TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1952 No. 163 Overgelegd aan de Staten-Generaal üsott'ïtt^minister van Buitenlandse Zaken

Transcriptie

1 30 (1952) No. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1952 No. 163 Overgelegd aan de Staten-Generaal üsott'ïtt^minister van Buitenlandse Zaken A. TITEL Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de bijstandsverplichtingen van de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, ten opzichte van de aan de Europese Defensie Gemeenschap deelnemende Staten; Parijs, 27 Mei 1952 B. TEKST De tekst van het Protocol is geplaatst in Tractatenblad 1952 No C. VERTALING PROTOCOL BÏJ HET NOORD-ATLANTISCH VERDRAG NOPENS DE BOSTANDSVERPLICHTINGEN VAN DE STATEN WELKE PARTIJ ZON BIJ HET NOORD-ATLANTISCH VER- DRAG, TEN OPZICHTE VAN DE AAN DE EUROPESE DEFENSIE GEMEENSCHAP DEELNEMENDE STATEN De Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend te Washington op 4 April 1949, Overtuigd, dat de oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap, opgericht krachtens het op zevenentwintig Mei negentienhonderd twee-envijftig te Parijs ondertekende Verdrag dé Noord- Atlantische Gemeenschap en de gemeenschappelijke verdediging van het Noord-Atlantisch gebied zal versterken en een nauwere samen* werking van de Westeuropesé landen zal aanmoedigen, en overwegen-

2 de dat de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap een Protocol hebben ondertekend, dat tezelfdertijd als het onderhavige Protocol in werking treedt, en dat aan de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag waarborgen toekent, gelijkwaardig aan die welke in artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag zijn voorzien, Komen het volgende overeen: Artikel 1 Als een aanval op alle Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, in de zin van artikel 5 van genoemd Verdrag, zal worden beschouwd, en zal bijgevolg artikel 5 van toepassing doen worden, elke gewapende aanval: 1 op het grondgebied in Europa of in het bij artikel 6 (i) van het Noord-Atlantisch Verdrag bepaalde gebied van een der Staten die deelnemen aan de Europese Defensie Gemeenschap; 2 op de landstrijdkrachten, schepen of luchtvaartuigen van de Europese Defensie Gemeenschap, wanneer zij zich in het bij het artikel 6 (ii) van genoemd Verdrag bepaalde gebied bevinden. Onderde in lid 1 van dit artikel gebruikte uitdrukking Staat die deelneemt aan de Europese Defensie Gemeenschap" moet worden verstaan ieder der hiernavolgende Staten, die deelneemt aan de Gemeenschap, te weten: de Bondsrepubliek Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. Artikel 2 Dit Protocol treedt in werking zodra elk der Staten die partij zijn, aan de Regering der Verenigde Staten van Amerika kennisgeving van aanvaarding zal hebben gezonden, en zodra de Raad van de Europese Defensie Gemeenschap de inwerkingtreding van het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap aan de Raad van het Noord-Atlantisch Verdrag zal hebben kenbaar gemaakt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika zal alle Staten, die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, de datum van ontvangst doen weten van elk dezer kennisgevingen, alsook de datum waarop dit Protocol in werking treedt. Artikel 3 Dit Protocol blijft zolang in werking als het Noord-Atlantisch Verdrag en het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap zelf in werking blijven, en zolang als de Staten die bij laatstgenoemd Verdrag partij zijn, wat henzelf en de Europese Defensiestrijdkrachten betreft, aan de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, waarborgen blijven toekennen, gelijkwaardig aan die welke In dit Protocol voorkomen.

3 Artikel 4 Dit Protocol, waarvan de Engelse en Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, zal worden nedergelegd in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. Vervolgens zullen door deze Regering aan de Regeringen van alle Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, en van al de Staten, die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap, gewaarmerkte afschriften worden gezonden. Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend. Gedaan te Parijs, de zeven en twintigste Mei negentienhonderd twee en vijftig. Voor het Koninkrijk België: (w.g.) PAUL VAN ZEELAND Voor Canada: (w.g.) A. D. P f HEENEY Voor het Koninkrijk Denemarken: (w.g.) STEENSEN-LETH Voor Frankrijk: (w.g.) SCHUMAN Voor het Koninkrijk Griekenland: (w.g.) PAN. PIPINÉLIS Voor IJsland: (w.g.) GUNNLAUGUR PÉTURSSON Voor Italië: (w.g.) DEGASPERI Voor het Groothertogdom Luxemburg: (w.g.) BECH Voor het Koninkrijk der Nederlanden: (w.g.) STIKKER

4 Voor het Koninkrijk Noorwegen: (w.g.) ARNESKAUG Voor Portugal: (w.g.) TOVAR Voor Turkije: (wg.) M ATINEY Voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland: (w.g.) ANTHONY EDEN Voor de Verenigde Staten van Amerika: (w.g.) DEAN ACHESON D. GOEDKEURING E. BEKRACHTIGING G. INWERKINGTREDING Zie Tractatenblad 1952 No J. GEGEVENS Zie Tractatenblad 1952 No Van het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap, met twee Protocollen van ondertekening, een gemeenschappelijke Verklaring van de Ministers van Buitenlandse Zaken over de duur van het Noord-Atlantisch Verdrag, en nota's tussen de Nederlandse en de Duitse Regering gewisseld, zijn de vertalingen geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 150; Van het Militair Protocol, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 151; Van het Protocol betreffende de rechtspraak, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 152; Van het Protocol betreffende het militair strafrecht, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 153; Van het Financieel Protocol, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 154; Van het Protocol inzake de bezoldigingsvoorwaarden voor het militaire en het burgerpersoneel van de Gemeenschap en hun rechten

5 op pensioen, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 155; Van het Protocol betreffende het Groothertogdom Luxemburg, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 156; Van het Protocol inzake de betrekkingen tussen de Europese Defensie Gemeenschap en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, dat van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 157; Van het Protocol betreffende de bijstandsverplichtingen van de aan de Europese Defensie Gemeenschap deelnemende Staten ten opzichte van de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, welk Protocol van het Verdrag deel uitmaakt, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 158; Van het Accoprd, voorzien in artikel 107 (4b) van het Verdrag, is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 159; Van de Overeenkomst betreffende de rechtspositie van de Europese Defensiestrijdkrachten en het handelspolitieke en fiscale regiem der Europese Defensie Gemeenschap is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 160; Van het Protocol betreffende de Interim-Commissie is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No. 161; Van het Verdrag tussen het Verenigd Koninkrijk van Groot- Britannië en Noord-Ierland en de aan de Europese Defensie Gemeenschap deelnemende Staten is de vertaling geplaatst in Tractatenblad 1952 No Uitgegeven de negen en twintigste November De Minister van Buitenlandse Zaken, J. W. BEYEN.