november 2017 de redactie

Transcriptie

1 VOORWOORD Sociaal Memo Actueel november 2017 geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de sociale zekerheid die in de afgelopen maanden bekend zijn gemaakt, zoals bijvoorbeeld de gewijzigde regels rondom uitreizigers. Daarnaast behandelt dit Memo een aantal wetten die op 1 januari 2018 in werking zal treden, zoals bijvoorbeeld de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Ook vindt u in dit Memo een vooruitblik naar inmiddels bekendgemaakte nieuwe cijfers per 1 januari De kopij voor dit Memo is afgesloten op 26 oktober Sociaal Memo Actueel is bestemd voor hen die de behandelde wetgeving in voldoende mate beheersen om de gegeven feitelijkheden in het juiste verband te kunnen beoordelen en toepassen. Toelichtende beschrijvingen zijn tot een minimum beperkt. Via de puntsgewijze beknopte opsomming is getracht een zo volledig mogelijke beschrijving te geven van alle relevante bepalingen. De opzet van Sociaal Memo Actueel leidt ertoe dat het noodzakelijk blijft de wettelijke en andere bronnen te raadplegen. Om dit bronnenonderzoek te vergemakkelijken, wordt regelmatig verwezen naar wetteksten en uitvoeringsvoorschriften en andere Memo s uit de Memoserie van Wolters Kluwer. Sociaal Memo Actueel maakt deel uit van de Memo-serie van Wolters Kluwer. Tot de serie behoren ook Fiscaal Memo en Sociaal Memo. Laatstgenoemde Memo s bieden op een groot aantal onderwerpen de belangrijkste feiten en cijfers op hoofdlijnen. Voor Fiscaal Memo is er ook een app voor uw smartphone en tablet. Daarnaast bevat de serie Memo s die dieper ingaan op de materie, met meer ruimte voor wet- en regelgeving, jurisprudentie en toelichting. Deze zogenoemde verdiepingsmemo s bij Sociaal Memo zijn Sociaal Memo Arbeid & Inkomen, Sociaal Memo Ouderen, Sociaal Memo Arbeidsongeschiktheid & Zorg en Sociaal Memo Kind & Gezin. Het volledige productaanbod kunt u vinden op Naast deze gedrukte uitgaven wijzen wij u ook graag op de gratis Wolters Kluwer Memo Update Service op internet. De laatstgewijzigde feiten en cijfers uit Fiscaal Memo en Sociaal Memo zijn op te vinden. Naast wijzigingen en aanvullingen op de inhoud van een verschenen editie van Fiscaal Memo en Sociaal Memo, treft u er ook een vooruitblik naar de nieuwe cijfers per 1 januari Ook is aanmelding voor een gratis signalering mogelijk. Zo kunt u altijd over de meest recente informatie beschikken. 5

2 Voorwoord De producten en diensten uit de Memo-serie van Wolters Kluwer hebben als doel u op een prettige en efficiënte wijze van de belangrijkste informatie op uw vakgebied te voorzien. Uw reacties op onze producten en suggesties die kunnen leiden tot verbetering daarvan ontvangen wij graag op het hierna vermelde redactieadres. november 2017 de redactie uitgever & redactieadres Wolters Kluwer Postbus GA Deventer kluwermemo-nl@wolterskluwer.com 6

3 INHOUD Lijst van afkortingen / Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) / Sectorpremies 2018 / Premie-overzicht gedifferentieerde Whk-premie 2018 / Quotumheffing voor overheidssector geactiveerd / Algemene Ouderdomswet (AOW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Algemene nabestaandenwet (Anw) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Algemene Kinderbijslagwet (AKW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) / Gevolgen inwerkingtreding Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk / Kinderopvangtoeslag / Aanspraak op kinderopvangtoeslag / Hoogte kinderopvangtoeslag 2018 / Kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen / Aanvraag en registratie / Kwaliteitseisen voor kindercentrum / Personenregister kinderopvang en verklaring omtrent gedrag / Overgangsrecht Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk / Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WMM) / Uitbreiding reikwijdte minimumloon / Wettelijk minimumloon in 2018 / 44 7

4 42.3 Overwerkverdiensten worden vanaf 2018 aangemerkt als loon / Berekening arbeidsduur bij nul-urencontract, prestatieloon/stukloon en meerwerk / Bestuurlijke boeten / Werkloosheidswet (WW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Toeslagenwet (TW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Participatiewet / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Ziektewet (ZW) / Inwerkingtreding bepalingen over uitreizigers / Uitzonderingen op informatieplicht / Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (WAZ) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / 63 Inhoud 8

5 Inhoud 75. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) / Regels voor uitreizigers gelden vanaf / Uitzonderingen op informatieplicht / Zorgverzekeringswet (Zvw) / Inhoud zorgverzekering / Geneeskundige zorg, verpleging en vervoer per / Hoogte eigen bijdrage voor hulpmiddelen, kraamzorg en ziekenvervoer in 2018 / Geen verhoging verplicht eigen risico in 2018 / Wet langdurige zorg (Wlz) / Recht op zorg / Normbedragen eigen bijdrage Wlz 2018 / Overgangsrecht AWBZ-verzekerden met psychische stoornis / Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) / Normbedragen eigen bijdrage 2018 / Normbedrag vermindering vermogen / Normbedragen eigen bijdrage voor maatwerkvoorziening/ pgb / Normbedragen eigen bijdrage voor beschermd wonen / Diversen / Tabel woonlandfactor Anw/AKW/WKB/WIA 2018 / 80 Alfabetisch register /83 9

6 1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) 1.1 Sectorpremies Sectorpremie per sector nr. sector agrarisch bedrijf 1,08 0,85 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 2,78 2,31 ¾ contractduur 1 jaar of langer 0,66 0,59 2. tabakverwerkende industrie 2,50 1,27 3. bouwbedrijf 1,63 1,58 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 5,74 5,48 ¾ contractduur 1 jaar of langer 1,30 1,32 4. baggerbedrijf 0,65 0,58 5. houten emballage-industrie, houtwaren- en 0,59 1,50 borstelindustrie 6. timmerindustrie 0,14 0,24 7. meubel- en orgelbouwindustrie 0,72 0,79 8. groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en 0,40 1,19 houtbereidingsindustrie 9. grafische industrie 1,49 1, metaalindustrie 0,94 0, elektrotechnische industrie 1,00 1, metaal- en technische bedrijfstakken 0,70 0, bakkerijen 1,08 1, suikerverwerkende industrie 0,71 0, slagersbedrijven en poeliers 0,76 1, slagers overig 1,43 1, detailhandel en ambachten 1,42 2, reiniging 2,00 2, grootwinkelbedrijf 1,10 2, havenbedrijven 1,84 2, havenclassificeerders 0,50 1, binnenscheepvaart 0,48 0, visserij 0,00 1, koopvaardij 1,38 0, vervoer KLM 0,36 0, vervoer NS 0,32 0, vervoer posterijen 1,47 2, taxivervoer 2,43 4, openbaar vervoer 0,61 0, besloten busvervoer 2,00 2, overig personenvervoer te land en in de lucht 1,39 3, overig goederenvervoer te land en in de lucht 0,86 0,92 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 13

7 1.1 Wfsv nr. sector horeca algemeen 1,53 1,58 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 2,92 3,10 ¾ contractduur 1 jaar of langer 0,72 0, horeca catering 0,98 1, gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen 0,64 0, vervallen 38. banken 3,86 1, verzekeringswezen 1,27 1, uitgeverij 1,54 3, groothandel I 1,11 1, groothandel II 1,30 1, zakelijke dienstverlening I 0,80 1, zakelijke dienstverlening II 1,34 1, zakelijke dienstverlening III 1,97 1, zuivelindustrie 0,75 0, textielindustrie 1,50 1, steen-, cement-, glas- en keramische industrie 0,37 0, chemische industrie 0,77 0, voedingsindustrie 1,20 0, algemene industrie 2,95 1, uitzendbedrijven 2,93 4,07 ¾ intermediaire diensten 2,18 3,40 ¾ detacheringsbedrijven 2,66 3,51 ¾ uitzendbedrijven I A 2,70 3,68 ¾ uitzendbedrijven II A 3,24 4,40 ¾ uitzendbedrijven I B en II B 2,81 3, bewakingsondernemingen 1,65 1, culturele instellingen 2,06 2,18 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 5,39 6,13 ¾ contractduur 1 jaar of langer 1,19 1, overige takken van bedrijf en beroep 1,38 1, schildersbedrijf 0,72 3,50 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 1,75 12,38 ¾ contractduur 1 jaar of langer 0,64 2, stukadoorsbedrijf 0,32 0, dakdekkersbedrijf 2,00 4, mortelbedrijf 0,21 0, steenhouwersbedrijf 0,16 0, overheid 0,42 0, werk en (re)integratie 1,92 3, railbouw 0,31 0, telecommunicatie 1,83 2,20 1. Regeling (goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2018) , Stcrt. 2017, y Sociaal Memo, 1.3.2; Sociaal Memo Arbeid & Inkomen, Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

8 Wfsv Premie-overzicht gedifferentieerde Whk-premie ¾ UWV heeft percentages en factoren voor premieheffing van gedifferentieerde Whk-premie voor 2018 vastgesteld. Gemiddeld premieplichtig loon jaar refertejaar gemiddeld premieplichtig loon grensbedrag kleine/middelgrote werkgever grensbedrag middelgrote/grote werkgever Gedifferentieerde Whk-premie premiecomponent rekenpremie gemiddelde premie minimumpremie grote werkgever maximumpremie grote werkgever 2018 WGA 0,77 0,75 0,18 3,00 ZW-flex 0,45 0,41 0,10 1,64 a 2017 WGA 0,76 0,74 0,18 2,96 ZW-flex 0,40 0,35 0,08 1,40 a a. Voor grote werkgever in sector 52 uitzendbedrijven geldt afwijkende maximumpremie (2018: 8,03%; 2017: 6,89). Gemiddeld werkgeversrisico/correctiefactoren premiecomponent gemiddeld werkgeversrisico correctiefactor opslag/ 1 jaar niet 2 jaar niet 3 jaar niet 4 jaar niet correctiefactoren geen werkgeverschap korting 2018 WGA 0,41 1,42 1,25 1,66 2,50 5,00 ZW-flex 0,24 1,45 1,00 1,00 1,00 2, WGA 0,39 1,47 1,25 1,66 2,50 5,00 ZW-flex 0,22 1,42 1,00 1,00 1,00 2,00 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 15

9 1.2 Wfsv Sectorale gedifferentieerde Whk-premie voor kleine werkgevers nr. sector WGA ZW-flex agrarisch bedrijf 0,67 0,70 0,28 0,27 2. tabakverwerkende industrie 0,91 0,60 0,22 0,31 3. bouwbedrijf 0,99 1,11 0,25 0,34 4. baggerbedrijf 0,37 0,48 0,08 0,06 5. houten emballage-industrie, houtwaren- en borstelindustrie 0,87 1,35 0,25 0,26 6. timmerindustrie 0,81 1,12 0,30 0,20 7. meubel- en orgelbouwindustrie 0,88 0,87 0,27 0,37 8. groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie 1,13 1,14 0,41 0,26 9. grafische industrie 0,71 0,74 0,29 0, metaalindustrie 0,49 0,47 0,28 0, elektrotechnische industrie 0,27 0,41 0,58 0, metaal- en technische bedrijfstakken 0,78 0,82 0,36 0, bakkerijen 1,31 1,32 0,45 0, suikerverwerkende industrie 1,26 1,19 0,36 0, slagersbedrijven en poeliers 1,51 1,47 0,36 0, slagers overig 0,93 0,95 0,48 0, detailhandel en ambachten 0,86 0,87 0,48 0, reiniging 2,05 2,27 0,85 0, grootwinkelbedrijf 0,99 0,86 0,41 0, havenbedrijven 0,60 0,66 1,02 0, havenclassificeerders 0,84 0,72 0,59 0, binnenscheepvaart 0,69 0,55 0,32 0, visserij 0,65 0,59 0,38 0, koopvaardij 0,34 0,46 0,63 0, vervoer KLM 1,55 1,64 0,63 0, vervoer NS 0,87 0,85 0,63 0, vervoer posterijen 0,61 0,37 0,34 0, taxivervoer 2,35 1,78 1,59 1, openbaar vervoer 0,73 0,45 1,18 0, besloten busvervoer 1,19 1,25 0,70 0, overig personenvervoer te land en in de lucht 0,47 0,40 0,81 0, overig goederenvervoer te land en in de lucht 0,82 0,89 0,57 0, horeca algemeen 0,73 0,73 0,57 0, horeca catering 0,98 0,93 0,65 0, gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen 0,77 0,72 0,33 0, vervallen 38. banken 0,34 0,31 0,13 0, verzekeringswezen 0,50 0,50 0,11 0, uitgeverij 0,66 0,82 0,23 0, groothandel I 0,56 0,57 0,26 0, groothandel II 0,63 0,66 0,28 0, zakelijke dienstverlening I 0,53 0,49 0,12 0, zakelijke dienstverlening II 0,36 0,37 0,29 0, zakelijke dienstverlening III 0,56 0,56 0,56 0, zuivelindustrie 0,57 0,68 0,67 0,41 16 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

10 Wfsv 1.3 nr. sector WGA ZW-flex textielindustrie 0,59 0,54 0,18 0, steen-, cement-, glas- en keramische industrie 1,21 1,46 0,35 0, chemische industrie 0,85 0,77 0,18 0, voedingsindustrie 0,71 0,66 0,36 0, algemene industrie 0,62 0,64 0,62 0, uitzendbedrijven 1,15 1,14 4,59 3, bewakingsondernemingen 1,15 1,02 1,05 0, culturele instellingen 0,63 0,58 0,32 0, overige takken van bedrijf en beroep 1,00 1,10 0,36 0, schildersbedrijf 2,08 2,04 0,47 0, stukadoorsbedrijf 2,74 3,05 0,36 0, dakdekkersbedrijf 1,77 2,17 0,38 0, mortelbedrijf 1,22 1,54 0,02 0, steenhouwersbedrijf 2,26 2,25 0,56 0, overheid, onderwijs en wetenschappen 0,92 0,88 0,10 0, overheid, rijk, politie en rechterlijke macht 0,81 0,64 0,01 0, overheid, defensie 0,00 0,00 0,03 0, overheid, provincies, gemeenten en waterschappen 0,81 0,80 0,05 0, overheid, openbare nutsbedrijven 0,29 0,37 0,10 0, overheid, overige instellingen 1,08 0,92 0,22 0, werk en (re)integratie 3,29 3,33 1,19 1, railbouw 1,13 1,01 0,12 0, telecommunicatie 0,69 0,53 0,30 0,26 1. Besluit UWV (gedifferentieerde premie Whk 2018) , Stcrt. 2017, y Sociaal Memo, 1.3.3; Sociaal Memo Arbeidsongeschiktheid & Zorg, Quotumheffing voor overheidssector geactiveerd 1 ¾ Over quotumtekort verschuldigde heffing (quotumheffing) wordt geheven ¾ als quotumheffing voor werkgever in overheidssector of marktsector geactiveerd is ¾ over kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld. ¾ Quotumheffing wordt pas uitgevoerd ¾ nadat bij ministeriële regeling tot invoering besloten is ¾ indien gebleken is dat aantal banen voor arbeidsbeperkten in onvoldoende mate is toegenomen ten opzichte van aantal banen voor arbeidsgehandicapten op met dien verstande dat ¾ dit voor overheidssector en marktsector apart wordt beoordeeld, uitgedrukt in verloonde uren. ¾ (Vanaf ) quotumheffing wordt uitgevoerd voor overheidssector, voor quotumtekorten over jaren vanaf ¾ Quotumpercentage voor overheidssector voor 2018 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 17

11 1.3 Wfsv ¾ wordt berekend met navolgende formule ða þ BÞC þ F G ðd EÞ waarbij A = (totaal aantal banen bij quotumheffing verschuldigde werkgevers die door arbeidsbeperkten in overheidssector worden vervuld op grond van nulmeting op ) B = (aantal extra banen voor arbeidsbeperkten bij werkgevers dat in kalenderjaar 2018 overeenkomstig sociaal akkoord voor overheidssector moet worden gerealiseerd) C = 1331 (gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten in overheidssector en marktsector tezamen) D = ,07 (totaal aantal banen bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector) E = 1623 (gemiddeld aantal verloonde uren van werknemer bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector en marktsector tezamen) F = 534 (aantal arbeidsbeperkten die tot categorie (f) behoren bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector) G = 1331 (gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten die tot categorie (f) behoren bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector) ¾ bedraagt 1,93%. 1. Art. 38e (1), 38f, 122n Wfsv; art Besluit Wfsv; art Regeling Wfsv zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2017, , Regeling , Stcrt. 2017, en Regeling , Stcrt. 2017, y Sociaal Memo, 1.4.1, 1.4.4, 1.4.6; Sociaal Memo Arbeid & Inkomen, 5.5.1, 5.5.4, 5.5.7; Sociaal Memo Arbeidsongeschiktheid & Zorg, , , ; Sociaal Memo Ouderen, , , Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

12 10. Algemene Ouderdomswet (AOW) 10.1 Regels voor uitreizigers gelden vanaf ¾ (Vanaf ) uitreiziger is persoon ten aanzien van wie ¾ op grond van melding van opsporingsdiensten/inlichtingen- en veiligheidsdiensten gericht aan SVB is gebleken dat gegronde vermoeden bestaat dat persoon zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie. ¾ (Vanaf ) geen recht op AOW-uitkering ontstaat onder andere voor AOW-gerechtigde indien en voor zolang AOW-gerechtigde uitreiziger is. ¾ (Vanaf ) AOW-uitkering ¾ eindigt onder andere indien AOW-gerechtigde uitreiziger is nadat recht op AOW-uitkering is ingegaan ¾ herleeft onder andere vanaf dag dat niet langer gegronde vermoeden bestaat dat AOW-gerechtigde zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie (AOW-uitkering moet opnieuw worden aangevraagd), mits aan alle overige voorwaarden wordt voldaan. ¾ Recht op toeslag heeft ¾ AOW-gerechtigde indien AOW-gerechtigde vóór ¾ gehuwd is, en ¾ recht heeft op ouderdomspensioen echtgenoot ¾ jonger dan AOW-leeftijd is, en ¾ inkomen heeft van maximaal volledige bruto-toeslag (= brutogehuwdenpensioen) ¾ (vanaf ) geen uitreiziger is ¾ AOW-gerechtigde indien AOW-gerechtigde ¾ vóór is gehuwd, en ¾ in november 2014 of december jaar wordt, en echtgenoot ¾ jonger dan AOW-leeftijd is, en ¾ inkomen heeft van maximaal volledige bruto-toeslag (= brutogehuwdenpensioen) ¾ (vanaf ) geen uitreiziger is met dien verstande dat vanaf geen recht op toeslag ontstaat door ¾ wijziging inkomen echtgenoot, maar toeslag kan herleven als toeslag was geëindigd uitsluitend door incidentele stijging inkomen ¾ wijziging van leefvorm waardoor niet langer sprake is van ongehuwd zijn Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 19

13 10.1 AOW ¾ gaan wonen in Nederland of in land waar wel Nederlandse uitkering kan worden genoten ¾ invrijheidsstelling na detentie ¾ niet langer voortvluchtig zijn. ¾ (vanaf ) niet langer bestaan van gegronde vermoeden dat AOW-gerechtigde of diens partner zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie. 1. Art. 1, 8, 8d AOW zoals gewijzigd bij Wet van , Stb. 2017, 78; zie voor inwerkingtreding Stb. 2017, 354. y Sociaal Memo, 10.1, , ; Sociaal Memo Ouderen, 5.1, 5.4.1, , Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

14 11. Algemene nabestaandenwet (Anw) 11.1 Regels voor uitreizigers gelden vanaf ¾ (Vanaf ) uitreiziger is persoon ten aanzien van wie ¾ op grond van melding van opsporingsdiensten/inlichtingen- en veiligheidsdiensten gericht aan SVB is gebleken dat gegronde vermoeden bestaat dat persoon zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie. ¾ (Vanaf ) recht op Anw-uitkering ontstaat onder andere niet indien ¾ nabestaandenuitkering: nabestaande op overlijdensdag verzekerde uitreiziger is ¾ wezenuitkering: kind op overlijdensdag verzekerde uitreiziger is waarbij geldt dat recht op Anw-uitkering alsnog ontstaat vanaf dag dat ¾ niet langer gegronde vermoeden bestaat dat nabestaande of kind zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie, en ¾ aan alle overige uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan met dien verstande dat in dat geval Anw-uitkering opnieuw moet worden aangevraagd. ¾ (Vanaf ) Anw-uitkering ¾ eindigt onder andere indien nabestaande of kind nadat Anw-uitkering is ingegaan, uitreiziger is ¾ herleeft onder andere op dag dat niet langer gegronde vermoeden bestaat dat nabestaande of kind zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie (Anw-uitkering moet opnieuw worden aangevraagd) mits aan alle overige uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan. 1. Art. 1, 32g, 32h Anw zoals gewijzigd bij Wet van , Stb. 2017, 78; zie voor inwerkingtreding Stb. 2017, 354. y Sociaal Memo, ; Sociaal Memo Arbeid & Inkomen, ; Sociaal Memo Kind & Gezin, 36.1, Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 21

15 12. Algemene Kinderbijslagwet (AKW) 12.1 Regels voor uitreizigers gelden vanaf ¾ (Vanaf ) uitreiziger is persoon ten aanzien van wie ¾ op grond van melding van opsporingsdiensten/inlichtingen- en veiligheidsdiensten gericht aan SVB is gebleken dat gegronde vermoeden bestaat dat persoon zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie. ¾ (Vanaf ) verzekerde heeft onder andere geen recht op kinderbijslag indien ¾ verzekerde uitreiziger is, of ¾ kind uitreiziger is (voor dat kind bestaat geen recht op kinderbijslag). ¾ Aanspraak kinderbijslag kan worden gemaakt ¾ door verzekerde ¾ indien verzekerd op eerste dag van kwartaal, en ¾ (vanaf ) alleen voor zover sprake was van uitreiziger zijn: niet langer gegronde vermoeden bestaat dat verzekerde of kind zich buiten Nederland bevindt om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie betrokkene die op grond van overgangsrecht recht heeft op kinderbijslag ¾ over kalenderkwartaal ¾ voor 1 of meer kinderen. 1. Art. 1, 7d, 11 AKW zoals gewijzigd bij Wet van , Stb. 2017, 78; zie voor inwerkingtreding Stb. 2017, 354. y Sociaal Memo, , ; Sociaal Memo Arbeid & Inkomen, , ; Sociaal Memo Kind & Gezin, , Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op