Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten"

Transcriptie

1 Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van een netwerk voor je project kun je op twee verschillende manieren te werk gaan. Bij de ene manier geef je activiteiten weer door pijlen, bij de andere manier geef je activiteiten weer door knooppunten. In de praktijk verschilt het gebruik niet zoveel, maar omdat de opzet natuurlijk wel verschilt, behandel ik beide in een afzonderlijke notitie. Deze notitie gaat over de manier waarbij de activiteiten door knooppunten worden weergegeven. In een netwerkdiagram laat je de afhankelijkheden zien tussen de verschillende activiteiten in een project. Het samenstellen is niet erg moeilijk, maar je hebt er een paar handigheidjes bij nodig. Daarover gaat deze notitie. Je leert hoe je: een netwerkdiagram opstelt; het kritieke pad bepaalt; per activiteit de speling bepaalt. Een netwerkdiagram bestaat uit pijlen en knooppunten. De knooppunten stellen activiteiten voor, de pijlen geven aan welke afhankelijkheden er tussen de activiteiten zijn. Vaste knooppunten in een netwerkdiagram zijn Start (voor het begin) en Finish (voor het eind). Ik zal activiteiten aanduiden met de letters A, B, C,... en het knooppunt krijgt de letter van de activiteit die het voorstelt. Er zijn bij een netwerk twee belangrijke begrippen: voorganger en opvolger. Als A een voorganger van B is, dan moet A afgerond zijn voordat je aan B kunt beginnen. B is dan de opvolger van A. Een voorganger heet ook wel directe voorganger of verplichte voorganger. Je hebt bepaald welke activiteiten moeten worden uitgevoerd in je project en hoeveel tijd ze vergen. Maak daar een tabel van en zet ze daarin in volgorde. In volgorde betekent hier dat je een activiteit die voorgangers heeft, in de tabel onder zijn voorgangers zet. Je ziet een voorbeeld in tabel 1. Activiteit Voorganger Tijdsduur (dagen) A - 6 B - 12 C A 5 D A 4 E B en C 8 F D 8 H E 9 1

2 Tabel 1 een eenvoudige activiteitentabel Afhankelijkheden in kaart brengen. We gaan een netwerk tekenen met pijlen en knooppunten. Je geeft een activiteit weer met een rechthoek. In die rechthoek vermeld je enkele kenmerken omtrent die activiteit. Om te beginnen de naam en de tijdsduur, later voegen we daar andere kenmerken aan toe. Wanneer je een netwerkdiagram op deze manier opbouwt, zeggen we dat de activiteiten staan op de knooppunten. Dat kan ook anders, zie daarvoor de notie over netwerken met activiteiten op de pijlen. De pijlen die de knooppunten verbinden dienen om afhankelijkheden aan te geven tussen voorgangers en opvolgers. Bijzondere knooppunten zijn Start aan het begin en Finish aan het eind van het project. Strikt genomen zijn dat geen activiteiten, maar volledigheidshalve nemen we ze toch maar op. Een knooppunt geef je weer door een rechthoek die is verdeeld in compartimenten. Ieder compartiment bevat een kenmerk. Voorlopig beperken we ons tot de naam ( naam in figuur 1) en de tijdsduur ( tijd in figuur 1) van de activiteit die we er mee weergeven.. Zie figuur 1. Figure 1 Begin met het knooppunt Start te tekenen. Kijk daarna in de tabel welke activiteiten geen voorganger hebben. In tabel 1 zijn dat A en B. Activiteiten zonder voorganger hebben alleen Start als voorganger. Je zet A en B rechts van Start en verbindt Start met A respectievelijk B. Zie figuur 2. Figure 2 Bij iedere activiteit zie je de naam en de tijdsduur. De pijlen geven aan dat je A en B kunt beginnen bij de start van het project. TIP: laat de tijd in je netwerk zoveel mogelijk van links naar rechts lopen. Zoek daarna de opvolgers van de activiteiten die in Start beginnen. Daarbij zijn er verschillende 2

3 mogelijkheden. Voor ieder van die mogelijkheden is er een handige manier om ze in het diagram op te nemen. Ik zal de belangrijkste behandelen, ander mogelijkheden kun je dan zelf afleiden. De gemakkelijkste afhankelijkheid is het geval dat een activiteit precies één voorganger heeft. Begin altijd met zoveel mogelijk deze solo-voorgangers te verwerken. Voorbeeld uit tabel 1: activiteit C met voorganger A. Ook activiteit D heeft één voorganger (dat is A) evenals de activiteiten F (met voorganger D) en H (met voorganger E). Begin met een knooppunt te tekenen voor C. Dat knooppunt verbind je met knooppunt A om aan te geven dat C pas kan worden gedaan als A is afgerond. Teken een daarna een knooppunt voor D en verbindt die ook door middel van een pijl met A.. Voor H kun je wel tekenen, maar omdat je E nog niet hebt getekend, kun je die nog niet verbinden. Dan is het handiger een activiteit nog niet te tekenen. Maar als je D hebt getekend, heeft het zin F te tekenen en een pijl van D naar F te trekken. Met F heb je iets bijzonders te pakken. In de tabel kun je zien dat F geen opvolgers heeft. Dat betekent dat F eindigt in knooppunt Finish. Dus kun je nu ook een pijl van F naar Finish trekken. Zie figuur 3. Figure 3 Een tweede vorm van afhankelijkheid is dat een activiteit twee of meer voorgangers heeft. Dat kun je gemakkelijk weergeven door op de goede manier pijlen te trekken. Een voorbeeld is E met voorgangers B en C. Je tekent het knooppunt E en verbindt B en C met E door middel van twee pijlen. Tenslotte teken je H en verbindt die met E als voorganger en met Finish. Zie figuur 4. Zorg ervoor dat pijlen in een diagram elkaar zo min mogelijk snijden. Figure 4 3

4 Het verbinden van activiteiten gaat dus heel simpel. Een stuk simpeler dan wanneer je de activiteiten op de pijlen zet. De tijd inbrengen. Tot nu toe hebben we alleen maar gekeken naar afhankelijkheden. Nu gaan we de tijd in het schema brengen. Daarvoor gebruik je de verschillende compartimenten in een knooppunt. Zie figuur 5. Figure 5 Naast Naam en Tijd bevat een knooppunt nog de volgende kenmerken van een activiteit. Het zijn: Vroegst Mogelijke Start (VS), het tijdstip waarop op zijn vroegst met de activiteit kan worden begonnen; Vroegst Mogelijke Einde (VE), het tijdstip waarop de activiteit op zijn vroegst kan worden afgerond; Laatst Mogelijke Start (LS), het uiterste tijdstip waarop de activiteit moet zijn begonnen; Laatst Mogelijke Einde (LE), het laatst mogelijk tijdstip waarop de activiteit moet zijn afgerond; Speling (SP), de ruimte die er is tussen vroegst mogelijke start en laatst mogelijke start. De termen Vroegst Mogelijke Start, Laatst Mogelijke Start et cetera zijn nogal omslachtig. Vandaar dat ik liever Vroegste Start, Laatste Start enzovoorts gebruik. Dat is wat versluierend taalgebruik, want een activiteit hoeft natuurlijk niet te starten op het Vroegst Mogelijke tijdstip. Een voorbeeld. Stel je hebt vier activiteiten, A, B, C en D. Activiteit A is voorganger van B en C, B en C zijn voorganger van D. A duurt 5 dagen, B duurt 8 dagen, C duurt 16 dagen en D duurt 3 dagen. A heeft geen voorgangers en begint dus in Start. A is voorganger van B en C en dus beginnen B en C waar A eindigt. B en C hebben D als opvolger. D heeft geen opvolger en eindigt dus in Finish. Het netwerk wordt dan zoals in figuur 6. In de knooppunten zie je de naam en de tijdsduur (midden boven). Trek je nog even niets aan van de andere getallen. Figure 6 4

5 Nadat de knooppunten op basis van hun onderlinge afhankelijkheid in het diagram zijn gezet, beginnen we met het bepalen van het Vroegst Mogelijke Start (VS) van iedere activiteit. Daartoe begin je in start en werkt van links naar rechts langs de pijlen. Alle activiteiten die direct zijn verbonden met Start krijgen als VS dag 1. Dat getal zet je linksboven in het knooppunt. Daarna bereken je het Vroegst Mogelijke Einde (VE). Daarvoor geldt de formule VE = VS + tijdsduur -1. De waarde voor VE zet je rechtsboven in het knooppunt. Activiteit A komt direct na Start. De vroegste start is dus dag 1 en het vroegste einde is dag 5. Dat betekent dat je mijlpaal 2 op zijn vroegst kunt afronden op dag 5. Nadat je alle knooppunten die met Start zijn verbonden, hebt afgewerkt, neem je de andere activiteiten. In dit geval zijn dat activiteiten B, C en D. Met D kun je nog even niets, want je moet eerst de waarden bij B en C berekenen. Activiteit B kan beginnen als activiteit A is afgerond. Dus de vroegste start VS van B is op dag 6. B vergt 8 dagen, dus het vroegste einde VE is op dag 13. Net bereken je dat voor activiteit C geldt VS = 6 en VE = 21. Bij activiteit D ligt het complexer. D hangt af van B èn van C. Wat activiteit B betreft, die is op zijn vroegst afgerond op dag 13. Dus lijkt het alsof je D kunt beginnen op dag 14. Maar dat is niet zo, want dan is C nog niet afgerond. Dus D kun je niet eerder beginnen dan op dag 22, want C is op zijn vroegst pas afgerond op dag 21. De tijdsduur van D is 3 dagen, dus VE = 23. Samengevat: De activiteiten die alleen afhangen van Start beginnen op zijn vroegst op dag 1, de andere activiteiten beginnen als alle voorgangers zijn afgerond. Formeel bepaal je de VS als volgt. Kies een activiteit. Bepaal voor alle activiteiten die er direct aan voorafgaan het tijdstip waarop ze op zijn vroegst klaar kunnen zijn. Kies uit de berekende tijdstippen het laatste tijdstip. Dat bepaalt de VS van de activiteit. De VE van het knooppunt bereken je met VE = VS + tijdsduur -1. Als je bij alle knooppunten de VS en VE hebt ingevuld, is het tijd voor de Laatst Mogelijke Start (LS) en het Laatst Mogelijke Einde (LE). Met het Laatst Mogelijke Einde LE geven we het uiterste tijdstip aan waarop een activiteit moet zijn afgerond om je project nog op tijd af te kunnen krijgen. Voor het berekenen van LE rekenen we vanaf Finish terug naar Start. Neem als voorbeeld weer de activiteiten A, B, C en D uit figuur 6. De laatste activiteit is D en die eindigt op dag 19. Dus de Finish van je project is op dag 19. Om die dag te halen moet activiteit D tenminste eindigen op dag 19 (Sorry, dit is wat triviaal, maar dan is het principe tenminste duidelijk). Dat is het Laatst Mogelijke Einde LE van D. Omdat D drie dagen tijd vergt, moet je D dus uiterlijk op dag 16 beginnen. Dat is dus de Laatst Mogelijke Start LS van D. De twee waarden vul je in het knooppunt in: de LE rechtsonder, de LS linksonder. Nu kun je ook de speling invullen. De speling is het verschil tussen de VS en de LS van een activiteit. Voor activiteit D is de speling nul, want VS = LS. Voor alle activiteiten die zijn verbonden met Finish geldt dat de LE gelijk is aan de einddatum van je project. Als je die activiteiten hebt afgewerkt, ga je verder met de andere activiteiten. Daarbij moet je terug rekenen van Finish naar Start in je schema. De activiteiten B en C sluiten aan op D. Activiteit D moet op zijn laatst beginnen op dag 22, dus B moet op zijn laatst klaar zijn op dag 21. Dus bij B geldt LE = 21. Omdat B 8 dagen vergt, moet je dus uiterlijk op dag 14 beginnen. Bij B geldt dus LS = 14. De speling bij B is dan 8 dagen, dat is het verschil tussen VS en LS. Op dezelfde manier bereken je bij C een LE van 21 en een LS van 6. Bij C geeft dat een 5

6 speling nul. Als je de waarden bij B en C hebt berekend, kun je tenslotte de waarden bij A berekenen. Maar pas op, voor het bepalen van de LE van A moet je kijken naar B èn C. Afgaande op B kun je concluderen dat de LE van A 13 is. Maar dat is niet zo, want als je A pas op dag 13 afrond, kom je bij C tijd tekort. Daarom krijgt de LS van A de waarde 5. Dan kun je op dag 6 beginnen aan C, dat is precies de LS van C. Omdat bij A geldt VS = LS = 1 heb je bij A een speling van nul. Formeel bepaal je de LS en de LE als volgt. Kies een activiteit. Bepaal voor alle activiteiten die er direct op volgen het tijdstip waarop ze op zijn laatst moeten beginnen (de LS dus). Kies uit de berekende tijdstippen het vroegste tijdstip. Dat bepaalt de LE van de activiteit. De LS bereken je dan met LS = LE - tijdsduur +1. De speling is dan het verschil tussen VS en LS. Nu heb je alle waarden bepaald die je nodig hebt om het hele netwerkdiagram te tekenen en in te vullen zoals in figuur 6 is gebeurd. Een opmerking nog over het bepalen van VS, VE, LS en LE. Een activiteit kan niet eerder starten dan dat de voorgaande activiteiten zijn afgerond. Dus de Vroegste Start (VS) sluit aan op de laatste VE van de voorafgaande activiteiten. Voor dat aansluiten kun je twee manieren volgen. Je kunt zeggen dat de VS van een activiteit gelijk is aan de VE van de voorafgaande activiteit. Dan is de VS van activiteit A in figuur 6 dus 0. Maar je kunt ook zeggen dat als een activiteit op een bepaalde dag wordt afgerond, de opvolger pas de volgende dag kan beginnen. Voor beide manieren valt iets te zeggen, ik heb hier de tweede manier gevolgd. Activiteit A heeft dan zijn vroegste start op dag 1. Het vroegste eind bereken je met de formule VE = VS + tijdsduur - 1. Als een activiteit a dagen vereist, en je begint op dag n, dan ben je op zijn vroegst klaar op tijdstip n + a - 1. Als je de VS van een activiteit gelijk stelt aan de VE van de voorgaande activiteit, dan wordt de formule VE = VS + tijdsduur. Bijvoorbeeld krijgt Activiteit A dan VS = 0. De VE bij A blijft 6. Het Laatste Einde (LE) van een activiteit hangt af van de Laatst Mogelijke Start (LS) van de opvolgende activiteit. Een activiteit moet uiterlijk klaar zijn voorafgaand aan de LS de opvolger. Neem als voorbeeld activiteit C in figuur 6. C heeft als opvolger D. D heeft LS = 22. Dat betekent dat activiteit D uiterlijk klaar moet zijn op dag 21, anders kun je niet beginnen aan D op dag 22. Voor activiteit D geldt dus LE = 21. Als je dat weet, dan kun je de LS van D bepalen met de formule LS = LE - tijdsduur - 1. Die formule ligt voor de hand: als D klaar moet zijn op dag 21 en D vergt 16 dagen, dan moet je uiterlijk beginnen op dag 6. Ook hier geldt weer dat als je de andere manier gebruikt, de formule wordt: LS = LE - tijdsduur. Dan zou je dus als Laatste Start voor D dag 5 krijgen. Het Kritieke Pad. Voor elke activiteit weet je nu op welk tijdstip je die op zijn vroegst kunt afronden (dat is de VE) en wanneer die uiterlijk moet zijn afgerond (dat is de LE). Het verschil tussen LE en VE (of tussen LS en VS) is de speling die je bij die activiteit hebt. In een ingevuld netwerkdiagram kun 6

7 je daarmee heel gemakkelijk het kritieke pad herkennen. Op het kritieke pad heb je geen speling. In een knooppunt zonder speling zijn VE en LE gelijk aan elkaar. Daarom wordt het kritieke pad gevormd door de lijn die alle activiteiten verbindt waar VE en LE aan elkaar gelijk zijn en waar dus de speling nul is. In figuur 6 is bij de activiteiten A, C en D de speling gelijk aan nul. Dat is dus het kritieke pad. Als een of meer van die activiteiten uitloopt, duurt je project langer. Bij activiteit B heb je wel speling, als B langer duurt dan gepland hoeft dat nog geen verlenging van je project te betekenen. De knooppunten Start en Finish behoren altijd tot het kritieke pad. Houd er rekening mee dat een project meer dan één kritiek pad kan hebben. 7

8 Als voorbeeld om uit te werken nemen we de activiteiten uit tabel 2. Activiteit Voorganger Tijdsduur(dagen) A - 6 B - 12 C A 5 D A 4 E B en C 8 F C 8 G F 7 H E en F 5 I E 9 J D 3 Tabel 2 De uitwerking in een netwerkdiagram zie je in figuur 7. Figure 7 Het kritieke pad loopt langs B - E - I. Dat zie je aan de speling bij die activiteiten, die is gelijk aan nul. Let ook eens op de speling bij andere activiteiten. Bijvoorbeeld de activiteiten A en C. De speling is daar slechts één dag. Dat betekent dat als B iets eerder klaar is dan gepland of als A of 8

9 C iets langer duren dan gepland, het kritieke pad wel eens langs de weg A - C kan komen te liggen. Reken maar eens na hoe het kritieke pad komt te liggen als de tijdsduur van B 10 dagen is. Het is belangrijk altijd alle warden in te vullen bij elke activiteit. Als je bijvoorbeeld alleen de speling zou invullen bij activiteiten op het kritieke pad, dan mis je misschien andere kritische activiteiten met geringe speling. Let ook eens op het verschil tussen activiteiten C en F. Bij C heb je 1 dag speling, bij F ineens 3 dagen. Dat komt omdat de route F - G 15 dagen nodig heeft en de route E -I 17 dagen. Bij F - G win je dus twee dagen. Houd er overigens wel rekening mee dat wanneer zowel bij F als bij G staat dat de speling drie dagen is, dat niet betekent dat je bij beide activiteiten drie dagen kunt vermorsen. Het betekent dat je op het traject F-G in totaal drie dagen speling hebt. Een netwerkdiagram kan je een hoop leren over waar je problemen kunt verwachten. In tabel 3 zie je de gegevens nog eens per activiteit samengevat. Activiteit Voorganger Tijdsduur (dagen) Vroegste Start Vroegste Einde Laatste Start Laatste Einde Speling A B C A D A E B en C F C G F H E en F I E J D Tabel 3 De uitgebreide activiteitentabel en het netwerkdiagram vullen elkaar goed aan en vormen een goede basis voor controle over en weer. Het is handig in de tabel het kritieke pad te markeren. Eventueel kun je activiteiten die weinig speling hebben ook markeren om aan te geven dat daar het gevaar loert dat ze op het kritieke pad komen te liggen. Variabele schattingen De schatting van een tijdsduur van een activiteit is altijd een schatting. Soms wordt daar wat meer de nadruk op gelegd door bij een geschatte tijdsduur drie waarden op te geven: een optimistische 9

10 schatting (O), een meest waarschijnlijke schatting (M) en een pessimistische schatting (P). De Optimistische (O) is de kortst mogelijke tijd, de Meest Waarschijnlijke (M) is wat we denken dat het wordt en de Pessimistische (P) is de langste schatting. In plaats van de berekeningen te doen met de gegeven tijdsduur, gebruik je hier uit van de verwachte tijdsduur. Natuurlijk mag je ook de drie schattingen gebruiken voor het maken van drie verschillende planningen: een optimistische, een meest waarschijnlijke en een pessimistische. De verwachte tijdsduur geef je aan met E(t) en de formule er voor luidt: De verwachte tijdsduur is dus een gewogen gemiddelde van de drie gegeven schattingen. De coëfficiënten bij O respectievelijk M respectievelijk P heten de gewichten. Als je zou willen, mag je de gewichten veranderen, bijvoorbeeld door de pessimistische schatting wat zwaarder te laten wegen. Houd er rekening mee dat de noemer in de formule de som van de gewichten moet zijn. Bij de verwachte tijdsduur hoort ook een variantie. Het symbool daarvoor is Var(t) en de formule luidt: De wortel uit de variantie is de standaarddeviatie (sigma). Voor geldt dus de formule: Met verwachte tijdsduur, variantie en standaarddeviatie kun je kansen toekennen aan de tijdsduur van je hele project. Maar dat gaat hier te ver. 10

11 Bijlage. Voorbeeld Hieronder volgt een tabel met activiteiten, afhankelijkheden en tijdsduren voor een project. Als oefening kun je de volgende opdrachten maken. Maak een netwerkdiagram voor dit project. Nummer de knooppunten en bepaal bij ieder de VA en de LA. Bepaal het kritieke pad en de minimale tijdsduur van het project. Vul daarna de kolommen vroegste start tot en met speling in. Controleer het diagram met de tabel. Ga na welke activiteiten weinig speling hebben en wat er gebeurt als zo n activiteit uitloopt in de tijd. Verandert dan het kritieke pad? Activiteit Hint directe voorganger(s) tijd in dagen vroegste start vroegste einde laatste start laatste einde speling A 1-8 B 2-4 C 3-12 D 4 A 7 E 5 A 5 F 8 B en C 3 G 9 B en C 4 H 7 B 5 I 11 F 8 J 13 F en G 5 K 12 G 7 L 10 H 7 M 14 H en I 8 N 15 H, I en J 9 O 16 H, I, J en K 6 P 6 D 3 Hint: In de kolom Hint staat de volgorde waarin ik het netwerk heb getekend. Je hoeft die volgorde niet aan te houden, het kan ook ietsje anders. De antwoorden staan op de volgende bladzijden. 11

12 Tabel met antwoorden Activiteit Hint directe voorganger(s) tijd in dagen vroegste start vroegste einde laatste start laatste einde speling A B C D 4 A E 5 A F 8 B en C G 9 B en C H 7 B I 11 F J 13 F en G K 12 G L 10 H M 14 H en I N 15 H, I en J O 16 H, I, J en K P 6 D Kritieke pad: C - F - I - N Lengte kritieke pad = = 32 dagen 12

13 Figure 8 Netwerkdiagram AON 13

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Project Management (H 9.8 + H 22 op CD-ROM)

Project Management (H 9.8 + H 22 op CD-ROM) Project Management (H 9.8 + H 22 op CD-ROM) CPM (Critical Path Method) Activiteiten met afhankelijkheden en vaste duur zijn gegeven. CPM bepaalt de minimale doorlooptijd van het project. PERT (Program

Nadere informatie

Hoofdstuk!7!Kortste!paden!

Hoofdstuk!7!Kortste!paden! oofdstukkortstepaden oofdstukkortstepaden In een gewogen graaf is men soms geïnteresseerd in het kortste pad tussen twee punten: dat is een pad, waarbij de som van de gewichten zo klein mogelijk is..inleiding

Nadere informatie

Sterrenwerk. Rekenen. voor 9-11 jaar. combineren en visualiseren 2

Sterrenwerk. Rekenen. voor 9-11 jaar. combineren en visualiseren 2 Sterrenwerk Rekenen voor 9-11 jaar combineren en visualiseren 2 2 Hexomino s 1 Die dekselse figuren van zes! Deze figuren bestaan uit zes vierkanten die elkaar met ten minste een zijde raken. Ze heten

Nadere informatie

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen?

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen? werkblad experiment 4.5 en 5.4 (aangepast) naam:. klas: samen met: Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen? De weerstand R van een voorwerp is te bepalen als men de stroomsterkte

Nadere informatie

Uitwerkingen oefenopdrachten or

Uitwerkingen oefenopdrachten or Uitwerkingen oefenopdrachten or Marc Bremer August 10, 2009 Uitwerkingen bijeenkomst 1 Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van

Nadere informatie

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Omtrek en oppervlakte (1) Werkblad 1 Van een rechthoek die mooi in het rooster past zijn lengte en breedte hele getallen. Lengte en breedte zijn samen gelijk

Nadere informatie

Het opstellen van een lineaire formule.

Het opstellen van een lineaire formule. Het opstellen van een lineaire formule. Gegeven is onderstaande lineaire grafiek (lijn b). Van deze grafiek willen wij de lineaire formule weten. Met deze formule kunnen we gaan rekenen. Je kan geen lineaire

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Praktische toepassing van functies

Praktische toepassing van functies Excellerend Heemraadweg 21 2741 NC Waddinxveen 06 5115 97 46 richard@excellerend.nl BTW: NL0021459225 ABN/AMRO: NL72ABNA0536825491 KVK: 24389967 Praktische toepassing van functies De laatste twee functies

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. 2. Verbanden Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

Les E-03 Kritieke pad problemen in projecten

Les E-03 Kritieke pad problemen in projecten Les E-03 Kritieke pad problemen in projecten 3.1 Projecten beheersen Projecten bestaan vaak uit meerdere deelactiviteiten. Deze activiteiten beslaan een bepaalde tijd. Daarnaast kunnen sommige activiteiten

Nadere informatie

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013 Breuken met letters WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het repeteren met pen en papier van het werken met breuken. Steeds wordt bij gebruik van letters verondersteld dat de noemers

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband tussen

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1

Examen HAVO. Wiskunde B1 Wiskunde B1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Gemaakt door: Harm Bakker Peter Vaandrager April 2002. Met dank aan mevr.o. De Meulemeester van KSO Glorieux uit Ronse in België. Geschiedenis

Nadere informatie

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt

Nadere informatie

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n.

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. . Oefen opgaven Opgave... Gegeven zijn de lijnen l : 2 + λ m : 2 2 + λ 3 n : 3 6 4 + λ 3 6 4 a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. b) Bepaal de afstand tussen die lijn

Nadere informatie

3. Structuren in de taal

3. Structuren in de taal 3. Structuren in de taal In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkst econtrolestructuren die in de algoritmiek gebruikt worden. Dit zijn o.a. de opeenvolging, selectie en lussen (herhaling). Vóór we

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag Basisvaardigheden algebra Willem van Ravenstein 2012 Den Haag 1. Variabelen Rekenenis het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

Ruitjes vertellen de waarheid

Ruitjes vertellen de waarheid Ruitjes vertellen de waarheid Opdracht 1 Van fouten kun je leren Van fouten kun je leren, jazeker. Vooral als je héél goed weet wat er fout ging. Vandaag leer je handige formules begrijpen door kijken

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder.

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder. Groepsopdracht 1: Volledige en onvolledige roosters Voor een volledig rooster kun je de driehoek van Pascal gebruiken om te weten te komen hoeveel routes er van A naar B zijn. Bij onvolledige roosters

Nadere informatie

BOUWschriftje. Onderwerp: Netwerkplanning Rekenmethode van Precedence. Publicatiedatum: 10 juni 2013

BOUWschriftje. Onderwerp: Netwerkplanning Rekenmethode van Precedence. Publicatiedatum: 10 juni 2013 OUWschriftje Onderwerp: Netwerkplanning Inhoud: Rekenmethode van Precedence Omvang: pag. Publicatiedatum: 1 juni 1 uteur: Goost Info: Voor het aansturen van bouwwerken worden veelal staafschema s (Gantt)

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Tutorial. Microsoft Project 2003

Tutorial. Microsoft Project 2003 Bureau voor Taal en Informatica Werfkade 10 9601 LG Hoogezand 0598 390070 e-mail: bti@bbti.nl Tutorial Microsoft Project 2003 www.bbti.nl bbti Hoogezand 2 Introductie In deze tutorial worden opdrachten

Nadere informatie

SNEL WERKEN MET EXCEL

SNEL WERKEN MET EXCEL SNEL WERKEN MET EXCEL 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl Snel werken met Excel C O M P

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

Lineair verband vmbo-kgt34

Lineair verband vmbo-kgt34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 03 september 2019 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/74228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

8.1 Rekenen met complexe getallen [1] 8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn

Nadere informatie

Toetswijzer examen Cool 2.1

Toetswijzer examen Cool 2.1 Toetswijzer examen Cool 2.1 Cool 2.1 1 Getallenkennis: Grote natuurlijke getallen 86 a Ik kan grote getallen vlot lezen en schrijven. 90 b Ik kan getallen afronden. 91 c Ik ken de getalwaarde van een getal.

Nadere informatie

Het werken met de precedence -planning

Het werken met de precedence -planning Het werken met de precedence -planning E1020 1 Het werken met de precedence -planning (activiteiten op knooppunt) P. H. Buscher 1. Inleiding E1020 3 2. Netwerk E1020 3 2.1. Bouwstenen van een netwerk E1020

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

De moord op ons Neroke

De moord op ons Neroke De moord op ons Neroke Door wie, waarmee, en waar werd Nero vermoord? Los deze vreselijke moord op...voor er nog slachtoffers vallen. Het is duidelijk...carmen heeft jouw hulp nodig. Alleen met jouw hulp

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

In het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden.

In het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden. thema 5 Info voor de leerkracht 3 Het link.mundopakket heeft als doel om vanuit wereldoriëntatie de stap te zetten naar taal en wiskunde aan de hand van een contractwerkbundel gekaderd in een wereldoriëntatiethema.

Nadere informatie

Combinatoriek en rekenregels

Combinatoriek en rekenregels Combinatoriek en rekenregels Les 2: Roosters en ongeordende grepen (deze les sluit aan bij de paragrafen 3 en 4 van Hoofdstuk 1 Combinatoriek en Rekenregels van de Wageningse Methode, http://www.wageningsemethode.nl/methode/het-lesmateriaal/?s=y456v-d)

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Vergelijkingen met wortelvormen

Vergelijkingen met wortelvormen Vergelijkingen met wortelvormen WISNET-HBO NHL update sept. 2010 De bedoeling van deze les is het doorwerken met behulp van pen en papier. 1 Voorkennis Voor deze les moet je bekendheid hebben met het oplossen

Nadere informatie

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels Antwoordmodel - Kwadraten en wortels Schrijf je antwoorden zo volledig mogelijk op. Tenzij anders aangegeven mag je je rekenmachine niet gebruiken. Sommige vragen zijn alleen voor het vwo, dit staat aangegeven.

Nadere informatie

Score. Zelfevaluatie. Beoordeling door de leerkracht. Datum: Klas: Nr: Naam:

Score. Zelfevaluatie. Beoordeling door de leerkracht. Datum: Klas: Nr: Naam: Datum: Klas: Nr: Naam: Score G1 /5 /5 Opgave 1 G2 / / Opgave 2 G3 /10 /10 Opgave 3 G4 /5 /5 Opgave 4 G5 /4 /4 Opgave 5 G6 /5 /5 G7 /5 /5 G8 /10 /10 G9 /10 /10 G10 /7 /7 G11 /10 /10 Totaal Zelfevaluatie

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek I Tjing Opgave 1. Het aantal hoofdstukken in de I Tjing correspondeert met het totale aantal

Nadere informatie

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1.

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1. Tentamen-wiskunde?. De basiswiskunde. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + ) =. Oplossing : ln(x + 2) = + ln(x + ) x + 2 = ln + x + 3 = ln dus x =

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3 F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3 Inleiding Bij Module F1 heb je geleerd dat Formule, Verhaal, Tabel, Grafiek en Vergelijking altijd bij elkaar horen. Bij Module F2 heb je geleerd wat een

Nadere informatie

Uitleg: In de bovenstaande oefening zie je in het eerste blokje een LEES en een SCHRIJF opdracht. Dit is nog lesstof uit het tweede trimester.

Uitleg: In de bovenstaande oefening zie je in het eerste blokje een LEES en een SCHRIJF opdracht. Dit is nog lesstof uit het tweede trimester. In onderstaande oefeningen zijn kleuren gebruikt. Deze dienen aleen om de structuren makkelijker terug te kunnen herkennen. Ze worden niet standaard zo gebruikt. De dunne rood/roze balken zijn ook geen

Nadere informatie

De enveloppenparadox

De enveloppenparadox De enveloppenparadox Mats Vermeeren Berlin Mathematical School) 6 april 013 1 Inleiding Een spel gaat als volgt. Je krijgt twee identiek uitziende enveloppen aangeboden, waarvan je er één moet kiezen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A havo 2000-I

Eindexamen wiskunde A havo 2000-I Opgave 1 Seychellenzangers Seychellenzangers zijn kleine vogeltjes die nauwelijks kunnen vliegen. Rond 1968 kwamen ze alleen nog voor op het eilandje Cousin in de Indische Oceaan. Hun aantal was zo klein

Nadere informatie

Excel opdracht: Belkosten

Excel opdracht: Belkosten Excel opdracht: Belkosten In deze opdracht gaan we Excel gebruiken om uit te vinden wat het meest geschikte mobiele telefoonabonnement voor ons is. Hierbij willen we kijken wat een aantal verschillende

Nadere informatie

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A Wiskunde A Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks?

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? 1 Uitwerking puzzel 92-1 Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? Harm Bakker noemde het: pro-niks voor-niks De puzzel was voor een groot deel afkomstig van Frits Göbel. Een pronik is een getal dat

Nadere informatie

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO Leerlingmateriaal 1. Doel van de praktische opdracht Het doel van deze praktische opdracht is om de theorie uit je boek te verbinden met de data

Nadere informatie

0.25x. Het buitengebied - vanuit elk punt kun je twee raaklijnen tekenen - bevat twee oplossingen. De parabool zelf staat voor één oplossing.

0.25x. Het buitengebied - vanuit elk punt kun je twee raaklijnen tekenen - bevat twee oplossingen. De parabool zelf staat voor één oplossing. Uitwerkingen opgaven Zichtbaar maken van discriminantkrommen Opgave 1.1 a. Het binnengebied van de dalparabool oplossingen. y 0.5x, het holle deel, bevat geen Het buitengebied - vanuit elk punt kun je

Nadere informatie

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel. Excel Inleiding Het woord computer betekent zoiets als rekenmachine. Daarmee is is eigenlijk aangegeven wat een computer doet. Het is een ingewikkelde rekenmachine. Zelf voor tekstverwerken moet hij rekenen.

Nadere informatie

Vergelijkingen met breuken

Vergelijkingen met breuken Vergelijkingen met breuken WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het doorwerken van begin tot einde met behulp van pen en papier. 1 Oplossen van gebroken vergelijkingen Kijk ook nog

Nadere informatie

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429)

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) - een lijst met operationele en concrete doelen van de lessenserie, indien mogelijk gerelateerd

Nadere informatie

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Steekproefmodellen en normaal verdeelde steekproefgrootheden 5. Werktekst voor de leerling Prof. dr. Herman Callaert Hans Bekaert Cecile Goethals Lies Provoost Marc Vancaudenberg

Nadere informatie

Rekentijger - Groep 6 Tips bij werkboekje A

Rekentijger - Groep 6 Tips bij werkboekje A Rekentijger - Groep 6 Tips bij werkboekje A Puzzelvierkanten Werkblad 1 Vierkant linksboven Zoek eerst uit hoeveel één hartje waard is. Daarna kun je ook berekenen hoeveel een rondje waard is. Vierkant

Nadere informatie

Magidoku s en verborgen symmetrieën

Magidoku s en verborgen symmetrieën Uitwerking Puzzel 92-6 Magidoku s en verborgen symmetrieën Wobien Doyer Lieke de Rooij Een Latijns vierkant van orde n, is een vierkante matrix, gevuld met n verschillende symbolen waarvan elk precies

Nadere informatie

Excel opdracht: Belkosten

Excel opdracht: Belkosten Excel opdracht: Belkosten In deze opdracht gaan we Excel gebruiken om uit te vinden wat het meest geschikte mobiele telefoon abonnement voor ons is. Hierbij willen we kijken wat een aantal verschillende

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Een planning maken in Excel (handmatige opmaak)

Een planning maken in Excel (handmatige opmaak) Een planning maken in Excel (handmatige opmaak) Deze handleiding is gebaseerd op Excel 2007 en Excel 2010. Bij nieuwere versies van Excel werkt het op dezelfde manier, maar ziet het beeld er soms net even

Nadere informatie

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken. Rood-wit-blauw werkblad 1 Bij het hele werkblad: Alle rode getallen zijn deelbaar door hetzelfde getal. Elk wit getal is gelijk aan een rood getal + 1, elk blauw getal aan een rood getal + 2 Russisch vermenigvuldigen

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo Deel (benaderbaar object) Om de hoogte van een bepaald object te berekenen hebben we geleerd dat je dat kunt doen als je in staat bent om een rechthoekige driehoek te bedenken waarvan je één zijde kunt

Nadere informatie

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen. 7. Van huis naar school Leeftijdsgroep Kerndoel Ongeveer 12-16 jaar Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen. En aan kerndoel 3: De

Nadere informatie

HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL

HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL MATTIAS DE WAEL 1. Inleiding Om de allereenvoudigste Scheme expressies te begrijpen volstaat het substitutiemodel. Het substitutiemodel verondersteld het bestaan van een

Nadere informatie

Handleiding LVS-bestand

Handleiding LVS-bestand Tabblad Niveaus 1. Leerlingen(groepen) invoeren. 2. Nieuwe leerling toevoegen. 3. Leerlingen verwijderen. 4. Behaalde niveaus invoeren. Tabblad Gemiddelden 1. Waarom dit tabblad? 2. Opmerking toevoegen.

Nadere informatie

Combinatoriek en rekenregels

Combinatoriek en rekenregels Combinatoriek en rekenregels Les 2: Roosters en ongeordende grepen (deze les sluit aan bij de paragrafen 3 en 4 van Hoofdstuk 1 Combinatoriek en Rekenregels van de Wageningse Methode, http://www.wageningsemethode.nl/methode/het-lesmateriaal/?s=y456v-d)

Nadere informatie

13 Hidden Markov Modellen.

13 Hidden Markov Modellen. 3 Hidden Markov Modellen. 3. Inleiding. In dit Hoofdstuk bekijken we Markov modellen waarvan we de toestanden niet met zekerheid kunnen waarnemen. In plaats daarvan gaan we ervan uit dat toestand i met

Nadere informatie

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

Significante cijfers en meetonzekerheid

Significante cijfers en meetonzekerheid Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5

Nadere informatie

Scratch in drie uur. Hallo, mijn naam is Minti Mint! Ik ga je uitleggen hoe je je eigen computerspel kunt maken. We gaan een racespel maken!

Scratch in drie uur. Hallo, mijn naam is Minti Mint! Ik ga je uitleggen hoe je je eigen computerspel kunt maken. We gaan een racespel maken! Scratch in drie uur Hallo, mijn naam is Minti Mint! Ik ga je uitleggen hoe je je eigen computerspel kunt maken. We gaan een racespel maken! Bernd Gärtner Nederlandse vertaling en bewerking: Martine Segers

Nadere informatie

inhoudsopgave januari 2005 handleiding algebra 2

inhoudsopgave januari 2005 handleiding algebra 2 handleiding algebra inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 De grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 1 Routes in een rooster 4 2 Oppervlakte in een rooster 4 3 Producten 4 4 Onderzoek 5 Tijdpad 9 Materialen voor

Nadere informatie

Stoeien met Statistiek

Stoeien met Statistiek Stoeien met Statistiek Havo 4: Statistiek op grote datasets 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Docentenhandleiding... 5 Inleiding voor leerlingen... 6 Opdracht 1... 7 Opdracht 2... 8 Opdracht 3...

Nadere informatie

Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar

Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar 24/04/2013 Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar Sint-Ursula-Instituut Rekenprocedures eerste leerjaar Rekenen, hoe doe ik dat? 1. E + E = E 2 + 5 = 7 Ik heb er 2. Er komen er 5 bij. Dat is

Nadere informatie

Het Land van Oct. Marte Koning Frans Ballering. Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs

Het Land van Oct. Marte Koning Frans Ballering. Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs Het Land van Oct Marte Koning Frans Ballering Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs Hoofdstuk 1 Inleiding Hoi, ik ben de Vertellende Teller, en die naam heb ik gekregen na mijn meest bekende reis, de reis

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 6 mei 13.30 15.30 uur 0 00 Dit examen bestaat uit 3 vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie

Taak na blok 1 startles 8

Taak na blok 1 startles 8 Taak na blok startles 8 TAAK Klas: Datum: Klasnummer: Geef de meest passende naam voor elke figuur. Teken de vierhoek. De diagonalen zijn even lang ( cm) en halveren elkaar of snijden elkaar middendoor.

Nadere informatie

Grafieken veranderen met Excel 2007

Grafieken veranderen met Excel 2007 Grafieken veranderen met Excel 2007 Hoe werkt Excel? Eerste oefening Hieronder zie je een gedeelte van het openingsscherm van Excel. Let op hoe we alle onderdelen van het werkblad noemen! Aantal decimalen

Nadere informatie

5. Functies. In deze module leert u:

5. Functies. In deze module leert u: 5. Functies In deze module leert u: - Wat functies zijn; - Functies uitvoeren; - De verschillende functies van Calc kennen. - Naar een ander werkblad verwijzen. U kunt eenvoudige berekeningen, zoals aftrekken,

Nadere informatie

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A. Wiskunde voor het hoger onderwijs deel A Errata 00 Noordhoff Uitgevers Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A. Hoofdstuk. 4 Op blz. in het Theorieboek staat halverwege de

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

Opdracht 1 bladzijde 8

Opdracht 1 bladzijde 8 Opdrachten Opdracht bladzijde 8 Uit een stuk karton met lengte 45 cm en breedte 8 cm knip je in de vier hoeken vierkantjes af met zijde cm. Zo verkrijg je een open doos. 8 cm 45 cm Hoe groot is het volume

Nadere informatie

Werkblad Cabri Jr. Vermenigvuldigen van figuren

Werkblad Cabri Jr. Vermenigvuldigen van figuren Werkblad Cabri Jr. Vermenigvuldigen van figuren Doel Het onderzoeken van de vermenigvuldigingsafbeelding (homothetie) en het bekijken van de relaties tussen het origineel en het beeld van een meetkundige

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II Temperatuurverloop Het verloop van de temperatuur kan gedurende de 24 uren van een dag nogal grillig zijn. In vereenvoudigde vorm is het temperatuurverloop gedurende een dag redelijk te benaderen door

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? 8

Nadere informatie