3.1 De Beroepscommissie gaat uit van de volgende feiten.
|
|
- Monique Lambrechts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uitspraak Commissie van Beroep d.d. 10 februari 2012 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. C.A. Joustra, mr. A. Bus en drs. P.H.M. Kuijs, AAG, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris) Samenvatting Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Mededelingsplicht verzekerde bij het aangaan van de verzekering. Repeterende rugklachten. Mededelingen aan keuringsarts. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in beroep 1.1 Verzekeraar heeft bij een op 5 juli 2011 gedateerd beroepschrift, met producties, op de voet van artikel 22.1 van het Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening in verbinding met artikel 5 van het Reglement Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening (het Beroepsreglement), aan deze Commissie (verder: de Beroepscommissie) de uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (hierna: de Geschillencommissie) van 15 juni 2011 ter toetsing voorgelegd. 1.2 Verzekerde heeft bij een op 22 september 2011 gedateerd verweerschrift, met producties, verzocht het beroep af te wijzen. 1.3 De Beroepscommissie heeft de zaak ter zitting van 21 november 2011 mondeling behandeld. Partijen hebben de zaak mede toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan de Beroepscommissie zijn overgelegd. 2. Procedure in eerste aanleg Voor het verloop van de procedure in eerste aanleg verwijst de Beroepscommissie naar de aan deze uitspraak gehechte uitspraak van de Geschillencommissie. 3. Inleiding op de beoordeling van het beroep 3.1 De Beroepscommissie gaat uit van de volgende feiten. (i) Verzekerde heeft bij verzekeraar een arbeidsongeschiktheidsverzekering gesloten met als ingangsdatum 19 april Daaraan voorafgaand heeft verzekerde op 18 maart 1999 een gezondheidsverklaring ingevuld en ondertekend. Hij heeft daarin desgevraagd meegedeeld dat hij onder behandeling was (geweest) bij een
2 fysiotherapeut onder meer in verband met vastzittende nekspieren. Verder heeft verzekerde de vraag of hij lijdt of heeft geleden aan (onder meer) rugklachten ontkennend beantwoord. (ii) (iii) (iv) Op 9 april 1999 is ten behoeve van de te sluiten arbeidsongeschiktheidsverzekering onderzoek verricht door een keuringsarts, die verzekerde thuis heeft bezocht. Bij de in het keuringsformulier opgenomen vraag naar eerdere arbeidsongeschiktheid in de afgelopen vijf jaar is ingevuld dat verzekerde in 1994 uit een schoorsteen is gevallen in de veiligheidsgordel en ongeveer drie weken spierpijn en stress heeft ondervonden. Op 2 juni 2008 heeft verzekerde een claim ingediend op grond van arbeidsongeschiktheid per 1 juni 2008 in verband met rugklachten. Bij brief van 15 september 2008 heeft verzekeraar bericht dat de schadeclaim niet wordt gehonoreerd. Zij stelt dat verzekerde vóór het aanvragen van de arbeidsongeschiktheidsverzekering diverse malen bij zijn huisarts is geweest in verband met rugklachten. Voorts is haar gebleken dat verzekerde ten gevolge van een ongeval in 1994 één jaar arbeidsongeschikt is geweest. Volgens verzekeraar heeft verzekerde zijn mededelingsplicht geschonden omdat hij heeft nagelaten een en ander op het aanvraagformulier te vermelden. Verzekeraar schrijft dat zij destijds een uitsluitingsclausule (ter zake van rugklachten) zou hebben geplaatst als zij van deze feiten op de hoogte was geweest. (v) Hierop heeft de advocaat van verzekerde bij brief van 15 oktober 2008 verzekeraar erop gewezen dat sprake is van een misverstand. Het is onjuist dat hij al vijftien jaar rugklachten zou hebben als gevolg van het ongeval in Volgens verzekerde is er een misverstand ontstaan doordat zijn huisarts in een verwijsbrief aan de Rugpoli dat ten onrechte heeft vermeld. Als bijlage wordt een brief van 2 oktober 2008 van de huisarts meegezonden, waarin deze schrijft: Deze pt. zie ik sinds mei dit jaar ivm forse rugpijnklachten. In het gesprek met mij heeft hij toen vermeld dat hij 15 jaar geleden een ongeluk heeft gehad. Zijn rugklachten zijn niet op dat moment ontstaan, maar pas aanwezig sinds dit jaar. Per abuis heb ik in mijn verwijsbrief aan de rugpoli vermeld dat de rugklachten van deze pt. sinds 15 jaar bestaan. Dit is later door de arts van de rugpoli in zijn brief aan ons overgenomen. Dit klopt dus niet en moet alsnog gecorrigeerd worden.
3 (vi) Vervolgens is namens verzekeraar bij brief van 29 oktober 2008 geantwoord dat verzekeraar nog steeds van mening is dat verzekerde in 1999 zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Er wordt aangevoerd dat verzekerde op 4 november 1998 en op 31 maart 1999 de huisarts heeft bezocht in verband met (onder meer) rugklachten. Voorts wijst verzekeraar erop dat uit het onderzoek, dat naar aanleiding van de schadeclaim in haar opdracht is uitgevoerd, is gebleken dat verzekerde na de val uit de schoorsteen in 1994 ongeveer een jaar niet [heeft] gewerkt. (vii) (viii) Bij brief van 10 februari 2009 heeft de advocaat van verzekerde geantwoord dat het onjuist is dat verzekerde als gevolg van een ongeval in 1994 een jaar niet zou hebben gewerkt. De arbeidsongeschiktheid heeft slechts ongeveer drie weken geduurd. Het is volgens verzekerde wel juist dat hij na het ongeval ongeveer een jaar niet heeft gewerkt, maar dat was niet vanwege arbeidsongeschiktheid, maar omdat hij was geschrokken en liever ander werk wilde. Hierop heeft verzekeraar bij brief van 27 april 2009 laten weten bij haar standpunt te blijven dat verzekerde in 1999 zijn mededelingsplicht heeft verzaakt. Wederom wordt gewezen op de huisartsbezoeken van 4 november 1998 en 31 maart In deze procedure heeft verzekerde gevorderd dat verzekeraar overgaat tot behandeling van de claim van verzekerde en de arbeidsongeschiktheidsrente vanaf 1 juni 2008 vergoedt, inclusief wettelijke rente. 3.3 Verzekeraar heeft de vordering weersproken. Zij heeft zich erop beroepen dat verzekerde heeft verzuimd verzekeraar specifiek te informeren over klachten aan zijn rug. Een dergelijke melding zou aanleiding zijn geweest om een uitsluiting op de polis te overwegen. Bij juiste en volledige informatievoorziening zou verzekeraar de arbeidsongeschiktheidsverzekering niet, althans niet zonder beperkende voorwaarden, hebben gesloten. 3.4 De Geschillencommissie heeft de vordering van verzekerde toegewezen.
4 4. Beoordeling van het beroep 4.1 In hoger beroep heeft verzekeraar, die niet langer het standpunt inneemt dat verzekerde als gevolg van het ongeval in 1994 een jaar arbeidsongeschikt is geweest, zich erop beroepen dat uit het medisch dossier van verzekerde blijkt dat deze in 1994, 1997, 1998 en 1999 de huisarts heeft bezocht in verband met rugklachten. Er is volgens de verzekeraar sprake van een repeterend beeld met betrekking tot deze klachten: Op 8 juni 1994 heeft verzekerde de huisarts bezocht in verband met zijn val van een schoorsteen. Verzekerde heeft enige tijd in de veiligheidsgordel gehangen voordat de brandweer hem heeft bevrijd. Hij had voornamelijk pijn op de ribbenboog en rechts op de rug ten gevolge van de beknelling van de gordel. Op 26 september 1997 heeft verzekerde de huisarts bezocht in verband met een zeurende pijn in zijn rechterschouder, uitstralend naar zijn rechterelleboog. De pijn is sinds zeven à acht maanden langzaam ontstaan. Op 4 november 1998 heeft verzekerde de huisarts bezocht. De huisarts vermeldt in het medisch dossier over dit bezoek: heeft weer erg veel last van de rug ook thv schouders en nek. Op 31 maart 1999 heeft verzekerde de huisarts bezocht. Hierover vermeldt de huisarts in het medisch dossier: laatste tijd weer meer rugklachten onderrug met uitstraling mn li-been. Ook na het sluiten van de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft verzekerde de huisarts bezocht in verband met rugklachten, namelijk in 2001 en Dat de keuringsarts in 1999 geen afwijkingen aan de rug heeft aangetroffen, is niet zonder meer maatgevend voor de acceptatie van verzekerde. Ook als een arts geen afwijkingen constateert, kan er reden zijn een potentiële verzekerde niet (ongeclausuleerd) te accepteren. Aanleiding hiervoor kan zijn een repeterend klachtenbeeld, al dan niet in het licht van het beroep van de potentiële verzekerde, aldus verzekeraar. 4.2 Verzekerde heeft de stellingen van verzekeraar weersproken. Hij is van mening dat ten tijde van de aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering geen sprake was van (repeterende) rugklachten die hij had moeten melden. Verzekerde stelt vóór aanvang van de verzekering slechts af en toe spierklachten te hebben gehad als gevolg van overbelasting. Er bestaat ook geen causaal verband tussen de klachten van destijds en de latere arbeidsongeschiktheidsclaim.
5 4.3 Naar de Beroepscommissie begrijpt, is verzekeraar van mening dat verzekerde had moeten begrijpen dat hij de rugklachten in 1994, 1997, 1998 en 1999 had moeten melden bij het aangaan van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, in het bijzonder omdat het gaat om repeterende rugklachten. De Beroepscommissie overweegt hierover als volgt. 4.4 Verzekerde heeft de val uit de schoorsteen in 1994 bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst aan verzekeraar gemeld. Gesteld noch gebleken is dat die val enig blijvend letsel heeft meegebracht. Bij die stand van zaken kon van verzekerde niet worden verwacht dat hij vijf jaar later, bij de aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering óók zou melden dat hij na de val enige weken pijn heeft geleden onder meer aan zijn rug als gevolg van het feit dat hij geruime tijd in de veiligheidsgordel bekneld had gezeten. Het had op de weg van verzekeraar gelegen nader onderzoek te doen naar de mogelijke lichamelijke gevolgen van het ongeval, indien zij van mening was dat verzekerde vanwege dat ongeval niet zonder meer (ongeclausuleerd) tot de arbeidsongeschiktheidsverzekering zou kunnen worden toegelaten. 4.5 Wat betreft het door verzekeraar aangehaalde huisartsenbezoek in 1997 is onvoldoende toegelicht waarom dit in deze kwestie relevant is. Het medisch dossier vermeldt ter zake van dat bezoek immers slechts schouderpijn, uitstralend naar de elleboog. 4.6 Bij het huisartsenbezoek in 1998 heeft verzekerde blijkens zijn medisch dossier naast schouder- en nekklachten wel melding gemaakt van rugklachten. Uit het dossier blijkt dat de huisarts drukgevoelige plekken in neken schouderregio heeft aangetroffen die vooral naar het hoofd trekken. Verzekerde stelt dat hij deze klachten daarom op het aanvraagformulier heeft samengevat als nekklachten. Volgens hem gaat het om klachten als gevolg van lichamelijke overbelasting. Hij meent dat verzekeraar uit het medisch dossier, waarin wordt gesproken van weer ( ) rugklachten ten onrechte de conclusie heeft getrokken dat er in 1998 al sprake was van repeterende rugklachten. 4.7 Naar het oordeel van de Beroepscommissie heeft verzekerde bij de aanvraag van de verzekering kunnen volstaan met de mededeling dat hij nekklachten had. Uit het onderzoek van de huisarts op 4 november 1998 bleek immers dat daar de kern van de klachten zat. In dit verband wijst de Beroepscommissie erop dat verzekerde blijkens het medisch dossier op 11 november 1998 een week later de huisarts wederom heeft bezocht in verband met recidiverende nekklachten; van rugklachten wordt niet meer gerept. Er kan dan ook niet worden aangenomen dat verzekerde eind 1998 rugklachten had van zodanige aard dat hij moest begrijpen dat hij daarvan in maart 1999
6 melding diende te maken op het aanvraagformulier voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit geldt ook indien daarbij wordt betrokken dat verzekerde in 1994 ook rugpijn heeft gehad, nu zoals hiervoor onder 4.4 weergegeven deze klachten van andere aard waren. 4.8 Het bezoek aan de huisarts op 31 maart 1999 vond plaats nadat verzekerde het aanvraagformulier had ingediend. Volgens verzekerde betrof het spierklachten die kort hebben geduurd. Tijdens de zitting bij de Beroepscommissie heeft verzekerde toegelicht dat de huisarts hem had aangeraden voor deze klachten een cesartherapeut te bezoeken, maar dat hij dat niet heeft gedaan omdat de klachten enkele dagen later al waren verdwenen. Tijdens het bezoek van de keuringsarts anderhalve week later, op 9 april 1999, stond verzekerde alweer te klussen. Als er toen sprake was geweest van klachten van betekenis, dan had de keuringsarts die wel opgemerkt. Tijdens het onderzoek heeft verzekerde de keuringsarts verteld over het bezoek aan de huisarts op 31 maart De keuringsarts keek niet op van de klachten, gelet op de activiteiten die eraan vooraf gegaan waren en heeft bij het lichamelijk onderzoek extra aandacht besteed aan de beweeglijkheid, aldus verzekerde. 4.9 Uit het dossier en meer in het bijzonder een rapportage van een door verzekeraar ingeschakeld onderzoeksbureau blijkt dat verzekerde dit al eerder nadrukkelijk heeft gemeld. Dit onderzoek is mede bepalend geweest voor het eindoordeel van verzekeraar over de claim van verzekerde Verzekeraar heeft geen mededeling gedaan van enig nader onderzoek naar deze (eerdere) melding van verzekerde. Naar het oordeel van de Beroepscommissie heeft verzekeraar de onder 4.8 bedoelde stellingen van verzekerde daarmee onvoldoende gemotiveerd weersproken. Verzekeraar heeft voorts onvoldoende toegelicht waarom verzekerde heeft moeten begrijpen dat de melding van het bezoek aan de huisarts op 31 maart 1999 aan de keuringsarts onvoldoende was en daarnaast door hem ook rechtstreeks aan verzekeraar ter kennis had moeten worden gebracht De conclusie is dat er onvoldoende gronden zijn om aan te nemen dat sprake was van repeterende rugklachten van zodanige aard dat verzekerde had moeten begrijpen dat hij hiervan ten tijde van het sluiten van de arbeidsongeschiktheidsverzekering melding diende te maken bij verzekeraar Eventuele rugklachten die zich na april 1999 hebben voorgedaan, zijn niet doorslaggevend voor het antwoord op de vraag of verzekerde in maart/april 1999 moest begrijpen dat hij aan verzekeraar diende te melden dat hij aan (al dan niet repeterende) rugklachten leed. Uit het medisch dossier blijkt overigens niet dat verzekerde gedurende de looptijd van de verzekering in
7 verband met dergelijke klachten regelmatig de huisarts heeft bezocht. Het medisch dossier vermeldt afgezien van de rugklachten waarmee verzekerde in 2008 is uitgevallen slechts één huisartsenbezoek (in 2001) waarbij sprake was van rugpijn. 5. Beslissing De Beroepscommissie stelt bij bindend advies vast dat de bestreden beslissing van de Geschillencommissie wordt gehandhaafd.
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 148 d.d. 15 juni 2011 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting
1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2017-024 d.d. 3 juli 2017 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten Cate,
mr. A. Rutten-Roos, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.J.H. Mijnssen en mr. F. Peijster.
GCHB 2011-389 Uitspraak van 18 april 2011 "Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verzekerde is tijdens zijn werk van een muurtje gestapt, uit zijn evenwicht geraakt en gevallen. Sindsdien lijdt hij aan rugklachten
1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster.
GCHB 2012-451 Uitspraak van 7 juni 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. Aanvraag levensverzekering geweigerd. Geschillencommissie
1.2 De Verzekeraar heeft een op 27 oktober 2015 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-010 d.d. 22 maart 2016 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. S.B. van Baalen, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Smeeing-van Hees, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-025 d.d. 12 augustus 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. A. Smeeïng-van Hees en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Samenvatting
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162 d.d. 2 september 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
1.3 Verweerster (verder: de verzekeraar) heeft bij een op 6 september 2010 gedateerd verweerschrift verzocht het beroep af te wijzen.
Uitspraak Commissie van Beroep 2010-15 d.d. 2 december 2010 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. A. Bus en drs. P.H.M. Kuijs AAG, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-635 (mr. J.S.W Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H Bakkerus, lid, drs. J.H. Paulusma-de Waal M&G RGA, arts en mr. R.A. Blom, secretaris)
1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-029 d.d. 23 september 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-11 d.d. 22 maart 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. J.B Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. F.P. Peijster en mr. J.B.B.M. Wuisman, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-038 d.d. 24 mei 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Smeeing-van Hees, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, mr. A. Bus en drs. P.H.M. Kuijs AAG, leden, en
1.2 Belanghebbende heeft bij brieven van 16 mei 2011 en 23 juli 2011 nog stukken in het geding gebracht.
GCHB 2011-423 Uitspraak van 10 november 2011 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F.P. Peijster. Klik hier voor de uitspraak in eerste
1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-18 d.d. 11 juni 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-020 d.d. 22 juli 2016 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. W.J.J. Los, mr. A. Smeeing-van Hees, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris)
1.3 Tussenpersoon heeft het beroep bestreden bij een op 13 juli 2012 bij de Beroepscommissie binnengekomen verweerschrift.
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-17 d.d. 11 september 2012 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. J.B.M.M. Wuisman, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-157 d.d. 21 mei 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 86 d.d. 11 april 2011 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr B.F. Keulen en dr B.C. de Vries, leden, mr S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-07 d.d. 31 januari 2013 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Uitspraak van de Commissie van Beroep d.d. 22 november 2010
Uitspraak GCHB 397-H90020 Zorgplicht hypotheekadviseur i.v.m. termijn financieringsvoorbehoud. 'eigen schuld' cliënt. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg Uitspraak van de Commissie van Beroep d.d. 22
Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-20 d.d. 9 januari 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,
: Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Zoetermeer, verder te noemen Verzekeraar.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-575 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. J.H. Paulusma-de Waal, leden en mr. G.A. van de Watering, secretaris)
1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 De bank heeft een op 16 februari 2012 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-11 d.d. 20 april 2012 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Rutten-Roos en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
: Delta Lloyd Schadeverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-049 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A.M.T. Wigger, drs. A. Paulusma de Waal arts M&G RGA en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 203 d.d. 30 augustus 2011 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr B.F. Keulen en dr B.C. de Vries, leden, en mr S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting
Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
prof. mr. A.S. Hartkamp (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. R.J.F. Thiessen en drs. P.H.M. Kuijs AAG.
GCHB 2012-453 Uitspraak van 24 juli 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. R.J.F. Thiessen en drs. P.H.M. Kuijs AAG. Belanghebbende, een niet-professionele cliënt met
1.2 De bank heeft een op 7 januari 2011 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2011-07 d.d. 16 juni 2011 (mr. A. Rutten-Roos, voorzitter, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-063 d.d. 30 oktober 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. F.R. Salomons, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, mr. A. Bus en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en
BNP Paribas Cardif Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Oosterhout, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-219 d.d. 2 juni 2014 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)
1.2 De tussenpersoon heeft een op 5 juli 2012 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-04 d.d. 24 januari 2013 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-109 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. M.L. Hendrikse en mr. drs. G.J. Kruithof, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen
1.2. Verweerder in beroep (hierna: de tussenpersoon) heeft een op 21 juli 2010 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2010-14 d.d. 22 november 2010 (mr. A. Rutten-Roos, voorzitter, mr. A. Bus, mr. R. Herrmann, mr. F. Peijster en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
London General Insurance Company Limited, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-125 d.d. 20 april 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en dr. B.C. de Vries, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-26 d.d. 29 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. A. Rutten-Roos, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-037 d.d. 9 december 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. J.B.M.M Wuisman, mr. S.B. van Baalen, mr. A. Bus en drs. P.H.M. Kuijs AAG, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
1.2 Verweerder in beroep (hierna: belanghebbende) heeft een op 13 september 2011 gedateerd verweerschrift ingediend.
GCHB 2012-437 Uitspraak 7 maart 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster, mr. A. Rutten-Roos, en mr. R.J.F. Thiessen. Belanghebbende is in eerste aanleg terecht gedeeltelijk
: Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te s-gravenhage, verder ook te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-192 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. R.J. Verschoof en dr. B.C. de Vries en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 21
N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-167 d.d. 11 juni 2015 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en dr. B.C. de Vries, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 16 september 2013 heeft ontvangen.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-005 d.d. 31 januari 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Samenvatting. Consument, tegen. TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-161 d.d. 14 april 2014 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
1.2 Verzekeraar heeft een verweerschrift ingediend gedateerd (zo leest de Commissie van Beroep) op 14 mei 2018.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-065 d.d. 20 november 2018 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, prof. mr. D. Busch, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, J.C.H. Kars AAG CERA en F.R. Valkenburg AAG RBA,
1.2 Belanghebbende heeft een op 3 juni 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-026 d.d. 31 augustus 2016 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. A.S. Hartkamp, mr. C.A. Joustra en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en mr. G.A. van de Watering,
1.4 Verzekeraar heeft een op 17 november 2015 gedateerd verweerschrift, met bijlagen, ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-014 d.d. 10 mei 2016 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. W.J.J. Los, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Smeeïng-van Hees, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Samenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-357 d.d. 20 december 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. P.A. Offers en dr. D.F. Rijkels, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-087 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A.W.H. Vink, drs. A. Paulusma- de Waal, arts en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht ontvangen
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken inclusief bijlagen:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-735 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en drs. A. Paulusmade Waal (medisch lid) en mr. A. Westerveld, secretaris)
prof. mr. A.S. Hartkamp (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.P. Peijster en mr. A. Rutten-Roos.
GCHB 2012-430 Uitspraak van 20 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.P. Peijster en mr. A. Rutten-Roos. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg 1.
: TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, verder te noemen Administrateur Datum uitspraak : 11juli 2016
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-322 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA, J.H. Paulusma-de Waal RGA (medisch lid) en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht
Effectenportefeuille. Betekenis van risico-ondergrens. Informatieplicht van de bank.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-19 d.d. 11 juni 2013 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F.P. Peijster.
GCHB 2012-456 Uitspraak van 6 augustus 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F.P. Peijster. Besteding gouden handdruk. Gebrekkige advisering
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 132 d.d. 23 december 2009 (mr B. Sluijters, voorzitter, drs A.I.M. Kool, en dr B.C. de Vries, arts) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
GHCB Uitspraak van 31 januari 2012
GHCB 2012-427 Uitspraak van 31 januari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. " Vermogensbeheerrelatie. Schade. Causaal
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 54 d.d. 29 maart 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, en dr. B.C. de Vries) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 19 d.d. 1 april 2009 (mr. B. Sluijters, voorzitter, en mr. drs. M.L. Hendrikse, mr. M.M. Mendel, dr. D.F. Rijkels en dr. B.C. de Vries) 1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-103 d.d. 2 april 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
: ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-289 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, drs. W. Dullemond, mr. R.J. Paris, leden en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Aanvraag van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ten tijde van de verzekeringsaanvraag
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-333 d.d. 22 november 2011 (prof. mr M.L. Hendrikse, voorzitter, mr P.A. Offers en dr. D.F. Rijkels, leden, en mr S.N.W. Karreman, secretaris)
prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.
GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie
1.2 Verzekeraar heeft met een op 27 mei 2015 gedateerd geschrift verweer gevoerd.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-025 d.d. 19 augustus 2015 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Samenvatting Belanghebbende
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging
Samenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-18 d.d. 15 januari 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en dr. B.C. de Vries, leden en mevrouw mr.drs. D.J. Olthoff,
Rechtsbijstandverzekering, consument klaagt dat de verzekeraar ontoereikende rechtsbijstand heeft verleend in een lang slepend burenconflict.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-021 d.d. 1 juli 2015 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus en mr. A. Smeeïng-van Hees, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering,
Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-006 d.d. 12 februari 2015 (mr. C.A. Joustra, mr. dr. S.B. van Baalen, mr. J.B.M.M. Wuisman, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 De vermogensbeheerder heeft op het beroepschrift en genoemde brief gereageerd bij brieven van 5 februari onderscheidenlijk 1 april 2014.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-026 d.d. 3 september 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.P. Peijster en mr. J.B.B.M. Wuisman, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-315 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op :
Beleggingsadviesrelatie. Samenvoeging van portefeuilles. Complianceformulier. Niet gebleken dat een van de portefeuilles een pensioenbestemming had.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-003 d.d. 28 januari 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. drs. W.J.J. Los, mr. A. Bus en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
1.2 Verzekeraar heeft een op 17 december 2014 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-011 d.d. 30 maart 2015 (mr. F.R. Salomons (voorzitter), drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. F.P. Peijster, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. J.B.M.M. Wuisman, leden, en mr. M.J.
1.2 Verzekeraar heeft een op 5 januari 2017 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-007 d.d. 24 januari 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Smeeing-van Hees en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten
ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-82 d.d. 13 maart 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.M. Mendel en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-29 d.d. 16 januari 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mevrouw mr. M. van Pelt, secretaris)
De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-682 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Paulusma-de Waal, arts, mr. B.F. Keulen, leden en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)
de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting
Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401
Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen
Samenvatting. Wet op de medische keuringen. Arbeidsgeschikt. Verzekeraar verplicht tot uitkering over te gaan.
Uitspraak Commissie van Beroep 2011-08 d.d. 30 juni 2011 (mr. A. Rutten-Roos, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-084 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)
: Achmea Schadeverzekeringen N.V., h.o.d.n. Interpolis Schade, gevestigd te Tilburg, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-318 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA, J.H. Paulusma-de Waal RGA en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen op
1.2 De Bank heeft een op 30 november 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-002 d.d. 4 januari 2018 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Roëll, drs. P.H.M. Kuijs AAG, F.R. Valkenburg AAG RBA en mr. J.B.M.M. Wuisman,
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 95 d.d. 27 oktober 2009 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. P.A. Offers en dr. D.F. Rijkels, arts) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 14 maart 2011.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 94 d.d. 12 april 2011 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-394 d.d. 29 oktober 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
1.2 Verweerder in beroep (hierna: belanghebbende) heeft bij verweerschrift van 27 oktober 2011 het beroep bestreden.
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-02 d.d. 27 januari 2012 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. F.P. Peijster, mr. A. Rutten-Roos en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. M.J.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-702 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Samenvatting. Consument, tegen. Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-383 d.d. 18 december 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-112 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 maart 2018 Ingediend door : Consument
Genworth Financial, gevestigd te Arnhem, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-142 d.d. 21 mei 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, dr. B.C. de Vries en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.