VR DOC.0112/1

Transcriptie

1 VR DOC.0112/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de erkenning van gezondheidszorgberoepen Principiële goedkeuring Bijlagen: - het principieel goed te keuren voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering - het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 7 januari INHOUDELIJK 1 Situering van de nota: Op 1 juli 2014 is de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming in werking getreden en werden de gemeenschappen bevoegd voor de erkenning van de gezondheidszorgberoepen, met naleving van de door de federale overheid bepaalde erkenningsvoorwaarden (art. 5, 1, I, 7, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen). De federale overheid bleef bevoegd voor het bepalen van de normen waaraan de aanvrager moet voldoen om te kunnen worden erkend als beoefenaar van een gezondheidszorgberoep, maar door de bevoegdheidsoverdracht inzake de erkenning van de gezondheidszorgberoepen, zijn de gemeenschappen wel bevoegd geworden voor het bepalen van de procedureregels die worden gehanteerd bij de beoordeling van een erkenningsaanvraag. Met verschillende besluiten van de Vlaamse Regering gaf de Vlaamse Gemeenschap de procedureregels voor de erkenning van verschillende gezondheidszorgberoepen de voorbije jaren vorm. 2 Context: Nu de Vlaamse procedureregels voor de erkenning van verschillende gezondheidszorgberoepen al enige tijd in praktijk worden gebruikt, blijken een aantal wijzigingen aan volgende besluiten van de Vlaamse Regering noodzakelijk: - besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen; - besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige; - besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 betreffende de erkenning van Pagina 1 van 10

2 de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker; - besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen; - besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2017 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel. Wat het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen betreft, is gebleken dat aanvragen op basis van een algemene overgangsmaatregel in de vorm van verworven rechten, ook lang na de inwerkingtreding die de Koning bepaalt overeenkomstig artikel 183 van de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen, voor wat betreft de paramedisch beroepen, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van paramedische beroepen, worden ingediend. Op basis van de overgangsmaatregel kunnen personen die niet voldoen aan de kwalificatievoorwaarden voor een paramedisch beroep maar gedurende een door de federale overheid bepaalde termijn handelingen van dat beroep hebben uitgeoefend, hun beroep onder dezelfde voorwaarden blijven uitoefenen als zij een aanvraag indienen om het voordeel te genieten. Wie zich op de overgangsmaatregel wenst te beroepen, zou binnen een bepaalde termijn een aanvraag moeten indienen en niet vele jaren na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van het paramedisch beroep in kwestie. Aanvragen, gebaseerd op een overgangsbepaling, zouden immers van tijdelijke aard moeten zijn. Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige is in werking getreden op 1 januari Meer dan twee jaar later zijn nog steeds niet alle erkenningscommissies samengesteld omdat er onvoldoende leden kunnen worden voorgedragen die aan de voorwaarden voldoen. Om deze onhoudbare situatie te beëindigen, is een aanpassing van de samenstelling van de erkenningscommissies vereist. Voor de erkenningscommissies die al zijn samengesteld, wijzigt er niets tot het einde van de duur van het mandaat van hun leden. Als de erkenningscommissies kleiner worden, is ook een aanpassing van de regels voor een geldige beraadslaging vereist. De afwezigheid van een aantal leden in een kleinere erkenningscommissie mag niet tot gevolg hebben dat de werking van de erkenningscommissie wordt geblokkeerd. Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker, het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2017 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel, lijken heel erg op elkaar. Een aantal wijzigingen die zich in het ene besluit opdringen, gebeuren dan ook best meteen in de andere twee. Zo wordt aan elk van deze drie besluiten een bepaling toegevoegd die verduidelijkt dat de beroepsverenigingen en de universiteiten steeds door een gelijk aantal leden worden vertegenwoordigd in de erkenningscommissies. Bij de samenstelling van de huidige erkenningscommissies is door het Agentschap Zorg en Gezondheid steeds een gelijk aantal voordrachten gevraagd en uit de benoemingsbesluiten blijkt ook steeds dat evenwicht, maar de theoretische mogelijkheid dat de ene partij méér vertegenwoordigers zou kunnen hebben dan de andere, zorgde voor een soort onrust die dermate groot was dat een expliciete toevoeging van de pariteit in de procedureregels noodzakelijk is gebleken. De bepalingen over onderbrekingen en onderzoeken ter plaatse waren niet duidelijk genoeg geformuleerd en worden overal op dezelfde wijze aangepast. Specifiek voor de ziekenhuisapothekers ontbrak een bepaling over de wijziging van een stageplan dus wordt die, naar analogie met de andere twee besluiten, toegevoegd. Het woord stageboekje wordt verder vervangen door het woord stageschrift omdat dat Pagina 2 van 10

3 laatste eigen is aan de opleiding voor dit specifieke zorgberoep en uniformiteit op dat punt niet langer wenselijk is. Ook voor de artsen-specialisten en de huisartsen moeten een aantal specifieke wijzigingen gebeuren. In artikel 14, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen werd geen specifieke bepaling voor aanvragers die hun opleiding met toepassing van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten heeft voortgezet, voorzien. Verder moet in artikel 14, 5, eerste lid, een onderscheid worden gemaakt tussen kandidaat-specialisten en kandidaat-huisartsen. In artikel 18, eerste lid, hoort geen melding te worden gemaakt van erkenningscriteria. 3 Artikelsgewijze toelichting: Artikel 1 brengt 3 wijzigen aan in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen en voert zo een termijn voor het indienen van een aanvraag om te genieten van het voordeel, vermeld in artikel 153, 3, eerste, derde of vierde lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, in. In paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede lid of in artikel 153, 3, derde vervangen door de zinsnede, derde of vierde. In paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen het woord daarvoor en het woord zijn de zinsnede uiterlijk binnen een jaar na het moment, vermeld in artikel 153, 3, eerste, derde of vierde lid, van de voormelde wet, ingevoegd. In paragraaf 2, eerste lid, wordt tussen het woord dossiers en het woord worden de zinsnede die tijdig zijn ingediend, ingevoegd. Artikel 2 brengt 2 wijzigingen aan artikel 11 van hetzelfde besluit en voert zo een termijn voor het indienen van een aanvraag om te genieten van het voordeel, vermeld in artikel 153, 3, tweede lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei In paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen het woord daarvoor en het woord zijn de zinsnede uiterlijk binnen een jaar na het moment, vermeld in artikel 153, 3, tweede lid, van de voormelde wet, ingevoegd. In paragraaf 2, eerste lid, wordt tussen het woord dossiers en het woord worden de zinsnede die tijdig zijn ingediend, ingevoegd. Artikel 3 wijzigt de samenstelling van de erkenningscommissies, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige. Een erkenningscommissie als vermeld in artikel 2, eerste lid, 1, dit is een erkenningscommissie per bijzondere beroepstitel of een erkenningscommissie per bijzondere beroepsbekwaamheid, zal niet langer uit 8, maar uit 6 leden zijn samengesteld. Een erkenningscommissie als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2, dit is een gezamenlijke erkenningscommissie voor een bijzondere beroepstitel en een bijzondere beroepsbekwaamheid, zal niet langer uit 12, maar uit 6 leden zijn samengesteld. De erkenningscommissie, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3, dit is de erkenningscommissie voor zorgkundigen, zal niet langer uit 8, maar uit 6 leden zijn samengesteld. Artikel 4 brengt een wijziging aan in artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit. Het woord drie wordt vervangen door het woord twee. Artikel 5 voegt een paragraaf 1/1 in, in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker. De bepaling dat de erkenningscommissies, vermeld in paragraaf 1, Pagina 3 van 10

4 worden samengesteld uit een gelijk aantal leden voorgedragen door de beroepsverenigingen en voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad, verduidelijkt dat de beroepsverenigingen en de universiteiten steeds door een gelijk aantal leden worden vertegenwoordigd in de erkenningscommissie. Artikel 6 voegt een artikel 7/1 in in hetzelfde besluit, dat bepaalt De kandidaat legt elke wijziging van zijn stageplan vooraf aan het agentschap ter goedkeuring voor. Alle bepalingen die betrekking hebben op een nieuw stageplan, zijn ook van toepassing op de wijziging van een stageplan.. Deze bepaling staat ook vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen en in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2017 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel. Voor de duidelijkheid en uniformiteit wordt ze nu ook expliciet opgenomen in de procedure voor de ziekenhuisapothekers. Artikel 7 brengt 3 wijzigingen aan in artikel 8 van hetzelfde besluit. Aan paragraaf 2 worden na het bestaande enige lid, dat het eerste lid wordt, twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, wordt de stage verlengd. De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.. Aan paragraaf 3 worden na het bestaande enige lid, dat het eerste lid wordt, twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, van meer dan vijftien weken wordt de stage verlengd naar rato van het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt. De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging voor het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt, ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. ; Paragraaf 4 wordt opgeheven. Artikel 8 brengt 8 wijzigingen aan in artikel 9 van hetzelfde besluit. In paragraaf 1 wordt het woord stageboekje vervangen door het woord stageschrift omdat die laatste term in praktijk wordt gebruikt. Verder wordt de procedure voor een onderzoek ter plaatse verduidelijkt. In paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 2 wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In paragraaf 2, zesde lid, wordt tussen het woord beslissing en het woord aan de zinsnede, na advies van de erkenningscommissie, ingevoegd. In paragraaf 3, wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 3 wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In paragraaf 3 wordt in het bestaande vijfde lid, dat het zesde lid wordt, de zinsnede Na inzage van het verslag, adviseert de erkenningscommissie vervangen door de woorden De erkenningscommissie adviseert. In paragraaf 3 worden in het bestaande zesde lid, dat het zevende lid wordt, de woorden kan er zonder onderzoeksprocedure een einde worden gesteld aan de opleiding van de kandidaat en verliest de kandidaat zijn voorlopige erkenning vervangen door de woorden kan de erkenningscommissie adviseren zonder onderzoeksprocedure een einde te stellen aan de opleiding van de kandidaat en kan de kandidaat zijn voorlopige erkenning verliezen. Pagina 4 van 10

5 Aan paragraaf 3 wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt: Het agentschap bezorgt zijn definitieve beslissing, na een advies van de erkenningscommissie als vermeld in het zesde en het zevende lid, aan de kandidaat en de stagemeester.. Artikel 9 voegt een paragraaf 1/1 in, in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen. De bepaling dat de erkenningscommissies, vermeld in paragraaf 1, worden samengesteld uit een gelijk aantal leden voorgedragen door de beroepsverenigingen en voorgedragen door de Vlaamse geneeskundefaculteiten, verduidelijkt dat de beroepsverenigingen en de universiteiten steeds door een gelijk aantal leden worden vertegenwoordigd in de erkenningscommissie, net zoals artikel 5 dat voor de ziekenhuisapothekers doet. Artikel 10 brengt 3 wijzigingen aan in artikel 10 van hetzelfde besluit. Aan paragraaf 2 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, wordt de stage verlengd. De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.. Aan paragraaf 3 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, van meer dan vijftien weken wordt de stage verlengd naar rato van het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt. De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging voor het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt, ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.. Paragraaf 4 wordt opgeheven. Artikel 11 verduidelijkt met wijzigingen in artikel 12 van hetzelfde besluit de procedure voor een onderzoek ter plaatse in geval van een meningsverschil tussen de stagemeester en de kandidaat. In paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 1 wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In paragraaf 1, zesde lid, wordt tussen het woord beslissing en het woord aan de zinsnede, na advies van de erkenningscommissie, ingevoegd. In paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 2 wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan het voorzitterscollege.. In paragraaf 2, zesde lid wordt tussen het woord beslissing en het woord aan de zinsnede, na advies van het voorzitterscollege, ingevoegd. Artikel 12 verduidelijkt met wijzigingen in artikel 13 van hetzelfde besluit de procedure voor een onderzoek ter plaatse als de stagemeester in de loop van of op het einde van de stageperiode van oordeel is dat de kandidaat niet geschikt is voor het uitoefenen van de gekozen discipline. In paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 1 wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In paragraaf 1 worden in het bestaande vijfde lid, dat het zesde lid wordt, de woorden Pagina 5 van 10

6 Na inzage van het verslag adviseert de erkenningscommissie vervangen door de woorden De erkenningscommissie adviseert. In paragraaf 1 wordt in het bestaande zevende lid, dat het achtste lid wordt, het woord vijfde vervangen door het woord zesde en wordt het woord zesde vervangen door zevende. In paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 2 wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In paragraaf 2 worden in het bestaande vijfde lid, dat het zesde lid wordt, de woorden Na inzage van het verslag adviseert de erkenningscommissie vervangen door de woorden De erkenningscommissie adviseert. In paragraaf 2 wordt in het bestaande zevende lid, dat het achtste lid wordt, het woord vijfde vervangen door het woord zesde en wordt het woord zesde vervangen door zevende. In paragraaf 3 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter In paragraaf 3 wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan het voorzitterscollege.. In paragraaf 3, zesde lid, wordt tussen het woord beslissing en het woord aan de zinsnede, na advies van het voorzitterscollege, ingevoegd. Artikel 13 brengt 3 wijzigingen aan in artikel 14 van hetzelfde besluit. Aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: In afwijking van het derde lid, 4, kan de aanvrager die zijn opleiding conform artikel 46 van het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van arts-specialisten, stagemeesters en stagediensten heeft voortgezet met toepassing van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten een attest voorleggen dat aantoont dat hij een specifieke universitaire opleiding heeft gevolgd die gelijktijdig heeft plaatsgevonden met de eerste twee jaar van zijn opleiding. In paragraaf 5, eerste lid, wordt het woord kandidaat vervangen door het woord kandidaat-specialist. Aan paragraaf 5, eerste lid, wordt de volgende zin wordt toegevoegd: De kandidaathuisarts die drie maanden na de beëindiging van de stage geen erkenningsaanvraag heeft ingediend, kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie. Artikel 14 heft in artikel 18, eerste lid, van hetzelfde besluit de woorden de erkenningscriteria of op. Artikel 15 voegt een paragraaf 1/1 in, in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2017 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel. De bepaling dat de erkenningscommissies, vermeld in paragraaf 1, worden samengesteld uit een gelijk aantal leden voorgedragen door de beroepsverenigingen en voorgedragen door de Vlaamse geneeskundefaculteiten, verduidelijkt dat de beroepsverenigingen en de universiteiten steeds door een gelijk aantal leden worden vertegenwoordigd in de erkenningscommissie, net zoals artikel 5 voor de ziekenhuisapothekers en artikel 9 voor de artsen. Artikel 16 brengt 3 wijzigingen aan in artikel 10 van hetzelfde besluit. Aan paragraaf 2 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, wordt de stage verlengd. Pagina 6 van 10

7 De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.. Aan paragraaf 3 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: Voor elke onderbreking, vermeld in het eerste lid, van meer dan vijftien weken wordt de stage verlengd naar rato van het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt. De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging voor het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt, ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.. Paragraaf 4 wordt opgeheven. Artikel 17 verduidelijkt met wijzigingen in artikel 12 van hetzelfde besluit de procedure voor een onderzoek ter plaatse in geval van een meningsverschil tussen de stagemeester en de kandidaat. Het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, woont een personeelslid van het agentschap dat onderzoek ter plaatse Het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In het zesde lid, wordt tussen het woord beslissing en het woord aan de zinsnede, na advies van de erkenningscommissie, ingevoegd. Artikel 18 verduidelijkt met wijzigingen in artikel 13 van hetzelfde besluit de procedure voor een onderzoek ter plaatse als de stagemeester in de loop van of op het einde van de stageperiode van oordeel is dat de kandidaat niet geschikt is voor het uitoefenen van de gekozen discipline. Het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, woont een personeelslid van het agentschap dat onderzoek ter plaatse Tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: Als er een onderzoek ter plaatse gebeurt, bezorgt de onderzoekscommissie een verslag aan de erkenningscommissie.. In het bestaande vijfde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden Na inzage van het verslag adviseert de erkenningscommissie vervangen door de woorden De erkenningscommissie adviseert. In het bestaande zevende lid, dat het achtste lid wordt, wordt het woord vijfde vervangen door het woord zesde en wordt het woord zesde vervangen door zevende. Artikel 19 voorziet een overgangsbepaling voor de erkenningscommissies voor verpleegkundigen en zorgkundigen die zijn samengesteld en waarvan de leden zijn benoemd vóór de inwerkingtreding van artikel 3 van dit voorontwerpbesluit. Artikel 20 bepaalt de inwerkingtreding. Artikel 21 bevat de uitvoeringsbepaling. 2. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE BEGROTING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 1 De wijziging in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen heeft geen financiële weerslag. De wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige hebben een financiële weerslag, met name een (kleine) besparing van presentiegelden en tegemoetkomingen in verplaatsingskosten. Pagina 7 van 10

8 Conform artikel 3, 1, eerste lid, van het besluit moet elke erkenningscommissie per bijzondere beroepstitel en elke erkenningscommissie per bijzondere beroepsbekwaamheid momenteel zijn samengesteld uit 8 leden. Met de wijzigingen die zijn voorzien in het ontwerp van besluit wordt het aantal leden beperkt tot 6. Conform artikel 3, 1, tweede lid, van het besluit moet elke gezamenlijke erkenningscommissie voor een bijzondere beroepstitel en een bijzondere beroepsbekwaamheid momenteel zijn samengesteld uit 12 leden. Met de wijzigingen die zijn voorzien in het voorontwerpbesluit wordt het aantal leden beperkt tot 6. Conform artikel 3, 1, derde lid, moet de erkenningscommissie voor zorgkundigen momenteel zijn samengesteld uit 8 leden. Met de wijzingen die zijn voorzien in het voorontwerpbesluit wordt het aantal leden beperkt tot 6. Voor de 7 erkenningscommissies die momenteel uit 8 personen samengesteld moeten zijn, zou een vermindering van het ledenaantal met 14 qua presentiegelden en tegemoetkomingen in verplaatsingskosten, rekening houden met het maximum van 12 vergaderingen per jaar, de geldende regeling voor de kilometervergoeding voor personeelsleden van de Vlaamse Overheid van 0,35 en een gemiddelde verplaatsing (heen en terug) van 50 kilometer, het volgende betekenen: 12 vergaderingen x 2 leden x 5 presentiegeld = 120 presentiegelden minder per erkenningscommissie per jaar. Voor de 7 erkenningscommissies in kwestie geeft dit een theoretisch bedrag van 7 x 120 = 840 presentiegelden minder per jaar. 12 vergaderingen x 2 leden x (50 km x 0,35) = 420 verplaatsingskosten minder per erkenningscommissie per jaar. Voor de 7 erkenningscommissies in kwestie geeft dit een theoretisch bedrag van 7 x 420 = 2940 verplaatsingskosten minder per jaar. Voor de 2 erkenningscommissies die momenteel uit 12 personen samengesteld moeten zijn, zou een vermindering van het ledenaantal met 12 qua presentiegelden en tegemoetkomingen in verplaatsingskosten, rekening houden met het maximum van 12 vergaderingen per jaar, de geldende regeling voor de kilometervergoeding voor personeelsleden van de Vlaamse Overheid van 0,35 en een gemiddelde verplaatsing (heen en terug) van 50 kilometer, het volgende betekenen: 12 vergaderingen x 6 leden x 5 presentiegeld = 360 presentiegelden minder per erkenningscommissie per jaar. Voor de 2 erkenningscommissies in kwestie geeft dit een theoretisch bedrag van 2 x 360 = 720 presentiegelden minder per jaar. 12 vergaderingen x 6 leden x (50 km x 0,35) = 1260 verplaatsingskosten minder per erkenningscommissie per jaar. Voor de 2 erkenningscommissies in kwestie geeft dit een theoretisch bedrag van 2 x 1260 = 2520 verplaatsingskosten minder per jaar. De jaarlijkse financiële weerslag van de wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige kan theoretisch dus resulteren in een jaarlijkse besparing van = Pagina 8 van 10

9 Hoeveel presentiegelden en verplaatsingskosten jaarlijks nog werkelijk zullen worden betaald is uiteraard afhankelijk van het aantal vergaderingen dat plaatsvindt en het aantal leden op iedere vergadering aanwezig is. De wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker hebben geen financiële weerslag. De wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen hebben geen financiële weerslag. De wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2017 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel hebben geen financiële weerslag. 2 Er zijn geen kredieten vereist voor het voorstel. 3 Het gunstig advies van de Inspectie van Financiën werd verleend op 7 januari Het begrotingsakkoord is niet vereist. 3. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE LOKALE BESTUREN Het bijgaand voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering heeft geen weerslag op het personeel, de werkingsuitgaven, investeringen en schulden of ontvangsten van de lokale besturen. 4. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP HET PERSONEELSBESTAND EN DE PERSONEELSBUDGETTEN 1 Het bijgaand voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering heeft geen impact op het personeelsbestand en de personeelsbudgetten van het Agentschap Zorg en Gezondheid. 2 Het akkoord van de minister, bevoegd voor de bestuurszaken, is niet vereist. 5. KWALITEIT VAN DE REGELGEVING 1 Het bijgaand voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering werd aangepast aan het wetgevingstechnisch en taalkundig advies nr. 2019/15 van 11 januari Het bijgaande ontwerp valt buiten het toepassingsgebied van de reguleringsimpactanalyse (RIA) omdat het slechts om wijzigingen aan louter procedurele regelgeving gaat. Pagina 9 van 10

10 6. VOORSTEL VAN BESLISSING De Vlaamse Regering beslist: 1. haar principiële goedkeuring te hechten aan het bijgaand voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de erkenning van gezondheidszorgberoepen; 2. de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, te gelasten over voornoemd voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Jo VANDEURZEN Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pagina 10 van 10