen Stuitligging, wat nu?
Een Stuitligging, wat nu? Inhoudsopgave In het kort Wat is een stuitligging? Hoe vaak komt een stuitligging voor? Waarom ligt een kind in stuitligging? Onderzoek bij een stuitligging De bevalling van een
Nadere informatieFLUXUS POSTPARTUM. Definitie Fluxus FLUXUS POSTPARTUM. Definitie Fluxus. Definitie Fluxus. Hemorrhagia Postpartum (HPP) Massive Obstetric Hemorrhage
FLUXUS POSTPARTUM Dr. Arijaan Valkenburg-vd Berg Gynaecoloog VUmc Definitie Fluxus Hemorrhagia Postpartum (HPP) Massive Obstetric Hemorrhage Partus: >500 ml bloedverlies in 24 hrs FLUXUS POSTPARTUM Sectio:
Nadere informatie