Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE. LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 26 januari

Transcriptie

1 LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE NAAM 1 Ds. F. van Roest, zondag 26 januari

2 Als God naar Zijn grote genade en in Zijn oneindige wijsheid geen middel en Middelaar had weten te vinden, waardoor voldoening wordt teweeggebracht, zou de mens alle hoop op verlossing ontnomen zijn. Zacharias Ursinus 2

3 H.C. zondag 6 EEN LIEFLIJKE NAAM 1. Wij zoeken een directeur - advertentie - profiel 2. Wij zoeken / ik zoek een redder - zonden - straf - toorn Voorzang Psalm 40: 4 Psalm 26: 8 en 7 Psalm 72: 11 Schriftlezing: Mat. 1: Psalm 111: 1, 3 en 6 Psalm 48: 6 Psalm 75: 1 Psalm 33: 1 en I - woord - verlangen naar herstel - eis is hoog - mogelijkheden 0,0 o ik niet 4. H - woord - wie wel? - wie draagt de toorn - wie voldoet aan de wet - wie geeft het leven o Hij wel 5. Ik zoek een Middelaar - om op de rails te krijgen - om een brug te slaan - in alles gelijk - die meer is 6. Verrassing - onze Heere Jezus - verbond - gegeven - zeer goed - genade 7. Laat je verrassen - ontvang dit geschenk - door het geloof 8. Waar? - in het Evangelie - Gods welbehagen Immanuël.lieflijke naam 3

4 - Wat schrijft de Catechismus? Originele versie Vraag 16: Waarom moet Hij een waarachtig en rechtvaardig mens zijn? Omdat Gods gerechtigheid eist dat de menselijke natuur die gezondigd had, voor de zonde zou voldoen, en omdat een mens, daar hij zelf zondaar is, voor anderen niet kon voldoen. Vraag 17: Waarom moet Hij tegelijk waarachtig God zijn? Om krachtens Zijn goddelijke natuur in staat te zijn de last van Gods toorn in Zijn menselijke natuur te dragen, voor ons de gerechtigheid en het leven te verwerven en ons terug te geven. Vraag 18: Maar wie is deze Middelaar, die tegelijk waarachtig God en een waarachtig, rechtvaardig mens is? Editie Verboom Vraag 15-17: Hoe word je dan van je ellende verlost? Door een Middelaar, die mens is om mijn straf te dragen en ook God is om mijn straf te kunnen dragen. Vraag 18: Wie is onze Middelaar? Onze Heere Jezus, die wij van God gekregen hebben. Vraag 19: Hoe weet je dat? Dat heeft God ons beloofd in de Bijbel. Het Oude en het Nieuwe Testament staan vol van het Evangelie dat Jezus onze Middelaar en Verlosser is. Onze Heere Jezus Christus, die ons door God tot wijsheid, gerechtigheid, heiliging en tot volkomen verlossing geworden is. Vraag 19: Waaruit weet u dat? Uit het heilig Evangelie, dat God zelf eerst in het paradijs geopenbaard heeft, daarna door de heilige aartsvaders en profeten heeft laten verkondigen en door de offers en andere ceremoniën van de Wet afgebeeld, en dat Hij ten slotte door Zijn eniggeboren Zoon heeft vervuld. 4

5 Voor kinderen (Lerenderwijs) Vraag: Waarom moet de Middelaar en Verlosser echt helemaal mens zijn? Antwoord : Omdat de mens gezondigd heeft. Vraag: Waarom moet de Middelaar en Verlosser Mens zonder zonde zijn? Antwoord: Als Hij Zelf zonden zou hebben, zou Hij voor de zonden van anderen niet kunnen betalen. Vraag: Waarom moet de Middelaar en Verlosser tegelijk echt, helemaal God zijn? Antwoord: Om de eeuwige toorn van God te kunnen dragen en eeuwig leven te kunnen geven. Vraag: Wie is deze Middelaar en Verlosser? Antwoord : De Heere Jezus. Vraag: Welke drie dingen is de mens door de zondeval kwijtgeraakt? Antwoord: Kennis, gerechtigheid en heiligheid. Vraag: Waarom is de Heere Jezus tot wijsheid gegeven? Antwoord: Hij maakt dwaze, domme mensen wijs tot zaligheid. Vraag: Waarom is de Heere Jezus tot rechtvaardigheid gegeven? Antwoord : Hij maakt het weer goed tussen zondaren en God, waardoor zij rechtvaardig zijn voor God. Vraag: Waarom is de Heere Jezus tot heiligmaking gegeven? Antwoord: Hij zorgt dat de mensen weer gaan leven zoals God dat wil. Vraag: Hoe weet je dat de Heere Jezus de Middelaar en Verlosser is? Antwoord: Uit de Bijbel. 5

6 Aantekeningen 6

7 Aantekeningen 7

8 Voor thuis Voor velen lijkt het geloof een moeilijke zaak. Het is alleen moeilijk omdat het makkelijk is. Het komt erop neer dat wij niet geloven dat God meent wat Hij zegt. We doen alsof het niet waar kan zijn. Ooit hoorde ik van een zondagsschool meester die iets uitprobeerde. Deze meester had geprobeerd duidelijk te maken wat geloof was. Toen het maar niet wilde lukken om het over te brengen haalde hij zijn horloge tevoorschijn en zei: Kijk John, ik wil jou dit horloge geven. Wil je het hebben? John ging nadenken wat de bedoeling van de meester kon zijn. Hij pakte de schat niet aan, maar gaf ook geen antwoord. De meester zei tegen de jongen naast hem: Hier is het horloge, wil jij het hebben? De jongen zei beleefd: nee meneer, dank u! De meester ging door met vragen aan de kinderen, totdat hij bij een jongen kwam die niet zo slim en diep kon denken als de anderen. Die jongen zei: Graag meneer, en hij stak het horloge in zijn zak. Toen drong het tot de andere kinderen door, hun vriend had het horloge gekregen dat zij hadden gewijgerd. Een van de kinderen vroeg aan de meester: mag hij het houden? Natuurlijk zei de meester, ik bood het hem aan en de jongen aanvaardde het. Ik wilde niet iets geven en iets nemen, dat zou erg dwaas zijn. Geen van jullie wilde het hebben. O zeiden de jongen. Als ik dat had geweten, dat u het meende, dan zou ik het gehad hebben Natuurlijk zou hij dat, hij dacht dat het een stukje toneel was en niets meer. De andere kinderen werden er onrustig van, dat zij het horloge hadden laten glippen. Ze riepen: meester ik wist het niet, dat u het meende. Maar ik dacht Niemand nam het cadeau aan, maar idereen dacht. Iedereen had zijn theorie. Uitgezonderd de eenvoudige jongen. Die geloofde wat hem werd gezegd. Ik wilde wel dat ik altijd zo n eenvoudig kind kon zijn. Zodat ik altijd kan geloven wat de Heere zegt. Wij zouden gelukkig zijn, als we zouden vertrouwen en geen vragen, van welke aard ook, zouden stellen. Helaas, wij gaan twijfelen. Steek je hand uit en neem Hem aan. Wanneer zij die zoeken de Bijbel aannemen als letterlijk waar en inzien dat Jezus werkelijk wordt gegeven aan die op Hem vertrouwen. Dan verdwijnt elke moeilijkheid. 8