REVALIDATIE. Chronische pijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "REVALIDATIE. Chronische pijn"

Transcriptie

1 REVALIDATIE Chronische pijn

2 Chronische pijn Pijn is een waarschuwingssignaal dat ons beschermt. Pijn zorgt er bijvoorbeeld voor dat u niet blijft doorlopen met een gebroken been. Bij chronische pijnklachten lijkt de pijn deze waarschuwingsfunctie te hebben verloren. De pijn die u hebt, heeft dan geen aantoonbare oorzaak meer. In deze folder hebben we het over chronische pijnklachten van spieren, botten en gewrichten (het houdings- en bewegingsapparaat ). Wat is een chronische pijn? We spreken van chronische pijn als pijnklachten langer dan 6 maanden blijven bestaan. Meestal is de oorzaak van de pijn inmiddels genezen of stabiel aanwezig, soms kan er zelfs geen oorzaak voor de pijn worden gevonden. Niet alleen de pijn zelf is een probleem, maar ook de gevolgen die de pijn heeft voor het dagelijks leven. Chronische pijn kan op drie punten uw leven beïnvloeden: Lichamelijk: chronische pijn heeft effect op uw conditie, houding en manier van bewegen. Geestelijk: chronische pijn heeft effect op uw denken, emoties en gedrag. Sociaal-maatschappelijk: chronische pijn heeft effect op uw relatie, gezin, werk en vrije tijd. Waarom revalideren? U kunt een revalidatieprogramma volgen als langdurige pijnklachten uw leven ernstig belemmeren. U leert zelfstandig om te gaan met pijn en de gevolgen daarvan op lichamelijk, geestelijk en sociaal-maatschappelijk gebied. Leren omgaan met de gevolgen Tijdens het revalidatieprogramma kijken we vooral naar de gevolgen van uw pijn. We brengen deze gevolgen in kaart en stellen een behandelingsplan op. We helpen u bij het omgaan met uw klachten en geven u adviezen waarmee u uw gedrag kunt aanpassen, waardoor de pijn u minder zal beperken. Multidisciplinaire behandeling Chronische pijn is complex. Vele factoren spelen namelijk zowel afzonderlijk als samen een rol. Daarom bent u aangemeld voor een multidisciplinaire behandeling. 1

3 Deskundigen op het gebied van fysiotherapie, ergotherapie, maatschappelijk werk en (zo nodig) psychologie zijn samen betrokken bij uw behandeling. De problemen die u ervaart, worden in samenhang beoordeeld en behandeld, waardoor uw behandeling goed op u is afgestemd. Dit vergroot de kans op een succesvol resultaat. U werkt met ons samen U bent als revalidant expert op het gebied van uw eigen lichaam, gezondheid en leven. De behandelaars zijn experts op hun eigen vakgebied. Zij geven u wel advies en behandelen u, maar u moet zelf ook actief meehelpen bij de revalidatie. Revalideren is gericht op de toekomst, op het vinden van mogelijkheden en op het vergroten van de kwaliteit van uw leven. U hebt daarbij zelf de regie! Steun en betrokkenheid Chronische pijn heeft niet alleen effect op u, maar ook op het leven van de mensen uit uw omgeving. Uw gezin, partner, familie en/ of vrienden spelen daarom een belangrijke rol bij uw revalidatie en bepalen samen met u de kans van slagen van de behandeling. Wij vinden het dan ook een goed idee als mensen uit uw omgeving bij gesprekken met ons en soms bij de therapie aanwezig zijn. Zo ziet uw omgeving wat u allemaal doet om met uw chronische pijn om te kunnen gaan in het dagelijks leven. Intakefase De behandeling van chronische pijn is niet voor iedereen, die door de huisarts of specialist is doorverwezen, zinvol. De revalidatiearts kijkt daarom eerst of u wel geschikt bent voor het revalidatieprogramma. Toelatingseisen revalidatieprogramma Om toegelaten te worden tot ons revalidatieprogramma beoordeelt de revalidatiearts diverse zaken, waaronder: U moet in staat zijn om voorlichting en instructies te begrijpen. U moet gemotiveerd en in staat zijn om actief mee te werken aan uw revalidatie. Bij twijfel over of u wel geschikt bent voor het revalidatieprogramma, beoordeelt een psycholoog u nog een keer en neemt hij/zij samen met de revalidatiearts een beslissing. Als we denken dat revalidatie niet zinvol is, krijgt u als dat mogelijk is advies voor een behandeling ergens anders. Als we denken dat de revalidatie wel zinvol is, start u met de observatiefase. Observatiefase Als u in aanmerking komt voor de revalidatie, start de 4 weken durende observatiefase. Tijdens deze fase brengen we in kaart welke gevolgen de chronische pijn op uw leven heeft. De leden van het multidisciplinaire behandelteam kijken naar uw totale functioneren. Het maatschappelijk werk nodigt hierbij ook uw partner uit om over de gevolgen van uw pijnklachten te praten. Samen met het behandelteam formuleert u de doelen waar u aan wilt gaan werken en u begint met de behandeling. We meten uw basisniveau : hoe lang kunt u lopen, fietsen, zitten, enzovoort. U krijgt 2

4 adviezen voor het opstellen van een dagschema,, waarbij u activiteiten afwisselt met voldoende rust. Aan het eind van deze periode vindt er overleg in het behandelteam plaats of voortzetting van de behandeling zinvol is en zo ja, aan welke doelen er gewerkt gaat worden. De bevindingen van dit overleg bespreekt de revalidatiearts met u. Behandelfase Tijdens de behandelfase werkt u samen met het behandelteam verder aan uw revalidatiedoelen: u verbetert uw conditie; u leert op tijd rust te nemen; u leert ontspanningstechnieken en/of u probeert verschillende sporten uit. toepassen. U moet gezond bewegen. De sportconsulent helpt u hierbij. Nog vragen na de revalidatie? Na het revalidatieprogramma komt u meestal nog 1 keer terug voor een controleafspraak met de revalidatiearts. Dit gebeurt na ongeveer 3 maanden na de revalidatie. U kunt uw vragen en eventuele nieuwe problemen op dat moment bespreken. Weetjes Vakantie en andere plannen Wij gaan er vanuit dat u altijd aanwezig bent tijdens het revalidatieprogramma. Het is namelijk niet goed voor uw behandeling als u het programma onderbreekt. Wilt u hierbij stilstaan voordat u een vakantie plant of andere plannen maakt? Ook werkt u aan doelen op het gebied van werk en vrije tijd of de rolverdeling binnen uw relatie of gezin. Na 6 weken evalueert het behandelteam de voortgang. Ook deze resultaten bespreekt de revalidatiearts met u. Meestal bedraagt de totale behandelduur weken, waarbij u gemiddeld 2 keer per week naar onze afdeling komt voor uw therapieën. Na de behandeling Tijdens de laatste fase van het revalidatietraject bereidt u zich voor op de periode na het revalidatieprogramma. U moet hierbij de aangeleerde vaardigheden thuis blijven Wij verzoeken u tijdens het revalidatieprogramma geen vakanties of andere afspraken te plannen. Het is niet goed voor uw behandeling als u het programma onderbreekt! Als u toch uw behandeling wilt onderbreken, overleg dit dan met uw behandelaars. Natuurlijk kunnen er gegronde redenen zijn om afwezig te zijn. We verzoeken u dit dan vooraf aan te geven. Bij plotselinge ziekte of andere acute zaken kunt u dit telefonisch melden bij de afdeling Revalidatie. 3

5 U vindt onze contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder. Vergoeding vervoer Voor de revalidatiebehandeling moet u misschien een aantal weken of maanden (één of meerdere keren per week) gebruikmaken van eigen vervoer, taxivervoer of vervoer door anderen. Dit heet serievervoer. De regels voor vergoeding hiervan verschillen per verzekeraar. Op dit moment wordt taxivervoer vergoed voor twee groepen revalidanten: degenen die zich uitsluitend met een rolstoel verplaatsen (en geen aangepaste auto bezitten) en blinden en slechtzienden die niet zelfstandig kunnen reizen. De zorgverzekeraars vergoeden het vervoer alleen als zij er vooraf toestemming voor hebben gegeven. U moet zelf aan uw zorgverzekeraar vragen hoe dit geregeld is. U bent en blijft hier zelf verantwoordelijk voor! Huisarts of eigen specialist In principe blijft u tijdens het revalidatieprogramma op uw eigen huisarts of specialist aangewezen bij andere ziekten zoals griep. Om praktische redenen worden behandelingen door andere behandelaars tijdens het revalidatieprogramma bij ziekte stopgezet. Privacyregels Wij streven naar een behandelsfeer waarin u vrijuit kunt praten over persoonlijke zaken. Relevante informatie wordt binnen het behandelteam uitgewisseld waarbij alleen medewerkers die bij uw behandeling betrokken zijn, uw gegevens mogen inzien. Zij hebben tegenover anderen een geheimhoudingsplicht. De behandelteams hebben een gedeeld beroepsgeheim. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft regels opgesteld over het gebruik van uw persoonlijke gegevens. Klachten Als u klachten hebt over de behandeling of over iets wat met de behandeling samenhangt, bespreekt u deze in eerste instantie met de desbetreffende behandelaar. Dit kunt u zowel mondeling als schriftelijk doen. Komt u er samen niet uit, dan kunt u contact opnemen met de revalidatiearts. Komt u er dan nog niet uit? Dan kunt u een klacht indienen bij de klachtenfunctionaris van het St. Antonius Ziekenhuis. Deze behandelt de gegevens en uw klacht strikt vertrouwelijk. Financiering Aan de revalidatie zijn kosten verbonden. Deze kosten worden meestal vergoed door uw zorgverzekeraar. Mocht u hieraan twijfelen, dan kunt u dit het beste navragen bij uw zorgverzekeraar. Ontvangt u de rekening zelf, dan zult u misschien merken dat deze afkomstig is van revalidatiecentrum Check bij uw zorgverzekeraar of de kosten van de revalidatie worden vergoed! 4

6 De Hoogstraat uit Utrecht. Dit klopt. Wij werken met dit revalidatiecentrum nauw samen! Tot slot Wij hopen dat u met deze folder een indruk hebt gekregen van de revalidatiebehandeling. Wij realiseren ons dat u misschien nog vragen hebt. Het revalidatieteam staat voor u klaar om uw vragen te beantwoorden en u te begeleiden tijdens uw revalidatie. Kijk voor het telefoonnummer in het grijze adreskader achterin deze folder. 5

7 St. Antonius Ziekenhuis T E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp Revalidatie Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 6

8 Meer weten? Ga naar Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis REV 10/03-13