KNO achtergronden casusschetsen voor: begeleider/presentator

Transcriptie

1 KNO achtergronden casusschetsen voor: begeleider/presentator Hoogeveen mei

2 Casus 1 Loopoor Op uw telefonisch spreekuur belt de moeder van zoontje Gijs. Gijs is 3 jaar oud. Hij heeft sinds 2 dgn oorpijn links en nu sinds gisteren een loopoor. De pijn is afgezakt. Op dit moment heeft hij geen koorts. De afgelopen maanden heeft hij al 2x een oorontsteking gehad. Vraag 1: wat doet u? 1. Gezien het 3 e recidief schrijft u telefonisch een antibioticum voor 2. U laat Gijs vandaag nog op het spreekuur komen 3. U stelt moeder gerust 4. Anders. Antwoord 3 juist Moeder komt 4 dgn later op het spreekuur. Het loopoor links blijft aanhouden. Er is geen sprake van koorts Vraag 2: Wat doet u nu? 1. U start met een antibioticum en oordruppels 2. U start met oordruppels 3. U verwijst Gijs naar de KNO arts voor uitzuigen van het loopoor 4. anders Antwoord 2 juist Vraag 3: Verandert uw beleid als Gijs reeds trommelvlies buisjes heeft 1. Ja 2. Nee Antwoord 2 juist Vraag 4: Wanneer verwijst u Gijs naar de KNO arts? 1. Als het loopoor ontstaat binnen een maand na een ooroperatie 2. Als de klachten van het loopoor na een week druppelen of antibiotica gebruik niet zijn verdwenen 3. Beide.. 4. Anders Antwoord 3 juist Hoogeveen mei

3 Casus 2 Tinnitus Vraag 1: Man 58 jaar, komt bij huisarts vanwege toenemend last van oorsuizen. Welke andere verschijnselen zouden daarbij op kunnen treden? 1. Gehoorklachten 2. Duizeligheid 3. Pijn oor/ otorrhoe 4. Pulserend geluid in oor 5. Eenzijdigheid Antwoord: alle juist Vraag 2: Welke vragen moet je stellen? 1. is er sprake van lawaaitrauma? 2. Is er een voorgeschiedenis van oorproblemen op kinderleeftijd 3. familieanamnese 4. is er sprake van vasculaire aandoeningen? 5. Is het plots opgetreden? Antwoord: alle juist Anamnese: - gehoor -lawaaitraumata -eenzijdig -vertigo -kinderleeftijd oorproblemen -pijnlasten oor/otorrhoe -familie anamnese -vaatproblematiek -pulserend -gehele dag? -in specifieke stand Vraag 3. Welk lichamelijk onderzoek moet je uitvoeren? 1. Otoscopie 2. Onderzoek keel 3. Beoordeling doorgankelijkheid neus 4. Beweeglijkheid CWK 5. Stemvorkproeven Antwoord 1 en 5 Hoogeveen mei

4 Vraag 4: Welke vervolgonderzoeken zijn noodzakelijk? 1. Audiogram 2. Fluisterspraaktest 3. MRI 4. Oogvolgbeweging testen Antwoord 1 of 2 en 4 Vervolgonderzoek: fluistertest -audiogram (spraak) uitleg -(nystagmus) Vraag 5: Welk beleid moet nu gevolgd worden? Antwoord: 4 1. Afwachten 2. Herbeoordelen na 2 weken 3. Met spoed verwijzen naar KNO-arts 4. KNO-arts regulier 5. Audiologisch Centrum Hoogeveen mei

5 Casus 3 Tonsillitis Moeder komt met zoontje 4 jaar oud. Regelmatig pijn aan de oren, snotneuzen, hangerig en slecht eten. Vraag 1.Welke vragen zijn bij de anamnese van belang? 1. Snurkt hij? 2. Open mondgedrag 3. Hot potato speech 4. Foetor ex ore 5. anders Antwoord: alle, en daarnaast ook nog: slaapgedrag, eetgedrag, temperatuur, alg malaise, oorpijnen Anamnese: eetgedrag -open mondgedrag -rhinorrhoe -snurken -slaapgedrag -otorrhoe -temperatuurverhoging -malaise/hangerig -oorpijnlasten -hot potato speech -foetor ex ore Vraag 2 Wat onderzoekt u bij lichamelijk onderzoek: 1. otoscopie 2. rhinoscopia anterior 3. oropharynx 4. lymfeklieren 5. anders Antwoord: 1,2,3,4, extra info: adenoid face, OSAS Onderzoek: otoscopie -rhinoscopia anterior: rhinorrhoe groen aspect -oropharynx: forse tonsillen, crypteus van aspect, hyperinjectie -hals palperend lymfklier aanwezig -adenoidface/bleek -mondademhaling -kissing tonsils- OSAS! Hoogeveen mei

6 Vraag 3 Welk beleid volgt u? Antwoord: 2 1. Antibiotica voorschrijven 2. Verwijzing KNO-arts 3. Geruststellen 4. Anders Hoogeveen mei

7 Casus 4 Presbyacusis Vrouw van 70 jaar, komt bij huisarts met toenemend problemen van het gehoor. Zij ervaart vooral in gezelschap veel last ervan: ze kan de gesprekken niet meer volgen. De buren hebben gemeld dat ze de televisie inmiddels goed kunnen horen. Vraag 1. Welke vragen zijn van belang bij de anamnese? 1. Eenzijdig? 2. Duizeligheid? 3. Oorproblemen als kind? 4. Lawaaitrauma? 5. Oorpijn? Antwoord: alle Anamnese: lawaaitraumata -oorlasten -als kind oorproblemen -eenzijdig -vertigo (vaatproblematiek) -wanneer lasten Vraag 2. Welk lichamelijk onderzoek verricht U? 1. Otoscopie 2. Neusdoorgankelijkheid 3. Keel/ tonsillen 4. Stemvorkproeven 5. Fluisterspraaktest Antwoord: 1, 4 en 5 (fluisterspraak of audiogram) Vraag 3. Bij LO blijkt dat Weber lateraliseert naar rechts en Rinne: Links+ Rechts+. Is er dan sprake van: 1. Geleidingsslechthorendheid Links 2. Geleidingsslechthorendheid Rechts 3. Perceptieve slechthorendheid Links 4. Perceptieve slechthorendheid Rechts 5. Mengvorm Antwoord: 3 Hoogeveen mei

8 Vraag 4. Bij vervolgonderzoek (screenend audiogram) blijkt er duidelijk een gemiddeld verlies van 40 db Links en 20 db rechts. Hoe verder? 1. Verwijzing KNO-arts 2. Verwijzing audicien 3. Verwijzing audiologisch centrum 4. Anders Antwoord: 1 (toelichting spraakaudiogram) Vraag 5. Welke extra mogelijkheden zijn er verder qua hulpmiddelen 1. Ringleiding 2. Versterker telefoon 3. Trilkussen bij wekker 4. Sennheiser (ding in je oren terwijl je tv kijkt) Vraag 6. Zijn deze al nodig voor deze mevrouw? 1. Nee 2. Ja Antwoord:1 Hoogeveen mei

9 Casus 5 Otitis externa Op uw spreekuur komt de heer Pieterse, 57 jaar. Hij heeft sinds 1 week oorpijn, otorrhoe en een verminderd gehoor rechts. Bij otoscopie ziet u een fors gezwollen nattende gehoorgang met debris, het trommelvlies komt niet avue. Vraag 1: wat doet u? 1U voert een expectatief beleid, aangezien een otitis externa vaak een gunstig spontaan beloop heeft. 2U spuit het oor uit en start met Otosporin 3U spuit het oor uit 4U geeft zure oordruppels met hydrocortison 1% FNA Antwoord 4 juist Na 2 weken loopt het oor nog steeds, mijnheer Pieterse heeft dan al een week gedruppeld met hydrocortison. U ziet in uw HIS dat mijnheer vorig jaar goed had gereageerd op Ofloxacine oogdruppels bij dezelfde klachten. Vraag 2 : wat doet u? 1 U start met otosporin. 2 U start Ofloxacine want dat hielp in het verleden ook goed bij patiënt. 3 U geeft een systhemische antibiotica erbij 4 U verwijst naar de KNO arts Antwoord 1 juist Vraag 3. Wanneer stuurt u de patiënt in? 1 Bij een mbv kweek aangetoonde M. Pseudomonas infectie. 2 Indien de klachten onder therapie langer aanhouden dan 3 weken. 3 Indien patiënt trommelvlies buisjes heeft Alle bovenstaande antwoorden zijn juist U ziet op uw spreekuur mevrouw Janssen 85 jr. Ze heeft sinds 3 weken last van otalgie en otorrhoe bdz. Patiënte heeft al ruim 50 jr insuline afhankelijke diabetes mellitus. Bij onderzoek ziet u bdz een fors gezwollen gehoorgang met debris. Vraag 4 : wat doet u? 1 U start na reinigen met zure oordruppels met hydrocortison. 2 U start gezien de diabetes direct met otosporin 3 U stuurt patiënt in omdat u patiënte verdenkt van een maligne otitis externa bij de diabetes Antwoord 2 juist Hoogeveen mei

10 Stellingen Stelling 1: Bij een loopoor wordt altijd gestart met oordruppels Stelling 2: Als het loopoor niet meer loopt kan er gestopt worden met de oordruppels Stelling 3: OSAS komt bij kleine kinderen voor Stelling 4: Het voorschrijfbeleid bij een loopoor is afhankelijk van het wel/niet hebben van buisjes Stelling 5: Door een gehoorapparaat gaat het gehoor sneller achteruit Stelling 6 Een smalle meatus is predisponerende factor voor het verkrijgen van een otitis externa Stelling 7: Eenzijdige aanpassing gehoorprothese heeft geen effect op contralaterale gehoor Stelling 8: Tonsillen zijn niet noodzakelijk voor afbouw van de afweer Juist / Onjuist. Stelling 9: Ttinnitus is te verhelpen. Stelling 10: Bij een otitis externa moet u het oor droog houden Stelling 11 Een oor tamponnade bij zwelling vd meatus heeft een toegevoegde waarde. Stelling 12 U mag het oor uitspuiten bij een trommelvlies perforatie Hoogeveen mei