Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Transcriptie

1 TIPS bij taal: Tips voor ouders van kinderen tussen 2-3 jaar: - Praat over een onderwerp en neem de tijd om te luisteren en te antwoorden. Breid het gesprek uit door informatie over het onderwerp toe te voegen bv. kijk daar een vliegtuig. Ik zie de motoren en de vleugels. Wat gaat dat vliegtuig snel zeg. - Speel actiespelletjes en praat erbij, bv. een wedstrijdje rennen (wie het eerst aan de overkant is), klap in je handen en stamp met je voeten. - Speel spelletjes met beurtwisselingen, bv. wat hoor je?, memory of plaatjeslotto, spelletjes met kleuren, legpuzzels, rijmpjes of versjes met beweging. - Lees regelmatig met uw kind. Benoem en beschrijf de plaatjes, leg plaatjes uit als u een boek bekijkt, kinderen houden van herhaling dus steeds hetzelfde boekje lezen is geen probleem. Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan. Tips voor ouders van kinderen tussen 3-4 jaar. 1 / 5

2 - Gebruik een speciaal dagelijks moment om met uw kind in gesprek te gaan. - Stel niet alleen vragen, maar vertel zelf ook wat u heeft gedaan. - Geef uw kind de gelegenheid om te spelen met leeftijdsgenootjes. - Speel spelletjes die bij de leeftijd van uw kind passen. - Geef uw kind passende taken om zelfstandigheid te ontwikkelen. - Lees veel met uw kind en laat uw kind helpen om het verhaal samen met u te vertellen. - Praat over wat er gebeurt in het verhaal en vraag hoe het zou kunnen aflopen. - Zeg opzegversjes, rijmpjes en liedjes. Algemene tips: 1. Vertel uw kind waar u mee bezig bent, wat u samen met uw kind ziet, doet en voelt. Benoem activiteiten en dingen. D.w.z. praat veel tegen uw kind. 2. Geef uw kind de gelegenheid om zelf te praten. 3. Probeer een reactie uit te lokken door een stilte of een prikkelende opmerking bv. ik vind spruitjes heerlijk. 4. Stel regelmatig open vragen (= waarom en hoe vragen) 5. Neem uw kind serieus en praat over wat het kind bedoelt. 6. Reageer positief op uitingen van uw kind, ook al is de uiting niet correct. Pas de vangmethode toe. Als uw kind iets fout zegt, corrigeer je het kind niet direct, maar antwoord je met ah, dus Probeer een echt gesprek op gang te brengen. 8. Leer uw kind woorden die passen bij wat er op dat moment gebeurt. Gebruik niet steeds dezelfde woorden voor iets maar varieer. Spreek op het niveau van uw kind. 9. Gebruik voorwerpen en plaatjes, gebruik gebaren of doe iets voor (= visueel maken). 10. Kinderen zijn graag actief en willen meehelpen; maak hiervan gebruik. 11. Speel (taal)spelletjes met uw kind, zing liedjes en zeg rijmpjes op. 12. Lees een prentenboek meerdere keren voor. Stel hierbij open vragen. 2 / 5

3 Kijk zeker ook op Tips bij het lezen: 1. Zoek naar regelmaat. Lees dagelijks een tiental minuten. Als uw kind moeizaam leest, is samen lezen een meerwaarde. Uw betrokkenheid en geduld zorgen voor minder weerstand. Spreek op voorhand af wanneer en hoe lang jullie gaan lezen. Tien minuten per dag lezen is beter voor de leesontwikkeling dan één keer per week een uur aan een stuk. Wist u dat een kind door tien à vijftien minuten per dag vrij te lezen 1000 nieuwe woorden bij leert per jaar? 2. Zorg voor een goede leessfeer. Maak van het dagelijks leesmoment een gezellig moment. Samen lezen moet een prettige 3 / 5

4 ervaring zijn. Toon uw interesse en betrokkenheid bij het lezen. Op deze manier zorgt u voor een groei in het zelfvertrouwen van uw kind. 3. Samen lezen doet wonderen! Als lezen moeilijk gaat en veel energie vraagt van uw kind, kan samen lezen een positieve invloed hebben. - Lees om de beurt een zin, een alinea - Ga een gesprek aan over de prenten die bij het verhaal horen. Het is belangrijk dat uw kind begrijpt wat hij/zij leest. - Laat uw kind de tekst volgen terwijl u leest bv. met de vinger volgen of onderstrepend laten meelezen. - U kan ook duolezen, dit betekent tegelijkertijd met uw kind lezen. Uw kind wordt dan meegesleept en krijgt daardoor niet de kans om te aarzelen. - Lees een bladzijde voor, laat het kind mee volgen en laat het daarna dezelfde bladzijde lezen. - Maak flitskaartjes van de woorden die fout gelezen werden. - Herhaal een aantal keer de tekst of lees een boekje meerdere keren. - Bij woordrijen kan u uit iedere woordrij een woord noemen dat uw kind moet zoeken. Bij het lezen van de woordrijen kan u de fouten aanduiden en de tijd opnemen. 4. Positieve feedback doet groeien! 4 / 5

5 Sluit het leesmoment steeds af met een positieve commentaar. Bijna geen fouten gelezen! Dat heb jij op een mooie toon gelezen! Positieve feedback geeft zelfvertrouwen. 5. Kies een boek dat past bij uw kind. Rekening houden met het leesniveau van uw kind is belangrijk ( AVI-bepaling). Daarnaast is het minstens zo belangrijk dat uw kind met plezier leest en geïnteresseerd is in het onderwerp. Een boek, een verhaal waarin uw kind interesse toont, geeft het meeste kans op succes! 6. Blijf zo lang mogelijk voorlezen. Ook kinderen die zelf al kunnen lezen, blijven het fijn vinden om voorgelezen te worden. Gezelligheid primeert hier! Bovendien oefent u bij het voorlezen de luistervaardigheid en vergroot u de woordenschat van uw kind. 5 / 5