Informatie rond een operatie aan de rug

Transcriptie

1 Informatie rond een operatie aan de rug Inleiding De oorzaak van klachten aan de rug verschilt van persoon tot persoon en de medische behandeling wordt daar op afgestemd. De verpleegkundige zorg rond een rugoperatie is echter vaak dezelfde. In deze brochure vindt u algemene informatie over de verpleegkundige zorg tijdens uw opname in het HagaZiekenhuis. De opnamedag Laat waardevolle bezittingen thuis en neem geen grote geldbedragen mee. Het HagaZiekenhuis is, ondanks alle mogelijke voorzorgsmaatregelen, niet aansprakelijk voor vermissing of diefstal van uw eigendommen. Informatie Op de opnamedag heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige waarin wordt besproken hoe de verpleegkundige zorg voor u het beste geregeld kan worden. U krijgt van de verpleegkundige informatie over de gang van zaken voor en na de operatie en over het tijdstip waarop u geopereerd wordt. Een groot deel van wat de verpleegkundige u vertelt, vindt u terug in deze brochure. Verder heeft u een gesprek met de zaalarts, die u onder meer vraagt naar uw recente klachten en naar uw hart en longen gaat luisteren. Daarna heeft u nog een gesprek met de neurochirurg. Ook de fysiotherapeut komt bij u langs voor een kennismaking en om uitleg te geven over de oefeningen na de operatie. U bent een paar dagen voor de opname al bij de anesthesioloog (specialist in verdoven) geweest. Ook is al voor uw opname bloed bij u afgenomen. Nuchter Vanaf uur s nachts voor de operatie mag u niets meer eten, drinken of roken. U moet namelijk nuchter zijn voor de operatie. De enige uitzondering hierop is, in overleg met de verpleegkundige, het innemen van de medicijnen die u zijn voorgeschreven.

2 De dag van de operatie Voorbereiding U wordt de ochtend van de operatiedag op tijd gewekt, zodat u kunt gaan douchen voordat u de premedicatie (medicijnen als voorbereiding op de operatie) krijgt. Omdat u van deze medicijnen een beetje suffig kunt worden, mag u na het innemen van de premedicatie niet meer zonder begeleiding uit bed. Vóór de inname van de premedicatie: - brengt u geen make-up (ook geen crème) aan - krijgt u een operatiejasje aan - doet u al uw sieraden af - gaat uw eventuele bril af of contactlenzen uit - doet u uw eventuele gebitsprothese/plaatje uit Afdeling operatiekamers Een verpleegkundige brengt u met uw bed naar de operatiekamer. U wordt daar in de ontvangstruimte (ook uitslaapkamer) opgevangen door een andere medewerker. Deze stelt u nog een aantal vragen en helpt u over te stappen op een verrijdbare brancard. Een anesthesieassistent haalt u op en brengt u naar de operatiekamer. Daar krijgt u op de borst een aantal plakkers geplakt, die worden aangesloten op een monitor. Dit is om uw hartritme te registreren tijdens de operatie. De anesthesioloog of anesthesieassistent brengt met behulp van een naaldje een infuus (slangetje in een bloedvat) in waardoor u tijdens de operatie vocht krijgt toegediend. Op een van uw vingers wordt een klemmetje geplaatst dat het zuurstofgehalte in uw bloed bijhoudt. Na deze voorbereidingen dient de anesthesioloog u de medicijnen voor de narcose toe. U krijgt als u al onder narcose bent, een buisje in uw luchtpijp geschoven waar u door ademt tijdens de operatie. Dit buisje is aangesloten op de beademingsapparatuur. Het wordt ook weer verwijderd als u nog onder narcose bent. Na de operatie kunt u door het buisje een paar dagen wat keelpijn krijgen of hinder ondervinden met slikken. Recovery (uitslaapkamer) Na afloop van de operatie wordt u naar de recovery (uitslaapkamer) gebracht waar u wordt overgelegd op een schoon bed. Onder meer uw bloeddruk en hartslag worden hier regelmatig gecontroleerd. U blijft op de recovery totdat de anesthesioloog het verantwoord vindt dat u teruggaat naar de verpleegafdeling.

3 Hiervoor moet u bijvoorbeeld goed wakker zijn en moeten de controles goed zijn. Twee verpleegkundigen van uw afdeling komen u halen om terug te gaan naar de verpleegafdeling. Na de operatie heeft u nog steeds een infuus, waarmee u vocht krijgt toegediend. Meestal is er ook naast de operatiewond een slangetje (wonddrain) ingebracht, waarmee bloed en/of wondvocht wordt afgevoerd naar een fles. Dit bevordert de genezing van de wond. Het infuus en de wonddrain worden vaak de dag na de operatie verwijderd. De neurochirurg informeert u vaak de volgende dag over het verloop van de operatie. Houding na de operatie Na de operatie ligt u op uw rug in bed. De eerste drie uur moet u op uw rug blijven liggen, zodat de rugspieren goed tegen elkaar gedrukt worden. Dit is onder meer nodig om de kleine bloedinkjes, die altijd voorkomen, eerder te stoppen. Na de eerste drie uur mag u onder begeleiding van de fysiotherapeut of de verpleegkundige voorzichtig uit bed komen, als u hiertoe in staat bent. Houding in bed Het is belangrijk dat u plat in bed ligt met een kussen dat alleen uw hoofd ondersteunt en niet uw schouders. Het is raadzaam uw benen - indien mogelijk - regelmatig te bewegen om de bloedsomloop goed op gang te houden. Beweeg de benen om en om, om te voorkomen dat de rug te veel belast wordt. Een paar uur na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om u te helpen op de juiste wijze uit bed te komen. Het toiletbezoek Om te plassen na de operatie gebruiken mannen even een urinaal en vrouwen een platte po. Drie uur na de operatie mag u onder begeleiding uit bed en naar het toilet. Het is raadzaam vóór de operatie te zorgen voor een goede stoelgang, omdat dit na de operatie meestal iets moeilijker gaat. Eet voor uw opname dus voldoende vezels (groenten en fruit) en zemelen (bruin brood) en drink veel water.

4 Pijn U kunt de eerste 24 tot 48 uur na de operatie een injectie tegen de pijn krijgen. Daarna is de pijn vaak met tabletten te verhelpen. Laat het altijd aan de verpleegkundige weten als u pijn heeft, zodat u voldoende pijnstilling krijgt. Neem tijdens uw opname geen eigen medicijnen in, tenzij dit met u is afgesproken. Eten en drinken Een paar uur na de operatie kunt u een beetje water of thee drinken. Als dit goed gaat, kunt u proberen iets te eten. Doe het rustig aan in verband met een mogelijke misselijkheid na de narcose. De dag(en) na de operatie Eten en drinken Als u de dag na de operatie normaal kunt ontbijten, wordt het infuus verwijderd. De rest van uw verblijf in het ziekenhuis kunt u weer normaal eten en drinken. Wassen U kunt zichzelf wassen, eventueel met hulp van de verpleegkundige. Douchen kan nog niet, omdat er geen waterdichte pleister op de wond komt. (Zie verderop onder de wond.) Mobiliseren/bewegen U kunt zich naar wens weer gaan bewegen. De fysiotherapeut begeleidt u hierin en vertelt u welke houding het beste is. Het is belangrijk om het lopen, zitten en liggen regelmatig af te wisselen. Hou er wel rekening mee dat u vooral het lopen en zitten weer langzaam moet opbouwen. Het is belangrijk de oefeningen van de fysiotherapeut regelmatig te doen. De wond De tweede dag na de operatie wordt het verband verwijderd. Onder het verband zitten kleine pleisters (strips) die de huidranden van de wond tegen elkaar aan houden. Over deze strips komt een speciaal verband dat de wond beschermt, maar niet waterdicht afsluit. Het is van belang dat de wond niet nat wordt, want dit vergroot de kans op een infectie.

5 Onderhuids zitten hechtingen die de onderhuid en spieren bij elkaar houden. Deze hechtingen lossen vanzelf op. Het verband blijft tot de zevende dag na de operatie zitten. Dan wordt het, net als de kleine strips, verwijderd en is de wond genezen. Roken Het HagaZiekenhuis is een rookvrij ziekenhuis. Het wordt met klem ontraden de eerste dagen na de operatie te roken. Dit is slecht voor de wondgenezing. Ontslag Bij een normaal verloop van de opname mag u twee tot drie dagen na de operatie weer naar huis. De arts informeert u hierover en adviseert u over het hervatten van uw dagelijkse bezigheden. Op de dag van ontslag kunt u tussen en uur naar huis. In verband met de belasting van uw rug kunt u niet zelf autorijden. Bij uw ontslag krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek bij de neurochirurg op de polikliniek van het HagaZiekenhuis. Dit bezoek is vier tot zes weken na uw ontslag. Daarnaast krijgt u een verwijzing mee voor een fysiotherapeut buiten het ziekenhuis. De fysiotherapeut van het ziekenhuis geeft u een overdracht mee. Weer thuis Om zo snel mogelijk te herstellen, zijn de volgende punten van belang als u weer thuis bent: Doe meerdere malen per dag de opgegeven oefeningen. Het is verstandig de eerste dagen, ook als u geen klachten heeft, s middags een uur op bed te gaan liggen. Doe dit net zo lang als u zelf nodig denkt te hebben. Blijf niet te lang achter elkaar zitten. Wissel het zitten regelmatig af met staan en lopen. s Ochtends bij het opstaan kunt u zich wat stijf voelen. Na een warme douche en uw oefeningen verdwijnt dit grotendeels. De loopafstanden kunt u in overleg met de fysiotherapeut steeds verder uitbreiden. In principe mag u vier tot vijf weken na uw ontslag weer fietsen. Nadat de wond is genezen, kunt u gaan zwemmen. Duiken wordt afgeraden.

6 Vragen Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, kunt u die gerust stellen aan uw behandelend arts of aan een verpleegkundige op de afdeling. De afdeling Neurochirurgie is ook telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 en uur. U kunt bellen naar: (070) of HagaZiekenhuis, Locatie Leyweg Leyweg 275, 2545 CH Den Haag L