Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Samenleving De nieuwe vaders Niveau 3

Transcriptie

1 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 De nieuwe vaders Vroeger vormden vader en moeder met de kinderen een gezin. Vandaag is dat soms anders. Meer en meer ouders scheiden. De vader of de moeder staat er alleen voor. En de vaders zijn anders geworden. Ze doen het beter dan vroeger. Het werd tijd! Vaders doen hun best, maar nog niet genoeg. Vroeger was vader diegene die de kost verdiende. Hij bracht geld in het bakje. Hij was het die alle moeilijke klussen moest oplossen. Hij betaalde de rekeningen. Moeder zorgde voor de kinderen en het huishouden. Zij kookte, deed de was en de vaat. Zij was er voor de lach en de traan van het kind. Meestal ging ze niet werken. Maar er is veel veranderd. Eigen benen De vrouwen willen meer en meer op eigen benen staan. Ze willen een eigen inkomen. De laatste jaren gaan meer en meer vrouwen werken. Daardoor moeten de taken in het huishouden verdeeld worden. De vaders moeten meehelpen. Ze moeten helpen in het huishouden en bij de opvoeding van de kinderen.

2 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 2 Onderzoek Geleerden hebben de rol van de vaders in het gezin onderzocht. Zij vinden dat vaders hun best doen. Maar nog niet genoeg. De kinderen gaan nog steeds met hun groot of klein verdriet naar moeder. De geleerden zeggen dat dat komt omdat de moeder meer verbonden is met het kind. Zij is ook degene die zwanger is. Zij heeft de last en de pijn van de zwangerschap en de geboorte. De vader wordt hier een beetje uitgesloten. Misschien moeten vaders eens zwanger worden? Alleen Meer en meer ouders scheiden. Ze leven niet meer samen. De kinderen gaan bij moeder of vader wonen. Ook dat hebben de geleerden onderzocht. Zij vinden dat het niet steeds nodig is dat een kind met beide ouders moet leven. Ze zijn best gelukkig met één van hen. Maar dan moeten de ouders nog een beetje overeen komen. Ze mogen vooral niet roddelen over elkaar tegen de kinderen. Als de kinderen alleen maar slechte dingen horen, worden ze onzeker. Bompa Ook voor bompa is er veel veranderd. Hij is meer bezig met zijn kleinkinderen dan vroeger met zijn eigen kinderen. Dat komt omdat hij meer tijd heeft. Zo kunnen de bompa's toch nog genieten van de opvoeding van hun kinderen. Werkweek De vrouw werkt veel harder dan de man. Ze werkt ook langer. Als ze 's avonds van haar werk komt, wacht haar een tweede job: het huishouden. De geleerden hebben opgeteld hoeveel uren een vrouw werkt. Gemiddeld werkt ze 58 uren per week. De man komt toe met gemiddeld 50 uren per week. Toch nog niet gelijk... (w)

3 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 3 1 Waar of niet waar? 1. Vaders doen het minder goed dan vroeger Vroeger zorgde vader voor de kinderen en het huishouden Geleerden vinden dat vaders nog niet genoeg hun best doen Kinderen kunnen best gelukkig zijn met één van hun ouders Bompa is meer bezig met zijn kleinkinderen dan vroeger met de kinderen Als een man 's avonds thuis komt, wacht hem een tweede job: het huishouden Zoek het antwoord in de tekst. 1. Wie was vroeger degene die de kost verdiende? 2. Wat deed moeder terwijl vader de kost verdiende? 3. Wat willen vrouwen meer en meer? 4. Waarom gaan kinderen nog steeds met hun verdriet naar hun moeder? 5. Wat mogen gescheiden ouders vooral niet doen? 6. Hoe komt het dat een vrouw meestal veel langer werkt dan een man? 3 Zoek de betekenis in je woordenboek. a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 1. de klus: gemiddeld: de job:...

4 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 4 1 Wat is ongeveer hetzelfde? (zelfstandige naamwoorden) 1. het gezin het karwei = de klus de afwas = de vaat de familie = de geleerde de grootvader = de bompa het eten = de kost de wetenschapper =... 2 Wat is het tegengestelde? (zelfstandige naamwoorden) 1. het inkomen het weekend de geboorte de verwaarlozing het kleinkind de vreugde het verdriet de grootvader de opvoeding het overlijden de werkweek de uitgaven Wat is het tegengestelde (bijvoeglijke naamwoorden) 1. onzeker gemakkelijk gelukkig zelfverzekerd moeilijk ongelukkig slecht klein nieuw goed groot oud Wat is het tegengestelde? (werkwoorden) 1. scheiden uitgeven verdienen huwen werken boycotten meehelpen ontspannen overeenkomen erbij betrekken uitsluiten ruzie maken

5 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 5 1 Hoe staat het in de tekst? 1. In het verleden was papa diegene die ging werken. 2. Hij verdiende het geld. 3. Zij kookte, waste en deed de afwas. 4. De vrouwen willen meer en meer zelfstandig zijn. 5. Meer en meer ouders gaan uit elkaar. 6. De wetenschappers beweren dat dat komt omdat de moeder een betere band heeft met het kind. 2 Vul één van de volgende voorzetsels in: voor met in op over tegen bij. 1. Vroeger vormden vader en moeder... de kinderen een gezin. 2. De vader of de moeder staat er alleen Vrouwen willen meer en meer... eigen benen staan. 4. De vaders moeten helpen... het huishouden. 5. De kinderen gaan... moeder of vader wonen. 6. Ouders mogen vooral niet roddelen... elkaar... de kinderen. 3 Schrap wat er niet bij hoort. Let op de betekenis. 1. de klus - de ontspanning - de taak - het werk - de job 2. de opa - de grootmoeder - het kleinkind - de bompa - de grootvader 3. de vader - de zoon - de dochter - het gezin - de moeder 4. de geleerde - de deskundige - de specialist - de wetenschapper - de leek 5. het plezier - het verdriet - het leed - de pijn - de smart 6. de vader - de zoon - de papa - de pa - de ouder

6 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 6 1 Kruis aan wat het betekent. 1. Hij wordt een beetje uitgesloten. Hij mag niet binnenkomen. Hij moet een tijdje binnen blijven. Hij mag er niet helemaal bijhoren. 2. Hij bracht geld in het bakje. Hij bracht geld naar de bank. Hij verdiende het geld. Hij haalde het geld op. 3. Ze willen meer en meer op eigen benen staan. Ze willen leniger zijn. Ze willen alsmaar beter dansen. Ze willen meer en meer zelfstandig zijn. 2 Kruis aan wat wordt bedoeld. 1. periode dat een vrouw zwanger is, de periode vanaf de bevruchting tot de geboorte van het kind de adolescentie de zwangerschap de puberteit 2. geld dat iemand krijgt voor zijn of haar werk de belasting de prijs het inkomen 3. papier waarop staat hoeveel je moet betalen de rekening de kopie de optelling

7 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 7 Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl de 3. het 4. de de het 9. de 10. HORIZONTAAL 1. iemand van dienst zijn, bijv. met raad, verzorging of steun bijstaan 2. karwei 3. zoon of dochter van je kind 4. iets dat je hindert hinder 5. het huwelijk beëindigen, uit elkaar gaan 6. baan betrekking 7. niet toestaan dat iemand meedoet 8. het onderzoeken 9. iemand die erg geleerd is 10. ergens plezier aan beleven VERTICAAL Het woord onder de pijl is:... De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p.14.

8 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 8 1 Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. hou - huis - den mid - ge - deld zocht - der - on vonds - 's a lij - ke - moei ke - ning - re Maak een samenstelling. 1. werk houden 1. de klein week 2. het huis kind 3. het... 3 Wat past bij elkaar? 1. ge- driet 1. het in- zin 2. het ver- voeding 3. het ge- komen 4. de onder- boorte 5. het op- zoek 6. de... 4 Wat past bij elkaar? 1. uit- lossen op- talen onder- dienen be- nieten ge- zoeken ver- sluiten 6....

9 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 9 1 Zoek het meervoud in de tekst. 1. één ding meer één taak meer één geleerde meer één kind meer één vader meer één bompa meer... 2 Welke werkwoordsvormen horen bij elkaar? Zet de verleden tijd naast de tegenwoordige tijd. 1. hij is hij had hij heeft hij ging hij gaat hij was hij wordt hij deed hij doet hij bracht hij brengt hij werd Welke persoonsvorm past in de zin (verleden tijd)? Schrijf de persoonsvorm achter het hele werkwoord. 1. Vroeger (vormen)... papa, mama en de kinderen een gezin. 2. Vader (zijn)... diegene die de kost verdiende. 3. Hij (brengen)... geld in het bakje. 4. Hij (betalen)... de rekeningen. 5. Moeder (zorgen)... voor de kinderen. 6. Meestal (gaan)... ze niet werken.

10 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p Schrijf de woorden van elkaar. Plaats hoofdletters en leestekens. 1. zijkooktedeeddewasendevaat 2. misschienmoetenvaderseenszwangerworden 3. zezijnbestgelukkigmeteenvanhen 4. alsdekinderenalleenmaarslechtedingenhorenwordenzeonzeker 5. alszesavondsvanhaarwerkkomtwachthaareentweedejobhethuishouden 6. tochnognietgelijk 2 Maak met de zinsdelen een zin. 1. vader en moeder met de kinderen / vroeger / een gezin / vormden 2. anders / is / vandaag / soms / dat 3. de vaders / geworden / en / anders / zijn 4. beter / ze / dan / het / vroeger / doen 5. op eigen benen / de vrouwen / staan / meer en meer / willen 6. ze / tegen de kinderen / mogen / over elkaar / vooral / roddelen / niet

11 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p Zoek het wanneer-deel in de zin. (bijwoordelijke bepaling van tijd) 1. Vroeger vormden vader en moeder met de kinderen een gezin. Wanneer? Vroeger 2. Vandaag is dat soms anders. Wanneer? Meestal ging ze niet werken. Wanneer? De laatste jaren gaan meer en meer vrouwen werken. Wanneer? Als ze 's avonds van haar werk thuiskomt, wacht haar een tweede job. Wanneer?... 2 Schrijf de zinnen in een juiste volgorde. 1. Moeder zorgde voor de kinderen en het huishouden. 2. Vroeger was vader diegene die de kost verdiende. 3. Vrouwen willen een eigen inkomen. 4. Maar er is veel veranderd. 5. Vaders moeten nu helpen in het huishouden en bij de opvoeding van de kinderen. 6. De laatste jaren gaan meer en meer vrouwen werken

12 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 12 Schrijven. Kies opdracht A of B. Bedenk een titel voor je tekst. A. Denk jij dat vaders anders zijn dan vroeger? Waaraan zie je dat (niet)? Beschrijf een paar situaties die je stelling bevestigen. B. Heb je goede herinneringen aan de vader uit je jeugd? Welke gebeurtenis is je het meest bijgebleven?...

13 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 13

14 Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 14 Oplossing kruiswoordraadsel. 1. h e l p e n 2. de k l u s 3. het k l e i n k i n d 4. de l a s t 5. s c h e i d e n 6. de j o b 7. u i t s l u i t e n 8. het o n d e r z o e k 9. de g e l e e r d e 10. g e n i e t e n