Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

Transcriptie

1 Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

2 De afronding van de opleiding: stage en afstudeeronderzoek De twee componenten van de hbo-masteropleiding Islamitisch Geestelijk Verzorger waarmee je de opleiding afsluit en aantoont dat je het vereiste masterniveau bereikt hebt, zijn de (master)stage en het afstudeeronderzoek. In beide onderwijseenheden integreer je de verschillende kwalificaties op het gebied van kennis, inzicht, toepassing en houding die je in de loop van jouw opleiding ontwikkeld hebt. De stage betreft daarbij vooral de kant van het handelen en de beroepspraktijk, het afstudeeronderzoek meer de kant van de analyse. Beide vullen elkaar echter aan en hoe nauwer ze met elkaar verbonden zijn, hoe beter. We hebben immers met hoger beroepsonderwijs te maken en een fundamenteel kenmerk daarvan is de nauwe verbondenheid van de opleiding met de beroepspraktijk. Praktijkonderzoek Daarom heeft het afstudeeronderzoek van de opleiding ook het karakter van praktijkonderzoek. Met praktijkonderzoek wordt een onderzoek bedoeld dat uitgevoerd wordt naar aanleiding van een onderzoeksvraag die voortkomt uit de concrete praktijk van het beroep waarvoor de student wordt opgeleid in dit geval het beroep van islamitisch geestelijk verzorger. Het is dus niet de bedoeling dat je een zuiver theoretisch onderzoek uitvoert. Wel kan een meer theoretisch gedeelte onderdeel van het praktijkonderzoek uitmaken. Je centrale onderzoeksvraag zou dus, bij wijze van voorbeeld, niet moeten zijn In welke gevallen is abortus volgens de klassieke en hedendaagse islamitische religieuze geleerden geoorloofd? maar Hoe kan vrouwenopvanghuis A of moskee B betere geestelijke begeleiding bieden aan vrouwen met een islamitische achtergrond die ongewenst zwanger zijn geraakt en overwegen abortus te laten plegen? Het onderzoek bestaat uit een combinatie van literatuuronderzoek (waaronder maar niet beperkt tot onderzoek van religieuze bronnen) en veldonderzoek (empirisch onderzoek). Doorgaans zal de instelling waar je je stageloopt, optreden als opdrachtgever van het onderzoek en zul je het veldonderzoek geheel of gedeeltelijk binnen die instelling uitvoeren. Het doel van het praktijkonderzoek is dus de beantwoording van een onderzoeksvraag die voortkomt uit de concrete beroepspraktijk van de opdrachtgever. Je onderzoek zal daarom niet alleen met een conclusie, dat wil zeggen een antwoord op de onderzoeksvraag, moeten eindigen, maar ook uit moeten monden in een beleidsadvies of een ontwerp (bijvoorbeeld van een training of een activiteit) voor de opdrachtgever/diens instelling met aanwijzingen voor de implementatie. Uit de aard van het praktijkonderzoek volgt dat conclusie en advies nauw met elkaar verbonden zijn. In bepaalde gevallen zal het advies de conclusie zijn. Vaak zal het advies niet alleen van nut zijn voor de opdrachtgever maar ook relevant zijn voor andere instellingen en beroepskrachten in het werkveld van de opleiding. Dat betreft uiteraard ook jouzelf in jouw huidige of toekomstige beroepspraktijk. Het verdient aanbeveling dat je een deel van het implementatieplan zelf (mede) uitvoert of begeleidt als onderdeel van de stage. In hoeverre dit mogelijk is hangt van de concrete onderzoeksopdracht en omstandigheden af. Masterniveau Het afstudeeronderzoek van een masteropleiding onderscheidt zich van dat van een bacheloropleiding doordat het zich richt op een complexere situatie, die de grenzen van de routinematige beroepspraktijk overschrijdt. Een onderzoeker op masterniveau dient aan te tonen dat hij een bijdrage kan leveren aan de vernieuwing van

3 de beroepspraktijk. Daarvoor wordt een beroep gedaan op een zekere creativiteit. Verder dient een master vruchtbaar gebruik te kunnen maken van recente ontwikkelingen in de theorieën die voor zijn onderzoek relevant zijn, zoals die ontwikkeld en besproken worden in vakpublicaties en wetenschappelijke publicaties in diverse talen. Opzet en uitvoering van het onderzoek Voor de opzet en uitvoering van het afstudeeronderzoek wordt verwezen naar alles wat je geleerd hebt in het kader van de onderwijseenheid Toegepaste onderzoeksmethoden en vaardigheden. Als hulpmiddel heb je daarbij onder meer de Handleiding voor het schrijven van een afstudeeronderzoeksvoorstel. Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging ontvangen. Deze en verder relevant materiaal zijn beschikbaar in de map voor de desbetreffende onderwijseenheid in de digitale leeromgeving. Toestemming om het afstudeeronderzoek te beginnen De normale gang van zaken is dat je het plan voor het afstudeeronderzoek schrijft in het kader van de onderwijseenheid Toegepaste onderzoeksmethoden en vaardigheden. Het schrijven van een goed onderzoeksplan is de toets waarmee je die onderwijseenheid afsluit. Het is mogelijk dat je wel een voldoende voor je onderzoeksplan krijgt maar ook een paar kritische opmerkingen en adviezen ter verbetering. Daar trek je natuurlijk zo veel mogelijk profijt van wanneer je het plan uit gaat voeren. Behalve de goedkeuring van je afstudeeronderzoeksplan moet je aan een tweede voorwaarde voldaan hebben, voordat je met de uitvoering van je onderzoek mag beginnen: je moet minimaal 30 ec van je masteropleiding hebben behaald. Je hebt namelijk de bagage van de overige onderdelen van je opleiding nodig om je afstudeeronderzoek en stage, waarmee je de opleiding afrondt, goed uit te kunnen voeren. Begeleiding Wanneer je afstudeeronderzoeksplan is goedgekeurd en je minimaal 30 studiepunten van de masteropleiding behaald hebt, wijst de opleidingscoördinator jou een afstudeerbegeleider toe. Deze begeleider begeleidt je bij de geleidelijke uitvoering van het onderzoeksplan en de uitwerking ervan tot het uiteindelijke onderzoeksverslag. Je hebt regelmatig contact met je afstudeerbegeleider via de mail, telefoon en in directe besprekingen. Student en begeleider maken zelf afspraken over hun manier en frequentie van overleg, maar er wordt wel van ze verwacht dat zij minstens driemaal een direct overleg hebben, dus los van contact via telefoon of mail. Vergeet vooral niet vragenlijsten en dergelijke met je afstudeerbegeleider te bespreken voordat je veldonderzoek in de vorm van interviews, enquêtes en dergelijke gaat doen. Omdat de afstudeerbegeleider in principe, samen met een andere deskundige, ook als beoordelaar van het afstudeerwerk optreedt, krijg je gewoonlijk een docent als afstudeerbegeleider toegewezen die op grond van diens deskundigheid door de examencommissie als beoordelaar van afstudeeronderzoek is aangewezen. Omvang van het verslag Het is niet goed mogelijk precieze regels voor de omvang van het afstudeeronderzoeksverslag op te stellen. Sommigen gebruiken immers veel woorden om uiteindelijk weinig te zeggen en anderen hebben weinig woorden nodig om veel te zeggen. In vele gevallen zal het om ongeveer woorden gaan, exclusief eventuele bijlagen. Dat zijn ongeveer 40 à 50 bladzijden in een standaardtekst met enkelvoudige regelafstand. Kwaliteit is uiteraard essentiëler dan kwantiteit. Voor het afstudeeronderzoek is een studiebelasting van 10 ec, dat is 280 uren, vastgesteld. Dat komt bovenop de inspanning en tijd die je in het kader van de onderwijseenheid Toegepaste

4 Onderzoeksmethoden en -vaardigheden al aan het uitwerken van het onderzoeksvoorstel hebt kunnen besteden. Beoordeling Om de kwaliteit van de beoordeling te waarborgen, wordt het afstudeeronderzoek beoordeeld door twee personen, jouw afstudeerbegeleider en een tweede deskundige. Beiden worden door de opleidingscoördinator gekozen uit een groep docenten van de IUE of andere deskundigen die door de examencommissie als beoordelaar voor het afstudeeronderzoek van de hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijk Verzorging zijn aangewezen. Zij beoordelen het afstudeeronderzoek en het afstudeeronderzoeksverslag op basis van de criteria vermeld in de formulieren opgenomen in Bijlage 1, 2 en 3. Met het formulier in Bijlage 1, het controleformulier basisvoorwaarden afstudeeronderzoek, wordt nagegaan of aan alle basisvoorwaarden is voldaan. Alleen als volgens de beoordelaars aan alle genoemde voorwaarden is voldaan, gaan zij aan de hand van het formulier in Bijlage 2, het beoordelingsformulier afstudeeronderzoek, het cijfer bepalen. Bijlage 3 is een nadere toelichting op de criteria die gehanteerd worden in het beoordelingsformulier (Bijlage 2). Hoewel beide beoordelaars doorgaans in een eerste fase ieder hun eigen voorlopige oordeel zullen vormen, is het de bedoeling dat zij uiteindelijk tot één gezamenlijke beoordeling komen en dus ook van het formulier in Bijlage 1 en het formulier in Bijlage 2 samen telkens één exemplaar invullen en ondertekenen. Om wille van de transparantie worden echter ook de voorlopige, individule beoordelingen van beide beoordelaars de door elk afzonderlijk volledig ingevulde en ondertekende formulieren in Bijlage 1 en 2 in het dossier van de student bewaard. Indien beide beoordelaars het ook na overleg niet eens kunnen worden, rapporteren zij dat met de nodige details over hun meningsverschil(len) aan de examencommissie. De examencommissie wijst in dat geval een derde beoordelaar aan. Deze probeert op basis van eigen oordeel en overleg met de afstudeerbegeleider en de tweede beoordelaar tot een gezamenlijke, door alle drie gedragen, beoordeling te komen. Indien ook die poging om tot een consensus te komen mislukt, rapporteert de derde beoordelaar dat met de nodige details over overblijvende meningsverschil(len) aan de examencommissie en beslist de examencommissie hoe verder te gaan hetzij met het overnemen van de beoordeling van één of twee van de drie beoordelaars, hetzij op een andere wijze. De examencommissie motiveert haar besluit schriftelijk.

5 Bijlage 1 Controleformulier basisvoorwaarden afstudeeronderzoek (hbo-master IGV) Invulling en ondertekening door de afstudeerbegeleider en tweede beoordelaar voor punt 3 na overleg met de praktijkbegeleider. Het beoordelingsformulier afstudeeronderzoek kan slechts ingevuld worden als op dit formulier voor alle criteria voldaan is vermeld. Opleiding:... Student:.. Studentnummer:... Datum: Criteria Score (voldaan/niet voldaan) 1 Het onderzoek is relevant voor de opleiding 2 Het onderzoek is een praktijkonderzoek (het is geïnspireerd door een kwestie in de concrete beroepspraktijk; het is in ieder geval deels in die beroepspraktijk uitgevoerd; het is gericht op verbetering van de beroepspraktijk) 3 Het onderzoek heeft praktische en beleidsmatige relevantie (toelichting: dit criterium kan door de afstudeerbegeleider slechts als voldoende gemarkeerd worden na overleg met de opdrachtgever of een door de opdrachtgever aangewezen vertegenwoordiger) 4 Het verslag bevat alle kernelementen van de onderzoekscyclus: achtergrond/probleemschets doel vraagstelling onderzoeksopzet conceptueel en/of theoretisch kader gegevensverzameling analyse conclusie en advies/aanbevelingen evaluatie 5 De vorm van het verslag is correct m.b.t. alle volgende elementen: voorblad met titel, naam en studentnummer auteur, opleiding, datum, naam begeleider typografische verzorging en lay-out taalgebruik en spelling indeling qua hoofdstukken, paragrafen verwijzingen, citaten en notenapparaat literatuurlijst, waaronder ten minste drie niet in het Nederlands en niet in Nederland gepubliceerde publicaties samenvatting van max woorden met hoofdzaken van achtergrond/aanleiding, vraagstelling, onderzoeksopzet, -methode(n) en resultaten Aan ieder criterium is voldaan.... ja/nee Afstudeerbegeleider: Naam:... Handtekening:... Tweede beoordelaar: Naam:... Handtekening:...

6 Bijlage2 Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek hbo-master IGV Invulling en ondertekening op basis van consensus door de eerste en tweede beoordelaar Invulinstructie: 1. Alleen grijze cellen invullen. 2. In elke grijze cel in de derde kolom dient een cijfer op een schaal van 1-10 dan wel "ja" of "nee" ingevuld te worden. 3. De omschrijving van de cijfers is als volgt: voldoende is 6 of 7, goed is 8, excellent is 9 of 10 (zie Bijlage 9c) 4. Er kan alleen een voldoende eindcijfer (6 of hoger) toegekend worden indien alle onderdelen (op de blauwe regels: Vorm, Samenvatting etc.) onafgerond 6 of hoger zijn en nergens "nee" is ingevuld. Indien het op basis van de afzonderlijke cijfers berekende eindcijfer hoger dan 5 is maar niet aan de genoemde voorwaarden voldaan is, wordt het eindcijfer 5,0 toegekend. Opleiding Student Studentnummer Datum beoordeling Weging Toetscriteria onderzoeksrapportage: inhoud en proces ja/nee max. 10 punten Vorm Is in correct en duidelijk Nederlands geschreven. Is op eventuele functionele citaten na in eigen woorden geschreven. Geraadpleegde bronnen worden op een duidelijke, volledige en consistente wijze vermeld. Samenvatting Omvat maximaal 1000 woorden. Inhoud samenvatting: bevat de hoofdzaken van de onderzoeksopzet, de -methode(n) en 10 de belangrijkste resultaten. max. 30 punten Onderzoeksopzet 6 Achtergrond en probleemschets 6 Afbakening van het onderzoeksgebied/object max. 30 punten max. 30 punten 6 Gebruik van literatuur en theorie 6 Doelstelling en vraagstelling 6 Duidelijkheid en samenhang Uitvoering onderzoek 10 Verantwoording 10 Transparantie 10 Verwerking gegevens Resultaten 4 Beantwoording onderzoeksvraag 4 Gefundeerdheid resultaten 4 Referentie aan literatuur 10 Advies 3 Meerwaarde voor de beroepspraktijk 5 Kritische houding en reflectie Toelichting of opmerkingen (invullen verplicht) ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee Naam afstudeerbegeleider: Handtekening: Naam tweede beoordelaar: Handtekening: Cijfer:

7 Bijlage 3 Toelichting op beoordelingscriteria afstudeeronderzoek hbo-master IGV

8

9

10

11

12