Programma. Voorbereiding. We willen de brandveiligheid binnen ons bezit verbeteren. Welke gebouwen bezitten we eigenlijk? Waar starten we?

Transcriptie

1 Programma Plan van aanpak brandveiligheid woningen en woongebouwen Maikel Boonman Adviseur brandveiligheid Bereikbaar: PVM Eindhoven BV Beukenlaan VD Eindhoven Uitvoering maatregelen Wonen met zorgvraag () We willen de brandveiligheid binnen ons bezit verbeteren maar Welke gebouwen bezitten we eigenlijk? Waar starten we? Welke gebouwen bezitten we eigenlijk? Inventarisatie van de woningvoorraad Gebouwtypen Aantallen Bouwjaren Specifieke doelgroepen Locatie Utiliteit Gebouwen Bedrijfsgebouwen Scholen Wijkcentra Winkels Woningen Eengezinswoningen Meergezinswoningen Woningen voor specifieke doelgroepen 1

2 Veelvoorkomende Woningtypen met bouwjaar Woningtype Rijwoning Maisonnettewoning Galerijwoning Portiekwoning Overige meergezinswoning Omslagpunten wet en regelgeving Bouwjaarklasse < invoering Voorschriften en Wenken 1965 invoering Voorschriften en Wenken 1976 invoering Voorschriften en Wenken 1986 eerste normen (NEN) 1992 bouwbesluit 1e fase + bouwverordening 2003 bouwbesluit 2e fase + bouwverordening 2008 gebruiksbesluit 2012 bouwbesluit / gebruiksbesluit Vereenvoudigd Brandveiligheidsniveau Voorbeeld Prioritering doelgroepen brandveiligheid Woningen vóór 1992 Bouwbesluit bestaande bouw Woningen na 1992 Bouwbesluit nieuwbouw Gebruikseisen en installaties uit hoofdstuk 6 en 7 gelden voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw Gehandicaptenzorg Gezondheidszorg Senioren Logies Studentenhuisvesting Appartementen Short-stayers Onderwijs Tijdelijke woning Bijeenkomstruimtes Grondgebonden woningen Winkels Kantoorruimte Sporten Kerken Parkeergarages Bergingen/parkeerplaatsen Afwegingsmodel prioriteit? Op basis van gebruik en doelgroepen Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 zorgwoningen ouderenwoningen studentenkamers Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 Tussen 1946 en 1992 Tot 1946 Na 1992 Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 Corridorwoningen Portiekwoningen Galerijwoningen Meetlat brandveiligheid Op basis van leeftijd Op basis van woningtype 2

3 Het inventariseren van de complexen Er kan worden gekozen om bepaalde complexen wel te inventariseren en anderen niet. Er kan worden gekozen eerst de risicocomplexen te inspecteren en vervolgens de minder risicovolle complexen Er kan worden gekozen de complexen te inspecteren per gebied Bepalen van het tijdsbestek van de inventarisatie Voor het uitvoeren van een brandscan zijn minimaal onderstaande documenten noodzakelijk. (Veiligheids-)plattegronden Gevels voor het bepalen van brandoverslag Logboeken brandbeveiligingsinstallaties Bouwvergunningstekeningen gewenst Voorbeeld checklist documenten brandveiligheid QuickScan brandveiligheid Volledige brandveiligheidsscan Voordelen: Snel inzichtelijk welke gebouwen wel of niet op orde zijn. Nadelen: Brandrisico s zijn erg globaal. Waar de risico s zich bevinden en de omvang is niet bekend. Een kostenraming van de uit te voeren maatregelen is moeilijk te maken. Complexen met een slechte score moeten nogmaals worden bezocht voor een volledige brandscan. Voordelen: Volledig inzicht in de aanwezige risico s. Maatregelen kunnen per onderdeel worden getroffen. Globale kostenraming en omvang is bekend. Nadelen: Langere doorlooptijd. Het duurt langer voordat je een representatieve steekproef uit je bezit hebt uitgevoerd. Voorbeeld checklist Op welke punten gaat de inspecteur controleren? 3

4 Uitvoering beheermaatregelen Hoe nu verder? Uitvoeren beheermaatregelen Uitvoeren maatregelen op basis van prioriteit rapportage. Prioriteit A+ - Compartimenten/vluchtroutes Prioriteit A- - Draadglas/glaslatten Prioriteit B - Blusmiddelen/ brandbeveiligingsinstallaties Prioriteit C - Gebruik bewoners / obstakels ontbreken pictogrammen Uitvoering maatregelen brand Verschillende opties uitvoering Alles in één verbeterslag uitvoeren. Maatregelen inplannen op basis van prioriteit Meenemen in meerjarenonderhoudsplan Uitvoeren bij groot onderhoud of renovatie Vragen? 4

5 Actuele themas Wonen met zorgvraag - Extramuralisering is het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, bijvoorbeeld in de eigen woning (thuiszorg). Steeds vaker willen (moeten?) ouderen, die behoefte hebben aan (intensieve) verzorging of verpleging zelfstandig blijven wonen. De zorgsector speelt hierop in door een passend aanbod te creëren. Een aantal kenmerken van extramurale zorgverlening zijn: Het is bedoeld voor ouderen met een zorgindicatie. De te bieden zorg is 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar. De zorgverlening wordt geboden zowel op afspraak als op afroep. Er wordt een individueel zorgpakket samengesteld en vastgelegd in een zorgovereenkomst. De zorgaanbieder staat voor de continuïteit en de coördinatie van de afgesproken zorg en dienstverlening. Dilemma corporaties Wie is verantwoordelijk voor de voorzieningen met betrekking tot de brandveiligheid voor het langer thuis wonen? Indien woningen worden aangemerkt als zorgwoningen worden door de overheid aanvullende eisen gesteld op gebied van Bijv. Brandmeld- en oproepinstallaties Brandmelding bij wonen met zorg Zorg op afspraak - de zorgverlener komt op afspraak langs (bijvoorbeeld thuiszorg, persoonlijke begeleiding en/of verpleeghulp). Zorg op afroep - de zorgverlener wordt dagelijks, op door de cliënt te bepalen momenten, opgeroepen, bijvoorbeeld voor hulp bij dagelijkse zaken zoals toiletbezoek of aankleden. 24-uurs zorg - kenmerkend is de permanente aanwezigheid van een hulpverlener in de woning. Overdag is permanent een hulpverlener aanwezig en s nachts is er een hulpverlener aanwezig in een zusterpost 5

6 Woonfunctie voor zorg Zorgclusterwoning - door een zorgcliënt (al dan niet in gezinsverband) wordt bewoond in verband met de zorg die hij in die woning van één of meer zorgaanbieders ontvangt of kan ontvangen, en - in de directe nabijheid van vier of meer andere soortgelijke woningen is gelegen. Groepswoning Een woning met daarin vijf of meer cliënten met een vergelijkbare zorgindicatie zorg van één of meer zorgaanbieders ontvangen en samen één huishouding voeren. Steeds meer (ouderen) woningen bevinden zich in een Grijs gebied tussen wonen en zorg. Advies om nu complexen te bestemmen voor wonen met zorg zodat niet door de gehele woningvoorraad aanpassingen hoeven te worden uitgevoerd. Afspraken maken met zorgpartners over welke doelgroepen het gebouw gaan bewonen, welke voorzieningen aangebracht worden en hoe de hulpverlening wordt ingevuld. Dank voor uw aandacht. 6