Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken.

Transcriptie

1 Norovirus

2 Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepuitbraakje voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van het norovirus worden op de verpleegafdelingen extra maatregelen getroffen om verdere verspreiding van het virus in het ziekenhuis te voorkomen. Als u met deze infectie bent opgenomen vinden er isolatiemaatregelen plaats. Deze folder is bedoeld om u te informeren over het norovirus en welke gevolgen dit kan hebben voor uw opname en behandeling. 1. Algemene informatie over het norovirus Virussen zijn beruchte micro-organismen. Ze leven in en ten koste van een ander organisme. Ze veroorzaken altijd ziekte, ze zijn pas laat ontdekt door hun kleine afmetingen en veel virussen passen zich snel aan, aan veranderende omstandigheden Wat is het norovirus? Het norovirus is een klein, zeer besmettelijk virus dat buikgriep veroorzaakt. Het bevindt zich in braaksel en ontlasting. Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken Welke klachten geeft een norovirus? Bij besmetting met het norovirus is sprake van plotseling en heftig braken en diarree. Daarnaast kunnen door de buikgriep een of meer van de volgende verschijnselen optreden: misselijkheid; buikpijn en buikkrampen; koorts; hoofdpijn. Door het braken en de diarree verliest men veel vocht, met het gevaar van uitdroging. Dit is met name een risico voor ouderen en kleine kinderen. Er zijn ook mensen die de klachten niet krijgen maar het norovirus wel bij zich dragen en kunnen overdragen Wie zijn vatbaar voor het norovirus? Voor zover bekend komt het norovirus alleen bij de mens voor. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten ernstiger zijn en aanzienlijk langer duren. 2

3 1.4. Hoe gaat een besmetting met het norovirus? Het norovirus is erg besmettelijk. Dat wil zeggen dat ontlasting en braaksel de besmettelijke virusdeeltjes bevatten en deze deeltjes op de een of andere manier (meestal via de handen) in de mond terecht komen. Ook besmetting via de lucht als gevolg van braken is mogelijk. Al enkele dagen voor het ziek worden, maar soms ook nog dagen na het ziek worden, kan het virus in de ontlasting zitten. Het norovirus wordt onder meer overgebracht via handen die na toiletbezoek niet of niet goed zijn gewassen. Als een besmette persoon voedsel klaarmaakt kan het virus ook in het eten terecht komen en zo weer nieuwe mensen besmetten. 2. Maatregelen om verspreiding te voorkomen Wanneer u besmet bent met het norovirus kunt u in de dagelijkse omgang het virus gemakkelijk overdragen op anderen. Let op: Het is erg belangrijk dat u bij een besmetting uw handen goed met water én zeep wast vóór het eten, na de toiletgang en na eventueel braken. Ook de handen desinfecteren met de handalcohol is een goede maatregel Hoe test het ziekenhuis op het norovirus? Het testen op het norovirus gebeurt door onderzoek van de ontlasting. In het laboratorium wordt dit nagekeken op de aanwezigheid van het norovirus. De uitslag van het onderzoek +s meestal binnen twee dagen bekend. In een enkel geval (bijvoorbeeld in het weekend) duurt het langer Instellen isolatie- en beschermingsmaatregelen Wij nemen tijdens uw opname in het ziekenhuis de volgende voorzorgsmaatregelen: - u wordt verpleegd op een kamer met een eigen toilet en/of douche (= contactisolatie); - moet u braken? Dan de deur naar de gang gesloten houden; - u mag de kamer niet verlaten; - op de deur naar uw kamer komt een speciale kaart te hangen zodat iedereen die de kamer wil binnengaan weet dat in de kamer een of meer patiënten in contactisolatie/contactdruppelisolatie verblijven. Men kan op de kaart ook lezen welke maatregelen er gelden; 3

4 - ziekenhuismedewerkers die op uw kamer komen, dragen een schort en handschoenen. Wanneer u braakt, dragen zij ook een mond/neusmasker; - wanneer u voor onderzoek naar een andere afdeling in het ziekenhuis gaat, worden ook daar voorzorgsmaatregelen genomen om verspreiding van het norovirus tegen te gaan. Verder wordt de verpleegafdeling waar u verblijft, vaker en grondiger schoongemaakt. - uw wasgoed Mocht u wasgoed (kleding en/of beddengoed) meegeven naar huis, dan is het belangrijk dat dit wasgoed apart wordt gewassen in een niet te volle wasmachine volgens een standaardwasprogramma van 60 C, maar liefst 90 C. Mocht het 60-graden programma worden gekozen, dan moet de was in de droger worden gedroogd en/of zo heet mogelijk worden gestreken. Belangrijk is dat degene die uw was verzorgt, de handen goed wast met water én zeep nadat het wasgoed in de wasmachine is gestopt Opheffen van de maatregelen De voorzorgsmaatregelen worden gestopt wanneer u gedurende 2 achtereenvolgende dagen niet meer gebraakt heeft en/of geen diarree heeft gehad. 3. Behandeling van het norovirus Er zijn geen medicijnen tegen het norovirus. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten na 1 tot 4 dagen. Wanneer u besmet bent en klachten heeft, is het belangrijk dat u voldoende drinkt of voldoende vocht krijgt toegediend via een infuus. 4. Bezoek tijdens uw verblijf in het ziekenhuis De verpleging informeert uw bezoek over het norovirus en over de voorzorgsmaatregelen die voor hen gelden tijdens een bezoek aan u. Na afloop van het bezoek aan u, moet men de handen grondig wassen met water én zeep. Ook de handen met handalcohol desinfecteren is een goede methode. Geeft u uw bezoek geen snoep of etenswaren. 4

5 Het is belangrijk dat u uw bezoek laat weten dat als zij van plan zijn om tijdens hun bezoek aan het ziekenhuis niet alleen u maar ook nog andere mensen te bezoeken, zij eerst naar deze andere mensen gaan en daarna pas naar u. 5. Naar huis Het kan zijn dat u om een andere reden dan het norovirus in het ziekenhuis werd opgenomen of verbleef. In dat geval kan het gebeuren dat u hiervan hersteld bent, maar toch niet naar huis mag, omdat u nog steeds het norovirus bij u draagt. Ook overplaatsing naar een andere zorginstelling kan om die reden worden uitgesteld. Het is niet nodig om na uw ziekenhuisopname thuis extra maatregelen te treffen. 6. Heeft u nog vragen? Wij hopen u voldoende informatie te hebben gegeven over het norovirus. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige of aan uw behandelend arts. Wij beseffen dat sommige maatregelen niet prettig zijn. Wij hopen dat u er begrip voor heeft. Heeft u nog specifieke vragen aan de deskundige Infectiepreventie? Zo ja, dan kunt u de verpleegkundige vragen een afspraak voor u te maken. U kunt ook bellen naar ons Klantcontactcentrum, telefoonnummer en vragen naar een van de deskundigen Infectiepreventie. 5

6 Ruimte voor het opschrijven van vragen 6

7 7

8 Locatie Delfzicht Jachtlaan 50 Postbus RA Delfzijl Locatie Lucas Gassingel 18 Postbus RA Winschoten Telefoon: Website: OZG (01-16) IPC 404 8