Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove. Leuven December 2012, versie 1.2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove. Leuven December 2012, versie 1.2"

Transcriptie

1 LUCAS Centrum voor Zorgonderzoek & Consultancy Kapucijnenvoer 39 bus Leuven Tel Fax Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Koning Albert II laan 35, bus Brussel Tel Fax Referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg in de woonzorgcentra Handleiding: Kwaliteitsindicatoren over kwaliteit van zorg en veiligheid en over kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Leuven December 2012, versie 1.2

2

3 Colofon Opdrachtgever Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid Administrateur-generaal Dhr. Chris Vander Auwera Veerle Van der Linden Nathalie Stallaert Onderzoeksteam en auteurs van de handleiding (versie 1.0, oktober 2012) Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Deze handleiding is tot stand gekomen in samenwerking met volgende stuurgroepleden; De stuurgroep van het project bestond uit: Voor het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid: o Chris Vander Auwera, administrateur-generaal en voorzitter o Annemie Doms, afdelingshoofd RGZ o Veerle Van der Linden, teamverantwoordelijke ouderenzorg Voor het Kabinet van Vlaams minister Jo Vandeurzen: o Saskia Mahieu en Rob Vanhemel, raadgevers woonzorg en ouderen Voor het Agentschap Zorginspectie: o Stef Van Eekert, afdelingshoofd zorginspectie Voor de koepels: o Zorgnet; Tarsi Windey en Roel Van de Wygaert o VVSG; Elke Vastiau en Annelies De Ridder o FOS; Luc Griep o Ferubel; Daniël Vandermeulen Voor de KU Leuven, LUCAS: o Nele Spruytte, senior onderzoeker o Liza Van Eenoo, wetenschappelijk medewerker

4 Voor de piloottest in 2012 werd samengewerkt met acht woonzorgcentra. We danken de referentiepersonen en directies van deze voorzieningen. Residentie Christoff, Varsenare WZC De Meers, Waregem WZC De Zilverberg, Roeselare WZC OLV met Rozen, Ninove WZC St. Henricus, Rumbeke WZV Ter Berk, Anzegem WZC Ter Walle, Menen WZC Westerlinde, Roeselare Auteurs en versies van deze handleiding: Versie Datum Auteurs Wijzigingen /10/2012 Liza Van Eenoo, Nele Spruytte en Chantal Van Audenhove (LUCAS KU Leuven) /11/2012 Liza Van Eenoo, Nele Spruytte en Chantal Van Audenhove (LUCAS KU Leuven) /12/2012 Liza Van Eenoo, Nele Spruytte en Chantal Van Audenhove (LUCAS KU Leuven) Eerste versie Toevoeging Rob Vanhemel en Annelies De Ridder bij de stuurgroep. Indicator X, Vorming en indicator Y, Vrijwilligerswerk: verduidelijking van de wijze van het registreren van het aantal uren. Tabel 3: Schema implementatieplan kalenderjaar 2013, 2014 en 2015: typefouten verwijderd. Indicator E: Medicijnincidenten: mei vervangen door juni Hulpbladen indicator E: Medicijnincidenten: mei vervangen door juni Tabel 3: verduidelijking van de indicatoren Tabel 4 en 5: indicator F toegevoegd Indicator C: Valincidenten begin- en einduur aangepast Verbeteringen aan deze handleiding kunnen gestuurd worden naar referentiekaderkwaliteit@wvg.vlaanderen.be Nieuws over het referentiekader kwaliteit en de kwaliteitsindicatoren in de Vlaamse woonzorgcentra is te vinden op 4

5 Inhoud Colofon 3 Inleiding 11 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren13 1 Kwaliteit en de waarde van kwaliteitsindicatoren 13 2 De zes uitgangspunten voor de opbouw van het referentiekader kwaliteit Uitgangspunt Uitgangspunt Uitgangspunt Uitgangspunt Uitgangspunt Uitgangspunt Het doel van het referentiekader met kwaliteitsindicatoren en de rol van alle betrokkenen hierbij19 4 Het afgelegde traject tot de opbouw van het referentiekader en de kwaliteitsindicatoren 20 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren 25 1 Overzicht van de set van kwaliteitsindicatoren 25 2 Toelichting van het stapsgewijze implementatieplan 27 3 Rapportering en opvolging van het referentiekader kwaliteit 46 Hoofdstuk 3 Toelichting van de kwaliteitsindicatoren 47 1 Basisgegevens van het woonzorgcentrum 48 2 De gegevensverzameling van de kwaliteitsindicatoren Algemeen 50 3 Handleiding per kwaliteitsindicator 52 4 Thema 1: Kwaliteit van zorg en veiligheid Indicator A: Decubitus Indicator B: Onbedoeld gewichtsverlies Indicator C: Valincidenten Indicator D: Dagelijkse fysieke vrijheidsbeperking tijdens de dag Indicator E: Medicijnincidenten Indicator F: Influenza vaccinatie bij het zorgpersoneel Indicator G: Medicatiegebruik Indicator H: Overleden bewoners met als overlijdensplaats het woonzorgcentrum Indicator I: Up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde 156

6 5 Thema 2: Kwaliteit van leven Thema 3: Kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisaties Indicator V: Ziekteverzuim bij het zorgpersoneel Indicator W: Zorgpersoneel dat het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Indicator X: Vorming van het personeel Indicator Y: Jaarlijks gepresteerde vrijwilligersuren per woongelegenheid 189 Literatuur 195 Bijlage: Hulpbladen per bewoner 197 Referentiekader kwaliteit: hulpbladen per bewoner 199 6

7 Tabellen Tabel 1: Beknopt overzicht van de 27 kwaliteitsindicatoren die noodzakelijk en haalbaar werden geacht voor een eerste opbouw van referentiekader kwaliteit van wonen en zorg in de Vlaamse woonzorgcentra (dec 2011) Tabel 2: Overzicht van de kwaliteitsindicatoren uit thema 1 en thema 3 voor verdere implementatie, rekening houden met de haalbaarheid en noodzakelijkheid per indicator. (juli 2012) Tabel 3: Schema implementatieplan kalenderjaar 2013, 2014 en Tabel 4: Implementatie kalenderjaar Tabel 5: Implementatie kalenderjaar Tabel 6: Implementatie kalenderjaar

8

9

10

11 Inleiding Het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid ontwikkelt samen met de ouderenzorgsector een referentiekader integrale kwaliteit wonen en zorg voor de Vlaamse woonzorgcentra. Zo n referentiekader is een vastgelegd kwaliteitskader: het geeft aan wat van elk woonzorgcentrum kan verwacht worden inzake verantwoorde zorg. Kwaliteit van wonen en zorg is enkel verantwoord indien het voldoet aan de vereisten van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid (zoals bepaald in het kwaliteitsdecreet van 17/10/2003). Het referentiekader standaardiseert de normen en verwachtingen voor kwaliteit en reikt indicatoren aan om die standaarden te meten en te evalueren. Het referentiekader zal zo een duidelijk beeld geven van wat kwalitatieve verantwoorde zorg eigenlijk inhoudt. Voorzieningen zullen het referentiekader kunnen gebruiken als een instrument voor zelfevaluatie en kunnen er hun kwaliteitsbeleid op baseren. Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg wordt stapsgewijs uitgewerkt. LUCAS, centrum voor zorgonderzoek en consultancy van de KU Leuven, stond mee in voor de inhoudelijke opbouw van dit referentiekader en voor de procesbegeleiding met het oog op operationalisering en implementatie. In een traject van bijna twee jaar is intensief samengewerkt met alle relevante betrokkenen: het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid (als opdrachtgever), het kabinet van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin, de vier koepelorganisaties van Vlaamse woonzorgcentra, het Agentschap Zorginspectie, vertegenwoordigers van ouderen, van medewerkers en van CRA s in de woonzorgcentra. Zowel in de voorbereidende opbouw van het referentiekader als bij de piloottest was de inbreng van praktijkmedewerkers van groot belang. In het bijzonder danken we de acht woonzorgcentra die hebben meegewerkt aan de piloottest (zie colofon). Zonder hun feedback en constructieve inbreng, was deze handleiding niet tot stand kunnen komen. In hoofdstuk 1 staan we stil bij vier aspecten. Eerst gaan we in op de waarde, mogelijkheden en beperkingen van indicatoren in verhouding tot kwaliteit van wonen en zorg. Hierbij verduidelijken we ook de verhouding tussen kwaliteitsmonitoring en kwaliteitsevaluatie. Daarna gaan we in op zes essentiële uitgangspunten die zijn geformuleerd en in consensus goedgekeurd door de stuurgroep die de ontwikkeling van het referentiekader heeft begeleid. Vervolgens verduidelijken we de doelstelling van dit systeem van kwaliteitsmonitoring en belichten we de rol van alle betrokkenen. Ten slotte belichten we kort de weg die is afgelegd om te komen tot de voorliggende set van kwaliteitsindicatoren. In hoofdstuk 2 stellen we het referentiekader en de kwaliteitsindicatoren voor. We geven eerst een overzicht van de indicatoren. Daarna stellen we het stapsgewijze implementatieplan voor en verduidelijken we de wijze van gegevensverzameling en -verwerking. Ten slotte wordt stilgestaan bij de rapportering en de manier waarop de kwaliteitsindicatoren en het referentiekader zullen worden opgevolgd en geëvalueerd. Hoofdstuk 3 gaat in detail in op de set van kwaliteitsindicatoren. Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg omvat drie grote thema s: (1) kwaliteit van zorg en veiligheid, (2) kwaliteit van leven en (3) kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie. Elk thema omvat meerdere indicatoren die op hun beurt uitgebreid worden toegelicht met relevantie, definitie, wijze van gegevensverzameling en berekeningsformule. 11

12 Deze handleiding eindigt met een literatuurlijst. Bovendien is een bijlage ontwikkeld met praktische hulpbladen voor de gegevensverzameling. Net omdat het werken met kwaliteitsindicatoren en het monitoren van kwaliteit een nieuw gegeven is, vinden we het belangrijk feedback te krijgen over de duidelijkheid van deze handleiding. Zowel praktijkervaringen zijn belangrijk, alsook onderzoeksexperten die deskundig zijn over de betrokken thematieken en hun aanvullingen of verbeteringen wensen over te maken. Suggesties ter verbetering zijn steeds welkom en kunnen verstuurd worden naar 12

13 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren 1 Kwaliteit en de waarde van kwaliteitsindicatoren Hoewel het begrip kwaliteit bijzonder veel wordt gebruikt, is het niet mogelijk een eenduidige definitie te geven van kwaliteit. Wel is men het erover eens dat het begrip kwaliteit meerdere dimensies omvat en dat het meten en opvolgen van kwaliteit een continu proces is (Demaerschalk, Hermans, Cuyvers & Van Audenhove, 2009). Internationaal groeit de aandacht voor kwaliteit van de lange-termijn-zorg. Het aantal ouderen stijgt sterk, en hierdoor neemt ook het aantal zorgafhankelijke ouderen toe die een beroep doen op thuiszorg of residentiële ouderenzorg. Andere redenen voor de toegenomen aandacht voor kwaliteit zijn: De Europese regelgeving legt voorzieningen uit de langdurige zorg op dat ze werk moeten maken van toegankelijke, kwalitatief hoogstaande en duurzame gezondheidszorg en langdurige zorg door de ontwikkeling van kwaliteitsnormen die een weergave zijn van internationale best practices en door het versterken van de verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren en van patiënten en zorgvragers (Europese unie 2006, vermeld in Hoffman, e.a., 2010). Ouderen zelf en de publieke opinie vragen naar meer transparantie: welke zorg en dienstverlening kan men krijgen? De overheid wil evenzeer transparantie zodat er garanties zijn dat de overheidsmiddelen efficiënt en effectief worden ingezet. De sector en de voorzieningen zelf willen de eigen dienstverlening zo goed mogelijk optimaliseren binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden. Kwaliteitsvolle zorg en dienstverlening in de woonzorgcentra belangt dus verschillende betrokkenen aan. Het is uiteraard een zaak van de woonzorgcentra, maar ook de overheid, ouderen zelf, familieleden, medewerkers, vrijwilligers en de buurt zijn betrokken bij het uitbouwen van kwaliteitsvol wonen en zorg. In het denken over kwaliteit maakt men vaak een onderscheid tussen structurele elementen van kwaliteit (bv. het beschikbare personeel om zorg te verlenen), proceselementen (bv. uitgewerkte procedures van zorgverlening) en resultaatselementen (bv. het aantal valincidenten bij bewoners) (Donabedian, 1988). Tot nu toe zijn veel inspanningen geleverd door de sector zelf en door de overheid om het kwaliteitsbeleid in woonzorgcentra verder gestalte te geven. De focus komt hierbij meer en meer te liggen op de resultaatsaspecten van kwaliteit (Van Eekert, 2009). De wettelijke erkenningsnormen vertrekken bijvoorbeeld nog altijd sterk vanuit een aandacht voor de structurele kwaliteit. Het kwaliteitsdecreet van 1997 vulde hierop aan met de vraag naar een kwaliteitshandboek met uitgewerkte procedures en explicitering van kwaliteitsprocessen. Het kwaliteitsdecreet van 2003 legt nog meer de nadruk op de resultaten van kwaliteitsvolle woonzorg en dienstverlening. Het uitbouwen van een kwaliteitsbeleid kan heel specifiek, maar ook breder worden benaderd (Demaerschalk e.a., 2009). In oorsprong is de aandacht voor kwaliteit sterk gerelateerd aan de uitkomsten van een productieproces. Ook in de zorg kan dit kwaliteitsbeleid zich dan heel specifiek richten op de uitkomsten van het primaire proces van de hulpverlening. Kwaliteitsbeleid in deze specifieke zin kijkt naar 13

14 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren de processen en uitkomsten van de zorg en dienstverlening. Daarnaast kan een kwaliteitsbeleid ook breed worden opgevat, waarbij er ook aandacht gaat naar contextfactoren, structurele en procesmatige factoren die bijdragen tot dit resultaat. Recent wordt ook de vraag gesteld naar de relatie tussen kwaliteit van zorg enerzijds en kwaliteit van leven anderzijds (Netten e.a., 2012). Samen met andere auteurs pleiten we voor een complementaire visie op kwaliteitsbeleid waarbij zowel monitoring als evaluatie van belang zijn. Een volwaardig kwaliteitssysteem is gebaat met zowel kwaliteitsmonitoring als kwaliteitsevaluatie. Wat is precies het onderscheid? Monitoring verwijst naar het gebruik van periodieke metingen of registraties door middel van indicatoren. De doelstelling van monitoring is een zicht te krijgen op wat er zich afspeelt en tot welke resultaten iets leidt. Hiervoor worden indicatoren gebruikt die dus signaleren wat er gaande is. Evaluatie gaat een stap verder en heeft als doelstelling een zicht te krijgen op de waarom-vraag. Hoe en waarom gebeurt er precies wat er zich heeft voorgedaan? Kwaliteitsevaluatie is méér dan het gebruik van kwaliteitsindicatoren alleen. Ook andere informatiebronnen en contextuele factoren helpen ons te verklaren waarom iets gebeurt. Er bestaat tot nu toe geen specifieke definitie voor kwaliteitsindicatoren voor de welzijns- en gezondheidssector. We verwijzen daarom naar deze algemene definitie van een indicator: Op basis van systematische waarnemingen worden cijfers verzameld die essentiële informatie bevatten en die kunnen worden geordend in statistische tabellen, ofwel gekwantificeerd op interval/ordinaal niveau, ofwel nominaal, en die verwerkt worden tot indicatoren die een uitdrukking geven van de structuur of de verandering in fenomenen die verband houden met wetenschappelijke en/of beleidsmatige bekommernissen (Breda e.a., 2002; Horn, 1993, vermeld in Poelman, Hermans & Van Audenhove, 2011). Een indicator kan het best worden begrepen als een signaalwijzer: Wàt gebeurt er? Wàt heeft er zich voorgedaan? Een indicator is dus de bouwsteen van een monitoringssysteem. Het is een kwantificeerbare samenvattende maat en bestaat gewoonlijk uit een verhouding van teller ten opzichte van noemer. Dit betekent dat een indicator vaak uitgedrukt wordt in een percentage. Dit percentage wordt berekend op basis van een aantal kencijfers uit de formule (teller / noemer). Om tot een indicator te komen zijn dus een aantal elementaire kencijfers nodig. Een voorbeeld van indicator is het percentage bewoners met een valincident. Dit moet verder verduidelijkt worden als de verhouding van de teller het aantal bewoners dat de afgelopen maand is gevallen tot de noemer het totaal aantal geobserveerde bewoners vermenigvuldigd met honderd. We halen nog twee belangrijke kenmerken aan van een indicator. Ten eerste: een indicator verwijst naar één aspect van kwaliteit en is per definitie dus ook beperkt. Eén indicator kan onmogelijk de totale kwaliteit van een woonzorgcentrum in beeld brengen. Het is belangrijk enerzijds voldoende diversiteit te hebben, zonder te vervallen in een overdaad aan indicatoren. Ten tweede: een indicator doet geen uitspraak over de áárd van de kwaliteit, hiervoor is een ruimere evaluatie nodig. Een indicator signaleert enkel wàt er zich voordoet op een bepaald domein. Dit kenmerk van een indicator is vaak misbegrepen. De waarde van een indicator ligt er dan in dat het een signaal geeft van belangrijke wijzigingen en zo het vertrekpunt kan vormen voor verbeteringen en veranderingen. 14

15 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Men spreekt dus niet van een goed of slecht resultaat aan de hand van een kwaliteitsindicator. Er is een ruimere evaluatie nodig en er moet de vraag worden gesteld: Waarom gebeuren er wijzigingen? Om terug te keren naar het voorbeeld. Een woonzorgcentrum kan het eerste jaar een percentage hebben van 9% (bewoners met een valincident de afgelopen maand) en het tweede jaar uitkomen op 16%. Beide percentages doen op zichzelf geen uitspraak over goed of slecht. Indicatoren roepen wel op tot uitgebreidere evaluatie: Waarom zijn er zoveel meer bewoners gevallen dit jaar? Dit vraagt nader onderzoek op basis van andere informatiebronnen dan het aangeleverde registratiemateriaal alleen. Misschien is de bewonerspopulatie meer mobiel met daardoor meer gelegenheid tot vallen? Misschien zijn er veel meer bewoners buiten het woonzorgcentrum gaan wandelen, wat aanleiding heeft gegeven tot meer valpartijen? De percentages zijn dus signaalwijzers, niet meer, maar ook niet minder. Hiermee komen we ook op de vraag naar de interpretatie van indicatoren. Een monitoringssysteem met kwaliteitsindicatoren kan leiden tot de ontwikkeling van referentiewaarden of normen ter interpretatie. Een indicator zegt op zichzelf niets, het is de uitdrukking van een fenomeen. Door te vergelijken met een referentiewaarde kan de indicator wel betekenis krijgen. Een eerste referentiewaarde zou kunnen zijn door te vergelijken doorheen de tijd. Door jaarlijkse metingen uit te voeren, kan een evolutie worden opgevolgd. Een tweede referentiewaarde zou erin bestaan te vergelijken met een groep van gelijkaardige woonzorgcentra. Het is dan interessant te leren van elkaar en te onderzoeken hoe de verschillen in gevonden cijferwaarden verklaard kunnen worden. Een laatste referentiewaarde kan soms gevonden worden in wetenschappelijke literatuur. Op grond van onderzoeksgegevens zijn richtcijfers bekend over de range waarbinnen bepaalde fenomenen zich voordoen. We kunnen dus stellen dat het werken met kwaliteitsindicatoren heel wat mogelijkheden biedt voor de verdere uitbouw van een kwaliteitsbeleid: Het werken met indicatoren verplicht ons om aspecten van het wonen, leven en zorgen in het woonzorgcentrum op gestandaardiseerde wijze te registreren De indicatoren bieden een gemeenschappelijke taal om over kwaliteit te spreken. De eenvoud biedt houvast De indicatoren roepen op en nodigen uit tot verdere evaluatie. Ze zijn het startpunt voor verbeteracties in de Plan-do-check-act-cyclus binnen de eigen organisatie Tegelijk zijn er ook valkuilen verbonden aan het werken met kwaliteitsindicatoren: Indicatoren zeggen uit zichzelf weinig en moeten dus bij rapportering en communicatie zorgvuldig gehanteerd worden. Indicatoren vertellen nooit het volledige kwaliteitsverhaal, daarvoor is uitgebreidere evaluatie nodig De opbouw van een goed monitoringssysteem en vooral de nodige referentiewaarden voor de indicatoren vergt kennis en tijd De uitbouw van een referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg voor de Vlaamse woonzorgcentra start dus met de uitwerking van een monitoringssysteem van kwaliteitsindicatoren. Sinds 2011 is een proces doorlopen op zoek naar een beperkte set van haalbare en relevante, bij voorkeur gevalideerde kwaliteitsindicatoren. Het resultaat hiervan zijn de kwaliteitsindicatoren terug te vinden in deze handleiding (Hoofdstuk 2). 15

16 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren In de volgende paragraaf bespreken we eerst de uitgangspunten die zijn vastgelegd voor de ontwikkeling van het referentiekader kwaliteit van wonen en zorg in woonzorgcentra. 16

17 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren 2 De zes uitgangspunten voor de opbouw van het referentiekader kwaliteit Bij aanvang van het project stelde LUCAS de volgende zes uitgangspunten voorop waarbinnen het referentiekader integrale kwaliteit wonen en zorg vorm diende te krijgen: 1. Standaarden en thema s van kwaliteit vertrekken vanuit een brede visie op kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen. 2. Het referentiekader wordt ontwikkeld in een filosofie van dialoog in plaats van controle. 3. Het referentiekader met thema s en indicatoren vormt het startpunt voor de verdere uitbouw van evaluatie. Indicatoren alleen bieden geen grondige evaluatie van de kwaliteit, maar zijn wel een belangrijk element van kwaliteitsmanagement. 4. Het referentiekader met thema s en indicatoren houdt voldoende rekening met een haalbare implementatie in de praktijk. 5. Het referentiekader streeft naar zoveel mogelijk gebruik van resultaatindicatoren. Ook structuuren procesindicatoren kunnen worden opgenomen. 6. De indicatoren zijn gebaseerd op perspectieven van verschillende betrokkenen en groepen. Zowel objectief meetbare indicatoren hebben een plek, alsook subjectieve informatie van gebruikers, familie en medewerkers. Deze zes uitgangspunten zijn goedgekeurd door de stuurgroepleden, bestaande uit alle relevante betrokkenen (zie verder paragraaf 3) en worden dan ook gebruikt voor de verdere opbouw van het referentiekader. We lichten de zes uitgangspunten hieronder verder toe. 2.1 Uitgangspunt 1 Standaarden en thema s van kwaliteit vertrekken vanuit een brede visie op kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen. Niet enkel de klinische zorgaspecten zijn van belang, het is ook nodig oog te hebben voor een kwaliteitsvol wonen en leven. Internationaal gezien is er meer en meer aandacht voor kwaliteit van zorg in de residentiële ouderenzorg (Hoffman & Leichsenring, 2011; Nies & Leichsenring, 2011). Kwaliteit van leven is even belangrijk als kwaliteit van zorg (Netten e.a., 2012). Een alomvattend kwaliteitssysteem heeft oog voor zowel kwaliteit van zorg als kwaliteit van leven. We leggen de focus vooral op kwaliteitsverwachtingen (dit zijn niet-juridisch afdwingbare aspecten), eerder dan op wettelijke minimumnormen. De wettelijke vereisten kunnen mee opgenomen zijn in het referentiekader, maar gelden niet als indicator. Redenen voor de focus op verwachtingen zijn ingegeven vanuit de vaststelling dat het werken met absolute normen of minimale normen in de praktijk niet zo goed werkt. Werken met minimumnormen fnuikt innovatie en verbetering, het schaadt het imago van de sector en werkt demotiverend voor medewerkers en organisaties. Het geeft ook aanleiding tot oeverloze discussies ( Wat is een aanvaardbaar percentage valincidenten? ) in plaats van te stimuleren tot actie en verbetering (Hoffman e.a., 2010). Daarom wordt voor het referentiekader gezocht naar indicatoren die verwijzen naar verwachtingen inzake kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven en die aanzetten tot verbeteringen in de zorgpraktijk. 17

18 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren 2.2 Uitgangspunt 2 Het referentiekader wordt ontwikkeld in een filosofie van dialoog in plaats van controle. Woonzorgcentra moeten met de kwaliteitsindicatoren zelf aan de slag kunnen om kwaliteit te verbeteren. De indicatoren zijn dus in eerste instantie bedoeld om voorzieningen zelf zicht te laten krijgen op kernaspecten van het wonen, leven en werken in een woonzorgcentrum. Er is aandacht voor hoe de woonzorgcentra zoveel mogelijk zelf kunnen werken met de indicatoren: bruikbaarheid en haalbaarheid zijn belangrijk. Dit betekent o.a. ook zelf de informatie verzamelen. Uiteraard zijn er raakvlakken met andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld de rol van de zorginspectie of de mogelijkheid van accreditatie door externen), maar die worden elders verduidelijkt. Zie hiervoor de website en mogelijkheid tot nieuwsbrief over het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg ( 2.3 Uitgangspunt 3 Het referentiekader met thema s en indicatoren vormt het startpunt voor de verdere uitbouw van evaluatie. Indicatoren alleen bieden geen grondige evaluatie van de kwaliteit, maar zijn wel een belangrijk element van kwaliteitsmanagement. Het is duidelijk dat het zoeken naar haalbare en bruikbare kwaliteitsindicatoren ook raakvlakken heeft met andere ontwikkelingen (cfr supra). Dit project is te beschouwen als een eerste opstap, een vertrekbasis voor verdere stappen in kwaliteitsbeheer. 2.4 Uitgangspunt 4 Het referentiekader met thema s en indicatoren houdt voldoende rekening met een haalbare implementatie in de praktijk. Bij het ontwikkelen van indicatoren zijn extreem gesteld twee werkwijzen mogelijk. In een theoretische benadering worden in de eerste plaats kwaliteitsdoelstellingen voorop gezet, hieruit vervolgens indicatoren ontwikkeld en opgemaakt en ten slotte gezocht naar beschikbaar cijfermateriaal om die indicatoren te meten. In een pragmatische benadering kijkt men eerst naar het beschikbare cijfermateriaal om hieruit indicatoren op te bouwen en die vervolgens te kaderen binnen een bepaalde doelstelling. In de opbouw van het referentiekader werken we met een tussenvorm. We beperken ons niet tot de pragmatische benadering die enkel voortbouwt op wat er momenteel aan beschikbaar cijfermateriaal is. Tegelijk is het niet de opzet een uitgebreid theoretisch kader te ontwikkelen, de globale doelstelling is gekend: aandacht voor kwaliteit van zorg en voor kwaliteit van leven. We combineren wetenschappelijke input over standaarden of doelstellingen en indicatoren enerzijds met input vanuit de praktijk omtrent haalbaarheid en beschikbaar registratiemateriaal. Zo moet deze aanpak leiden tot een beperkte maar haalbare set van meetbare indicatoren. 18

19 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren 2.5 Uitgangspunt 5 Het referentiekader streeft naar zoveel mogelijk gebruik van resultaatindicatoren. Ook structuur- en procesindicatoren kunnen worden opgenomen. Met resultaatindicatoren wordt bedoeld dat ze een beeld geven van het resultaat van de zorg- en dienstverlening. Die resultaten gaan over de situatie van de bewoners, of van die van medewerkers uit de organisatie. Voor een goed monitoringssysteem is een beperkte maar goed gefocuste opzet noodzakelijk. Daarom richten we ons vooral op resultaatindicatoren. Wat geeft een zicht op het resultaat van goede kwaliteit van zorg en goede kwaliteit van leven? 2.6 Uitgangspunt 6 De indicatoren zijn gebaseerd op perspectieven van verschillende betrokkenen en groepen. Zowel objectief meetbare indicatoren hebben een plek, alsook subjectieve informatie van gebruikers, familie, medewerkers of vrijwilligers. Het is een misvatting te denken dat indicatoren enkel objectieve cijfers zijn. Indicatoren zijn wel altijd cijfermatige signaalwijzers, maar de gegevens waaruit ze zijn opgebouwd kunnen zowel objectief als subjectief zijn. Voor de indicatoren van kwaliteit van zorg lijken meer objectieve gegevens voorhanden (vb. medicatiegebruik), terwijl voor het meten van de kwaliteit van leven we er niet omheen kunnen om ook subjectieve beoordelingen mee op te nemen. Uit subjectieve beoordelingen zijn ook indicatoren op te bouwen (bijvoorbeeld: percentage bewoners dat tevreden is over het woon- en leefklimaat). Wel is het altijd noodzakelijk dat de indicatoren voldoende validiteit en betrouwbaarheid hebben. Validiteit betekent dat de indicatoren een meting zijn van wat er werkelijk bedoeld wordt te meten. Betrouwbaarheid betekent dat meerdere personen tot dezelfde bevindingen zouden komen voor deze indicator. Hoewel het internationaal onderzoek over kwaliteitsindicatoren specifiek voor de woonzorgcentra pas van heel recente datum is, is er maximaal voortgebouwd op deze literatuur. Zo is gestart met indicatoren die een wetenschappelijke onderbouwing hebben op het vlak van validiteit en betrouwbaarheid en is daaruit gezocht naar indicatoren die noodzakelijk en haalbaar zijn. 3 Het doel van het referentiekader met kwaliteitsindicatoren en de rol van alle betrokkenen hierbij Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg heeft zich tot nu toe toegespitst op de ontwikkeling van een monitoringssysteem met kwaliteitsindicatoren. De opbouw van dit referentiekader en de kwaliteitsindicatoren is gebeurd in twee opeenvolgende onderzoeksstappen. LUCAS nam hierbij de procesbegeleiding en inhoudelijke voorbereiding op zich. Een stuurgroep heeft het volledige traject opgevolgd en blijft waken over de opzet en doelstelling van het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg. 19

20 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Deze stuurgroep bestaat in de periode uit de volgende leden: Voor het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid: o o o Chris Vander Auwera, administrateur-generaal en voorzitter van de stuurgroep Annemie Doms, afdelingshoofd RGZ Veerle Van der Linden, teamverantwoordelijke ouderenzorg Voor het Kabinet van Vlaams minister Jo Vandeurzen: o Saskia Mahieu en Rob Vanhemel, raadgevers woonzorg en ouderen Voor het Agentschap Zorginspectie: o Stef Van Eekert, afdelingshoofd zorginspectie Voor de koepels: o o o o Zorgnet; Tarsi Windey en Roel Van de Wygaert VVSG; Elke Vastiau en Annelies De Ridder FOS; Luc Griep Ferubel; Daniël Vandermeulen Voor de KU Leuven, LUCAS: o o Nele Spruytte, senior onderzoeker Liza Van Eenoo, wetenschappelijk medewerker De doelstelling van het werken met kwaliteitsindicatoren is ambitieus (cfr. stuurgroep 26/9/2011). In de eerste plaats moet het werken met kwaliteitsindicatoren de woonzorgcentra zelf aanzetten tot kwaliteitsverbetering. Het systeem wordt ook zo opgevat dat de voorzieningen zelf de nodige gegevens moeten registreren. Bijkomend wordt ernaar gestreefd dat het referentiekader met kwaliteitsindicatoren ook bruikbaar is voor beleidsmonitoring, voor kwaliteitsverbetering, voor publieksrapportering en voor zorginspectie. Met het oog op de eerste doelstelling zal gewerkt worden met een stapsgewijze implementatie en zullen de specificaties nog komen m.b.t. de overige doelstellingen en modaliteiten ervan. 4 Het afgelegde traject tot de opbouw van het referentiekader en de kwaliteitsindicatoren Omdat de doelstelling er primair in bestaat de woonzorgcentra zelf aan te zetten tot kwaliteitsverbetering, is haalbaarheid een belangrijk criterium voor de opbouw van het referentiekader met kwaliteitsindicatoren. Om te komen tot de geselecteerde kwaliteitsindicatoren is er in 2011 gewerkt met een tussenvorm tussen een theoretische benadering (opbouw van theoretische doelstellingen en die vertalen in indicatoren) en een pragmatische benadering (vertrekken vanuit bestaande registraties van indicatoren en die opnemen als doelstellingen). Telkens is rekening gehouden met relevantie (inhoudelijke noodzakelijkheid) en met haalbaarheid (praktische realiseerbaarheid). 20

21 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Op grond van internationale wetenschappelijke literatuur is er eerst een longlist samengesteld met 122 resultaatgeoriënteerde indicatoren die zicht geven op kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven in een woonzorgcentrum (intern document dd. 6 oktober 2011). De indicatoren uit de longlist zijn geordend in drie thema s: Kwaliteit van zorg en veiligheid, Kwaliteit van leven en Kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisaties. In vier focusgroepen zijn met alle relevante stakeholders (gebruikers, familieleden, zorgmedewerkers inclusief CRA, zorgmanagement, beleid, inspectie) telkens onderdelen van deze longlist overlopen en bediscussieerd. Op basis van een beoordeling van de noodzakelijkheid en de haalbaarheid is een selectie uitgevoerd. Bedoeling is te komen tot een beperkte set van noodzakelijke en haalbare indicatoren die in een eerste stap zullen worden uitgetest voor verdere implementatie. Op 29 november 2011 is een laatste discussiedag gehouden met de experten die deelnamen aan de focusgroepen. De opzet van de discussiedag was tweeledig: (1) het synthetiseren en borgen van de gekozen beperkte set van noodzakelijke en haalbare indicatoren en (2) het voorbereiden en input bieden voor het implementatieproces. Dit resulteerde in de synthese van 27 kwaliteitsindicatoren, verdeeld over drie grote thema s: (1) kwaliteit van zorg en veiligheid, (2) kwaliteit van leven en (3) kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie. Tabel 1 biedt een samenvattend overzicht van de kwaliteitsindicatoren na de discussiedag van 29 november 2011 (zie intern synthesedocument dd. 12 december 2011). We merken op dat de stuurgroep consensus bereikte over de globale thema s, subthema s en indicatoren, maar dat er in december 2011 nog geen definitief uitgewerkte operationalisatie was van de indicatoren. Dit verklaart waarom de omschrijving van de indicatoren in tabel 1 niet helemaal overeenstemt met de finale set kwaliteitsindicatoren zoals ze verderop wordt toegelicht in deze handleiding. Dit overzicht biedt wel de leidraad voor de verdere uitbouw van het referentiekader kwaliteit. Het is immers de bedoeling dat voor alle thema s en subthema s indicatoren worden ontwikkeld. 21

22 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Tabel 1: Beknopt overzicht van de 27 kwaliteitsindicatoren die noodzakelijk en haalbaar werden geacht voor een eerste opbouw van referentiekader kwaliteit van wonen en zorg in de Vlaamse woonzorgcentra (dec 2011) Kwaliteitsindicator Omschrijving Thema 1: Kwaliteit van zorg en veiligheid A B C D E % bewoners met decubitus categorie 2 tot en met 4 (ontstaan in het woonzorgcentrum) % bewoners met onbedoelde en niet in het behandelbeleid passende gewichtsafname in de afgelopen maand % bewoners met een valincident % bewoners met een dagelijkse fysieke vrijheidsbeperking (al dan niet ondersteund met een fixatiedocument) % bewoners dat de afgelopen dertig dagen te maken had met een medicijnincident F % personeel dat het afgelopen jaar gevaccineerd is tegen influenza G % bewoners met meer dan 5 voorgeschreven geneesmiddelen H I % bewoners gestorven in het woonzorgcentrum % bewoners dat beschikt over een up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde, dat in overeenstemming is met hun voorkeuren Thema 2: Kwaliteit van leven 2.1: Lichamelijk welbevinden en gezondheid J K % bewoners (of vertegenwoordigers) dat tevreden is over de smaak en de kwaliteit van de maaltijden % bewoners (of vertegenwoordigers) dat een goede persoonlijke verzorging ervaart 2.2: Woon- en leefklimaat L De mate waarin bewoners (of vertegenwoordigers) een goed wooncomfort ervaren M De mate waarin bewoners (of vertegenwoordigers) een goede sfeer ervaren 2.3: Privacy en autonomie N % bewoners (of vertegenwoordigers) dat vindt dat hun privacy voldoende is beschermd 22

23 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Kwaliteitsindicator O Omschrijving De mate waarin bewoners (of vertegenwoordigers) een goede zelfstandigheid/autonomie ervaren 2.4: Integratie en sociale activiteiten P De mate waarin bewoners (of vertegenwoordigers) goede mogelijkheden voor dagbesteding ervaren 2.5: Vraaggerichtheid Q % bewoners (of vertegenwoordigers) dat vindt dat het personeel vriendelijk is R S T % bewoners (of vertegenwoordigers) dat vindt dat klachten goed worden opgevolgd % bewoners (of vertegenwoordigers) dat vindt dat ze voldoende informatie krijgen over het leven in het woonzorgcentrum % bewoners (of vertegenwoordigers) dat het gevoel heeft dat het personeel tijdig en op een juiste manier reageert als men om hulp vraagt 2.6: Inspraak en onderhandelde zorg U % bewoners (of vertegenwoordigers) dat vindt dat ze voldoende inspraak hebben in de zorg en begeleiding die ze krijgen Thema 3: Kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie V W X % ziekteverzuim (langdurend-kortdurend) % medewerkers met vast contract dat in het voorbije kalenderjaar het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Aantal dienstjaren werkzaam IN het huidig woonzorgcentrum Y Specialisatie van zorgverleners Z Aantal uren vorming bovenop verplichte vorming per medewerker AA Aantal vrijwilligerscontracten per bewoner Vanaf januari 2012 is negen maanden gewerkt aan de voorbereiding, realisatie en evaluatie van een piloottest. Hierbij is gefocust op de indicatoren over de kwaliteit van zorg en veiligheid (9 indicatoren) en op de indicatoren over de kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie (6 indicatoren). De verdere uitwerking en implementatie van de indicatoren over de kwaliteit van leven van bewoners (12 indicatoren) zal later worden aangepakt. 23

24 Hoofdstuk 1 Doelstelling en opzet van het referentiekader en de monitoring met kwaliteitsindicatoren Voor de piloottest werkten acht woonzorgcentra mee. Bij de selectie van deze acht woonzorgcentra stond diversiteit voorop. De schaalgrootte, het juridisch statuut, de ervaring met kwaliteitsmonitoring en het niveau van digitalisering varieerde sterk tussen de acht woonzorgcentra. Op gebied van digitalisering zijn er twee woonzorgcentra gekozen die geen ervaring hadden met elektronische zorgdossiers, twee woonzorgcentra die werken met elektronische zorgdossiers, twee woonzorgcentra die werken met het BelRAI-instrument en twee woonzorgcentra die werken met het Navigator-instrument. Zowel het BelRAIinstrument ( als het Navigatorinstrument ( zijn gevalideerde kwaliteitsmonitoringsinstrumenten waarin kwaliteitsindicatoren verwerkt zitten. Er is in de piloottest gezocht naar een zo goed mogelijke aansluiting bij deze wetenschappelijke instrumenten. De piloottest had meerdere doelstellingen: de haalbaarheid en tijdsinvestering van deze monitoring in kaart brengen, een implementatiemethode uitwerken en er een geschikte rapportering voor ontwikkelen. Eén van de uitkomsten van de piloottest is de voorliggende handleiding met toelichting en werkinstrumenten om de kwaliteitsindicatoren te gebruiken in het woonzorgcentrum. Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met de feedback en opmerkingen die zijn verkregen tijdens de focusgroepen van de piloottest. Met de stuurgroep van betrokkenen is deze handleiding en het implementatieplan bekrachtigd (dd. Stuurgroep 18 september 2012). In de volgende hoofdstukken geven we een toelichting bij de finale set van indicatoren, stellen we het implementatieplan voor en gaan we uitgebreid in op de definities en werkwijze van elk van de indicatoren. 24

25 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren 1 Overzicht van de set van kwaliteitsindicatoren Na afloop van de piloottest is met de stuurgroep goedkeuring gegeven voor de volgende set van kwaliteitsindicatoren met betrekking tot de thema s kwaliteit van zorg en veiligheid en kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie (zie Tabel 2). In totaal worden er 21 kwaliteitsindicatoren geïmplementeerd, waarvan 16 verplicht en 5 optioneel zijn te registreren. De operationalisatie van de indicatoren met betrekking tot kwaliteit van leven van bewoners in woonzorgcentra dient nog te worden uitgewerkt. Tabel 2: Overzicht van de kwaliteitsindicatoren uit thema 1 en thema 3 voor verdere implementatie, rekening houdend met de haalbaarheid en noodzakelijkheid per indicator. (juli 2012) Kwaliteitsindicator Omschrijving Thema 1: Kwaliteit van zorg en veiligheid A A1: Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 Optioneel A2: Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 ontstaan in het woonzorgcentrum (subgroep van A1) B B1: Percentage bewoners met onbedoelde en niet in het behandelbeleid passende gewichtsafname van drie kilogram of meer in de afgelopen maand Optioneel B2: Percentage bewoners met onbedoelde en niet in het behandelbeleid passende gewichtsafname van zes kilogram of meer in de afgelopen zes maanden C C1: Percentage bewoners met één of meer valincident(en) in de afgelopen maand Optioneel C2: Percentage bewoners met twee of meer valincidenten in de afgelopen maand (subgroep van C1) D1: Percentage bewoners met een dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag D D2: Percentage bewoners waarbij de dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag alleen het gebruik van bedhekken is (subgroep van D1) Optioneel D3: Percentage bewoners waarbij de dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag ondersteund is met een fixatiedocument (subgroep van D1) 25

26 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren Kwaliteitsindicator Omschrijving E Percentage bewoners dat de afgelopen zeven dagen te maken had met minimaal één medicijnincident F Percentage zorgpersoneelsleden dat het afgelopen kalenderjaar gevaccineerd is tegen influenza en waarbij de vaccinatie betaald is door het woonzorgcentrum G G1: Percentage bewoners met 5 tot en met 9 verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts G2: Percentage bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts H Overleden bewoners met als overlijdensplaats het woonzorgcentrum I Percentage bewoners dat beschikt over een up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde, dat in overeenstemming is met de voorkeuren van de bewoner Thema 2: Kwaliteit van leven De indicatoren moeten nog worden uitgewerkt en getest. Thema 3: Kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie V1: Totaal aantal ziektemeldingen per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar V V2: Aantal ziektemeldingen kortdurend ziekteverzuim per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar (subgroep V1) W Percentage zorgpersoneelsleden met een contract van onbepaalde duur dat in het voorbije kalenderjaar het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten X X1: Aantal uren vorming per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar Optioneel X2: Aantal uren vorming per VTE niet-zorgpersoneel in het voorbije kalenderjaar Y Aantal uren gepresteerd vrijwilligerswerk in het voorbije kalenderjaar per woongelegenheid 26

27 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren 2 Toelichting van het stapsgewijze implementatieplan Er zal gewerkt worden met een stapsgewijze implementatie. De globale opzet houdt in: dat de woonzorgcentra zelf instaan voor de registraties. dat er op gestandaardiseerde en gestructureerde wijze gegevens worden verzameld. Dit gebeurt op afgesproken referentiedagen of referentieperiodes gespreid over een volledig kalenderjaar. dat de woonzorgcentra voor een minimaal aantal indicatoren zelf berekeningen uitvoeren op de verzamelde gegevens. Deze handleiding verduidelijkt de werkwijze (zie Handleiding per kwaliteitsindicator, p. 52). dat er twee maal per jaar (d.i. op 31 januari en 31 juli) gegevens worden doorgegeven aan het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid waarmee de indicatoren vervolgens berekend kunnen worden (Deze berekeningen gebeuren niet door de woonzorgcentra zelf). dat er minstens jaarlijks feedback wordt voorzien voor de woonzorgcentra. Deze feedback gebeurt individueel aan elk woonzorgcentrum. De wijze en timing wordt nog verder uitgewerkt. dat de geanonimiseerde groepsresultaten kunnen worden gecommuniceerd via de site van het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. De specifieke modaliteiten hiervan zullen nog worden uitgeklaard. dat het geheel van deze monitoring (gegevensverzameling, verwerking, rapportering) zal worden opgevolgd door een stuurgroep met relevante betrokkenen. Zoals weergegeven in Tabel 3 tot en met Tabel 6 start de registratie van gegevens in Uiterlijk 31 juli 2013 worden zeven indicatoren verplicht, en twee indicatoren optioneel opgevraagd. Op 31 januari 2014 gaat het om zeven bijkomende verplichte indicatoren, en één extra optionele indicator. Vanaf 2014 worden er telkens op 31 juli acht verplichte en drie optionele kwaliteitsindicatoren opgevraagd en op 31 januari daaropvolgend nog eens acht verplichte indicatoren en twee optionele indicatoren. Na volledige implementatie van alle indicatoren worden op die wijze de zestien verplichte en de vijf optionele kwaliteitsindicatoren jaarlijks opgevraagd (zie Tabel 6). Op die wijze wordt gradueel een databestand opgebouwd met vergelijkingsmateriaal voor de volgende metingen. De kwaliteitsindicatoren die niet verplicht zijn, maar optioneel, zijn in de voorbereidingsfase steeds als belangrijk aanzien. Uit de piloottest bleken deze optionele indicatoren niet altijd even haalbaar voor elk woonzorgcentrum. Het wordt elk woonzorgcentrum vrij gelaten om de gegevens voor deze optionele indicatoren in te sturen. Het is wel de bedoeling dat er ook hier uit de resultaten kan geleerd worden, bijvoorbeeld door vergelijking met andere woonzorgcentra of door vergelijking doorheen de tijd. Tabel 3 geeft schematisch het gefaseerde implementatieplan weer over de drie kalenderjaren 2013, 2014 en Met registratie wordt bedoeld het verzamelen van de gegevens door het woonzorgcentrum, met doorgegeven wordt bedoeld het doorgeven van de gegevens aan het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Hoe de gegevens moeten verzameld worden, wordt beschreven in hoofdstuk 3. De werkwijze van het doorgeven van de gegevens aan het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid kan u 27

28 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren terugvinden op de website van het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid: Tabel 4, Tabel 5 en Tabel 6 geven de implementatie weer per kalenderjaar. 28

29 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren Tabel 3: Schema implementatieplan kalenderjaar 2013, 2014 en 2015 Kwaliteitsindicator Omschrijving Thema 1: Kwaliteit van zorg en veiligheid A1: Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 Registratie Registratie Registratie 20 april april april 2015 A OPTIONEEL: A2: Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 ontstaan in het woonzorgcentrum (subgroep A1) Doorgeven 31 juli 2013 Doorgeven 31 juli 2014 Doorgeven 31 juli 2015 B1: Percentage bewoners met onbedoelde en niet in het behandelbeleid passende gewichtsafname van drie kilogram of meer in de afgelopen maand Registratie maart-mei 2014 (enkel indicator Registratie maart-mei 2015 (indicator B1 en B1) B2) Doorgeven Doorgeven 31 juli juli 2015 B OPTIONEEL: (enkel indicator B1) (indicator B1 en B2) B2: Percentage bewoners met onbedoelde en niet in het behandelbeleid passende gewichtsafname van zes kilogram of meer in de afgelopen zes maanden _ Registratie Registratie sep-nov 2014 sep-nov 2015 (indicator B1 en (indicator B1 en B2) B2) Doorgeven Doorgeven 29

30 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren Kwaliteitsindicator Omschrijving jan jan 2016 (indicator B1 en (indicator B1 en B2) B2) Registratie Registratie Registratie C1: Percentage bewoners met één of meer valincident(en) in de afgelopen maand 1 tem 31 mei 1 tem 31 mei 1 tem 31 mei C OPTIONEEL: C2: Percentage bewoners met twee of meer valincidenten in de afgelopen maand (subgroep van C1) Doorgeven 31 juli 2013 Doorgeven 31 juli 2014 Doorgeven 31 juli 2015 D1: Percentage bewoners met een dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag Registratie Registratie D2: Percentage bewoners waarbij de dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de feb feb 15 D dag alleen het gebruik van bedhekken is (subgroep D1) - OPTIONEEL: D3: Percentage bewoners waarbij de dagelijkse fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de Doorgeven 31 juli 2014 Doorgeven 31 juli 2015 dag ondersteund is met een fixatiedocument (subgroep D1) 30

31 Hoofdstuk 2 Het referentiekader integrale kwaliteit van wonen en zorg en de kwaliteitsindicatoren Kwaliteitsindicator Omschrijving Registratie Registratie juni juni 2015 E Percentage bewoners dat de afgelopen zeven dagen te maken had met minimaal één medicijnincident - Doorgeven Doorgeven 31 juli juli 2015 Registratie Registratie Registratie okt 2013 okt 2014 okt 2015 F Percentage zorgpersoneelsleden dat het afgelopen kalenderjaarjaar gevaccineerd is tegen influenza en waarbij de vaccinatie betaald is door het woonzorgcentrum Doorgeven Doorgeven Doorgeven 31 jan jan jan 2016 G1: Percentage bewoners met 5 tot en met 9 verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Registratie 20 maart 2013 Registratie 20 maart 2014 Registratie 20 maart 2015 G G2: Percentage bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Doorgeven 31 juli 2013 Doorgeven 31 juli 2014 Doorgeven 31 juli

SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.7 KWALITEITSINDICATOREN IN DE WOONZORGCENTRA. Januari 2016

SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.7 KWALITEITSINDICATOREN IN DE WOONZORGCENTRA. Januari 2016 SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.7 KWALITEITSINDICATOREN IN DE WOONZORGCENTRA Januari 2016 INHOUD Doelstelling en proces Herwerkte indicatoren in 2015 Implementatieplanning Belang van feedback

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.6

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.6 / Handleiding VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.6 Handleiding: Kwaliteitsindicatoren over kwaliteit van zorg en veiligheid en over kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie versie

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Januari 2018

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Januari 2018 VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8 Januari 2018 INHOUD Doelstelling van het VIP WZC Opvolging van het VIP WZC Meetjaar 2018 Implementatieplanning

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.8

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.8 / Handleiding 105 VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: HANDLEIDING 1.8 Handleiding: Kwaliteitsindicatoren over kwaliteit van zorg en veiligheid en over kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisatie

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Meetjaar 2019

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Meetjaar 2019 VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8 Meetjaar 2019 INHOUD Doelstelling van het VIP WZC Opvolging van het VIP WZC Meetjaar 2019 Planning 2019 Belang

Nadere informatie

OVERZICHT. > Belang en historiek. > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit. > Kwaliteit van leven, de blik vooruit. > Vikz.

OVERZICHT. > Belang en historiek. > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit. > Kwaliteit van leven, de blik vooruit. > Vikz. OVERZICHT > Belang en historiek > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit > Kwaliteit van leven, de blik vooruit > Vikz > Slotwoord 31.01.17 Zorg en Gezondheid 2 WAAROM HET VIP WZC? > Kwaliteit staat hoog

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WZC Toelichting voor 2017

VLAAMS INDICATORENPROJECT WZC Toelichting voor 2017 VLAAMS INDICATORENPROJECT WZC Toelichting voor 2017 DOELSTELLING VIP WZC Door het aanreiken van een wetenschappelijk onderbouwd en gevalideerd monitorinstrument ondersteunt de Vlaamse overheid de woonzorgcentra

Nadere informatie

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM / 216 deel 2 / 13-sep-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM Dit rapport

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 2

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 2 Rapport kwaliteitsindicatoren 213 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in 213 deel 2. U kunt zich als woonzorgcentrum per indicator vergelijken

Nadere informatie

Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Kessel

Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Kessel Sint-Jozef Kessel Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Kessel Voor het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid startten we in 2013 met registraties van indicatoren die omschreven zijn in het referentiekader

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN HEILIG HART / 16 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 16 deel 2 HEILIG HART Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 216 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 Het Verhaal Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ Rapport kwaliteitsindicatoren BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2017 deel 2. / 26-feb-18 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2017 deel 2. / 26-feb-18 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 217 deel 2 / 26-feb-18 Rapport kwaliteitsindicatoren 217 deel 2 Het Verhaal Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 2018 deel 2 21/05/2019 Het Verhaal Rapport kwaliteitsindicatoren 2018 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 RVT DR. J. COPPENS

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 RVT DR. J. COPPENS Rapport kwaliteitsindicatoren Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t. elke indicator vergelijken met gelijkaardige

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. ZNA Joostens / 2017 deel 2. / 9-mrt-18 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. ZNA Joostens / 2017 deel 2. / 9-mrt-18 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN ZNA Joostens / 217 deel 2 / 9-mrt-18 Rapport kwaliteitsindicatoren 217 deel 2 ZNA Joostens Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Praktische handleiding Inhoud Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek Het referentiekader De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren!

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 15 deel 2 / 15-mrt-16 Rapport kwaliteitsindicatoren 15 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Rusthuis Seniorcity Solidariteit voor het Gezin

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Rusthuis Seniorcity Solidariteit voor het Gezin Rapport kwaliteitsindicatoren Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t. elke indicator vergelijken met gelijkaardige

Nadere informatie

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg Vanaf 2013 dienen alle woonzorgcentra kwaliteitsindicatoren te registreren voor het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, zoals omschreven in het referentiekader

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Seniorie de Maretak

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Seniorie de Maretak Rapport kwaliteitsindicatoren Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t. elke indicator vergelijken met gelijkaardige

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 De Pastorij

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 De Pastorij Rapport kwaliteitsindicatoren Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t. elke indicator vergelijken met gelijkaardige

Nadere informatie

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT Ariane Ghekiere, PhD Ariane Ghekiere, PhD 19/09/2018 KWALITEITSINDICATOREN BINNEN VIP² GGZ 1 19/09/2018 2

Nadere informatie

Evaluatiestudie Zorgcirkels Jongdementie Leuven

Evaluatiestudie Zorgcirkels Jongdementie Leuven Leuven, voorjaar 2017 Evaluatiestudie Zorgcirkels Jongdementie Leuven Uitnodiging en informatienota Meting kwaliteit van leven en zorg voor personen met jongdementie in de woonunit van WZC De Wingerd (ROPI)

Nadere informatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 WOON- EN ZORGCENTRUM A. LACOURT OOSTENDE

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 WOON- EN ZORGCENTRUM A. LACOURT OOSTENDE Rapport kwaliteitsindicatoren WOON- EN ZORGCENTRUM A. LACOURT OOSTENDE Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t.

Nadere informatie

Kwaliteit in woonzorgcentra: meten via indicatoren. Een woordje uitleg

Kwaliteit in woonzorgcentra: meten via indicatoren. Een woordje uitleg Kwaliteit in woonzorgcentra: meten via indicatoren. Een woordje uitleg Ten Kerselaere draagt kwaliteit hoog in het vaandel. Ook de overheid waakt over een goede kwaliteit in de woonzorgcentra. In dit kader

Nadere informatie

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum Aanleiding onderzoek Tegen 2012 moet een woon- en zorgcentrum zelfevaluatie uitvoeren (Vlaamse Regering, 2009) Vraag vanuit externe stuurgroep

Nadere informatie

Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna

Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Gezondheid Koning Albert II laan 35, bus 31, 1030 BRUSSEL Tel. 02 553 33 79 Fax 02 553 34 35 E-mail: inspectie@wvg.vlaanderen.be

Nadere informatie

TOGETHER WE IMPROVE OP PAD NAAR CONTINUE VERBETERING VAN ZORG- EN DIENSTVERLENING IN DE WOONZORG

TOGETHER WE IMPROVE OP PAD NAAR CONTINUE VERBETERING VAN ZORG- EN DIENSTVERLENING IN DE WOONZORG TOGETHER WE IMPROVE OP PAD NAAR CONTINUE VERBETERING VAN ZORG- EN DIENSTVERLENING IN DE WOONZORG VLAAMS BELEID ROND KWALITEIT IN DE WZC kwaliteitsdecreet (2003) en WZD (2009) kwaliteitsbeleid kwaliteitshandboek

Nadere informatie

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra?

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra? Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra? De Standaard publiceert vandaag en de komende dagen een dossier over de kwaliteit van de Vlaamse woonzorgcentra. Ook de rapporten van onze woonzorgcentra

Nadere informatie

De toon gezet: één taal voor kwaliteit

De toon gezet: één taal voor kwaliteit De toon gezet: één taal voor kwaliteit Actie Actie Publieksversie bij het rapport van de Stuurgroep Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Verpleging, Verzorging en (VV&T) Verantwoorde zorg wat is dat? Winst

Nadere informatie

Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Wiekevorst

Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Wiekevorst int-jozef Wiekevorst Voor het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid startten we in 2013 met registraties van indicatoren die omschreven zijn in het referentiekader Integrale kwaliteit van wonen en zorg

Nadere informatie

Rapportering kwaliteitsindicatoren 2013 :

Rapportering kwaliteitsindicatoren 2013 : Rapportering kwaliteitsindicatoren 2013 : benchmark GZA Woonzorggroep ten opzichte van andere Vlaamse woonzorgcentra Deze balk geeft een indicatie van de 60 % mediaan van alle Vlaamse WZC in 2013 1) Aantal

Nadere informatie

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit KWALITEITSHANDBOEK OCMW BORNEM X. ZELFEVALUATIE X.X Algemeen kader zelfevaluatie Opgesteld door: Caroline Van Landeghem 1. Doel Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit Datum goedkeuring: 21/10/2013 Datum

Nadere informatie

VISIE VAN DE VLAAMSE OVERHEID OP KWALITEITSMETINGEN IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

VISIE VAN DE VLAAMSE OVERHEID OP KWALITEITSMETINGEN IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VISIE VAN DE VLAAMSE OVERHEID OP KWALITEITSMETINGEN IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG 8e Vlaams Geestelijke Gezondheidscongres 20 september 2016 Wilrijk - Antwerpen Dirk Dewolf Administrateur-generaal

Nadere informatie

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie AZ Sint-Maarten Mechelen April, 2006 1 Inleiding Sinds 1997

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN

Nadere informatie

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg Referentiekader resultaten 212-juli 215 VZW Rusthuizen Zusters van Berlaar Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg Vanaf 213 dienen alle woonzorgcentra kwaliteitsindicatoren te registreren voor het

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Rapportage Verslagjaar 2012

Rapportage Verslagjaar 2012 Rapportage Verslagjaar 2012 Kwaliteitsdocument Verpleging, Verzorging en Thuiszorg OE-code: 30053 Inhoudsopgave Rapportage Verslagjaar 2012... 1 Kwaliteitsdocument Verpleging, Verzorging en Thuiszorg...

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN EN KPI S IN DE OUDERENZORG

KWALITEITSINDICATOREN EN KPI S IN DE OUDERENZORG KWALITEITSINDICATOREN EN KPI S IN DE OUDERENZORG INHOUDSTAFEL I. Kwaliteit: Waarom en in welke domeinen? II. Kwaliteit: Wat is van belang? III. Wat is relevant om te meten? IV. Waar staan we vandaag? V.

Nadere informatie

De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg.

De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg. Bijlage. Schema als vermeld in artikel 26/4, eerste lid Groeiniveaus (0-5) Kwaliteitszorg: organisatie en visie Kwaliteitszorg: betrokkenheid Kwaliteitszorg: methodieken en instrumenten Kwaliteitszorg:

Nadere informatie

Referentiekader Sint-Margaretha Holsbeek

Referentiekader Sint-Margaretha Holsbeek Referentiekader Sint-Margaretha Holsbeek Voor het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid startten we in 2013 met registraties van indicatoren die omschreven zijn in het referentiekader Integrale kwaliteit

Nadere informatie

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1 1 Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Resultaten ziekenhuisbrede indicator VIP 2 basisvereisten handhygiëne

Nadere informatie

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm.

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm. Samenvatting Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm Samenvatting 173 Vanaf halverwege de jaren '90 is palliatieve zorg door de Nederlandse

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG DOOR DE MULTIDISCIPLINAIRE BEGELEIDINGSEQUIPE VOOR PALLIATIEVE VERZORGING Auteurs: Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde VUB en Federatie Palliatieve

Nadere informatie

Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden

Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden Inspectie voor de Gezondheidszorg drs. Jenneke van Veen Algemene leden vergadering VGN 27 juni 2006 Hoofdinspecteur Verpleging en chronische zorg www.igz.nl WAT

Nadere informatie

Rapportage Verslagjaar 2012

Rapportage Verslagjaar 2012 Rapportage Verslagjaar 2012 Kwaliteitsdocument Verpleging, Verzorging en Thuiszorg OE-code: 5090 Inhoudsopgave Rapportage Verslagjaar 2012...1 Kwaliteitsdocument Verpleging, Verzorging en Thuiszorg...1

Nadere informatie

Bijlage WZD 3.3. i.v.m. kwaliteitsindicatoren 1. Algemeen:

Bijlage WZD 3.3. i.v.m. kwaliteitsindicatoren 1. Algemeen: Bijlage WZD 3.3. i.v.m. kwaliteitsindicatoren 1. Algemeen: Bij elke indicator dient men verplicht het totaal aantal bewoners aanwezig, in het woonzorgcentrum, op datum van de registratie in te vullen.

Nadere informatie

INHOUD. 1. Structuur van het kwaliteitshandboek

INHOUD. 1. Structuur van het kwaliteitshandboek INHOUD 1. Structuur van het kwaliteitshandboek 1.1 Doel 1.2 Opbouw 1.3 Verspreiding en bekendmaking 1.4 Bijlage structuur van dit kwaliteitshandboek: - gebruikte afkortingen - legende stroomdiagram 2.

Nadere informatie

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING VERSIE VOOR WERKGROEPLEDEN Versie juni 2013 VERANTWOORDING De handleiding indicatorenontwikkeling voor werkgroepleden is gemaakt door medewerkers van het Kennisinstituut

Nadere informatie

Erratum Kwaliteitskader Verantwoorde zorg VV&T

Erratum Kwaliteitskader Verantwoorde zorg VV&T Erratum Kwaliteitskader Verantwoorde zorg &T Inleiding Het is maart 2010 vastgesteld door de Stuurgroep Kwaliteitskader &T. Gedurende meetjaar 2010 zijn op verzoek van de Stuurgroep enkele wijzigingen

Nadere informatie

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg vrijdag 31 oktober 2008 Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Versie 1.0 TR. van Althuis,

Nadere informatie

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Home no. 2 April 2018 Eerdere edities Verenso.nl Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Sandra van Beek, Marie-Julie van Hoof svanbeek@verenso.nl Sandra van Beek, Marie-Julie van

Nadere informatie

Een evaluatie van zorginhoudelijke indicatoren in de VV&T

Een evaluatie van zorginhoudelijke indicatoren in de VV&T Postprint 1 0 Version Journal website Pubmed link DOI This is a NIVEL certified Post Print, more info at http://www nivel eu. Een evaluatie van zorginhoudelijke indicatoren in de VV&T I. HEESBEEN, S. VAN

Nadere informatie

MINISTERIEEL BESLUIT VAN 17 MAART 2000 inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden (B.S. 20.V.

MINISTERIEEL BESLUIT VAN 17 MAART 2000 inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden (B.S. 20.V. MINISTERIEEL BESLUIT VAN 17 MAART 2000 inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden (B.S. 20.V.2000) Artikel 1. De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de opleidingscentra

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 2

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 2 / Sectorrapport VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 2 25.09.2018 Vlaams indicatorenproject woonzorgcentra: kwaliteitsindicatoren 2017 deel 2 1/57 Inhoudstafel 1 Inleiding

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

/ Sectorrapport VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 1

/ Sectorrapport VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 1 / Sectorrapport VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 1 Inhoudstafel Inleiding 3 1 Hoe deze cijfers lezen? 4 2 Overzicht van de resultaten 8 3 Indicator A: decubituswonden

Nadere informatie

Intern kwaliteitscharter

Intern kwaliteitscharter Intern kwaliteitscharter Ons intern kwaliteitscharter is samen met het kwaliteitscharter van Federgon (zie volgende pagina) een instrument om de kwaliteit van onze dienstverlening te waarborgen. Al onze

Nadere informatie

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.

Nadere informatie

Bevoegdheidsoverdracht prijsbepaling. Geachte mevrouw, geachte heer,

Bevoegdheidsoverdracht prijsbepaling. Geachte mevrouw, geachte heer, Aan de initiatiefnemers van de woonzorgcentra en centra voor kortverblijf, dagverzorgingscentra, serviceflatgebouwen en groepen van assistentiewoningen in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. De zelfevaluatie 5. DE ZELFEVALUATIE

Kwaliteitshandboek 5. De zelfevaluatie 5. DE ZELFEVALUATIE Versie 14-2 1 / 6 5. DE ZELFEVALUATIE Laatste beoordeling en goedkeuring door: Op datum van: Directie - Stuurgroep 08/01/14-14/01/14 Geschreven referentiekader en verwante documenten Documenten kwaliteitshandboek

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing Wat u zeker moet weten over Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN AUDIT VLAANDEREN www.auditvlaanderen.be 1 Inhoud AUDIT VLAANDEREN 5 INTERNE CONTROLE OF ORGANISATIEBEHEERSING?

Nadere informatie

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN:

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

http://www.health.fgov.be/pls/apex/f?p=225:1:1754521204855099.

http://www.health.fgov.be/pls/apex/f?p=225:1:1754521204855099. STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID Het contract coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013 wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden

Nadere informatie

KWALITEIT VAN ZORG IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA KWALITEITSINDICATOREN

KWALITEIT VAN ZORG IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA KWALITEITSINDICATOREN / Publieksrapport KWALITEIT VAN ZORG IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA KWALITEITSINDICATOREN 2015 deel 2 Inhoudstafel 1 Hoe deze cijfers lezen? 3 2 Indicator B: onbedoeld gewichtsverlies 6 2.1 Definitie indicator

Nadere informatie

Over de Zorgbalans: achtergrond en aanpak

Over de Zorgbalans: achtergrond en aanpak 1 Over de Zorgbalans: achtergrond en aanpak 1.1 De Zorgbalans beschrijft de prestaties van de gezondheidszorg In de Zorgbalans geven we een overzicht van de prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

DIENST VOOR GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISHULP : KRAAMZORG

DIENST VOOR GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISHULP : KRAAMZORG Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTENPARTICIPATIE

ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTENPARTICIPATIE ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTENPARTICIPATIE INHOUD > Situering belang van patiëntenparticipatie - Dr. Kirsten Catthoor > Een terugblik op de ontwikkelingen binnen de OG Peter Cosemans > Indicator Inzetten

Nadere informatie

Federgon kwaliteitscharter

Federgon kwaliteitscharter N2010 100 Federgon kwaliteitscharter Het kwaliteitscharter van Federgon is een basisdocument van de federatie en een instrument om de kwaliteit van de dienstverlening van de leden te waarborgen. Het beoogt

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen

Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen (B.S. 10.11.2003) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Recentelijk doken er een aantal onaanvaardbare toestanden op in private rustoorden.

Recentelijk doken er een aantal onaanvaardbare toestanden op in private rustoorden. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 467 van GUY D'HAESELEER datum: 8 maart 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Private rustoorden - Klachten en controles Recentelijk doken

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG Stefaan VIAENE Johan PEETERS 30 maart 2007 1 A. CONTEXT VAN HET PROJECT - Doelstelling 32 van het Globaal Plan bepaalt: We geven

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

NETWERK ORGANISATIEBEHEERSING: FOCUSSEN OP KLANTEN Case study: Zorg en Gezondheid kiest voor kwaliteit samen met de ziekenhuizen

NETWERK ORGANISATIEBEHEERSING: FOCUSSEN OP KLANTEN Case study: Zorg en Gezondheid kiest voor kwaliteit samen met de ziekenhuizen NETWERK ORGANISATIEBEHEERSING: FOCUSSEN OP KLANTEN Case study: Zorg en Gezondheid kiest voor kwaliteit samen met de ziekenhuizen VIP² Ziekenhuizen meten kwaliteit en patiëntentevredenheid. Met veel overleg

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: (B.S. van 4-2-2011) Artikels 5, 8,11,12,13, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 29 1/2/3/4, 30,33, 41, 42

Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: (B.S. van 4-2-2011) Artikels 5, 8,11,12,13, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 29 1/2/3/4, 30,33, 41, 42 khb 4.6.02 - versie 1 1/5 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/01/2014 DOEL (B.S. van 4-2-2011) Artikels 5, 8,11,12,13, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 29 1/2/3/4,

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: directeur (WoonZorgCentrum) Geeft leiding aan: alle medewerkers van de dienst

Functiebeschrijving. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: directeur (WoonZorgCentrum) Geeft leiding aan: alle medewerkers van de dienst Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: deskundige animatie Functiefamilie: deskundig Functionele loopbaan: B1-B3 Afdeling: WoonZorgCentrum Dienst: animatie Subdienst: Code:FB.602.01 Doel van de entiteit

Nadere informatie

CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF

CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Centrum voor Kortverblijf

Centrum voor Kortverblijf Koning Albert IIlaan 35, bus 31 1030 Brussel T 02 553 34 34 F 02 533 34 35 contact@zorginspectie.be Naam voorziening: DE DRUIVELAAR Adres: Wingerdstraat 14, 3000 Leuven Tel.: 016/28.47.90 email: rudiger.de.belie@wingerd.info

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 4. Organisatiegerichte procedures 4.3 Het ondersteunen en evalueren van het personeel

Kwaliteitshandboek 4. Organisatiegerichte procedures 4.3 Het ondersteunen en evalueren van het personeel 1/5 Beoordeeld: Stuurgroep Kwaliteit Geldig vanaf: 10/12/2014 Procedurehouder: Directeur, administratie en interne Goedgekeurd: Luc Lemkens Paraaf: 1. Toepassingsgebied Alle medewerkers met een arbeidscontract

Nadere informatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Seminarie ondernemingsplan 13 november 2015 Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Presentatie is opgebouwd rond een aantal vragen die ons werden voorgelegd door de initiatiefnemers

Nadere informatie

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017 1 Inleiding

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Gemeten met de CQI index Februari 2016 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Werken met indicatoren binnen AHOVOS

Werken met indicatoren binnen AHOVOS Werken met indicatoren binnen AHOVOS Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs 1 Voorstelling van het agentschap Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs Voorstelling agentschap

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA OPBOUW VAN VIP WZC De indicatoren situeren zich rond 3 thema s 1. kwaliteit van zorg en veiligheid 2. kwaliteit van zorgverleners en zorgorganisaties Objectieve

Nadere informatie