REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS

Transcriptie

1 REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS De Algemene Vergadering van de KNMP in vergadering bijeen op 7 oktober 1998 te Rotterdam, Gezien in aanmerking nemende gelet op overwegende gehoord de aanstaande erkenning van de ziekenhuisfarmacie als specialisme op grond van de Wet BIG; hierdoor een scheiding tussen de regelingen voor de ziekenhuisfarmacie enerzijds en de openbare farmacie en industriële farmacie anderzijds onvermijdelijk is; de bepalingen in de Wet BIG en de voorgenomen regelingen voor de ziekenhuisfarmacie; dat de beroepsgroep van mening is dat voortzetting van de privaatrechtelijke registratieregeling voor de openbaar apotheker en de industrie-apotheker gewenst is; het bestuur van de NVZA, het bestuur van de NIA, het Centraal College, de Registratie Commissie en het Vertegenwoordigend College; heeft besloten de navolgende regeling vast te stellen. 1

2 REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE APOTHEKERS 0. Begripsomschrijvingen Apotheker: Belanghebbende: Beroepsvereniging: Beroepsprofiel: Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers: Herregistratie: Hoofdbestuur: Opleider: Opleidingsinrichting: Pharmaceutisch Weekblad: Regeling: Registratiecommissie Openbare apothekers: Registratiecommissie Industrie-apothekers: KNMP-specialisme: KNMP-specialist: Wet: Degene die is ingeschreven in het register van apothekers als bedoeld in artikel 3 van de Wet. Degene wiens belang rechtstreeks bij een beslissing van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers of de Registratie Commissies is betrokken. de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie (KNMP). Een omschrijving van de beroepskwalificaties en het deskundigheidsniveau van een specialist. Het orgaan met regelgevende bevoegdheid inzake aanwijzing van KNMP-specialismen en -aantekeningen en de opleiding van KNMP-specialisten. Hernieuwde inschrijving in een register van KNMP-specialisten. Het Hoofdbestuur van de KNMP. De persoon die verantwoordelijk is voor een opleiding tot KNMP-specialist en als zodanig door de Registratiecommissie Openbare apothekers of de registratiecommissie industrieapothekers is erkend. De instelling waar een opleiding tot specialist wordt gevolgd en als zodanig door de Registratiecommissie openbare apothekers of Registratiecommissie industrie-apothekers is erkend. Het officiele orgaan van de KNMP. De regeling erkenning en registratie van openbaar apothekers en van industrieapothekers zoals vastgesteld door de Algemene Vergadering van de KNMP. Het orgaan als bedoeld in artikel 11 van de regeling (RCO) Het orgaan als bedoeld in artikel 12 van de regeling (RCI). Een onderdeel van de farmacie dat door het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers (CORA) is aangewezen. Een apotheker die is ingeschreven in een door de RCO of RCI ingesteld register. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). 2

3 Artikel 1 De organen voor de erkenning en registratie van openbaar apothekers en industrie-apothekers zijn: a. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers (CORA); b. de Registratiecommissie openbaar apothekers (RCO); c. de Registratiecommissie industrie-apothekers (RCI); d. de Commissie van Beroep (CvB). Artikel 2 1. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers bestaat uit gewone leden en adviserende leden. 2. De gewone leden zijn: a. twee hoogleraren of (universitaire) docenten in vaste dienst van de opleidingsinstituten farmacie. Ieder opleidingsinstituut farmacie benoemt maximaal één lid; b. twee openbaar apothekers te benoemen door het Hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie (verder te noemen het Hoofdbestuur); c. twee industrie-apothekers te benoemen door het Hoofdbestuur in overleg met het Bestuur van de Vereniging Nederlandse Industrie-Apothekers (NIA); d. twee ziekenhuisapothekers, te benoemen door het Hoofdbestuur in overleg met het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA). 3. De adviserende leden zijn: a. een vertegenwoordiger van de openbare apothekers in opleiding b. een vertegenwoordiger van de industrie-apothekers in opleiding. c. een vertegenwoordiger van de farmaceutische industrie, te benoemen door de NIA; d. een vertegenwoordiger van de farmaceutische groothandel, te benoemen door de NIA; e. een door de Inspectie voor de Gezondheidszorg aangewezen vertegenwoordiger; f. de secretaris van de Registratiecommissie openbare apothekers; g. de secretaris van de Registratiecommissie industrie-apothekers. Artikel 3 1. Voor ieder van de gewone leden van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers wordt op overeenkomstige wijze als het lid dat hij vervangt, een plaatsvervanger benoemd. De plaatsvervanger woont alleen de vergadering bij indien het lid, voor wie hij plaatsvervanger is, verhinderd is. 2. De gewone leden en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van vier jaar; zij zijn éénmaal herbenoembaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan een gewoon lid voor een derde 3

4 termijn van vier jaar worden benoemd indien het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers deze benoeming met algemene stemmen aanbeveelt. 4. Een benoeming van een gewoon lid of een plaatsvervanger in een plaats die vacant komt terwijl de zittingstermijn van het te vervangen (plaatsvervangend) lid nog niet is verstreken, geschiedt voor de volle, in lid 2 genoemde termijn. Artikel 4 De gewone leden van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers en hun plaatsvervangers kunnen niet tevens lid zijn van het Hoofdbestuur, het bestuur van de NIA of de NVZA, of van de Specialisten Registratie Commissie, de RCO, de RCI en de CvB. Artikel 5 1. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers stelt een reglement van orde vast. Het reglement kan geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de Statuten van de KNMP of de NIA of met de Registratieregeling. 2. De gewone leden van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers kiezen telkens voor twee jaar uit hun midden een voorzitter en wel bij toerbeurt de ene periode uit de gewone leden, genoemd in artikel 2, lid 2 sub a, de volgende periode uit de gewone leden, genoemd in artikel 2, lid 2 sub b, de daaropvolgende periode uit de gewone leden, genoemd in artikel 2, lid 2 sub c. 3. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers kan alleen dan beslissingen nemen, indien in zijn vergaderingen tenminste de helft van het aantal gewone leden aanwezig is. Bij reglement van orde kunnen ter zake nadere regels worden gesteld. 4. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers beslist bij meerderheid van stemmen. De leden stemmen zonder last. 5. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers kan beslissen adviseurs tot zijn vergadering toe te laten. Artikel 6 De Directie van de KNMP stelt in overleg met het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, alsmede na overleg met de beroepsvereniging, een taakomschrijving vast van de secretaris van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers en stelt op dezelfde wijze ten behoeve van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers een secretaris aan. De secretaris heeft in het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers een adviserende stem. 4

5 Artikel 7 1. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers stelt, gehoord het Hoofdbestuur, het Centraal College, de RCO en de RCI en de representatieve vereniging(en), vast voor welke onderdelen der farmacie een KNMP-registratie wordt ingevoerd of opgeheven en voor welke onderdelen van de farmacie aantekeningen worden erkend. 2. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers stelt, gehoord het Hoofdbestuur, de RCO, de RCI en de representatieve vereniging(en), vast de eisen, te stellen aan: a. de opleiding van de te registreren apothekers; b. de opleiders van de te registreren apothekers en hun plaatsvervangers; c. de opleidingsinrichtingen voor de te registreren apothekers; d. de herregistratie van de geregistreerde apothekers; e. de gelijkgestelde werkzaamheden; f. de voorwaarden die aan de (her)registratie kunnen worden verbonden. 3. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers stelt, gehoord de representatieve vereniging(en), vast de eisen, te stellen aan: a. de opleiding voor een aantekening b. het bijhouden van de deskundigheid behorend bij de desbetreffende aantekening. Artikel 8 1. De besluiten van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers ter uitvoering van het gestelde in artikel 7 worden tegelijkertijd ter kennis gebracht van het Hoofdbestuur, het Centraal College, de RCO, RCI, NVZA en NIA. 2. Het Hoofdbestuur, het Centraal College, de RCO, RCI en de representatieve vereniging(en) hebben het recht binnen twee maanden nadat een besluit van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers te hunner kennis is gebracht, mede te delen of en zo ja welke bezwaren zij tegen dit besluit hebben. 3. De besluiten worden door het Hoofdbestuur gepubliceerd in het Pharmaceutisch Weekblad. Artikel 9 1. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers kan zelfstandig vraagstukken in verband met de opleiding van te registreren apothekers en de herregistratie van geregistreerde apothekers ter hand nemen. 2. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers kan zich tot het Hoofdbestuur en de representatieve verenigingen van geregistreerde apothekers wenden over vraagstukken, de opleiding van de te registreren apothekers en de herregistratie van geregistreerde apothekers betreffende, en de verenigingen kunnen dienaangaande ook op eigen initiatief voorstellen aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers doen. Artikel 10 5

6 1. Het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers dient jaarlijks vóór 1 juni bij het Hoofdbestuur een verslag in van zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar. 2. Het jaarverslag van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers wordt door het Hoofdbestuur gezonden aan het Centraal College, de NIA, de NVZA, RCO en RCI en tevens gepubliceerd in het Pharmaceutisch Weekblad. Artikel De Registratiecommissie openbaar apothekers (RCO) wordt gevormd door minimaal drie en maximaal vijf vertegenwoordigers van de geregistreerde apothekers, die worden aangewezen door het Hoofdbestuur. 2. Indien het Hoofdbestuur geen vertegenwoordigers aanwijst, worden door het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers vertegenwoordigers van de desbetreffende erkende registratie aangewezen. 3. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar; zij zijn éénmaal herbenoembaar. Artikel De Registratiecommissie Industrie-apothekers (RCI) wordt gevormd door minimaal drie en maximaal vijf vertegenwoordigers van de geregistreerde industrie-apothekers, die worden aangewezen door de NIA. 2. Indien de NIA geen vertegenwoordigers aanwijst, worden door het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers vertegenwoordigers van de desbetreffende erkende registratie aangewezen. 3. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar; zij zijn éénmaal herbenoembaar. Artikel 13 De leden van de RCO c.q. RCI kunnen niet tevens lid zijn van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, het Centraal College, de Commissie van Beroep, het Hoofdbestuur, of het bestuur van de NIA. Artikel De leden van de RCO en RCI kiezen elk uit hun midden een voorzitter voor een periode van ten hoogste vier jaar. 2. De RCO en RCI worden bijgestaan door een secretaris te benoemen door het Hoofdbestuur in overleg met de RCO en RCI. 3. De secretaris van de RCO en de RCI ontvangt alle stukken van de vergaderingen van de het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers en mag de vergaderingen van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers als waarnemer bijwonen. 6

7 Artikel De RCO c.q. RCI houdt per erkende registratie een register aan van geregistreerde apothekers. 2. In dit register worden op aanvraag ingeschreven degenen, tot wier inschrijving ingevolge de bepalingen van dit reglement wordt besloten. 3. Bij een beslissing over een aanvraag tot inschrijving in het register neemt een lid van de RCO c.q. RCI, dat rechtstreeks als opleider bij de opleiding van de aanvrager betrokken is geweest of werkzaam is in een bij de opleiding betrokken inrichting, niet deel aan de stemming. 4. De RCO c.q. RCI houdt per erkende aantekening een register aan van houders van deze aantekening. Artikel Een aanvraag tot inschrijving in een register moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken, worden ingediend bij de secretaris van de RCO c.q. RCI. 2. De RCO c.q. RCI kan de aanvrager oproepen voor haar te verschijnen. De aanvrager moet door de RC c.q. RCI worden gehoord, indien hij de wens daartoe te kennen geeft. 3. De RCO c.q. RCI beslist binnen zes weken nadat de secretaris van de RCO c.q. RCI de aanvraag heeft ontvangen, bij meerderheid van stemmen over de inschrijving van de aanvrager. 4. De RCO c.q. RCI deelt de aanvrager binnen zes weken nadat de aanvraag is ingediend, schriftelijk mede of hij al dan niet in het register is ingeschreven. 5. Indien de RCO c.q. RCI besluit de aanvrager niet in het register in te schrijven, kan deze binnen zes weken na ontvangst van het bericht van de weigering in beroep komen bij de CvB. Artikel De RCO c.q. RCI kan een persoon, die niet voldoet aan de volgens artikel 7 vastgestelde eisen voor een erkende registratie, op aanvraag in het register inschrijven, indien hij bijzondere theoretische kennis en praktische bekwaamheid in deze registratie bezit, tenzij het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers zich tegen inschrijving verzet. 2. Het gestelde in lid 1 van dit artikel is onder meer van toepassing op personen, die, nadat een onderdeel der farmacie waarop betrokkene werkzaam is, met toepassing van artikel 7 als registratie is erkend, een aanvraag indienen om in het register te worden ingeschreven. 7

8 Artikel De aanvraag tot inschrijving op grond van het bepaalde in artikel 17 moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichting en bewijsstukken, worden ingediend bij de secretaris van de RCO c.q. RCI. 2. De RCO c.q. RCI kan de aanvrager oproepen voor haar te verschijnen. De aanvrager moet door de RC c.q. RCI worden gehoord, indien hij de wens daartoe te kennen geeft. 3. De RCO c.q. RCI neemt haar beslissing binnen zes weken, nadat de secretaris van de RCO c.q. RCI de aanvraag heeft ontvangen. 4. Indien de RCO c.q. RCI bij gewone meerderheid van stemmen voldoende grond voor inschrijving aanwezig acht, legt zij de aanvraag voor aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers. 5. Indien het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers niet binnen zes weken aan de RCO c.q. RCI heeft medegedeeld dat het zich tegen inschrijving verzet, wordt de aanvrager in het register ingeschreven. 6. De RCO c.q. RCI deelt de aanvrager binnen zes weken nadat de aanvraag is ingediend, schriftelijk mede, of hij al dan niet in het register is ingeschreven. 7. Indien de RCO c.q. RCI de aanvrager niet in het register inschrijft, kan deze binnen zes weken na ontvangst van het bericht van de weigering in beroep komen bij de CvB. Artikel Inschrijving in een register geschiedt voor een periode van vijf jaar. 2. Inschrijving in het register voor meer dan één van de erkende registraties, hetzij tegelijkertijd hetzij op verschillende tijdstippen, is, behoudens het bepaalde in artikel 20, niet mogelijk. 3. Inschrijving in één van de registers zoals bedoeld in artikel 7 is niet mogelijk voor specialisten die erkend zijn volgens artikel 14 van de Wet BIG. 4. Indien een apotheker, die reeds voor een bepaalde registratie staat ingeschreven, voor een andere registratie wordt ingeschreven, vervalt de eerste inschrijving, behoudens het bepaalde in artikel Indien een onderdeel van een registratie als afzonderlijke registratie wordt erkend, of indien een registratie in twee afzonderlijk erkende registraties wordt gesplitst, blijven de inschrijvingen in het register voor de oorspronkelijke registratie gehandhaafd. Artikel In afwijking van het in artikel 19, lid 2 en 4, bepaalde kan de RCO c.q. RCI op grond van zeer bijzondere omstandigheden een aanvrager in het register inschrijven voor twee erkende registraties, indien hij voor beide registraties voldoet aan de volgens artikel 7 vastgestelde eisen. 2. Indien de in lid 1 van dit artikel bedoelde bijzondere omstandigheden zijn komen te vervallen, kan de RCO c.q. RCI de dubbele inschrijving ongedaan maken. 8

9 In dat geval kan de apotheker zelf bepalen, voor welk van beide registraties hij ingeschreven wenst te blijven. Artikel De aanvraag tot dubbele inschrijving op grond van het bepaalde in artikel 20 moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken, worden ingediend bij de secretaris van de RCO en de RCI. 2. Artikel 18 lid 2 tot en met 7 zijn op dubbele inschrijving van overeenkomstige toepassing. 3. Indien de RCO c.q. RCI besluit, overeenkomstig het bepaalde in artikel 20, lid 2, de dubbele inschrijving ongedaan te maken, kan de betrokkene hiertegen binnen acht weken na ontvangst van de desbetreffende mededeling in beroep komen bij de CvB. Artikel Een in het register ingeschreven apotheker kan door de RCO c.q. RCI van het register worden afgevoerd als hij: a. niet langer ingeschreven is in het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG-register); b. gedurende vijf jaar of langer het onderdeel der farmacie, waarvoor hij is geregistreerd, niet regelmatig heeft uitgeoefend; c. en/of niet voldoet aan de eisen van herregistratie zoals die door het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers gesteld zijn. 2. De RCO c.q. RCI doet van deze beslissing onverwijld schriftelijk mededeling aan betrokkene. 3. Tegen de beslissing van de RCO c.q. RCI tot afvoering van het register kan de betrokkene binnen zes weken na ontvangst van het bericht van afvoering in beroep komen bij de CvB gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep wordt de beslissing van de RCO c.q. RCI als geschorst beschouwd. 4. Hij, die krachtens het bepaalde in lid 1 van dit artikel van het register is afgevoerd, kan op aanvraag opnieuw in het register worden ingeschreven, indien hij opnieuw aan de voor de betrokken registratie of herregistratie vastgestelde eisen voldoet, waarbij artikel 17 van toepassing is, of indien hij kan aantonen, dat hij voldoende theoretische kennis en praktische bekwaamheid bezit, waarbij de artikelen 17 en 18 van toepassing zijn. Artikel Van elke beslissing van de RCO c.q. RCI tot inschrijving van een aanvrager in het register kan een vertegenwoordiger in de RCO c.q. RCI van de betrokken registratie of 1/3 van de bij de genomen beslissing aanwezige leden van de RCO c.q. de RCI binnen zes weken, nadat de beslissing is genomen, in beroep komen bij de CvB. 9

10 2. Een beslissing van de RCO c.q. RCI tot inschrijving van een aanvrager in het register is onaantastbaar geworden, indien binnen zes weken, nadat de beslissing is genomen, geen beroep is ingesteld of indien de beslissing, waartegen beroep is ingesteld, door de CvB is bevestigd. Artikel De RCO c.q. RCI deelt aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, aan het Hoofdbestuur en aan de desbetreffende representatieve vereniging(en) van geregistreerde apothekers mede de namen van degenen, die in het register zijn ingeschreven, benevens de registratie, waarvoor zij zijn ingeschreven. 2. De RCO c.q RCI deelt aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, aan het Hoofdbestuur en aan de desbetreffende representatieve vereniging(en) wijzigingen in het register mede. 3. Het Hoofbestuur publiceert de in lid 1 en lid 2 bedoelde mededelingen van de RCO c.q. RCI in het Pharmaceutisch Weekblad. Artikel De aanvragen tot erkenning van een apotheker als opleider voor een erkende registratie van openbaar apothekers worden behandeld door de RCO. 2. Bij de behandeling van een aanvraag is een lid van de RCO, dat rechtstreeks als opleider bij de opleiding van de aanvrager betrokken is geweest of werkzaam is in een bij de opleiding betrokken inrichting niet aanwezig. 3. Een aanvraag moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken, worden ingediend bij de secretaris van de RCO. 4. De RCO kan de aanvrager oproepen voor haar te verschijnen. De aanvrager moet door de RCO worden gehoord, indien hij de wens daartoe te kennen geeft. 5. De RCO erkent de aanvrager als opleider, indien deze voldoet aan de volgens artikel 6 vastgestelde eisen. 6. De RCO neemt haar beslissing binnen vier maanden, nadat de secretaris van de RCO de aanvraag heeft ontvangen, welke beslissing schriftelijk aan de aanvrager wordt medegedeeld. 7. Indien de RCO besluit de aanvrager niet als opleider te erkennen, kan deze binnen drie maanden na ontvangst van het bericht van de weigering in beroep komen van de CvB. 8. Een aanvrager kan slechts voor één registratie worden erkend als opleider. Artikel De aanvragen tot erkenning van een inrichting als opleidingsinrichting voor een registratie van openbare apothekers worden behandeld door de RCO. 2. Bij de behandeling van een aanvraag is een lid van de RCO, dat werkzaam is in een bij de 10

11 opleiding betrokken inrichting, niet aanwezig. 3. Een aanvraag moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken, door het bestuur c.q. directie van de inrichting en door het hoofd van de apotheek, hierna te noemen de aanvragers, worden ingediend bij de secretaris van de RCO. 4. De RCO kan de aanvragers oproepen voor haar te verschijnen. De aanvragers moeten door de RCO worden gehoord, indien zij de wens daartoe te kennen geven. 5. De RCO erkent de inrichting als opleidingsinrichting voor een registratie, indien de inrichting voldoet aan de volgens artikel 7 vastgestelde eisen. 6. De RCO neemt haar beslissingen binnen vier maanden, nadat de secretaris van de RC de aanvraag heeft ontvangen, welke beslissing schriftelijk aan de aanvragers wordt medegedeeld. 7. Indien de RCO besluit de inrichting niet als opleidingsinrichting voor een registratie te erkennen, kan beroep worden ingesteld bij de CvB. 8. Het beroep bij de CvB moet binnen zes weken na ontvangst van het bericht van de weigering worden ingesteld hetzij door het bestuur van de betrokken inrichting, waarbij het bestuur zich kan doen bijstaan door één of meer van de aan de inrichting verbonden en in het register ingeschreven apothekers, hetzij door één of meer der aan de betrokken inrichting verbonden en in het register ingeschreven apothekers. Artikel De aanvragen tot erkenning als opleider voor een erkende registratie van industrieapothekers worden behandeld door de RCI. 2. Bij de behandeling van de aanvraag is een lid van RCI dat rechtstreeks als opleider bij de opleiding van de aanvrager betrokken is geweest niet aanwezig. 3. Een aanvraag moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken worden ingediend bij de secretaris van de RCI. 4. De RCI kan de aanvrager oproepen voor haar te verschijnen. De aanvrager moet door de RCI worden gehoord, indien hij de wens daartoe te kennen geeft. 5. De RCI erkent de aanvragen als opleider indien deze voldoet aan de volgens artikel 7 vastgestelde eisen. 6. De RCI neemt haar beslissingen binnen zes weken, nadat de secretaris van de RCI de aanvraag heeft ontvangen, welke beslissing schriftelijk aan de aanvrager wordt medegedeeld. 7. Indien de RCI besluit de aanvrager niet als opleider te erkennen, kan deze binnen zes weken na ontvangst van het bericht van de weigering in beroep komen van de CvB. 8. Een aanvrager kan slechts voor één registratie worden erkend als opleider. Artikel De aanvragen tot erkenning van een opleidingsinrichting voor een registratie van industrieapothekers worden behandeld door de RCI. 2. Bij de behandeling van een aanvraag is een lid van de RCI, dat werkzaam is in een of bij de opleiding betrokken inrichting, niet aanwezig. 3. Een aanvraag moet schriftelijk, vergezeld van de nodige inlichtingen en bewijsstukken 11

12 door de aanvrager, worden ingediend bij de secretaris van de RCI. 4. De RCI kan de aanvrager oproepen voor haar te verschijnen. De aanvrager moet door de RCI worden gehoord, indien hij de wens daartoe te kennen geeft. De aanvrager kan zich daarbij doen bijstaan door één of meer van de in het register ingeschreven industrieapothekers. 5. De RCI erkent de opleidingsinrichting voor de registratie, indien zij voldoet aan de volgens artikel 7 vastgestelde eisen. 6. De RCI neemt haar beslissingen binnen zes weken, nadat de secretaris van de RCI de aanvraag heeft ontvangen, welke beslissing schriftelijk aan de aanvrager wordt medegedeeld. 7. Indien de RCI besluit de aanvrager niet als opleidingsinrichting voor een registratie te erkennen, kan beroep worden ingesteld bij de CvB. 8. Het beroep bij de CvB moet binnen zes weken na ontvangst van het bericht van de weigering worden ingesteld door de aanvrager, waarbij hij zich kan doen bijstaan door één of meer in het register ingeschreven industrie-apothekers. Artikel 29 De RCO c.q. RCI kan aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers voorstellen doen in verband met de opleiding van de te registreren apothekers. Artikel De RCO stelt, in overeenstemming met het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers voor de registratie van openbare apothekers een Visitatiecommissie in, bestaande uit ten minste drie in het register voor de desbetreffende registratie ingeschreven apothekers. 2. De leden van de Visitatiecommissie worden benoemd door de RCO voor een periode van vier jaar; zij zijn éénmaal herbenoembaar. 3. De Visitatiecommissies hebben tot taak om, op verzoek van de RCO een onderzoek in te stellen naar en van advies te dienen over opleiders en opleidingsinrichtingen. 4. Deze taak strekt zich uit zowel over de reeds erkende opleiders en opleidingsinrichtingen als over de apothekers en inrichtingen, die erkenning hebben aangevraagd. 5. Voordat een visitatie plaatsvindt deelt de Visitatiecommissie de namen van de visitatoren en de datum van de visitatie mee aan de betrokken apothekers en, indien van toepassing, aan het bestuur c.q. de directie van de inrichting, die het recht heeft (hebben) bij de RCO bezwaar te maken tegen een of meer van de aangewezen visitatoren. Indien de RCO het gemaakte bezwaar gegrond acht doet zij hiervan mededeling aan de Visitatiecommissie met het verzoek degene(n) tegen wie bezwaar is gemaakt te vervangen. 6. De Visitatiecommissies rapporteren aan de RCO. Het visitatierapport is eigendom van de RCO. Zolang nog geen beslissing is genomen mag niets de visitatie betreffende ter kennis worden gebracht. 7. De Visitatiecommissies verstrekken eenmaal per jaar aan de RCO en aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers een overzicht van hun werkzaamheden. 12

13 Artikel De RCO en RCI dienen elk jaarlijks vóór 1 juni bij het Hoofdbestuur een verslag in van hun werkzaamheden in het afgelopen jaar. 2. Het jaarverslag van de RCO en RCI wordt door het Hoofdbestuur gezonden aan het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers en aan de representatieve vereniging(en) van geregistreerde apothekers, en tevens gepubliceerd in het officiële orgaan der KNMP. 3. De RCO en RCI zenden elk het in lid 1 genoemde verslag naar elkaar. Artikel De Commissie van Beroep bestaat uit: a. twee hoogleraren of (universitaire) docenten in vaste dienst van de opleidingsinstituten farmacie, te benoemen door de opleidingsinstituten farmacie;. b. twee geregistreerde openbaar apothekers, te benoemen door het Hoofdbestuur; c. twee geregistreerde industrie-apothekers, te benoemen door het Hoofdbestuur in overleg met het Bestuur van de NIA; d. een voorzitter te benoemen door het Hoofdbestuur. 2. Voor de leden van de CvB worden plaatsvervangers benoemd: a. één hoogleraar of (universitaire) docenten door de opleidingsinstituten farmacie; b. één geregistreerd openbaar apotheker door het Hoofdbestuur; c. één geregistreerd industrie-apotheker door het Hoofdbestuur in overleg met het Bestuur van de NIA. 3. De leden van de CvB en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van vijf jaar; zij zijn herbenoembaar. Artikel 33 De leden van de CvB en hun plaatsvervangers kunnen niet tevens lid zijn van het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, de RCO en RCI. Artikel De leden van de CvB kiezen uit hun midden twee plaatsvervangende voorzitters. 2. De CvB kan alleen dan besluiten nemen, indien in haar vergadering, behalve de voorzitter of één der plaatsvervangende voorzitters, ten minste vier leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn. 3. De CvB wordt bijgestaan door een secretaris te benoemen door het Hoofdbestuur in overleg met de CvB. 13

14 Artikel De CvB behandelt de bij haar ingestelde beroepszaken. 2. Bij de behandeling van een beroepszaak laat een lid van de CvB dat hetzij rechtstreeks als opleider betrokken is geweest bij de opleiding van de persoon, die in beroep is gegaan, hetzij verbonden is aan de inrichting welke in beroep is gegaan zich door zijn plaatsvervanger vervangen. 3. Het beroep moet schriftelijk bij de secretaris van de CvB worden ingediend, vergezeld van de beslissing, waartegen beroep wordt ingesteld. 4. De secretaris van de CvB deelt, zodra hij de stukken heeft ontvangen, aan de secretaris van de RC c.q. RCI mede, dat er bij de CvB beroep is ingesteld, met vermelding van de beslissing, waartegen beroep is ingesteld. 5. De CvB kan een ingesteld beroep schriftelijk behandelen en afdoen, tenzij de betrokkenen de wens te kennen geven te worden gehoord. 6. De CvB kan de betrokkenen oproepen voor haar te verschijnen; de betrokkenen moeten door de CvB worden gehoord indien zij de wens daartoe te kennen geven. 7. Indien het beroep is ingesteld tegen een weigering van de RCO c.q. RCI een aanvrager in het register in te schrijven, kan de betrokkene zich bij de behandeling van zijn beroepszaak laten bijstaan. Indien de betrokkene van dit recht gebruik wenst te maken, moet hij daarvan ten minste veertien dagen voor de datum, waarop zijn beroepszaak zal worden behandeld, schriftelijk kennis geven aan de secretaris van de CvB. 8. De CvB neemt een beslissing zo mogelijk binnen zes weken nadat de secretaris de stukken heeft ontvangen, welke beslissing schriftelijk aan de betrokkene en aan de leden van de RCO c.q. RCI wordt medegedeeld. Artikel 36 De CvB dient jaarlijks vóór 1 juni bij het Hoofdbestuur een verslag in van haar werkzaamheden in het afgelopen jaar, zonder vermelding van de namen en woonplaats van degenen, die in beroep zijn gegaan. Artikel 37 De kosten, door het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, de RCO en de RCI, de Visitatiecommissies en de CvB ten behoeve van hun werkzaamheden gemaakt, komen ten laste van de KNMP. 14

15 Artikel 38 Deze regeling kan worden gewijzigd op voorstel van het Hoofdbestuur in een Algemene Vergadering der KNMP bij besluit genomen met gewone meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. Alvorens een voorstel tot wijziging te doen hoort het Hoofdbestuur de Besturen van de NVZA en de NIA, het Centraal College, het Centraal Overlegorgaan Registratie Apothekers, de RCO, de RCI, en de opleidingsinstituten farmacie van de universiteiten Groningen en Utrecht. dd. 7 september