De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.

Transcriptie

1 SAMENWONEN 1. EXT. ROND HET HUIS - DAG Rond het huis. Judith en Peter zijn aan het verhuizen, er staat een verhuiswagen voor het huis. Judith en Peter lopen vaak heen en weer met dozen. Ze lachen naar elkaar, kijken rond in de nieuwe straat. 2. INT. DE WOONKAMER - DAG De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is. Het is nog een troep, maar ik zie nu al dat dit ons mooie huisje gaat worden! Judith kust Peter. GEBOORTE 1. INT. ZIEKENHUISKAMER - DAG Ziekenhuiskamer. Judith ligt in een ziekenhuisbed en Peter zit naast haar. Peter, het komt bijna, ik voel het! Ik ga even snel water voor je halen. 2. INT. GANG ZIEKENHUIS - DAG Gang ziekenhuis. Peter loopt heen en weer door de gang. Het is te zien dat hij het moeilijk heeft, hij slaat zijn handen voor zijn gezicht. Hij hoort Judith kruinen in de ziekenhuiskamer. Opeens is er gehuil te horen. Peter schrikt van en schudt zijn hoofd, hij loopt de gang uit. 3. INT. ZIEKENHUISKAMER - NACHT Ziekenhuiskamer. Max is geboren en ligt bij Judith. Zuster, waar is Peter? Hij zou snel terug komen zei hij. ZUSTER Ik ga voor u kijken, blijft u maar rustig. Zuster loopt de kamer uit. 4. INT. ZIEKENHUISKAMER - NACHT Ziekenhuiskamer. Zuster komt de kamer binnen lopen. ZUSTER Mevrouw, uw man is nergens te zien. Hij is niet meer in het ziekenhuis. Judith kijkt verschrikt naar de zuster. Ze kijkt uit het raam naast haar en ziet Peter zijn auto instappen. Er gaat een traan over haar wang en ze geeft Max een kus.

2 EN KRIJGEN NIEUWE BUREN 1. EXT. STRAAT MET RIJTJESHUIZEN - DAG Straat met rijtjeshuizen. In de straat staat een verhuiswagen. Achter het raam staat Max te kijken wat er in de straat gebeurt. Jeroen ziet Max kijken en zwaait naar hem. 2. INT. HUIS EN - DAG Huis Judith en Max. Max loopt bij het raam vandaan naar Judith toe. Mama, mag ik met dat jongetje spelen? Hij zwaaide naar mij! Nee Max, je weet dat ik dat niet wil. De bel gaat. 3. EXT. VOOR DE DEUR BIJ EN - DAG Voor de deur bij Judith en Max. Jim en Jeroen, de nieuwe buren staan voor de deur en stellen zich voor. Ik ben Jim, dit is mijn zoon Jeroen. Wat leuk om jullie te ontmoeten, wij komen naast jullie wonen. O, wat leuk, wij zijn Judith en Max. Succes met uitpakken van alle spullen! Zouden Jeroen en Max misschien even samen kunnen spelen? Dan kan ik even rustig alles uit de verhuiswagen halen. (Judith kijkt verschrikt) Uhh, ja ik ga wel even in de voortuin met ze zitten. Kunnen ze lekker met elkaar spelen. Judith gaat op het bankje in de voortuin zitten. Max en Jeroen spelen op de grond met autotjes. OPA EN OMA 1. INT. HUIS EN JEROEN - DAG Huis van Jim en Jeroen. Opa zit op de bank te puzzelen in zijn puzzelboekje. Oma zit aan de keukentafel en maakt 3D-kaarten. 2. INT. WOONKAMER EN JEROEN - DAG Woonkamer Jim en Jeroen. Jeroen en Max zijn samen aan het spelen op de xbox van Jeroen. Jeroen is zichtbaar beter, zijn auto ligt ver voor op die van Max. 3. INT. WOONKAMER EN JEROEN - DAG

3 Woonkamer Jim en Jeroen. Oma loopt de woonkamer in, ze kijkt op de kast naar een foto van een vrouw, de moeder van Jeroen. OMA Wat gaat de tijd toch snel. OPA Mmhh (brom geluid) Er loopt een traan over de wang van oma. VERDRIETIG OM 1. INT. SLAAPKAMER - NACHT Judith zit op de grond voor haar kledingkast, met haar handen in het haar. Er vallen tranen langs haar armen naar beneden. 2. INT. KAST - NACHT Kast Judith. Judith doet de kast open en pakt een schoenendoos. De deksel gaat eraf, er zijn foto's en een dagboek te zien. Judith pakt een foto van een man en drukt deze tegen haar borst. 3. INT. SLAAPKAMER - NACHT Judith zakt huilend met haar rug tegen de muur. KOMT TERUG 1. VOORDEUR EN - DAG Peter staat bij Judith voor de deur en belt aan. Hij moet even wachten tot dat Judith open doet. Judith haar gezicht spreekt boekdelen, ze lijkt erg geschrokken. Peter? Ja, ik ben het. Ben je terug? Naja terug, ik zou Max heel graag willen zien. Ik denk dat we even goed moeten praten. Max zien? Je kan toch gewoon terug komen? We zijn een gezin. Een gezin? We hebben elkaar 7 jaar niet gezien Judith. Ik heb een vriendin en een goede baan, ik kan niet zomaar terug komen. Wanneer zou ik Max kunnen zien. Als je niet terug komt zal je Max ook niet zien! Hij kent jou niet eens, jij bent weg gegaan, je zal zijn leven alleen maar ingewikkelder maken. Ik begrijp niet dat je dat wilt. De deur wordt hard dicht gedaan, vlak voor Peter. Hij schrikt en loopt met een gebogen hoofd de stoep af.

4 KIJKT NAAR OP HET SCHOOLPLEIN 1. NAAST HET SCHOOLPLEIN - DAG Naast het schoolplein. Peter staat achter het hek en bosjes. Hij kijkt door de bosjes heen naar de kinderen op het schoolplein. 2. SCHOOLPLEIN - DAG Max is met zijn vriendjes aan het spelen in het klimrek. Ze glijden van de glijbaan, rennen naar de trap en glijden weer van de glijbaan af. 3. NAAST HET SCHOOLPLEIN - DAG Peter kijkt naar de kinderen, zijn mond valt open. (fluisterd) Wat lijkt hij op mij. DOET DE VOORDEUR OPEN 1. GANG EN - DAG Judith loopt naar de voordeur, door het raam ziet zij een man staan. Judith doet de deur open. MAN AAN DE DEUR Goedendag mevrouw, deurwaarde. De man laat een kaartje zien. (kijkt verschrikt) Uhh, oke, wat komt u doen? MAN AAN DE DEUR U heeft uw belasting niet betaald mevrouw, helaas moet ik daarom iets van u meenemen. Mag ik binnen komen? Judith en de deurwaarde lopen samen naar binnen. GAAT OP SCHOOL HELPEN BIJ 1. ONDERAAN DE TRAP BIJ EN - DAG Onderaan de trap. Judith staat op Max te wachten. Max! Schiet nou eens op! We komen nog te laat! 2. KAMER - DAG Kamer Max. Max zit op zijn bed, huilend. Hij doet langzaam zijn schoolspullen in zijn tas. Judith komt zijn kamer binnen lopen en kijkt boos. Ga je nog opschieten? Ja, mama, ik kom al.

5 En hou eens op met huilen! Je bent toch geen klein kind meer? Max kijkt naar de grond. Hij houdt zijn tas op zijn schoot. Nu! Of moet ik je een handje helpen? Judith pakt Max stevig vast aan zijn arm en neemt hem mee de kamer uit. 3. BUITEN OP STRAAT - DAG Buiten op straat. Judith en Max lopen naar school, Judith geeft Max af en toe een duwtje dat hij door moet lopen. Max kijkt naar zijn voeten terwijl hij loopt. 4. IN DE KLAS VAN - DAG In de klas van Max. Judith en Max zijn op school aangekomen. Max zit stil achterin de klas terwijl Judith heel vrolijk andere kinderen aan het helpen is met knutselen. Er valt een traan langs Max zijn wang, hij veegt hem snel weg en gaat stilzwijgend door met zijn knutselwerkje.

6 HET FEESTJE VAN JEROEN 1. WOONKAMER EN - DAG Woonkamer Judith en Max. Judith en Max zitten op de bank. Judith leest een tijdschrift. Mama, het feestje van Jeroen is vandaag. Daar ga jij toch niet naar toe? De bel gaat. Max loopt naar de deur. 2. GANG EN - DAG Er staan 3 jongens voor de deur. JONGEN AAN DE DEUR He Max, kom je mee? Het feestje van Jeroen gaat bijna beginnen! Wacht even, ik loop even naar mijn moeder. 3. WOONKAMER EN - DAG Woonkamer Judith en Max. Max loopt de woonkamer in. Mama, Jasper, Joey en Tom staan voor de deur, zij gaan naar Jeroen toe. (kijkend en zwaaiend naar de voordeur) Ga maar schat. 4. HET PARK - DAG Het park. Max loopt met Jasper, Joey en Tom naar het park, dit is tegenover het huis van Max. Jim komt naar Max toelopen en geeft hem een aai over zijn bol. Volgens mij is iedereen er. We gaan teams maken en een potje voetballen met zijn allen. De jongens maken teams en beginnen met voetballen. 5. HET VOETBALVELD IN HET PARK - DAG Het voetbalveld in het park. Op het voetbalveld staan twee kleine doelen. Jim is de scheidsrechter en staat tussen de voetballende jongens. Hij let erg goed op de spelende kinderen en op het spel. Er zijn veel geluiden te horen van geschreeuw van de voetballende kinderen. Jongens, we gaan het iets moeilijker maken! Er komen meer ballen het voetbalveld op.

7 6. AAN DE ZIJKANT VAN HET VOETBALVELD - DAG Aan de zijkant van het voetbalveld. Judith komt aan de zijkant van het voetbalveld aan lopen. (scheeuwend) Max! Hier komen! En snel! Max reageert niet op zijn moeder, hij heeft haar niet gehoord. Hij voetbalt gewoon door. 7. HET VOETBALVELD - DAG Judith loopt het voetbalveld op en pakt Max beet. Ze slaat hem in zijn gezicht en trekt hem aan zijn arm mee.