Aan: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lingewaard Postbus AA Bemmel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lingewaard Postbus AA Bemmel"

Transcriptie

1 Aan: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lingewaard Postbus AA Bemmel Bemmel, 17 november 2015 Betreft: ontslag WMO-Adviesraad Geacht College, De leden van de WMO-Adviesraad delen u bij deze mee te stoppen met hun activiteiten en hun ontslag aan te bieden. Dit besluit tot ontslag werd unaniem genomen in de vergadering van 3 november jl. met de kanttekening dat de argumenten individueel varieerden. Wij gaan nader in op de argumenten, verdeeld in argumenten die de directe aanleiding vormen tot deze stap en argumenten die meer op de achtergrond speelden. Een samenvatting van de brief vindt u onderaan (zie Bijlage). Directe aanleiding tot dit besluit om te stoppen als WMO-Adviesraad De directe aanleiding tot dit besluit was het gesprek van de WMO-Adviesraad met de wethouders Sluiter en Witjes in de besloten vergadering op 6 oktober jl. en de inhoudelijke reactie hierop van het college in de brief van 26 oktober en daaraan voorafgaand de brief van 1 september aangaande de advisering over de bestemming van het zgn. Lokaal Innovatiefonds. In het gesprek met de wethouders op 6 okt. werd door de WMO-Adviesraad aangegeven dat in de samenwerkingsrelatie een dieptepunt was bereikt. Er zijn nog amper adviesvragen en bij belangrijke onderwerpen waarop wel geadviseerd kan worden, wordt de WMO-Adviesraad niet of onvoldoende om advies gevraagd, worden wij niet tijdig ingeseind of moeten we zelf op onze adviesfunctie attenderen, zoals bijvoorbeeld bij de onderwerpen Kadernotitie harmonisatie Voorschoolse Voorzieningen, lokaal Innovatiefonds Sociaal Domein, Initiatiefvoorstel overheidsparticipatie en het zgn. mantelzorgcompliment. Ook de betrokkenheid bij de ontwikkeling van het beleidsdocument Sociaal Domein stierf een vroegtijdige dood. De agenda van de Politieke Avond, Hét Gemeentenieuws en de Gelderlander werden zodoende voor de WMO-Adviesraad belangrijke bronnen om te weten te komen wat er in de gemeente speelde. Een geactualiseerde planningslijst van potentiële onderwerpen waarover advies kan worden gevraagd is er niet, evenmin continuïteit in de agendering. Conclusie Concluderend was de stemming in het gesprek met beide wethouders van de zijde van de WMO- Adviesraadsleden er een van: het is vijf voor twaalf. De wethouders die van hun kant ons gevoel deelden en naar ons oordeel ook daadwerkelijk iets in de samenwerkingsrelatie wilden verbeteren, stelden dan ook voor om zowel formeel, in de vorm van een brief, te reageren, als informeel met aansluitend het aanbod het gesprek voort te zetten. De brief van 26 oktober De inhoud van de brief van 26 oktober als reactie op het overleg met beide wethouders d.d. 1 september werd op meerdere punten door WMO-Adviesraad als onacceptabel ervaren. Niet alleen was

2 de toonzetting van de brief in tegenspraak met de wederzijds uitgesproken bezorgdheid tijdens het overleg over de ontstane situatie, maar was ook de inhoudelijke reactie op een aantal punten strijdig met onze rol. Hier worden twee hoofdpunten uit de brief gelicht en van commentaar voorzien: besluit tot andere werkwijze van de zijde van de gemeente. Ongevraagd en niet aansluitend bij het overleg met de wethouders of enigerlei andere afspraak wordt de werkwijze aangepast. De tekst van het college luidt: Deze werkwijze houdt in, dat wij u nauw betrekken bij de voorbereiding van het opstellen van beleidsnota s. [U bent zo] veel beter in staat om suggesties, zienswijzen in te brengen, zodat wij dit in het vervolgproces kunnen meenemen. Dit betekent ook dat, minder dan voorheen, concept beleidsnota s ter advisering aan u worden voorgelegd (cursivering auteurs). Reactie van de WMO-Adviesraad De gecursiveerde zinsnede geeft aan dat het college van oordeel is dat de WMO-Adviesraad op de (welbekende) participatieladder van rolbetrokkenheid bij de beleidscyclus (zie ad Noten nr. 1-2), niet meer op de trede van de adviesfunctie figureert, maar terugvalt naar de lagere trede van de raadpleging. Dit stellen betekent dat de kernfunctie van de WMO-Adviesraad, namelijk adviseren, wordt uitgehold en ter discussie wordt gesteld. De WMO-Adviesraad vindt dit ongehoord, niet conform het instellingsbesluit en strijdig met het gegeven dat tijdens de rit vanwege criteria van behoorlijk bestuur, spelregels niet zomaar eenzijdig gewijzigd kunnen worden; besluit tot uitsluiting van WMO-Adviesraad bij advisering over bestemming van innovatiefonds. In het besluit van het college van 1 september jl. aangaande het Lokale Innovatiefonds is de WMO-Adviesraad op generlei wijze betrokken bij de totstandkoming van dit Fonds, maar erger, heeft deze raad ook geen stem gekregen in de bijbehorende adviescommissie, terwijl het kort gezegd gaat om innovatieve projecten vanuit de basis (kleine aanbieders en/of inwoners), gericht op (1) versterken en herstel van eigen krachten bij individuen en gezinnen en (2) meer inzet op preventie. Omgekeerd besloten andere regiogemeenten juist wel om de WMO-Adviesraad bij de bestemming van dergelijke middelen te betrekken, omdat het nu eenmaal om projectenvoorstellen gaat ten dienste van de basis, specifiek gericht op kwetsbare burgers. Het enige argument van het College om voor de WMO-Adviesraad geen plek in de adviescommissie in te ruimen is kort gezegd om belangenverstrengeling te voorkomen. Ook na ampel protest werd dit argument gehandhaafd. Reactie van de WMO-Adviesraad De WMO-Adviesraad heeft zich nadat het besluit bekend werd expliciet verzet tegen elke suggestie van belangenverstrengeling en gevraagd om nadere uitleg over wie, wat, waar en wanneer. Hierop is geen antwoord gekomen. Het college zou het rechtzetten (wethouder Sluiter, notulen overleg d.d. 6 oktober).vervolgens komt het onderwerp in de brief van het college van 26 oktober andermaal terug, maar niet zoals was toegezegd in de vorm van een correctie, maar juist negatief aangescherpt. Opnieuw wordt gesteld dat er niet voor gekozen is om de WMO-Adviesraad in de adviescommissie te laten participeren: De reden is, dat u in het voortraject [voorafgaand aan] de instelling van het innovatiefonds heeft aangegeven een aanvraag in te willen dienen. Vervolgens wordt in de brief de reden daarvoor in verband gebracht met het voorkomen van mogelijke aantasting van integriteit. Kennelijk is door ons, ook na het eerste schrijven, niet overtuigend genoeg gesteld, dat de WMO-Adviesraad nooit plannen heeft gehad om een aanvraag in te dienen. Dat kan ook niet, omdat dit strijdig is met haar kernfunctie. Dus wat is dan wel het argument van het college om de WMO-Adviesraad uit een dergelijke adviescommissie te weren, kan men zich afvragen.

3 Achterliggende argumentatie bij het besluit te stoppen als WMO-Adviesraad De WMO-Adviesraad van Lingewaard is een door de wet gedekt burgerparticipatieorgaan dat opkomt voor de belangen van de kwetsbare burger. Om het functioneren van deze Adviesraad nader te regelen, fungeert een instellingsbesluit (B&W, 2007). De kern van dit besluit is de adviesfunctie van deze raad aan het college aangaande WMO-beleidszaken en dit in de brede zin van het woord, daarbij uitgaand van de totale cyclus van beleidsvoorbereiding tot en met de uitvoeringsagenda (zie ad Noten nr. 1). De WMO-Adviesraad is tot de conclusie gekomen dat deze adviesfunctie amper nog uit de verf komt en wij onvoldoende het belang van kwetsbare burgers nog kunnen dienen. Meerdere factoren hebben aan deze situatie bijgedragen. Wij noemen er enkele: de WMO-Adviesraad heeft het gevoel een marginale positie in te nemen bij de vormgeving van het beleid. Over de jaren heen, hoewel wisselend in intensiteit, heeft de WMO-Adviesraad het gevoel buiten de arena te staan, en bij de vormgeving van het gemeentelijk WMO-beleid meer toeschouwer dan partner te zijn, en dus niet echt mee te doen en betrokken te zijn. Het behartigen van de belangen van de kwetsbare burger komt zodoende onvoldoende uit de verf. Wij ervaren een wij-zij cultuur met te weinig onderling vertrouwen en onvoldoende delen van verantwoordelijkheid, te weinig onderlinge en tijdige afstemming, geen actieve samenwerkingsattitude, en te weinig beïnvloedingsmogelijkheden, omdat stukken soms al kant en klaar zijn en de wil om nog iets aan te passen ontbreekt. De afspraak met de wethouders om bij voorliggende zaken ook aan de voorkant het proces te volgen, geïnformeerd te worden en mee te denken is mooi, maar komt door gebrek aan feitelijke onderwerpen niet uit de verf. Een van de WMO-Adviesraadsleden specificeert het een en ander en stelt: de ambtelijke organisatie is nog niet echt gekanteld, heeft moeite met externe adviezen en mist focus als het gaat om de lokale afstemming van het beleid op de wensen van de burger ; de WMO-Adviesraad heeft te maken met een onduidelijke rolverwachting. Terwijl de WMO- Adviesraad een op geleide van het instellingsbesluit van het college van B&W, afgebakende rol vervult, die in volledige overeenstemming is met hoe de Koepel van WMO-Adviesraden hierover denkt en met vigerende praktijk in de omliggende gemeenten, is dit in Lingewaard kennelijk toch omstreden. Zo geeft de brief van 26 oktober aan dat wat betreft de inspraak het college niet meer expliciet denkt aan de adviesfunctie op de participatieladder, maar in voorkomende gevallen wil volstaan met informeren en raadplegen, een tot twee treden lager op die ladder. Maar wij hebben de indruk dat het nog erger is. Terwijl de ene wethouder ons advies vraagt over de uitvoeringsregels Jeugdhulp 2015, geeft de andere aan dat wij alleen over het beleid geacht worden te adviseren en niet over uitvoeringzaken; de WMO-Adviesraad is te professioneel. Een mogelijke reden van de moeizame samenwerking met de gemeente is wellicht ook gelegen in het feit dat de WMO-Adviesraad te professioneel is samengesteld en de adviezen schriftelijk van aard zijn. De professionele samenstelling kan niet worden ontkend, maar deskundigheid, praktijkervaring en beschikken over een relevant netwerk vormden toevallig wel de selectiecriteria bij de aanstelling. Het heeft de WMO-Adviesraad altijd gefrustreerd, hoe weinig en hoe weinig systematisch van de deskundigheid en de ervaringskennis van haar leden gebruik is gemaakt. Op dit punt voortbordurend kan men zich ook de vraag stellen of de gemeente Lingewaard wel voldoende is toegerust om de complexe processen die aan de huidige transities ten grondslag liggen, op de lokale behoeften af te stemmen; de WMO-Adviesraad wil door terug te treden ook een signaal afgeven. Een belangrijke overweging om te stoppen is ten slotte de signaalfunctie, die hiervan uitgaat. Terwijl het aanblijven van WMO-Adviesraad door de buitenwacht gemakkelijk uitgelegd kan worden als er zijn wel wensen, maar toch geen echte problemen, willen wij met dit terugtreden

4 aangeven dat wij in de huidige omstandigheid onze doelstelling niet waar kunnen maken en er zeker effectievere vormen van burgerparticipatie dan deze, mogelijk zijn. Wij willen het proces van herbezinning op de huidige situatie niet in de weg staan, maar juist stimuleren door de weg vrij te maken voor een nieuw initiatief van burgerparticipatie in het sociaal domein. Slotoverweging Natuurlijk is het jammer dat de WMO-Adviesraad terugtreedt. Juist nu wij door het uitnodigen van specifieke doelgroepen bij onze vergaderingen meer glans aan onze activiteiten geven. Denk aan de discussies met de SWL, de wijkverpleegkundigen en met deskundigen op gebied het wijkgericht werken, het Jeugddebat en de samenwerking met de Clientenraad WWB. Daarnaast waren er grote en kleine succesjes, werd de Adviesraad zelf gemeentebreed op de kaart gezet en is zij als adviesorgaan in Lingewaard niet meer weg te denken. Maar dat alles is niet voldoende om door te gaan. Er moet een nieuwe impuls gegeven worden aan een nieuwe vorm, vinden wij. Namens alle leden van de WMO-Adviesraad, Jan de Moor, voorzitter van de WMO-Adviesraad Teun Bijkerk, secretaris

5 Bijlage Samenvatting brief aan College De leden van de WMO-Adviesraad van de gemeente Lingewaard delen het College van B&W van Lingewaard mede te stoppen met hun activiteiten en hun ontslag aan te bieden. Dit besluit tot ontslag werd unaniem genomen in de vergadering van 3 november De directe aanleiding is de collegebrief van 26 oktober 2015 waarin staat dat de WMO-Adviesraad geen adviesstem krijgt aangaande de besteding van de gelden uit het zgn. Innovatiefonds. Bovendien wordt in dezelfde brief ook haar adviesfunctie eenzijdig gewijzigd, een functie die in voorkomende gevallen, zoals bij beleidsnota s, niet langer vanzelfsprekend is, maar op de participatieladder naar de lagere trede van de raadpleging verhuist. De WMO-Adviesraad krijgt hiermee een andere status. Wat dit punt betreft handelt het college niet naar de letter en de geest van het eigen Instellingsbesluit van 2007 waarin advisering centraal staat en schaadt ze ook in bestuurlijke zin het onderling vertrouwen. De dieperliggende argumentatie om als WMO-Adviesraad te stoppen is: (1) de marginale positie die deze raad inneemt in het hele bestel; (2) de onduidelijke rolverwachting en het verschil in interpretatie van die rol door collegeleden zelf; (3) de te geringe ruimte voor professionele inbreng; (4) door te stoppen, het kunnen afgeven van een krachtig signaal aan de gemeente om een effectievere vorm van burgerparticipatie in het sociaal domein dan tot nu toe het geval is, te kunnen realiseren, zodat het belang van kwetsbare burgers beter kan worden gediend. Noten 1 Beleidscyclus Agendavorming Beleidsvoorbereiding Beleidsbepaling Beleidsuitvoering Beleidsevaluatie Beleidsterugkoppeling Bron: Internet 2 Participatieladder Trede 1: Informeren Trede 2: Raadplegen Trede 3: Adviseren Trede 4: Coproduceren Trede 5: (Mee)beslissen Trede 6: Zelfbestuur Bron: Movisie (2012, p. 7). Cliëntparticipatie in de voorbereiding van de AWBZ-transitie. Utrecht: Movisie.