Postbus AA Zeewolde. Datum Uw brief/kenmerk Zaaknummer. 21 januari 2016

Transcriptie

1 Gemeente Zeewolde Gemeentehuis Raadhuisplein 1 Postbus AA Zeewolde Telefoon (036) Telefax (036) info@zeewolde.nl Website Aan WMO-Raad Zeewolde Sleedoorn CP ZEEWOLDE Datum Uw brief/kenmerk Zaaknummer 21 januari 2016 Documentnummer Contactpersoon Doorkiesnummer z A.P. Vrieze Zeewolde Onderwerp Reactie op uw advies betreffende de nota Informele Zorg adres info@zeewolde.nl Geachte mevrouw Van Klaarbergen, Op 11 januari 2016 heeft de Wmo raad Zeewolde gesproken over de nota Lokaal samenspel met informele zorg. U heeft daarover advies uitgebracht, waarvoor onze dank. Uw advies wordt met onze reactie meegezonden met de stukken voor de commissie Onderwijs en Welzijn en de gemeenteraad. Wij reageren puntsgewijs als volgt op uw advies: Respijtzorg Wij vinden dit zeer zinvolle suggesties en zullen de behoeften en mogelijkheden onderzoeken in samenwerking met de mantelzorgondersteuner van de stichting Welzijn Zeewolde. Informatie en communicatie Na vaststelling van de nota in de gemeenteraad zullen wij de informatie en communicatie nader uitwerken en uitvoeren. Het sturen op meer informele en minder formele zorg De gemeente werkt met een gekantelde werkwijze, waarbij eerst wordt gekeken naar eigen kracht en de mogelijkheden van het netwerk en algemene voorzieningen alvorens maatwerkvoorzieningen worden geboden. Uiteraard zal formele zorg worden geboden als dat echt nodig is.

2 2/5 Enkele kanttekeningen a. Hoofdstuk 3.6., blz. 6, 1 e alinea, 3 e regel: Dit mag echter niet ten koste gaan van het welbevinden van de mantelzorgers en zorgvrijwilligers. Deze nota betreft de informele zorg, maar uiteraard mag dit evenmin ten koste gaan van de zorgvrager. Het gaat om een balans, niet een te groot beroep doen op de informele zorg die hen zelf overbelast en niet een te groot beroep doen op de informele zorg zodat dit ten koste gaat van optimale formele zorg. Dit zijn wij met u eens. Er moet een goede balans zijn. Echter deze nota gaat over ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers. De zorgvrager is niet het onderwerp van de nota en juist wel de mensen om de zorgvrager heen. b. Hoofdstuk 4.1., blz. 7 en 8 Het begrip gebruikelijke zorg graag nader definiëren, zoals de gemeente het wil gaan hanteren, dat wil zeggen, zodat dit aansluit bij het criterium dat door de Wlz wordt gehanteerd. Dit is inmiddels aangevuld in de nota. c. Hoofdstuk 4.1., blz. 10 Het zicht op mantelzorgers in Zeewolde kent een grote discrepantie ten opzichte van de verwachte aantallen op basis van extrapolatie uit landelijk onderzoek. Hoewel dit deels te verklaren is door de wijze waarop mantelzorgers hier zelf mee omgaan, is het zaak actief te zoeken naar verbetering van het zicht op de omvang in Zeewolde. We vragen ons af of het mogelijk is een centraal registratie-/meldpunt in te richten, bijvoorbeeld bij de verdere verwezenlijking van Het Ondersteuningshuis. Wij denken dat een centraal meldpunt voor mantelzorgers evenmin zal werken als andere methoden. Als mantelzorgers zich niet wensen te melden, dan doen zij dat nergens. Het mantelzorgcompliment en het in zicht houden van mantelzorgers bij aanvragen Wmo en jeugdhulp, evenals uitgebreide en regelmatige communicatie, achten wij de beste methode om mantelzorgers te bereiken. d. Hoofdstuk 4.1., blz. 11 Ook jonge mantelzorgers en kinderen die leven in zorgintensieve gezinnen zijn slechts beperkt in beeld. Mogelijk kunt u met de scholen een project (doen) opzetten om bijvoorbeeld met behulp van jeugdtheater dit onder de aandacht van (middelbare) scholieren te brengen. Het is voor de jonge mantelzorger dan minder moeilijk om zich te herkennen binnen de peergroep, zodat deze eerder directe steun en begrip kan geven. Dit is een aardig idee, maar wij merken ook, zoals gezegd in de nota, dat jonge mantelzorgers buiten het gezin het liefst gewoon willen functioneren zonder zorgen, met hun vrienden. Wel is het denkbaar dat de mantelzorgondersteuner in samenwerking met scholen van tijd tot tijd een project doet om meer herkenning en begrip te kweken voor de problematiek van jonge mantelzorgers.

3 3/5 e. Hoofdstuk 4.1., blz. 12 e.v. Het zicht op zorgvrijwilligers is ook zeer beperkt, omdat er veel op dit vlak gebeurt via kerken en andere maatschappelijke organisaties waar men elkaar ontmoet (sportclub) of waar men zonder kennis van de gemeente vrijwillige zorg verleent ( bijv. Present, MMM-boerderij, Sternhof, e.d.). Dit hoeft geen probleem te zijn, mits, en daar roepen we de gemeente toe op, men ook deze zorgvrijwilligers en/of hun organisaties voldoende informeert over de ondersteunende faciliteiten die men te bieden heeft als gemeente, zoals informatie hoe overbelasting is te voorkomen; de vrijwilligersverzekering; coaching e.d. Dit wordt meegenomen in de communicatie naar alle organisaties in Zeewolde. f. Hoofdstuk 4.3., blz.14 Dit subhoofdstuk gaat over zorgvrijwilligers en het is begrijpelijk dat hier over deskundigheidsbevordering voor hen gesproken wordt. De voorbeelden van scholing die genoemd worden kunnen echter ook voor mantelzorgers zeer zinvol zijn. Eens, mantelzorgers kunnen hier ook in worden meegenomen. g. Hoofdstuk 6.1., blz. 16 Wij missen in de doelstellingen die in de bestuursopdracht zijn genoemd, aandacht voor het borgen van continuïteit in de vrijwillige zorgverlening. Continuïteit is een belangrijk aandachtspunt. Is meegenomen in de tekst van de nota, niet in de doelstellingen. h. Hoofdstuk 6.3., blz. 19 (punt 6) Wij missen in het ondersteuningsprogramma voor zorgvrijwilligers de mogelijkheid van intervisie. Naar aanleiding van de bespreking met u is intervisie inmiddels opgenomen in de beleidsmaatregelen. i. Hoofdstuk 6.3., blz. 19 (punt 7) Wij zijn blij dat de gemeente een mantelzorgmakelaar wil aanstellen. Wij horen dat hieraan behoefte is. De precieze omvang van deze behoefte is moeilijk in te schatten. Wij nemen aan dat het gereserveerde budget, indien grote aanloop blijkt, openstaat voor uitbreiding. Dat zal moeten blijken op basis van het aantal klanten en behoeften.

4 4/5 j. Hoofdstuk 6.3., blz. 20 (punt 10) a) Ten eerste spreekt het ons aan dat men in gesprek wil gaan met werkgevers voor wat betreft het voeren van een beleid voor mantelzorgers. Naast het aansluiten bij de gesprekken die de SDV heeft, pleiten wij voor een prominentere insteek (de gekozen aanpak heeft het risico van aandacht in de marge). De gemeente zou bijvoorbeeld de bedrijvenkring een aanbod kunnen doen een avond te verzorgen over dit thema, bijv. met behulp van een ervaringsdeskundige of een toneelstuk of iets dergelijks. Dit idee nemen we mee in de verdere uitvoering. b) Ten tweede is het ook zaak dat de sociale dienst zelf voldoende oog heeft voor de mogelijk beperktere inzetmogelijkheden van de mantelzorger (wij horen wel eens dat dit in de praktijk soms schuurt) Dit is een punt van aandacht voor overleg met de SDV. c) Een andere optie, juist vanuit preventie, kan zijn dat de voorziening huishoudelijke hulp wordt ingezet ter ontlasting van mantelzorgers. Dat wil zeggen dat de criteria voor toekenning niet alleen worden gebaseerd op de (on)mogelijkheden van de zorgvrager. Mogelijk kan de mantelzorger het fysiek wel, maar is het tijdsbeslag groot, naast alle andere extra taken en is dit een zinvolle preventieve maatregel. (Er zijn gemeenten die de HHT inzetten voor mantelzorgers als ze dat willen, maar dan moet men dat financieel wel kunnen dragen). Als hulp bij het huishouden wordt ingezet voor zorgvragers, dan ontlast dat de mantelzorgers al voor een deel. Bovendien is het beoordelen of een mantelzorger hulp bij het huishouden nodig heeft, een lastige zaak en kan ook kostbaar zijn in verhouding tot de Wmo begroting van Zeewolde. k. Hoofdstuk 6.3., blz. 20 (punt 11) Er zijn inmiddels diverse onderzoeken die de hoge zorgkosten voor gezinnen met chronische zieken hebben berekend. Hierbij kan het zover gaan dat men juist ruim boven het bestaansminimum, richting modaal, in de problemen komt. Men heeft geen recht op diverse toeslagen, maar heeft zoveel kosten, waaronder eigen bijdragen Wmo en/of Wlz, dat men soms minder te besteden heeft dan een gezin met een minimumloon. Dit is een probleem dat niet wordt opgelost met een aanvullende collectieve zorgverzekering. Bovendien hebben juist mensen met een chronische aandoening te maken met acceptatieproblemen voor deze aanvullende verzekering als zij van zorgverzekeraar veranderen.

5 5/5 De gemeente heeft de beleidsvrijheid conform art een oplossing te zoeken in een maatwerkvoorziening. Wij verzoeken de gemeente in schrijnende gevallen dit in overweging te nemen. Wij besteden in de uitvoering zeker aandacht aan schrijnende gevallen met financiële problemen wanneer deze worden gesignaleerd. l. U bent voornemens (zie o.a. blz. 24) het Right to Challenge te regelen. Dit spreekt ons aan, maar dan is extra speelruimte van belang voor wat betreft het moment van aanbesteding, als er zorgverleningsaspecten spelen zoals bij de huidige contractpartners. De positie van initiatieven van burgers volgens Right tot Challenge zullen wij nader uitwerken, waarbij de (on)mogelijkheden van meedoen aan een aanbesteding aan de orde zullen komen. m. U bent voornemens het klantervaringsonderzoek onder mantelzorgers van 2012 te herhalen. Wij vragen u ook een onderzoek te doen naar ervaring van inzet van zorgvrijwilligers, zodanig op tijd dat bijstelling mogelijk is, of ten minste voordat een volgende beleidsnota aan de orde is. Dit nemen we mee bij de voorbereidingen van het klantervaringsonderzoek in Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders, H. Bakker hoofd afdeling Samenleving 1 Artikel Bij verordening kan worden bepaald dat door het college aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.