Wijziging Regeling farmaceutische hulp 1996, Regeling hulpmiddelen 1996 en Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet

Transcriptie

1 VWS Wijziging Regeling farmaceutische hulp 1996, Regeling hulpmiddelen 1996 en Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 2003, Z/VU , houdende wijziging van drie ministeriële regelingen in verband met beperking van de aanspraak op geneesmiddelen en hulpmiddelen en beperking van de subsidie voor in-vitrofertilisatiebehandelingen De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 1p, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet en de artikelen 9 en 15, tweede lid, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering: Artikel I De Regeling farmaceutische hulp wordt gewijzigd als volgt; A Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt: 1. In onderdeel A worden de volgende regels verwijderd: Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag. 54 1

2 Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag. 54 2

10 Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag

16 2. In onderdeel B worden de volgende regels verwijderd: Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag

17 verzekerde de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt. Artikel III Artikel van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet 3 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Een in-vitrofertilisatiebehandeling wordt door het ziekenfonds slechts vergoed indien: a. de in artikel , onder c, vermelde fase plaats heeft in een ziekenhuis dat beschikt over een ingevolge artikel 2 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen vereiste vergunning; b. voor de behandeling een medische indicatie geldt; en c. reeds een behandeling heeft plaatsgevonden, niet ten laste van deze paragraaf. 2. Aan de eerste volzin van het tweede lid wordt toegevoegd:, met inbegrip van de eerste behandeling, bedoeld in het eerste lid, onder c. Artikel IV Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister voornoemd, J.F. Hoogervorst. 1 Supplement bij Stcrt. 1995, 251, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 2 december 2003, Z/VU Stcrt. 1995, 229, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 november 2003, Z/VU , Stcrt Stcrt. 2000, 233, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 5 december 2003, Z/VU B Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel 22 komt te luiden: 22. Anticonceptiva Voorwaarde: uitsluitend voor een verzekerde die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt. 2. Na onderdeel 37 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: 38. Clomifeen, gonadotrope hormonen, gonadoreline, gonadoreline-analoga en gonadoreline-antagonisten Voorwaarde: uitsluitend voor een verzekerde die deze geneesmiddelen krijgt voorgeschreven ten behoeve van een tweede of derde in-vitrofertilisatiebehandeling als bedoeld in de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet dan wel die deze middelen krijgt voorgeschreven voor een andere aandoening dan een vruchtbaarheidsstoornis. Artikel II Artikel 15 van de Regeling hulpmiddelen wordt gewijzigd als volgt: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Aanspraak op de in het eerste lid bedoelde middelen bestaat indien de Toelichting 1. Algemene deel Met de onderhavige regeling zijn de Regeling farmaceutische hulp 1996, de Regeling hulpmiddelen 1996 en de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet met ingang van 1 januari 2004 gewijzigd in verband met het volgende. In het Hoofdlijnenakkoord (HA) is aangegeven dat een beperking van het verzekerde pakket noodzakelijk is vanwege een stijging van de collectief verzekerde zorguitgaven van minimaal 1 miljard boven de basisraming van het Centraal Planbureau (Kamerstukken II 2002/03, 28637, nr. 19). Indicatief is in een voetnoot opge- Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag

18 nomen aan welke maatregelen daarbij wordt gedacht. In het HA is tevens aangegeven dat er ernstig rekening mee gehouden moet worden dat de uitgaven voor de zorg nog verder zullen moeten doorgroeien dan op dat moment in de meerjarenramingen was voorzien. Als dat het geval is, zo wordt in het HA gesteld, zullen maatregelen worden genomen om de zorguitgaven binnen het budgettair kader te houden ten einde het beslag op de collectieve middelen niet verder te laten oplopen. Daarbij gaat het ook om maatregelen met betrekking tot de AWBZ. Deze situatie doet zich thans voor. Daarnaast is er nog een taakstelling op de geneesmiddelenvoorziening uit het verleden. Al met al gaat het in totaal om ruim 2 miljard aan verwachte extra uitgaven in de zorg indien er per 1 januari 2004 geen maatregelen getroffen worden. Dit bestaat uit: 1 miljard uit het HA, 0,6 miljard taakstelling geneesmiddelen, 0,3 miljard nieuwe overschrijding als gevolg van extra productie en 0,2 miljard voor compensatie en noodzakelijke intensiveringen onder meer als gevolg van uitvoering van moties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In verband met deze extra uitgaven is besloten tot het treffen van een reeks van maatregelen die grotendeels leiden tot een verschuiving van de collectieve financiering naar private financiering door het betrokken individu. Met deze regeling is een aantal voorgenomen maatregelen getroffen. Ten eerste is de subsidie van in-vitrofertilisatiebehandelingen beperkt. Deze beperking houdt in dat de eerste invitrofertilisatiebehandeling niet meer op grond van artikel 1p van de Ziekenfondswet wordt gesubsidieerd. De subsidie voor in-vitrofertilisatiebehandeling is geregeld in paragraaf van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet. Op in-vitrofertilisatie is het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen en het Planningsbesluit in-vitrofertilisatie van toepassing. Onder in-vitrofertilisatie wordt ook begrepen de methode van intracytoplasmatische sperma-injectie. Ten tweede is de aanspraak op geneesen hulpmiddelen beperkt. De beperking van de aanspraak op geneesmiddelen houdt in dat de zogenoemde zelfzorgmiddelen uit het pakket zijn verwijderd. Dit zijn geneesmiddelen die op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening zonder recept mogen worden afgeleverd. Ter voorkoming van substitutie zijn tevens de geneesmiddelen met eenzelfde werkzaam bestanddeel, dezelfde sterkte en in eenzelfde toedieningsvorm die op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening niet zonder recept mogen worden afgeleverd, uit het pakket verwijderd. Op deze middelen bestond tot nu toe alleen aanspraak indien er sprake was van een chronische aandoening. Voorts houdt de beperking van de aanspraak op geneesmiddelen in dat er geen aanspraak meer bestaat op geneesmiddelen die worden voorgeschreven om de vruchtbaarheid te bevorderen. Een uitzondering hierop vormen de middelen die worden voorgeschreven ten behoeve van een tweede of derde in-vitrofertilisatiebehandeling. Tot slot houdt de maatregel in het beperken van de aanspraak op anticonceptiemiddelen tot verzekerden die jonger zijn dan 21 jaar. Omdat anticonceptiemiddelen ook geregeld zijn in de Regeling hulpmiddelen 1996, is deze beperking tevens in die regeling doorgevoerd. 2. Artikelsgewijze deel Artikel I, onderdeel A De genoemde geneesmiddelen zijn de zelfzorgmiddelen die op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening zonder recept mogen worden afgeleverd en de geneesmiddelen met eenzelfde werkzaam bestanddeel, dezelfde sterkte en in eenzelfde toedieningsvorm die op grond van die wet niet zonder recept mogen worden afgeleverd. Met het verwijderen van deze middelen van bijlage 1 is de aanspraak op deze middelen geschrapt. Artikel I, onderdeel B, en artikel II Zoals in het algemene deel van de toelichting is aangegeven bestond, ter behandeling van een chronische aandoening, aanspraak op zelfzorgmiddelen en de geneesmiddelen met eenzelfde werkzaam bestanddeel, dezelfde sterkte en in eenzelfde toedieningsvorm die op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening niet zonder recept mogen worden afgeleverd. De voorwaarde dat het moet gaan om een chronische aandoening was geregeld in het oude onderdeel 22 van bijlage 2. Omdat deze verstrekking thans geheel geschrapt is, kon ook deze voorwaarde komen te vervallen. Met het nieuwe onderdeel 22 is geregeld dat op anticonceptiemiddelen alleen aanspraak bestaat indien de verzekerde jonger is dan 21 jaar. Anticonceptiemiddelen zijn zowel geregeld in de Regeling farmaceutische hulp 1996 als in de Regeling hulpmiddelen De anticonceptiemiddelen waarop het nieuwe onderdeel 22 van de Regeling farmaceutische hulp 1996 betrekking heeft, zijn alle preparaten die zijn geregistreerd voor anticonceptie. Naast de orale anticonceptiva zijn dit ook alle andere farmaceutische preparaten voor anticonceptie, zoals de hormoonbevattende vaginale ring, hormoonbevattende intra uterine devices (IUD, spiraaltje ), intramusculaire toedieningsvorm ( prikpil ), subcutane toedieningsvorm (implantaat) en postcoïtale anticonceptie ( morning after-pil ). Bij de anticonceptiemiddelen in de Regeling hulpmiddelen 1996 gaat het om pessaria en koperhoudende spiraaltjes. Met het nieuwe onderdeel 38 van bijlage 2 is geregeld dat er geen aanspraak meer bestaat op geneesmiddelen die worden voorgeschreven om de vruchtbaarheid te bevorderen. Een uitzondering hierop vormen de middelen die worden voorgeschreven ten behoeve van een tweede of derde in-vitrofertilisatiebehandeling. Hieronder valt ook behandeling volgens de methode van intracytoplasmatische sperma-injectie. Van de geneesmiddelengroepen die worden toegepast bij vruchtbaarheidsbevordering zijn verschillende ook geregistreerd voor andere indicaties. Dit geldt in het bijzonder voor gonadoreline en gonadoreline-analoga, die onder andere ook geregistreerd zijn voor de behandeling van gemetastadeerd testosteron-gevoelig prostaatcarcinoom en preoperatieve toepassing bij leiomyomen van de uterus. Voor dergelijke andere indicaties blijft de aanspraak bestaan. Artikel III Met het wijzigen van onderdeel b van artikel van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet is geregeld dat de eerste in-vitrofertilisatiebehandeling, waaronder behandeling volgens de methode van intracytoplasmatische sperma-injectie, niet meer wordt vergoed. Een eerste behandeling is ingevolge de tweede volzin van het tweede lid van artikel ook een Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag

19 afgebroken in-vitrofertilisatiebehandeling. Alleen de tweede en derde behandeling komen nog voor subsidie in aanmerking. Het getal drie is in de eerste volzin van het tweede lid van artikel blijven staan, maar aan die volzin is toegevoegd dat onder die drie ook de eerste niet-gesubsidieerde behandeling valt. Dit is gedaan om te bereiken dat de tweede volzin van dat lid ook betrekking heeft op de eerste behandeling. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst. Uit: Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag