Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Transcriptie

1 Bijlage 3.1. Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Het instinct voor zelfbehoud is heel gezond. Als we dat niet hadden, zou niemand van ons kunnen overleven. Dan zou er geen mens meer op aarde zijn. Ons instinct voor zelfbehoud zorgt er voor dat we, telkens als we in een situatie zijn waarin we ons niet goed voelen, we energie krijgen om uit die situatie te komen. Wat je met die energie doet, dat bepaal je zelf. Als je het koud hebt, zorgt die energie dat je lichaam gaat rillen. Zo krijg je het weer warmer en kun je ook kiezen om iets bij aan te trekken. Heb je behoefte aan eten, dan gaat je maag rommelen en kun je iets te eten nemen. Maar wat doe je als iemand een lelijke opmerking over je maakt? Hoe gebruik je je energie dan? Ga je in de aanval? Of zwijg je liever? Of? Of? Het is hoe dan ook nodig dat die energie ook weer naar buiten kan. Je kunt dit vergelijken met een ballon, waarbij de energie dan de lucht is. Het is belangrijk om te zorgen dat je ballon ook weer lucht kan loslaten, om te voorkomen dat hij bij het minste ontploft!

2 Bijlage 3.2. Wat zit er nog meer in mijn ballon? Schrijf en/of teken eens in de ballon welke dingen er bij jou misschien nog zitten opgeslagen, of van welke dingen je weet dat ze jouw ballon doen opblazen.

3 Bijlage 3.3. Hoe kan ik mezelf ontladen? Welke dingen kun je zelf doen om de energie constructief te ontladen, zodat je ballon weer leger wordt? Misschien kun je ideeën van elkaar uitproberen. Schrijf of teken ze maar in de lege fotokaders.

4 Rollenspel (1) Kind dat gepest wordt (1) Samen met je vriend of vriendin kom je s morgens op het schoolplein. Zoals gewoonlijk beginnen een aantal kinderen jullie te pesten. Je voelt je alle twee boos worden, maar je vriend of vriendin durft niet zo goed te reageren. Jij doet dit wel! Je laat je niet op je kop zitten. Aanvankelijk probeer je nog rustig te blijven, maar dit lukt alsmaar minder goed. Als de bel gaat, ga je naar je klas. Kind dat gepest wordt (2) Samen met je vriend of vriendin kom je s morgens op het schoolplein. Zoals gewoonlijk beginnen een aantal kinderen jullie te pesten. Je voelt je alle twee boos worden, maar je durft zelf niet zo goed te reageren. Je laat je op je kop zitten, maar je vriend of vriendin reageert wel. Deel 2 Je voelt je niet lekker na dit hele gebeuren. Je hoofd doet raar en je hebt buikpijn. Je zegt tegen de juf of meester dat je buikpijn hebt. Als hij/zij je vraagt of je iets dwars zit, zeg je dat er niets aan de hand is. Je gaat stilletjes ergens op een bank op het schoolplein voor je uit zitten staren. Deel 3 Als de bel gaat, is de school uit en ga je naar huis. Thuisgekomen vraagt je zus of broer of zij/hij je gameboy mag lenen. Je snauwt haar/hem af en zegt dat zij/hij met haar/zijn eigen spullen moet spelen. Er ontstaat een heftige discussie. Deel 4 Als je vader of moeder vraagt of je veel huiswerk hebt, antwoord je heel slechtgehumeurd en kortaf dat je op woensdag toch nooit huiswerk hebt.

5 Rollenspel (2) Pestkop (1) Samen met je vriend of vriendin sta je s morgens op het schoolpein. Zoals gewoonlijk beginnen jullie twee klasgenoten te pesten zodra ze op school komen. Je gebruikt echter geen woorden. Je kijkt hen wel aan, wijst naar hen en laat duidelijk merken dat je over hen aan het praten bent met elkaar. Anderen zien dit gebeuren en komen mee pesten. Je doet gewoon mee. Als de bel gaat, ga je naar je klas. Pestkop (2) Samen met je vriend of vriendin sta je s morgens op het schoolpein. Zoals gewoonlijk beginnen jullie twee klasgenoten te pesten zodra ze op school komen. Je gebruikt echter geen woorden. Je kijkt hen wel aan, wijst naar hen en laat duidelijk merken dat je over hen aan het praten bent met elkaar. Anderen zien dit gebeuren en komen mee pesten. Je doet gewoon mee. Als de bel gaat, ga je naar je klas.

6 Rollenspel (3) Pestkop (3) Je staat s morgens op het schoolpein. Je ziet dat enkele kinderen twee anderen beginnen te pesten door naar hen te wijzen, hen uit te lachen. Als je dit ziet, heb je heel veel zin om mee te gaan pesten. Je gaat er naartoe en je slingert hen allerlei woorden naar het hoofd om hen pijn te doen. Als ze reageren vind je dit leuk en zeg je nog meer. Als de bel gaat, ga je naar je klas. Pestkop (4) Je staat s morgens op het schoolpein. Je ziet dat enkele kinderen twee anderen beginnen te pesten door naar hen te wijzen, hen uit te lachen, uit te schelden. Je voelt je heel erg aangesproken om mee te doen en doet er zelfs nog een schepje bovenop: je geeft één van hen een schop (ten minste: je doet alsof).

7 Rollenspel (4) Pestkop (5) Je staat s morgens op het schoolpein. Je ziet dat enkele kinderen twee anderen beginnen te pesten door naar hen te wijzen, hen uit te lachen, uit te schelden, te schoppen Je voelt je heel erg aangesproken om mee te gaan doen en doet er zelfs nog een schepje bovenop: je slaat één van hen met je boekentas (tenminste: je doet alsof). Leerkracht Deel 2 Een leerling komt naar je toe en zegt dat hij/zij buik- en hoofdpijn heeft. Je vraagt of er iets is dat hem/haar dwars zit, of er iets gebeurd is. Nadat de leerling geantwoord heeft, raad je hem/haar aan om wat te rusten, zodat hij/zij zich daarna weer wat beter voelt.

8 Rollenspel (5) Broer of zus Deel 3 Je broer of zus komt thuis van school. Hij/zij had je beloofd dat je vanavond met zijn/haar gameboy mocht spelen. Dus je gaat vragen of je hem nu mag hebben. Er ontstaat een heftige discussie. Ouder Deel 4 Je kind komt thuis van school. Je merkt dat er een discussie is tussen je kinderen. Je gaat gewoon verder waarmee je bezig bent. Even later ga je aan kind 1 vragen of ze huiswerk heeft vanavond.