HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Jongere kind - Oudere kind* Handtekening mentor:
|
|
- Lodewijk van der Velde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Student: Paboklas: HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Hoofdfase Semester 3 4-5* STAGE-ONTWIKKELINGSMETER HOOFDFASE Jongere kind - Oudere kind* Studentnummer: Stageschool + BRIN: Stagebegeleider: Mentor: Groep: Handtekening mentor: Aankruisen wat van toepassing is: O O O O O meting 1 door de student datum: meting 2 door de student datum: meting 3 door de student datum: tussenevaluatie door de mentor datum: eindbeoordeling door de mentor datum:
2 Uitleg stage-ontwikkelingsmeter De stageontwikkelingsmeter (SOM) brengt per datum / meetmoment in beeld hoe de lio die u begeleidt zich heeft ontwikkeld in de verschillende competenties. Aan de hand van kenmerkende fase-indicatoren. De nummering bij de competenties en fase-indicatoren zijn afkomstig uit de pabo HR competenties. Tweemaal per stageperiode wordt de stageontwikkelingsmeter ingevuld. De eerste keer als tussenevaluatie en de tweede keer als eindevaluatie. De stageontwikkelingsmeter wordt door de student ingevuld en door de mentor ingevuld of aangevuld. In een begeleidingsgesprek worden overeenkomsten en verschillen met betrekking tot de invulling van de stageontwikkelingsmeter met elkaar besproken. Uit de invulling van stageontwikkelingsmeter wordt duidelijk of de student zich voldoende heeft ontwikkeld in deze afgelopen periode. Bij de start van een nieuwe stageperiode wordt een nieuw formulier van de stageontwikkelingsmeter gebruikt. Hierbij beoordeelt u de student vanuit het oogpunt van de fase waarin in de student zit. Dit houdt in dat u aan het einde van de propedeusefase beoordeelt of de student naar uw mening de potentie heeft om het vak te leren, aan het einde van de hoofdfase beoordeelt u of de student naar uw mening basisbekwaam is en aan het einde van de afstudeerfase of de student naar uw mening voldoet aan de bekwaamheideisen voor de beginnende leerkracht. Hierbij houdt u ook in het oog dat over het algemeen in de propedeusefase sprake is van een docent/mentor gestuurde ontwikkeling. In de hoofdfase verlangen we al meer zelfstandigheid van de student en is er sprake van een gedeeld gestuurde ontwikkeling (docent/mentor-student). In de afstudeerfase verlangen we van de studenten een zelfstandige en zelfverantwoordelijke sturing van de eigen ontwikkeling in de stage. De fase-indicatoren zijn vetgedrukt. Lees deze fase eerst, bekijk de indicatoren en geef elke indicator een waardering van 0,1,2,3 of 4. Dit refereert aan de mate waarin de ontwikkeling wordt waargenomen, zie verder onder het kopje afname. Het gemiddelde van deze indicatoren kan worden gearceerd in de hokjes op de meter. Mocht de student de indicatoren in de afstudeerfase niet beheersen dan kunt de indicatoren van de propedeusefase bekijken. De stagebegeleider van de pabo zet het oordeel van de mentor/ liocoach om in een woordbeoordeling van de competentieontwikkeling van de student. Afname Norm van arcering van de hokjes per fase is: Evaluatie door de mentor/liocoach 0. Geen arcering: deze ontwikkeling wordt nog niet waargenomen. 1. Een hokje deze ontwikkeling wordt een enkele keer waargenomen gearceerd: 2. Twee hokjes deze ontwikkeling wordt regelmatig waargenomen in dezelfde situatie gearceerd: 3. Drie hokjes deze ontwikkeling wordt regelmatig waargenomen in verschillende situaties gearceerd: 4. Vier hokjes gearceerd: deze ontwikkeling is op verschillende momenten waargenomen in verschillende situaties, de fase is geheel van toepassing Let op: Zet bij het invullen (aan het einde van de stageperiode) na het arceren van de lijn een verticale streep, dit om fraude te voorkomen. Voorbeeld: Afname1: Afname 2: Etc. De student kent de leerlingen toont belangstelling voor werk, spel en (culturele) achtergrond van de kinderen; 3, 3 signaleert verschillen tussen de kinderen, die in een groep aanwezig zijn; 2, 3 herkent problemen die zich in een groep voordoen en kan in overleg met de mentor bepalen op welke manier met deze problemen moet worden omgegaan. 1, 2 heeft kennis van verschillende kinderen die in een groep aanwezig zijn en gebruikt die kennis voor zijn/haar lessen en handelen in de groep; kent de zorgleerlingen uit de groep en kan ze gepaste begeleiding bieden; Kan in taalgebruik, omgangsvormen en manieren van communiceren rekening houden met wat gebruikelijk is in de leefwereld van deze leerlingen; kan de problemen die zich in een groep voordoen zelfstandig oplossen. kan zich inleven in de belevingswereld van de leerlingen en gebruikt deze kennis bij het ontwerpen van zijn/haar onderwijs; kan met verschillende observatie-instrumenten werken; kan informatie van leerlingen interpreteren; respecteert iedere culturele achtergrond en houdt daar voortdurend rekening mee in de communicatie- en groepsprocessen; kan de problemen die zich binnen de groep voordoen herkennen en systematisch oplossen. 31
3 1. Interpersoonlijk competent De student kent de leerlingen (1.2 en 1.3). toont belangstelling voor werk, spel en (culturele) achtergrond van de kinderen; signaleert verschillen tussen de kinderen, die in een groep aanwezig zijn; herkent problemen die zich in een groep voordoen en kan in overleg met de mentor bepalen op welke manier met deze problemen moet worden omgegaan. heeft kennis van verschillende kinderen die in een groep aanwezig zijn en gebruikt die kennis voor zijn/haar lessen en handelen in de groep; kent de zorgleerlingen uit de groep en kan ze gepaste begeleiding bieden; Kan in taalgebruik, omgangsvormen en manieren van communiceren rekening houden met wat gebruikelijk is in de leefwereld van deze leerlingen; kan de dagelijkse problemen die zich in een groep voordoen zelfstandig oplossen. kan zich inleven in de belevingswereld van de leerlingen en gebruikt deze kennis bij het ontwerpen van zijn/haar onderwijs; kan met verschillende observatie-instrumenten werken; kan informatie van leerlingen interpreteren; respecteert iedere culturele achtergrond en houdt daar voortdurend rekening mee in de communicatieen groepsprocessen; kan de problemen die zich binnen de groep voordoen herkennen en systematisch oplossen. De student zet zijn persoonlijkheid op een juiste wijze in in de praktijk (1.1 en 1.2). geeft voortdurend het goede voorbeeld, neemt initiatief en durft voorstellen te doen voor lessen binnen de eigen stagegroep; is zoveel mogelijk (ook op informele wijze) in gesprek met kinderen, zowel in de groep als individueel; ontwerpt lessen, waarin interactie tussen de kinderen een plaats krijgt. kan zich inleven in de persoonlijkheid van opvallende kinderen; hun karakter, temperament en geschiedenis; is creatief in het ontwerpen van lessen voor de eigen stagegroep door steeds meer een eigen stijl te laten zien; kan verschillende soorten gesprekken en gesprekstechnieken toepassen met individuele en groepen kinderen; geeft ruimte voor eigen initiatieven en vragen van de kinderen binnen eigen lessen door te anticiperen en/ of hiervan een volgende keer gebruik te maken. kan ook in lastige of ingewikkelde situaties de rust bewaren; is creatief in het opzetten van een onderwijsprogramma en bij het vinden van allerlei oplossingen en mogelijkheden voor opvoeding en onderwijs; gaat positief om met kinderen en hen begeleiden in hun ontwikkeling; zorgt voor voortdurende interactie met de kinderen en tussen de kinderen onderling; zorg voor een goede en positieve sfeer in de groep, waardoor ieder kind zich veilig voelt en durft exploreren. Opmerkingen: 32
4 2. Pedagogisch competent De student leert de kinderen kennen (2.1) toont belangstelling voor wat kinderen doen en bezig houdt; voert gesprekjes met individuele kinderen; kan doelmatig kinderen observeren. toont belangstelling voor werk, spel en culturele achtergronden; kan verschillende soorten gesprekken met kinderen voeren; kan observatie-instrumenten hanteren. kan zich inleveren in alle leeftijdsgroepen van de basisschool; kan dieptegesprekken voeren met individuele kinderen; kan vanuit verschillende bronnen informatie over kinderen interpreteren en gebruiken. De student kan orde houden (2.2) kan kinderen aanspreken op ongewenst gedrag en hen stimuleren tot gewenst gedrag; kan consequent omgaan met de regels en afspraken die gemaakt zijn in de klas. oriënteert zich samen met de kinderen op waarden en normen, zoals die zich in de leefwereld van de kinderen voordoen; kan consequent omgaan met de regels en afspraken die gemaakt zijn in de klas, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van ieder kind; heeft orde, overzicht en overwicht. kan samen met de kinderen regels vaststellen en deze ook laten naleven; oriënteert zich samen met de kinderen op waarden en normen, zoals die zich in de leefwereld van de kinderen voordoen en bespreekt de effecten ervan; heeft orde, overzicht en overwicht, als hij/zij alleen de klas leidt en begeleidt. 33
5 De student gaat op een goede wijze om met de kinderen in de klas (2.3 en 2.4). 3. is betrokken bij de kinderen, maar kan ook voldoende 4. afstand houden; 5. maakt contact met de leerlingen en draagt zorg dat zij 6. zich op hun gemak voelen; 7. bevordert dat leerlingen met elkaar samenwerken, 8. samen spelen en elkaar ondersteunen laat merken dat hij/zij beschikbaar is voor de kinderen en dat hij/zij naar ze wil luisteren en kan ook voldoende en verantwoord gebruik maken van uitgestelde aandacht. zorgt ervoor dat er een goede balans is voor kinderen tussen actief en ingespannen werken enerzijds en rust en ontspanning anderzijds binnen een dag; creëert een prettige sfeer en een veilig pedagogisch klimaat; bouwt situaties in zijn/haar lessen in, waarin kinderen zelfstandig problemen kunnen oplossen bevordert dat leerlingen met elkaar samenwerken, samen spelen en elkaar ondersteunen door tijdens de lessen en activiteiten dit in voldoende mate en op gevarieerde wijze in te bouwen. kiest bewust momenten waarop hij/zij op een gelijkwaardige wijze met de kinderen omgaat en die waarop hij/zij zijn/haar verantwoordelijkheid als opvoeder neemt; bevordert dat leerlingen met elkaar samenwerken, samen spelen en elkaar ondersteunen en tevens dat leerlingen ook individueel bezig kunnen zijn. Daarbij zorgt hij/zij voor voldoende afwisseling en keuzemogelijkheden; durft de verantwoordelijkheid aan de kinderen over te laten; heeft hoge verwachtingen van de ontwikkeling en het leren van elk kind; biedt voldoende structuur en duidelijkheid; Opmerkingen: 34
6 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent De student bereidt de lessen goed voor en evalueert de lessen zelf (3.1 en 3.3). informeert regelmatig bij de mentor wat de kinderen van bepaalde onderwerpen al weten of kunnen en waar de belangstelling van de groep kinderen ligt; bereidt zijn/haar onderwijs voor met behulp van het lesbeschrijvingsformulier en kan doelen SMART + C formuleren. kan gemaakt werk van kinderen evalueren, beoordelen en/of voorzien van mondeling/schriftelijk feedback. De student voert de lessen goed uit (3.2 en 3.4). hanteert het lesbeschrijvingsformulier op persoonlijke wijze bij het voorbereiden van zijn/haar onderwijs. voert regelmatig gesprekken met kinderen, om te achterhalen, wat ze van een bepaald onderwerp al weten of kunnen en waar de belangstelling ligt; kan lessen met elkaar verbinden en vakken met elkaar integreren; kan gemaakt werk door de kinderen zelfstandig laten evalueren en/of beoordelen. kan op eigen wijze onderwijs ontwerpen en verantwoorden; kan aangeven op welke plaats binnen een bepaalde leerlijn de groep of de individuele leerling zich bevindt; registreert tijdens de les wat de kinderen wel of niet begrijpen en reageert hier direct op, indien nodig past hij/zij planning en werkwijze aan. kan twee opeenvolgende lessen met een gestructureerde overgang geven; kan het model van directe instructie toepassen; stelt tijdens instructie en leergesprekken veel vragen en geeft veel beurten; 2 Pedagogisch geeft duidelijk aan competent wat hij/zij verwacht van de leerlingen tijdens de les; kan de uitleg variëren naar behoeften van leerlingen; kan onder begeleiding van de mentor hulp bieden aan kinderen, die dat nodig hebben; maakt bewust gebruik van didactische werkvormen. kan gedurende een dag de verantwoording dragen voor de groep; stelt tijdens instructie en leergesprekken veel vragen en geeft veel beurten; maakt bewust gebruik van gevarieerde en uitdagende didactische werkvormen; stemt de lesdoelen af op de mogelijkheden van de groep; kan zelfstandig hulp bieden aan kinderen die dat nodig hebben. kan gedurende twee aaneengesloten dagen de verantwoording dragen voor de groep; bereikt dat kinderen begrijpen wat ze moeten doen en/of leren; maakt optimaal gebruik van de ruimte, middelen, materialen en werkvormen; kan leerproblemen en belemmeringen signaleren en eventueel samen met collega s een passend plan van aanpak opstellen. Opmerkingen: 35
7 4. Organisatorisch competent De student verzorgt de planning en de organisatie van de lessen goed (4.1, 4.2 en 4.3) zorgt voor het begin van zijn/haar les, dat de benodigde materialen en hulpmiddelen klaarstaan, evt. ook tekeningen e.d. op het bord gemaakt. zorgt voor het opruimen en zo nodig schoonmaken van de klas na zijn/haar les. houdt zich zoveel mogelijk aan de door zichzelf opgestelde tijdsplanning. kan adequaat reageren op onvoorspelbare situaties tijdens zijn/haar les. maakt gebruik van verschillende media bij zijn/haar lessen, waaronder ook de computers zorgt voor een variëteit aan uitdagende leermiddelen, waarbij hij/zij zonodig zelf voor aanvullingen van wat op de stageschool aanwezig is, zorgt. maakt in zijn/haar dagplanning bewust en doelgericht gebruik van verschillende werk- en instructievormen. ontwerpt en gebruikt spel- of onderwijshoeken zorgt voor afwisseling in door hem/haar aangeboden speel-, leer- en werkactiviteiten zorgt voor afwisseling in individuele-, groeps- en klassenactiviteiten kan geïntegreerd onderwijs aanbieden in de vorm van verhalend ontwerpen, omgevingsonderwijs, thema s, projecten e.d. kan adequaat reageren op onvoorspelbare situaties zorgt voor de aanwezigheid van voldoende en uitdagende gevarieerde leermiddelen kan een speel/ leeromgeving creëren, die de kinderen uitdaagt te leren en zich te ontwikkelen. betrekt de kinderen bij de inrichting. zorgt er (samen met de kinderen) voor dat de leeromgeving van de kinderen schoon en veilig is. kan, waar nodig, overleggen en evalueren met de kinderen over de planning, de inhoud en de vorm van de activiteiten. hanteert een dag- en weekplanning met daarin verschillende werk- en instructievormen, gerelateerd aan de doelen van de les en door veel variatie zorgend voor betrokkendheid van de leerlingen. zorgt voor afwisseling in individuele-, groeps- en klassenactiviteiten in de dag- en weekplanning. kan adequaat reageren op allerlei onvoorspelbare situaties kan het programma op elk gewenst moment aanpassen en dat beargumenteren Opmerkingen: 36
8 5 / 6 Competent in het samenwerken met collega s en de omgeving De student kan samenwerken (5.1, 5.2, 6.1 en 6.2). herkent goede voorbeelden van zijn/haar mentor en maakt daar op een eigen manier gebruik van; laat zien, dat hij/zij adviezen van mentor(en) en andere begeleiders in zijn/haar handelen verwerkt; voert overleg met de mentor om zijn/haar lessen zo waardevol en succesvol mogelijk te maken. bekijkt en beoordeelt het werk van de kinderen op een bij de stageschool passende wijze. voert overleg met de mentor om zijn/haar lessen zo waardevol en succesvol mogelijk te maken, reflecteert daarop en overlegt ook over de reflecties. voert overleg met de mentor en evt. ib-er om elke leerlingen zo goed mogelijk binnen de lessen en daarbuiten te begeleiden. beantwoordt vragen van ouders betreffende de eigen lessen en activiteiten; voor verder gaande vragen verwijst hij/zij de ouders consequent naar de mentor houdt bij de beoordeling van door kinderen gemaakt werk zoveel mogelijk rekening met hun individuele mogelijkheden en capaciteiten. neemt deel aan leerlingbesprekingen, bouw- en teamoverleg, en informeert zich goed over de leerlingen en de onderwerpen, die daar aan de orde zijn. kan concrete activiteiten in samenwerking met collega s uitvoeren binnen de eigen groep, bij verschillende groepen samen of binnen de school als geheel. weet op welke wijze de informatie voor de voortgang van het werk in de klas wordt vastgelegd, en sluit daarbij aan. houdt de vorderingen van zorgleerlingen bij, op een manier die aansluit bij de werkwijze van de school. heeft luisterend oor voor de ouders, als ze ergens mee zitten en / of vragen aan hem/haar of de school hebben. voert verschillende soorten gesprekken met ouders, o.a. informele gespreken, informatiegesprekken, maar ook probleemgesprekken. begeleidt en ondersteunt ouders, die bij hem/haar in de klas komen helpen Opmerkingen: 37
9 7. Competent in reflecteren De student kan reflecteren op zijn/haar eigen professionele ontwikkeling (7.1). staat open voor feedback van de mentor en de leerlingen heeft een reëel beeld van zijn eigen prestaties en vorderingen bepaalt in overleg met de mentor de activiteiten in het kader van zijn persoonlijke ontwikkeling (POP en PAP) stelt regelmatig zijn/haar persoonlijk activiteitenplan (PAP) bij. geeft zelf aan op welke punten hij/zij feedback wil krijgen. zorgt zelf voor feedback van mentor, leerlingen, ouders en extern betrokkenen stelt zelfstandig zijn/haar activiteitenplan bij. De student kan, rekening houdend met zijn/haar visie op onderwijs, op een eigen manier lesgeven (7.2 en 7.3). kan een eigen mening vormen durft een eigen mening te geven maakt gebruik van de informatie verkregen met de stageontwikkelingsmeter kan aangeven op welke wijze hij eigen opvattingen en ideeën in het onderwijs heeft toegepast, rekening houdend met het beleid van de school. past de praktijk zoveel mogelijk aan, aan zijn/haar visie, rekening houdend met het beleid van de school; toont in het dagelijkse handelen voortdurend een reflectief vermogen. kan aantonen dat hij/zij in een leeftijdsgroep gespecialiseerd. Opmerkingen: 38
10 Algemene indruk Taalvaardigheid Mondelinge taalvaardigheid: De student spreekt op niveau 4F van de landelijke niveaubeschrijvingen van de Expertgroep (2008) en het Europees Referentiekader, nl.: - De woordenschat is uitgebreid en gevarieerd - De teksten vertonen een zeer goede grammaticale beheersing - De onderwerpen situeren zich binnen de professionele sfeer waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante vaktermen - Het taalgebruik is aangepast aan spreekdoel, spreeksituatie en het publiek waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante vaktermen - De informatie wordt op een duidelijke, goed gestructureerde en samenhangende manier weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van duidelijke tekstopbouw en verbindingswoorden - De uitspraak is duidelijk en correct met bijna een natuurlijke intonatie - Het tempo is vlot. Pauzes en aarzelingen komen zelden voor. Schriftelijke taalvaardigheid: De student schrijft op niveau 4F van de landelijke niveaubeschrijvingen van de Expertgroep (2008) en het Europees Referentiekader, nl.: - De woordenschat is uitgebreid en gevarieerd - De teksten vertonen een zeer goede grammaticale beheersing - De spellingsregels worden overwegend correct toegepast. De informatie wordt op een duidelijke, goed gestructureerde en samenhangende manier weergegeven. Indruk van de taalvaardigheid van de student: 39
11 Schrijfvaardigheid M.b.t. kleuterschrijven, voorbereidend schrijven, aanvankelijk- en voortgezet schrijven: - heeft de student zicht op de gehele leerlijn schrijven en kan met schrijfcriteria en schrijfmethode een adequate schrijfles ontwerpen - kan de student betekenisvolle en uitnodigende activiteiten ontwerpen en aanbieden voor onder en bovenbouw leerlingen - heeft de student kennis van de ontwikkeling van het handschrift bij kinderen, van schriftopvoeding en van vormen van schriftcultuur - kan de student met informatie- en communicatietechnologische mogelijkheden toepassen in zijn schrijfonderwijs - kan de student eenvoudige schrijfproblemen oplossen en ingewikkelder problemen signaleren en deskundige hulp inschakelen - de student heeft een leesbaar en duidelijk handschrift en kan zijn eigenvaardigheid op het bord en op papier en met daarvoor bestemde middelen inzetten en bijstellen - kan de student zijn kennis over de motorische ontwikkeling, de grafische vormgeving en de aanpak van het schrijftempo inzetten. Indruk van de schrijfvaardigheid van de lio: Stagevaardigheid Indruk van de algemene stagevaardigheid van de student: 40
12 Overzichtslijst Naam: Studentnummer: Handtekening mentor: Datum: Interpersoonlijk competent: De student kent de leerlingen. Interpersoonlijk competent: De student zet zijn persoonlijkheid op een juiste wijze in de praktijk in. Pedagogisch competent: De student leert de kinderen kennen. Pedagogisch competent: De student kan orde houden. Pedagogisch competent: De student gaat op een goede wijze om met de kinderen in de klas. Vakinhoudelijk en didactisch competent: De student bereidt de lessen goed voor en evalueert de lessen zelf. Vakinhoudelijk en didactisch competent: De student voert de lessen goed uit. Organisatorisch competent: De student verzorgt de planning en de organisatie van de lessen goed. Competent in het samenwerken met collega s, ouders en extern betrokkenen: De student kan samenwerken. Competent in reflecteren: De student kan reflecteren op zijn/haar eigen professionele ontwikkeling. Competent in reflecteren: De student kan, rekening houdend met zijn/haar visie op onderwijs, op een eigen manier lesgeven. 41
Jongere kind - Oudere kind* Handtekening mentor: (bij eindevaluatie)
Student: Paboklas: HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Propedeusefase Semester 1-2* STAGE-ONTWIKKELINGSMETER PROPEDEUSEFASE BASISFASE - PROFILERINGSFASE Jongere kind - Oudere kind* Studentnummer: Stageschool + BRIN:
Nadere informatieHOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Jongere kind - Oudere kind* Handtekening mentor: (bij eindevaluatie)
Student: Paboklas: HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Basisfase Semester 3-4* STAGE-ONTWIKKELINGSMETER BASISFASE PROFILERINGSFASE - AFSTUDEERFASE Jongere kind - Oudere kind* Studentnummer: Stageschool + BRIN: Stagebegeleider:
Nadere informatieHandleiding Stage Deeltijdopleiding Jaar 1
Handleiding Stage Deeltijdopleiding Jaar 1 Pabo Hogeschool Rotterdam September 2017 1 Inleiding In het eerste jaar van de Deeltijdopleiding Pabo loopt de student in semester 1 stage in groep 5, 6, 7 of
Nadere informatieHOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Jongere kind - Oudere kind* Handtekening mentor: (bij eindevaluatie)
Student: Paboklas: HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Profileringsfase Semester 1-2* STAGE-ONTWIKKELINGSMETER BASISFASE PROFILERINGSFASE - AFSTUDEERFASE Jongere kind - Oudere kind* Studentnummer: Stageschool +
Nadere informatieStage-ontwikkelingsmeter (SOM) Bijlage 4. Kenniscentrum Talentontwikkeling
Stage-ontwikkelingsmeter (SOM) Bijlage 4 Kenniscentrum Talentontwikkeling HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO STAGE-ONTWIKKELINGSMETER NIVEAU 1 2 3 Semester 3-4* Studentnummer: Paboklas: Stageschool + BRIN: Instituutsopleider:
Nadere informatiekempelscan K1-fase Eerste semester
kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten
Nadere informatieHet gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen
Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding
Nadere informatiekempelscan P2-fase Studentversie
kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent
Nadere informatieITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)
ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed
Nadere informatie1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat
KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is
Nadere informatiekempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7
kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas
Nadere informatieEindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)
Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam
Nadere informatieCompetenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht
Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te
Nadere informatieITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)
ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed
Nadere informatieBEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3
BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in
Nadere informatieCOMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT
DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid
Nadere informatiePortfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:
Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum
Nadere informatie2 Voorbeeld beoordelingsformulier op basis van kenmerken Kenmerken Kwaliteitsontwikkeling - Omgaan met verschillen
2 Voorbeeld beoordelingsformulier op basis van kenmerken Kenmerken Kwaliteitsontwikkeling - Omgaan met verschillen (vertrouwelijk) Beoordeling ten aanzien van Naam: Geboortedatum: Betreft De beoordeling
Nadere informatieAantekenformulier van het assessment PDG
Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende
Nadere informatieSWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen
SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent
Nadere informatieBijlage 5: Formulier tussenevaluatie
Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet
Nadere informatieCP Resultaten QuickScan
CP Resultaten QuickScan Interpersoonlijk competent 1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen. score: 83% 1.2 Hij geeft
Nadere informatieSTAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING
Fontys Hogeschool voor de Kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING hoofdfase Naam student: Valerie Maas Studentnummer: 1880 Jaar: VT Naam stageschool: Het College Naam SPD: Robert Tobben
Nadere informatieHieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Nadere informatiePOP Martin van der Kevie
Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder
Nadere informatieBeoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)
Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden
Nadere informatieInformatiebulletin voor studenten Bijlage 3
Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Kenniscentrum Talentontwikkeling Informatiebulletin voor studenten Inhoud 1. Inleiding: OS Boss po 2 2. Opleiding, begeleiding en beoordeling 2 3. Rollen en
Nadere informatieCompetentie Werkplan Resultaat Tijd
CONCEPT STAGE WERKPLAN Student: Sofie van Gils Studentnummer: 249676@student.fontys.nl Jaar: 2VT Stageschool: (Nog niet zeker) CKE Eindhoven Stagebegeleider: (Nog niet zeker) Frits Achten B Niveau 2 B3
Nadere informatieBeoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:
A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle
Nadere informatiecompetentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan
Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO
Nadere informatieZelfevaluatie. Inleiding:
Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb
Nadere informatieMogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier
Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Gewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in 1 Interpersoonlijk competent De student toont in gedrag en taalgebruik respect Is vriendelijk
Nadere informatieCompetentiemeter docent beroepsonderwijs
Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de
Nadere informatieDoor de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.
Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 3 Dt Stageschool: Sint Lucas Stagebegeleider: H. van Gogh B. Vermogen
Nadere informatieInterpersoonlijk competent
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met
Nadere informatieCompetenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht
Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden
Nadere informatieBekwaamheidseisen of competenties docenten LD
Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven
Nadere informatieLEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden
Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken
Nadere informatie1.3. Leerkrachten kennen de 7 uitgangspunten en passen enkele uitgangspunten bewust en systematisch toe.
1. Uitgangspunten HGW 2. Reflectie 3. Communicatie Implementatie HGW-OGW Leerkrachten Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 1.1. Leerkrachten kennen de 7 uitgangspunten van HGW niet maar passen deze (gedeeltelijk)
Nadere informatie1 Interpersoonlijk competent
1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en
Nadere informatieOm te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:
1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en
Nadere informatieScoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren
Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen
Nadere informatieAchtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:
Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan
Nadere informatieBijzonderheden. Beroepshouding (wordt vastgesteld in overleg met de mentor) Nee/Ja. Nog niet akkoord, WPA niet verder invullen
WPA-s P1-fase, Pabo 1 1e semester Beoordelaar: leerwerkplekbegeleider (pabodocent) Naam student Student zit in leerjaar Leerwerkplekbegeleider school /klas datum Bijzonderheden Beroepshouding (wordt vastgesteld
Nadere informatieCompetentievenster 2015
Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt
Nadere informatie1. Interpersoonlijk competent
1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft
Nadere informatieBijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG
Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan
Nadere informatieCompetentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015
Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 De volgende competentie domeinen zijn beschreven: Competentie 1: Competentie 2: Competentie 3: Competentie 4: Competentie 5: Competentie
Nadere informatieTaakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman
Taakbekwaam onderbouw Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman Daltonbasisschool de Leer, Hengelo (Gld) Ria Menting Groep 3 Intern opleider: Miriam Pasman Beoordelaar:
Nadere informatieBekwaamheidseisen of competenties docenten LC
Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven
Nadere informatieBijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG
Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie
Nadere informatieCompetentieprofiel voor rekendocenten in het mbo
Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo De indeling is gebaseerd op de SBL-competenties (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) 1. Interpersoonlijk competent 1.1 Een goede leraar is interpersoonlijk
Nadere informatieBeoordelingsformulieren. Aanpassingen
Beoordelingsformulieren Aanpassingen 2018-2019 Opzet praktijkbeoordeling Oud Nieuw SBL-competenties Kerntaken en deeltaken (opleidingsprofiel) 10 geselecteerde algemene Centrale Criteria 23 Indicatoren
Nadere informatieDoor de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.
Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 4 Dt Stageschool: Heerbeeck College Stagebegeleider: S. van Driel
Nadere informatieBeroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE
BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria
Nadere informatieBeoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD
Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD eindbeoordeling WPL-2 Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding tweedegraads lerarenopleidingen datum: 2 april 2015 naam student: Peter Lakeman studentnr.
Nadere informatieLijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten
Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke
Nadere informatieCompetentieprofiel Pabo Hogeschool Rotterdam
Competentieprofiel Pabo Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave Inleiding... 4 1. Interpersoonlijk competent... 5 Competentie... 5 Contextbeschrijving... 5 Deelcompetenties... 6 Gedragsindicatoren... 6 2.
Nadere informatieSTAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk
Let op!!! Dit is een groeidocument. Dat wil zeggen dat dit werkplan regelmatig bijgesteld zal moeten worden. Bekijk per competentie eerst waar je mee wilt beginnen. Vul nog niet meteen alles in. Zorg er
Nadere informatieBEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR
Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O
Nadere informatieVerzamelformulier beroepsgerichte examens
Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens KD: Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: Crebonummer KD: 23183 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Crebonummer kwalificatie:
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)
ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student
Nadere informatieKijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden
Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam Naam leerkracht Groep leerkracht Naam beoordelaar Beoordeelde les Datum Bijzonderheden Dit formulier is bedoeld als invulformulier voor scholen die met de Kijkwijzer
Nadere informatieBeoordeling van de competenties stage bovenbouw
Beoordeling van de competenties stage bovenbouw Hierbij vinden jullie een lijst met competenties die van belang zijn voor de stage bovenbouw. De lijst is bestemd voor de student en de mentor van de stageschool.
Nadere informatieWerkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.
Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.
Nadere informatie1. Interpersoonlijk competent
1. Interpersoonlijk competent Je geeft aan een groep kinderen met een enkelvoudige activiteit op een betrokken manier leiding en schept een vriendelijke sfeer en stimuleert de betrokkenheid van kinderen
Nadere informatieThermometer leerkrachthandelen
Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie
Nadere informatieVoorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit
Nadere informatieWERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)
WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR 2018-2019 Geachte stagementor, vakmentor(en) Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1 05/11/2018 t.e.m. 23/11/2018)
Nadere informatieO M V G Norm: 1.1 (ontspannen sfeer) 1.2 (veiligheid) 1.3 (respect) 1.4 (zelfvertrouwen) Opmerkingen
KwaliteitWijzer primair onderwijs augustus 2013 Naam: Vakgebied : Datum: Groep: Team : ob - mb - bb (omcirkelen) indicator 1 : PEDAGOGISCH HANDELEN aandachtspunten goede praktijken - + nvt 1.1 zorgt voor
Nadere informatieEducatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)
Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding
Nadere informatieHeikamperweg AZ Asten-Heusden
Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht
Nadere informatieLeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle
12-10-2010 VLO fase 2, Zwolle Leerwerkplan leerjaar 1 Opmerkingen Werkplekbegeleider Handtekening Opdracht 1 Competentie gericht leren B4 Organisatorisch gedragsindicator: B 4.5 B6 Competent in het samenwerken
Nadere informatieKijkwijzer Primair Onderwijs. Jantien Voorbeeld. Competentie Thermometer Nicolaes Maesstraat
Kijkwijzer Primair Onderwijs Jantien Voorbeeld Competentie Thermometer 0756143561 Nicolaes Maesstraat 2 216 daniel@ctmeter.nl Zaandam www.ctmeter.nl Assessment Jantien Voorbeeld» Rapportage Rapportage
Nadere informatieEindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman
Eindreflectie Taakbekwaam bovenbouw Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman OBS Jan Ligthart, Zelhem Mieke van den Berg Groep 8b Intern opleider: Marc Neerhof Stage: Het afgelopen
Nadere informatieDe Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving
; Vijf rollen van de docent De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving Ontvangt de leerlingen in de les Is de docent op tijd in het lokaal, hij ontvangt de leerlingen? Heeft de docent de les voorbereid?
Nadere informatieBEOORDELING PRAKTIJKSTAGE HOOFDFASE2. Fontys Hogeschool HRM en Psychologie Opleiding HRM
Hogeschool HHM en Psychologie BEOORDELING PRAKTIJKSTAGE HOOFDFASE2 Fontys Hogeschool HRM en Psychologie Opleiding HRM jll -Fontys Hngeschonl HRM en Geachte praktijkbegeleider, U heeft een van onze studenten
Nadere informatieProeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep
Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor
Nadere informatieSTAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)
Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) hoofdfase Student: Jan Willem Luiten Sophia van Wurtemberglaan 33 5616BN Eindhoven GSM 06 14 95 45 38 Studentnummer: 2186061 mail:
Nadere informatieExterne benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016
Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016 Verschil met benchmark cijfer scholen Vensters PO Schoolklimaat
Nadere informatieBeoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.
Beoordelingsrapport Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport van: mevr. K. Rozegeur Dit beoordelingsrapport is gemaakt op: 8 juli 2010 Beoordelingsperiode: augustus
Nadere informatieAssessment Startbekwaam
Assessment Startbekwaam Rapportage Studiejaar 2014-2015 Hogeschool Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen 1 Basisgegevens KANDIDAAT Voor- en achternaam: Studentnummer: Opleiding: Studentstatus: Naam
Nadere informatieDossier werkplekleren A1 en A
Dossier werkplekleren A1 en A2 2017-2018 (Meisjes) naam student Inlognummer Bison Klas :.. :. :. Voltijd / deeltijd / academische pabo* * = s.v.p. omcirkelen Basisbekwaam LIO-bekwaam Startbekwaam 1 e jaar
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau
Nadere informatieCompetenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik
Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties Het werken met een protocol, zoals het protocol Vermoedens van huiselijk
Nadere informatieWerkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding
portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt
Nadere informatiePluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.
Reflectie op de deeltaken; start bekwaam INTERPERSOONLIJK COMPETENT Je zorgt ervoor dat er in de groep een prettig leef- en werkklimaat is. Je geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke
Nadere informatieDossier werkplekleren A
Dossier werkplekleren A2 2018-2019 (Meisjes) naam student Inlognummer Bison Klas :.. :. :. Voltijd / deeltijd/ academische pabo* * = s.v.p. omcirkelen Basisbekwaam LIO-bekwaam Startbekwaam 1 e jaar 2e
Nadere informatieToelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Bijlage III: Competentie formulier stage onderbouw 1 (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen Kun je vakinhoudelijke doelstellingen formuleren uitvoeren in de les 1= onvoldoende, nog niet
Nadere informatieASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie
ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie Naam student: Klas: Fase: startbekwaam NHL emailadres: 1 e kans / herkansing / algehele herkansing
Nadere informatieDossier werkplekleren A
Dossier werkplekleren A1 2018-2019 (Meisjes) naam student Inlognummer Bison Klas :.. :. :. Voltijd / deeltijd / academische pabo* * = s.v.p. omcirkelen Basisbekwaam LIO-bekwaam Startbekwaam 1 e jaar 2e
Nadere informatie1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:
1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van
Nadere informatieEVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING DEELTIJD
EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING DEELTIJD Gegevens Student: Naam student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 E-mailadres: mariska_gerritsen@hotmail.com Studiejaar+ Klas: 2013 Deeltijd
Nadere informatieBasisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders
Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders Aantal respondenten: 134 14-11-2010 Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders 1 / 9 Welkomstblad Fijn dat u mee wilt werken aan dit onderzoek. De vragen gaan over
Nadere informatie1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken
Nadere informatieINDICATOREN BASISONDERSTEUNING
INDICATOREN BASISONDERSTEUNING (ofwel de kwaliteit van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel van de basisscholen in het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven) Een werkgroep
Nadere informatieVerantwoording gebruik leerlijnen
Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden
Nadere informatieO 1 Inter-persoonlijk competent
V O 1 Inter-persoonlijk competent hij maakt contact met de leerlingen/deelnemers en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen hij biedt een kader waarbinnen de leerlingen/deelnemers
Nadere informatieKijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht
Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten
Nadere informatie