Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Reguliersbreestraat CL AMSTERDAM Hierna te noemen: de woonruimte Verzoeker Hierna te noemen: huurder Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak jaar 2013 bedraagt 988,76; jaar 2014 bedraagt 1543,99; jaar 2015 bedraagt 1465, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 23 juni 2016 drie verzoeken van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de servicekosten over de jaren 2013, 2014 en 2015 te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de servicekosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van de verzoeken op de zitting van de Huurcommissie. De verhuurder heeft bij brief van 17 november 2016 medegedeeld dat op blad 2 van het rapport het in rekening gebrachte bedrag voor water in 2015 niet 207,13, maar 204,13 bedraagt, dat de op blad 4 vermelde bedragen voor water exclusief 6% BTW betreffen, dat de huurder op de begane grond de elektraaansluiting op eigen naam heeft staan en dat alle elektrameters op de tweede verdieping hangen en tegelijk worden opgenomen. Tenslotte heeft de verhuurder medegedeeld dat het klein technisch onderhoud is aangemerkt als zogenaamde kleine herstellingen en dat 21% BTW berekend wordt over de administratiekosten. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring huurder: De afrekening is onduidelijk; daarom is deze procedure opgestart. Ook is de huurder het niet eens met de post "klein onderhoud". Er zijn twee meters in het pand aanwezig. Op de begane grond zit een meter en op de tweede verdieping, waarop de eerste en de tweede verdieping zijn aangesloten. Huurder heeft een tussenmeter. De beschrijving over het watergeld is akkoord. Het overzicht/ de berekening van elektra beslaat een periode van minder dan 1 jaar. Dat geldt voor de jaren 2013 en Het totaalbedrag moet zijn 1038,26. Het verhaal en de berekening zijn op zich plausibel. Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de verhuurder: Er is een correctie gedaan naar aanleiding van een schatting in eerdere jaren. De afrekening van NUON van 2013 loopt van oktober 2012 tot september De correctie van 805,00 hebben we later gekregen en konden we niet meenemen. In 95% van de gevallen wordt afgerekend op basis van de meterstanden. Het klein technisch onderhoud heeft betrekking op incidentele uitgaven. COU2G ENV III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Pagina 2 van 5

3 Eindafrekening kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten De huurder heeft gedurende de jaren 2013, 2014 en 2015 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van respectievelijk 990,71, 1545,37 en 1604,08 in rekening gebracht. Deze kosten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de servicekosten over de jaren 2013, 2014 en 2015 vast te stellen op respectievelijk 1135,18, 727,73 en 1045,73. Beoordeling Huurcommissie De Huurcommissie neemt het advies van de verhuurder niet over. De verhuurder heeft in de brief van 17 november 2016 o.a. terecht aangevoerd dat de op blad 4 van het rapport vermelde bedragen voor het watergeld exclusief 6% BTW betreffen. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting voor het watergeld conform de afrekening van de verhuurder vast op 185,48, inclusief 6% BTW, voor het jaar 2013, op 194,91, inclusief 6% BTW voor het jaar 2014 en 204,13, inclusief 6% BTW voor het jaar De door verhuurder in 2015 opgevoerde kosten voor klein technisch onderhoud vallen naar het oordeel van de Huurcommissie niet onder de zogenaamde kleine herstellingen, zoals bedoeld in de wet. De Huurcommissie schrapt daarom deze kosten. De elektrakosten zijn naar het oordeel van de Huurcommissie correct berekend door de verhuurder. Immers vast is komen te staan dat de huurder van de begane grond over een eigen meter beschikt. De Huurcommissie neemt daarom de afrekening van de verhuurder inzake de elektrakosten over. In afwijking van de rapportage stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting vast op: 01/01/ /12/2013: Gas 585,13 Water 185,48 Elektra 180,23 Opname elektrameter 7,56 Subtotaal 958,40 Administratiekosten gas( 2% over 585,13) 11,70 Administratiekosten overige posten (5% over 373,27) 18,66 Totaal 988,76 Pagina 3 van 5

4 01/01/ /12/2014: Gas 203,68 Water 194,91 Elektra 1077,70 Subtotaal 1476,29 Administratiekosten gas( 2% over 203,68) 4,07 Administratiekosten overige posten (5% over 1272,61) 63,63 Totaal 1543,99 01/01/ /12/2015: Gas 482,94 Water 204,13 Elektra 722,16 Klein technisch onderhoud 0,00 Subtotaal 1409,23 Administratiekosten gas( 2% over 482,94) 9,66 Administratiekosten overige posten (5% over 926,29) 46,31 Totaal 1465,20 Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie oordeelt dat het bedrag aan servicekosten dat de verhuurder berekent over de jaren 2013 en 2014, nagenoeg redelijk is. Voor beide jaren merkt zij de huurder aan als de meest in het ongelijk gestelde partij. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting van de huurder over het jaar 2015, door het schrappen van de post 'Klein technisch onderhoud', aanzienlijk lager vast dat de afrekening van de verhuurder. De Huurcommissie merkt de verhuurder daarom voor het jaar 2015 aan als de meest in het ongelijk gestelde partij. De verhuurder moet de leges betalen. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing jaar 2013 bedraagt 988,76; jaar 2014 bedraagt 1543,99; jaar 2015 bedraagt 1465,20. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling zaak De huurder moet 25,00 leges betalen. De huurder heeft dit bedrag al betaald als voorschot. Legesveroordeling zaak De huurder moet 25,00 leges betalen. De huurder heeft dit bedrag al betaald als voorschot. Legesveroordeling zaak De verhuurder moet 450,00 leges betalen. De huurder krijgt het betaalde voorschot terug. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. AMSTERDAM, De Huurcommissie, mr. J.A.M. Schuurbiers mr. J.S. Buiting en ir H. Brakel Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5