1b nr. 1 Wie of wat?

Transcriptie

1 OPDRACHTKAART nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen downloaden en afdrukken. U kunt ook materiaal bestellen. Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. W at leer je? 1b nr. 1 Wie of wat? Je ziet plaatjes van mensen of dingen. Vul de goede woorden in.

2 1 zit in de doos. 2 stapt over de dozen. Wat werkwoord waar 3 staat onder het potlood. Wat werkwoord waar 4 staat onder de tafel. 5 valt van de tafel. NT2taalmenu 1b schrijven 2 van 35

3 6 staat naast de doos. 7 geeft een glas aan de man. 8 De koffie en staan op de tafel. 9 doet een filmpje in de camera. 10 botst tegen het viaduct. NT2taalmenu 1b schrijven 3 van 35

4 NA DE OPDRACHT 1b nr. 1 Wie of wat? Klaar? Goede antwoorden: 1 De jongen 6 De tafel 2 De jongen 7 De vrouw 3 Het glas 8 De thee 4 De doos 9 De man 5 De appel 10 De vrachtwagen NT2taalmenu 1b schrijven 4 van 35

5 OPDRACHTKAART nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen downloaden en afdrukken. U kunt ook materiaal bestellen. Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. W at leer je? 1b nr. 2 Waar is het? Je ziet plaatjes van mensen of dingen. Waar zijn ze? Vul de goede woorden in. NT2taalmenu 1b schrijven 5 van 35

6 1 De jongen zit de doos. 2 De jongen stapt de dozen. 3 Het potlood ligt het glas. 4 Het potlood ligt de glazen. 5 Het potlood ligt het glas. NT2taalmenu 1b schrijven 6 van 35

7 6 De doos staat de tafel. Wat werkwoord waar 7 Het potlood ligt het glas. 8 De appel valt de tafel. 9 De doos staat de tafel. 10 De vrouw geeft een glas de man. NT2taalmenu 1b schrijven 7 van 35

8 11 De vrouw loopt beneden. 12 De koffie en de thee staan de tafel. 13 De vrouw pakt de boodschappen de tas. 14 De jongen stapt de bus. 15 De jongen slaat de bal het net. NT2taalmenu 1b schrijven 8 van 35

9 16 De jongen gooit een bal de muur. 17 De vrouw doet de sleutels de la. 18 De clown geeft een ballon de jongen. 19 De man doet een filmpje de camera. 20 De jongen botst de tafel. NT2taalmenu 1b schrijven 9 van 35

10 21 De vrachtwagen botst het viaduct. 22 De vrouw doet de bloemen de vaas. 23 De vader kijkt zijn zoontje. 24 De jongen kijkt de televisie. 25 De vrouw pakt een boek de kast. NT2taalmenu 1b schrijven 10 van 35

11 26 Het meisje zet de muts haar hoofd. 27 De man botst de auto. 28 De appels vallen de armen van de vrouw. 29 De jongen loopt een rondje de boom. 30 De hoed valt het hoofd van de man. NT2taalmenu 1b schrijven 11 van 35

12 31 De jongen slaat de bal het net. 32 Het meisje doet de sjaal haar nek. 33 De jongen staat de doos. 34 Het meisje springt de doos. 35 De jongen staat de dozen. NT2taalmenu 1b schrijven 12 van 35

13 1b nr. 2 Waar is het? Antwoorden: 1 in 2 over 3 achter 4 tussen 5 op 6 onder 7 naast 8 van 9 naast 10 aan 11 naar 12 op 13 uit 14 in 15 in 16 tegen 17 in 18 aan 19 in 20 tegen 21 tegen 22 in 23 naar 24 naar 25 uit 26 op 27 tegen 28 uit 29 om 30 van 31 over 32 om 33 op 34 van (of: over) 35 tussen NT2taalmenu 1b schrijven 13 van 35

14 OPDRACHTKAART nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen downloaden en afdrukken. U kunt ook materiaal bestellen. Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. W at leer je? 1b nr. 3 Wat? Je ziet plaatjes van mensen die iets pakken, geven, doen, enz. Vul de goede woorden in. NT2taalmenu 1b schrijven 14 van 35

15 1 De vrouw geeft aan de man. 2 De vrouw pakt uit de tas. 3 De jongen slaat in het net. 4 De jongen gooit tegen de muur. 5 De vrouw doet in de la. NT2taalmenu 1b schrijven 15 van 35

16 6 De clown geeft aan de jongen. 7 De man doet in de camera. 8 De vrouw doet in de vaas. 9 De vrouw pakt uit de kast. NT2taalmenu 1b schrijven 16 van 35

17 10 Het meisje zet op haar hoofd. 11 De jongen loopt om de boom. 12 De jongen slaat over het net. 13 Het meisje doet om haar nek. NT2taalmenu 1b schrijven 17 van 35

18 1b nr 3: wat? Antwoorden: 1 een glas 2 de boodschappen 3 de bal 4 een bal 5 de sleutels 6 een ballon 7 een filmpje 8 de bloemen 9 een boek 10 een muts 11 een rondje 12 de bal 13 de sjaal Heb je andere antwoorden? Laat het aan de docent zien. Misschien zijn jouw antwoorden ook goed! NT2taalmenu 1b schrijven 18 van 35

19 OPDRACHTKAART nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen downloaden en afdrukken. U kunt ook materiaal bestellen. Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. W at leer je? 1b nr. 4 Wat doen ze? Je ziet plaatjes van mensen die iets doen. Wat doen ze? Vul de goede woorden in. Let op: Wie doet het? Is het één persoon? Schrijf dan als laatste letter een -t: b.v. loopt, schrijft. Zijn het twee of meer personen? Schrijf dan als laatste letters en: b.v. pakken, rennen. NT2taalmenu 1b schrijven 19 van 35

20 Wie werkwoord wat 1 De man een brief. 2 De vrouw met haar moeder. 3 De man zich in de badkamer. 4 De kinderen naar de t.v. Wie werkwoord wat 5 De vrouw de afwas. NT2taalmenu 1b schrijven 20 van 35

21 Wie werkwoord wat 6 De vrouw haar haren. 7 De mensen naar het schilderij. Wie werkwoord wat 8 De man de vloer van de kamer. Wie werkwoord wat 9 De vrouw het eten. 10 De mensen op het feest. NT2taalmenu 1b schrijven 21 van 35

22 Wie werkwoord wat 11 De monteur de auto. 12 De man en zijn vrouw een rondje in het park. Wie werkwoord wat 13 De jongen zijn tanden. Wie werkwoord wat 14 De man een boek. 15 De lerares een rekensom op het bord. NT2taalmenu 1b schrijven 22 van 35

23 16 Het meisje in de zee. 17 De meisjes een boek uit de kast. 18 Het meisje naar de apen. Wie werkwoord wat 19 Het meisje een sneeuwpop. 20 De man een glas cola in het café. NT2taalmenu 1b schrijven 23 van 35

24 21 De man de kleren in de wasmachine. 22 De kinderen een rondje in het park Wie werkwoord wat 23 De ober het eten. 24 De jongen naar school. 25 Het meisje naar de radio. NT2taalmenu 1b schrijven 24 van 35

25 26 De jongen de bal over het net. 27 Het meisje de sjaal om haar hals. 28 De appels uit de armen van de vrouw. 29 Het meisje over de doos. 30 De hoed van het hoofd van de man. NT2taalmenu 1b schrijven 25 van 35

26 1b nr. 4 Wat doen ze? Antwoorden: 1 schrijft 2 belt (of: telefoneert) 3 scheert 4 kijken 5 doet 6 wast 7 kijken 8 stofzuigt 9 kookt (of: maakt) 10 dansen 11 repareert (of: maakt) 12 lopen (of: wandelen) 13 poetst 14 leest 15 schrijft 16 zwemt 17 pakken 18 kijkt (of: wijst) 19 maakt 20 drinkt 21 doet (of:stopt) 22 rennen 23 brengt 24 fietst 25 luistert 26 slaat (of: gooit) 27 doet 28 vallen 29 springt 30 valt Heb je andere antwoorden? Laat het aan je docent zien. Misschien zijn jouw antwoorden ook goed! NT2taalmenu 1b schrijven 26 van 35

27 OPDRACHTKAART nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen downloaden en afdrukken. U kunt ook materiaal bestellen. Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. W at leer je? 1b nr. 5 Waar is het? Je ziet plaatjes van mensen of dingen. Waar zijn ze? Vul de goede woorden in. NT2taalmenu 1b schrijven 27 van 35

28 1 De jongen zit. 2 De jongen stapt. 3 Het potlood ligt. 4 Het potlood ligt. 5 Het potlood ligt. NT2taalmenu 1b schrijven 28 van 35

29 6 De doos staat. Wat werkwoord waar 7 Het potlood ligt. 8 De appel valt. 9 De doos staat. 10 De vrouw geeft een glas. NT2taalmenu 1b schrijven 29 van 35

30 11 De vrouw loopt. Wat werkwoord waar 12 De koffie en de thee staan. 13 De vrouw pakt de boodschappen. 14 De jongen stapt. 15 De jongen slaat de bal. NT2taalmenu 1b schrijven 30 van 35

31 16 De jongen gooit een bal. 17 De vrouw doet de sleutels. 18 De clown geeft een ballon. 19 De man doet een filmpje. 20 De jongen botst. NT2taalmenu 1b schrijven 31 van 35

32 Wat werkwoord waar 21 De vrachtwagen botst. 22 De vrouw doet de bloemen. 23 De vader kijkt. 24 De jongen kijkt. 25 De vrouw pakt een boek. NT2taalmenu 1b schrijven 32 van 35

33 26 Het meisje zet de muts. 27 De man botst. 28 De appels vallen. 29 De jongen loopt een rondje. 30 De hoed valt. NT2taalmenu 1b schrijven 33 van 35

34 31 De jongen slaat de bal. 32 Het meisje doet de sjaal. 33 De jongen staat. 34 Het meisje springt. 35 De jongen staat. NT2taalmenu 1b schrijven 34 van 35

35 1b nr. 5 Antwoorden: Waar is het? 1 in de doos 2 over de dozen 3 achter het glas 4 tussen de glazen 5 op het glas 6 onder de tafel 7 naast het glas 8 van de tafel (of: op de vloer) 9 naast de tafel 10 aan de man 11 naar beneden 12 op de tafel 13 uit de tas 14 in de bus 15 in het net 16 tegen de muur 17 in de la 18 aan de jongen 19 in de camera 20 tegen de tafel 21 tegen het viaduct 22 in de vaas 23 naar zijn zoontje (of: naar het kind) 24 naar de televisie 25 uit de kast 26 op haar hoofd 27 tegen de auto 28 uit de armen van de vrouw (of: op de tafel) 29 om de boom 30 van het hoofd van de man (of: op de grond) 31 over het net 32 om haar nek 33 op de doos 34 over de doos 35 tussen de dozen NT2taalmenu 1b schrijven 35 van 35