Bijlage A. Een duidelijk profiel

Transcriptie

1 Bijlage A De han in 2016; prestatieafspraken met de overheid 79 De HAN kan op basis van het fundament dat is beschreven en onderbouwd in het instellingsplan voor de samenleving beloven dat niveau en kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek de komende jaren omhoog gaat. We laten dat tot uitdrukking komen in de hieronder volgende Prestatieafspraken 1 die we met de overheid willen maken: Een duidelijk profiel De HAN blijft een brede multisectorale hogeschool, met een dekkend aanbod in die sectoren waar zij actief is. De HAN handhaaft/versterkt daarbij haar keuze voor een specifiek Nijmeegs profiel (nadruk op gedrag, gezondheid, sport en opleiden) versus een Arnhems profiel (nadruk op techniek), met in beide steden breed economisch onderwijs en een lerarenopleiding primair onderwijs; zij versterkt het internationale karakter van haar Arnhemse campus. 1 De indicatoren waar de HAN in haar prestatieafspraken mee werkt, worden steeds door middel van voetnoten toegelicht bij de betreffende afspraak. In Bijlage A1 is die indicering technisch nader toegelicht en is tevens aangegeven welke het bronbestand is en op welk moment de meting op de betreffende indicator heeft plaatsgevonden. De HAN handhaaft haar (nu al stevige) positie in de markt van leren voor werkenden en zal een meer selectief, maar hoogwaardig aanbod ontwikkelen van haar deeltijdonderwijs; onderwijs dat voldoet aan de criteria maatschappelijk (toegevoegde) waarde, voldoende schaal én meer dan gemiddelde kwaliteit; zij laat zich daarbij extern adviseren. De HAN ontwikkelt zich verder tot een university of applied sciences (UAS). Dat houdt in dat we prioriteit geven aan de selectieve ontwikkeling van professional masteropleidingen en aan de ontwikkeling van ons praktijkgerichte onderzoek in verbinding met het onderwijs. We zullen terughoudend zijn bij de ontwikkeling van Ad s. De HAN bestendigt en versterkt ondernemendheid, ondernemerschap en valorisatie als profielkenmerken en maakt daar een belangrijk speerpunt van (zie bijlage B2). De HAN houdt duurzaamheid hoog in het vaandel waar het haar eigen bedrijfsprocessen betreft en laat duurzaamheid een focus zijn in haar activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek, onder andere blijkend uit het speerpunt Duurzame(Elektrische) Energie (zie bijlage B2).

2 De HAN ambieert een internationaal profiel: alle opleidingen worden voorzien van een internationalisering van het curriculum, passend bij het beroep waarvoor wordt opgeleid. De HAN wil werken vanuit een publiek profiel. Vanuit die insteek geven we geen prioriteit aan commerciële activiteiten. We zien het wel als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om een selectief aanbod aan (na)scholingsfaciliteiten aan te bieden die het werkveld en deelnemers financieren en waarin private partijen niet voorzien. De HAN zal haar reputatie van goed werkgeverschap blijven waarmaken. Assortiment: breed aan de basis, selectief aan de top De HAN handhaaft haar assortiment waar het gaat om haar voltijdse bacheloropleidingen. Ons aanbod herzien we eventueel op basis van landelijke afspraken die zijn afgeleid van sectorale verkenningen, zoals bijvoorbeeld de Verkenningscommissie Techniek. Nieuw aanbod van bacheloronderwijs ontwikkelen we uitsluitend vanuit onze speerpuntenstrategie. De HAN houdt haar assortiment van deeltijdonderwijs tegen het licht en gaat het zo organiseren dat duidelijk is dat ze hiermee een andere categorie studenten bedient. De HAN komt tot een uitbouw van haar assortiment van professionele masteropleidingen in lijn met haar keuzes voor speerpunten. De HAN ontwikkelt op eigen initiatief geen nieuwe Ad s, maar is bereid tot samenwerking bij initiatieven van ROC s uit de regio. De HAN zal programma s ontwikkelen die driejarig en/of verzwaard zijn (we noemen dat Honoursof excellentieprogramma s) voor vwo ers. Deze programma s worden ontworpen vanuit een aantal uitgangspunten: het gaat om opleidingsprogramma s met de juiste balans tussen praktische en theoretische studieonderdelen; de opleidingen die geen universitaire pendant kennen. Het gaat ook om technische en paramedische opleidingen om daar voor de nodige groei te zorgen. (Bijlage B1 geeft aan bij welke opleidingen die trajecten in elk geval zullen zijn ontwikkeld in 2016.) Koppelingen worden gezocht met (professional). masterprogramma s, om daarmee de aantrekkelijkheid voor vwo ers extra te vergroten. Kwaliteit: het doorslaggevende criterium We garanderen bij onze voltijdopleidingen 15 uren geprogrammeerde contacttijd gemiddeld per onderwijsweek in het eerste en tweede jaar buiten de stageperiode, als een minimumnorm. 2 We blijven hoge prioriteit geven aan studenttevredenheid en streven naar een verhoging van het gemiddelde bij de bacheloropleidingen van 7,17 naar 7, Betreft de in de opleiding geprogrammeerde klokuren (60 minuten) per leerjaar voor onderwijsactiviteiten waarbij de docent fysiek aanwezig is, exclusief tentamentijd, gemiddeld per week. Het aantal weken betreft de onderwijsweken buiten de stageperiode. Bij de nulmeting bedroeg het percentage voltijd bacheloropleidingen met minimaal 15 uur geprogrammeerde contacttijd in het eerste leerjaar: 82% en het tweede leerjaar 57%. Eind 2015 moeten beide percentages op 100% uitkomen. 3 Studentenoordeel over de opleiding in het algemeen (bron: NSE) omgerekend naar een rapportcijfer op basis van de transformatieformule van ResearchNed zoals gehanteerd voor het Elsevieronderzoek Beste studies

3 81 Onze toppositie bij het assortiment masteropleidingen willen we handhaven met een gemiddelde studenttevredenheid van 7,4 of hoger. We garanderen een minimale kwaliteit van onze opleidingen: een NVAO-accreditatie en een studenttevredenheid van ten minste 7. Opleidingen die daar niet aan kunnen voldoen en waarbij geen uitzicht is op verbetering, worden vanaf 2016 beëindigd. Het onderwijs van de HAN is in 2016 georganiseerd in onderwijsleergemeenschappen (professional communities), waardoor sociale cohesie ontstaat én meer identificatie met de opleiding en het werkveld. De HAN zorgt ervoor dat bij al haar afstudeerprocedures onafhankelijke externe betrokkenheid geborgd is (vast te leggen in het Onderwijs- en Examenreglement). De HAN heeft toegankelijkheid hoog in haar vaandel en is om die reden terughoudend met decentrale selectie. (Bijlage B1 geeft aan waar dat plaats zal vinden.) Kwaliteit boven kwantiteit en rendement De HAN hanteert als uitgangspunt geen groeistrategie en gaat uit van handhaving van haar marktaandeel. De HAN hanteert wél een groeistrategie voor haar techniekaanbod overeenkomstig het Masterplan Bèta en Technologie en voor de paramedische opleidingen gezien de specifieke regionale vraag. Daarnaast hanteert de HAN een groeistrategie bij opleidingen die landelijk uniek zijn; bijlage B1 geeft uitputtend aan welke dat zijn. De HAN spant zich in om haar huidige positie op het studiesucces van de voltijd bachelor 4 te handhaven. De HAN wil een eenduidig signaal afgeven: de focus moet de komende jaren liggen op kwaliteit en niveau. Voorlichting: eerlijk en transparant Aankomende studenten krijgen meer feitelijke en vergelijkbare informatie over de inhoud en de inrichting van opleidingen: Studie in cijfers, als onderdeel van het voorlichtingsmateriaal over opleidingen. Instelling van een onafhankelijke commissie met vertegenwoordiging vanuit studentenbonden die het voorlichtingsmateriaal screent op onafhankelijkheid en zorgvuldigheid. De HAN organiseert intake- en startgesprekken bij opleidingen met een weinig geprofileerd beeld van het beroep en/of de noodzakelijke competenties om succesvol te zijn; bijlage B1 geeft aan waar dat in elk geval zal zijn. De HAN biedt studenten begeleiding aan op het moment dat zij tot de conclusie komen te willen stoppen met de studie. Hiervoor komen studiewisselpunten voor hen die niet de juiste studie hebben gekozen. Onderzoek: meer volume en dichter op het onderwijs De HAN verhoogt het volume van onderzoek. In 2016 is het aantal fte voor onderzoek met 15% gegroeid en komt van 116,7 fte op 135 fte. 5 4 Dit komt overeen met de volgende streefwaardes voor 2015: uitval 30%, switch < 13% en bachelorrendement 66%. Zie hiervoor ook het overzicht van de definities in bijlage A1. 5 Het aantal fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar op basis van de definitie van de HBO-raad ten behoeve van de brancherapportage voor OCW.

4 In 2016 verwerft elke faculteit per fte lector minimaal euro uit externe (2de, 3de en 4de) geldstromen 6. We streven naar een gemiddelde (HAN-breed) van euro per fte lector. In 2016 heeft 100% van onze voltijd bacheloropleidingen een doorlopende leerlijn onderzoek in het curriculum geïmplementeerd 7. Nu is dat het geval bij 69%. De onderdelen uit het curriculum die behoren tot deze leerlijn onderzoek worden als zodanig benoemd en omvatten in termen van studiebelasting minimaal 10% van de opleiding. Deze leerlijn leidt onder andere tot verhoogde deelname van docenten en studenten aan HAN-onderzoeksprogramma s. De studiebelastingsnorm van de leerlijn onderzoek voor de deeltijd-, duale en masteropleidingen, die per 1 januari 2013 ingaat, wordt in de loop van 2012 vastgesteld. We koppelen die leerlijn naar inhoud en vorm aan de specifieke eisen van het beroep waarop de betreffende opleiding is gericht. De leerlijn is afgestemd met het desbetreffende kenniscentrum van de HAN. Excelleren en profileren met behulp van speerpunten Boven op de brede hoogwaardige basis van goede bacheloropleidingen, ontwikkelt de HAN acht speerpunten, zijnde synergetische concentraties van onderzoek, bachelor- en masteropleidingen. Bijlage 6 Middelen voor onderzoek (2 de, 3 de en 4 de geldstroom) op basis van de definitie van de HBO-raad ten behoeve van de brancherapportage voor OCW met die uitzondering dat ook de verworven middelen buiten de kenniscentra hierin zijn meegenomen. 7 Doorlopende leerlijn onderzoek: logisch op elkaar volgende onderdelen in het gehele curriculum waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben om aan te tonen dat zij de competenties / beroepstaken op eindniveau beheersen. B2 bevat een toelichting op de acht speerpunten. Deze speerpunten worden grotendeels bepalend voor de ontwikkeling van ons masteraanbod en ook voor het aanbod van (unieke) minoren die toegankelijk zijn voor alle Nederlandse studenten in het hoger onderwijs.daarnaast zal de HAN met vijf andere hogescholen gezamenlijk een landelijk Centre of Expertise Logistiek ontwikkelen. Zie bijlage B3 ter toelichting. Valorisatie Onze personele inzet in valorisatie en ondernemerschap handhaven we op het relatief hoge niveau van 8% (in 2012: 190 fte) 8. De investeringen in onze valorisatie-infrastructuur en in ondernemerschapsonderwijs handhaven we op het niveau van 5,5 % van onze omzet (in 2012: 14,2 miljoen) 9. In 2016 bevatten alle opleidingen ondernemerschapsonderwijs; vorm en intensiteit passen bij de betreffende beroepspraktijk. Bij 65% van de (voltijd)opleidingen bestrijkt het ondernemerschapsonderwijs 10 minimaal tussen de 1% en 3% van de opleiding in studiebelasting tussen de 70 en 200 uren. Bij 30% van de opleidingen is dat meer dan 3% in studiebelasting 200 uren of meer. In 2016 heeft 1% van de afgestudeerden de minor Ondernemerschap gevolgd. 8 De personele inzet in fte voor de valorisatie-infrastructuur binnen de instelling betreffende: beleidsontwikkeling, projectmanagement, accountmanagement en relatiebeheer, vraagarticulatie en matching en subsidieverwerving, ondernemerschap, projectuitvoering, voorzieningen, organisatie stages en afstudeeropdrachten en contractonderwijs. 9 Het betreft hier de kosten voor personele inzet (zie hierboven), extra middelen (in cash) voor infrastructuur en activiteiten zijnde geen loonkosten en de financiële bijdrage aan relevante netwerken. 10 Onderwijsactiviteiten gericht op het bevorderen van ondernemendheid en ondernemerschap van studenten. 82

5 We verbreden en herschikken ons aanbod aan ondernemerschapsonderwijs met bijzondere aandacht voor de Student Company en het Centrum voor Ondernemerschap. We handhaven de omzet van ons contractonderwijs op het huidige niveau: 6% van de totale omzet (in 2012: 15,6 miljoen). 11 We professionaliseren onze valorisatie-infrastructuur in nauwe samenwerking met de andere partners in Gelderland valoriseert!. Met ondernemers, kennisinstellingen en overheden bouwen we gezamenlijk aan het Gelderse Valorisatienetwerk. Focus op kwaliteit en efficiënte implementatie De HAN beperkt de overhead en wil een verhouding Onderwijzend Personeel / Onderwijs Beheer Personeel (in fte) van 65,0%/35,0%. Deze is nu 60,9/39,1. 15 Kwaliteit is mensenwerk In 2016 heeft 80 % van het onderwijsgevend personeel van de HAN een mastergraad of is gepromoveerd. 12 In 2016 wordt minimaal 5% van de loonsom van de HAN besteed aan professionalisering. 13 In 2016 tonen HAN-medewerkers zich tevreden over hun werk en werkgever, door blijvend hoog (7,8) of hoger te scoren op de meting van de medewerkertevredenheid Dit omvat de omzet van de contractafdelingen wat betreft het verzorgen van contractonderwijs (open opleidingen, maatwerkopleidingen, trainingen en consultatie) ten behoeve van bedrijven, instellingen, overheden en individuele beroepsbeoefenaren. 12 Voor 2015 ligt deze streefwaarde op 76%. Het betreft hier alle medewerkers die conform de Hay-functie zijn ingedeeld in de functie van hoofddocent, docent, onderzoeker, lector, associate lector of opleider/ trainer/adviseur, geteld in headcount. 13 Berekening op basis van de percentages uit dynamisch overzicht factsheets werkgeversdelegatie t.b.v. CAO overleg (pagina 35 t/m 37) plus de kosten voor de masteropleidingen en de promotietrajecten. 14 De gemiddelde score over alle items in het medewerkertevredenheidsonderzoek waarbij de vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer. 15 De verhouding OP/OBP is berekend op basis van de Hay-functie per medewerker zoals geregistreerd in de instellingsadministratie Edukaat. 83