RN4Cast. Resultaten van RN4Cast, een Europese studie naar inzet en behoud van verpleegkundigen in Nederland en Europa.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RN4Cast. Resultaten van RN4Cast, een Europese studie naar inzet en behoud van verpleegkundigen in Nederland en Europa."

Transcriptie

1 RN4Cast Resultaten van RN4Cast, een Europese studie naar inzet en behoud van verpleegkundigen in Nederland en Europa. Dr. Maud Heinen Dr. Lisette Schoonhoven Drs. Juliette Cruijsberg Prof. Theo van Achterberg Nijmegen, November 2013

2

3 RN4Cast Resultaten van RN4Cast, een Europese studie naar inzet en behoud van verpleegkundigen in Nederland en Europa. Dr. Maud Heinen Dr. Lisette Schoonhoven Drs. Juliette Cruijsberg Prof. Theo van Achterberg Nijmegen, November 2013

4 IQ healthcare Scientific Institute for Quality of Healthcare Missie Het Scientific Institute for Quality of Healthcare is een (internationaal) topcentrum voor onderzoek, onderwijs en ondersteuning op het gebied van kwaliteit en innovatie in de gezondheidszorg. Daarmee draagt het bij aan een effectieve, veilige, patiëntgerichte en ethisch verantwoorde patiënten zorg. Het instituut ondersteunt zorgaanbieders, beleidsmakers en patiëntenorganisaties bij het verwezenlijken van een goede patiëntenzorg en bij beleidsbeslissingen op dat gebied. Daartoe onderhoudt het netwerken en is verankerd in zowel de wetenschappelijke wereld als in de praktijk van de gezondheidszorg. Instituut IQ healthcare is een onafhankelijke, zelfstandige afdeling van het UMC St Radboud. Bij de internationale visitatie in 2005 werd de groep beoordeeld als 'excellent' en 'world-leading' op het terrein van kwaliteit en patiëntveiligheid van de zorg. In het instituut werken ruim 150 mensen. Het team is ervaren, deskundig en sterk door haar multiprofessionele samenstelling (artsen, verpleegkundigen, paramedici, gezondheidswetenschappers, epidemiologen, sociale wetenschappers, ethici). Jaarlijks worden 8-10 promoties afgerond en publiceren we ongeveer 150 artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Ook worden concrete scholingspakketten en gebruiksinstrumenten ter ondersteuning van diverse organisaties gemaakt. De activiteiten richten zich op artsen, paramedici, verpleegkundigen, managers en andere professionals in de zorg; in de eerste lijn, het ziekenhuis en andere zorginstellingen. Thema s Indicatorontwikkeling, transparantie en publieksinformatie Patiëntveiligheid en veiligheidsmanagement Versterken van de rol van patiënten in de zorg Implementatie van richtlijnen en best practices, houdbare verbetering Ketenzorg, disease management en geïntegreerde zorg Leefstijl, zelfmanagement en therapietrouw voor patiënten Professionele ontwikkeling van klinische professionals Zorg voor kwetsbare ouderen en palliatieve zorg Ethische en morele aspecten van kwaliteit en veiligheid Contact IQ healthcare UMC St Radboud Huispost 114 Postbus HB Nijmegen Telefoon: Fax: Bezoekadres: Geert Grooteplein 21 Nijmegen

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Samenvatting Inleiding Methode Design Steekproef Variabelen en Meetinstrumenten Vragenlijst voor verpleegkundigen Mortaliteit Organisatiekenmerken Analyses Nationaal en Internationaal Werkomgeving en welzijn van verpleegkundigen en patiënten Intentie tot verlaten van het ziekenhuis of de professie Resultaten Steekproef Vragenlijst voor verpleegkundigen Verpleegkundige werkomgeving Werkgerelateerde burnout Baantevredenheid Kwaliteit en Veiligheid Taken verpleegkundigen Resultaten Internationale Analyses Werkomgeving en patiënt/verpleegkundige staffing ratio Intentie om het ziekenhuis of het beroep te verlaten Werkomgeving en Mortaliteit bij patiënten Conclusies Bijlagen Intentie om het ziekenhuis of de professie te verlaten in 10 EU landen Beschrijving van variabelen van de 10 EU landen Practice Environment Scale (PES NWI), scores per land Effecten van staffing ratio en werkomgeving op tevredenheid en kwaliteit van zorg... 44

6

7 Voorwoord Voor u ligt het eindrapport van de Nurse Forecasting (RN4CAST) studie. De studie RN4CAST beoogt een bijdrage te leveren aan een adequate inzet van verpleegkundigen voor een goede kwaliteit van zorg. Huidige modellen waarmee voorspellingen worden gedaan over het benodigd aantal verpleegkundigen in de toekomst zijn voornamelijk gebaseerd op demografische data. Daarbij wordt niet expliciet rekening gehouden met effecten van aantal en opleidingsniveau van verpleegkundigen op de kwaliteit van zorg. In deze studie is aan verpleegkundigen van 12 Europese landen gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Daarnaast is gebruik gemaakt van mortaliteitscijfers uit de Landelijke Medische (ontslag)registraties en zijn data verzameld betreffende een aantal kenmerken van de deelnemende ziekenhuizen. In dit rapport wordt ondermeer beschreven hoe verpleegkundigen de werkomgeving beoordelen, wat zij vinden van de kwaliteit van de geleverde zorg en hoe zij de veiligheid beoordelen. Ook wordt beschreven hoe (on)tevreden zij zijn met hun werk, in welke mate er sprake is van burnout, in welke mate zij de intentie hebben om het ziekenhuis te verlaten en welke factoren hiermee geassocieerd zijn. Ook worden de resultaten gepresenteerd van analyses naar effecten van werkomgeving op de kwaliteit van zorg. De studie werd gefinancierd met middelen van het Zevende Kaderprogramma (FP7) van de Europese Commissie. De RN4Cast projectgroep wil alle betrokkenen van de 23 deelnemende Nederlandse ziekenhuizen heel hartelijk danken voor de medewerking en inzet. We hopen met de resultaten van de studie een constructieve bijdrage te kunnen leveren aan een adequate inzet van verpleegkundigen in de Nederlandse en Europese ziekenhuizen. Dr. Maud Heinen Dr. Lisette Schoonhoven Drs. Juliette Cruijsberg Prof. dr. Theo van Achterberg Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud, Nijmegen, Verplegingswetenschap en paramedische wetenschappen

8 Samenvatting In dit rapport worden de opzet en de resultaten van RN4Cast beschreven. RN4Cast is een Europese studie naar de inzet en het behoud van verpleegkundigen voor een goede kwaliteit van zorg in de Nederlandse en Europese ziekenhuizen. Huidige voorspellingsmodellen zijn voornamelijk gebaseerd op demografische data, waarbij niet expliciet wordt gekeken naar kwaliteit van zorg of welzijn van verpleegkundigen. Met RN4Cast wordt beoogt een bijdrage te leveren aan de huidige voorspellingsmodellen gericht op kwaliteit van zorg en behoud van verpleegkundigen. De Europese studie is uitgevoerd onder leiding van professor dr. Walter Sermeus van de Katholieke Universiteit Leuven in België. In Nederland is de studie uitgevoerd onder leiding van dr. Maud Heinen en dr. Lisette Schoonhoven, sectie Verplegingswetenschap van de afdeling IQ healthcare van het UMC St Radboud, Nijmegen. Het RN4CAST consortium bestond uit de volgende landen; België, Duitsland, Engeland, Finland, Griekenland, Ierland, Nederland, Noorwegen, Polen, Spanje, Zweden en Zwitserland. Voor deze studie hebben verpleegkundigen van deze 12 Europese landen een vragenlijst ingevuld. De vragenlijst is gebaseerd op gevalideerde vragenlijsten en bestaat uit 118 vragen verdeeld over verschillende thema s. De belangrijkste thema s zijn; de verpleegkundige werkomgeving, beoordeeld door middel van de Practice Environment Scale-Nursing Work Index (PES-NWI), de mate van burnout gemeten met de Maslach Burnout Inventory, de mate van tevredenheid met de huidige baan en de intentie om het ziekenhuis of de professie te verlaten, en de beoordeling van de kwaliteit en veiligheid van geleverde zorg op de eigen afdeling. Naast deze vragenlijst voor verpleegkundigen werden data verzameld met betrekking tot kenmerken van de deelnemende ziekenhuisorganisaties en is gebruik gemaakt van mortaliteitscijfers uit de Landelijke Medische (ontslag)registraties (LMR). In dit rapport worden zowel de beschrijvende resultaten van de vragenlijst voor de Nederlandse verpleegkundigen gepresenteerd als de resultaten van multilevel-analyses, met nationale en internationale data, waarbij is gekeken naar de associatie tussen enerzijds de kwaliteit van de verpleegkundige werkomgeving en anderzijds factoren met betrekking tot het welzijn van verpleegkundigen én mortaliteit bij patiënten. De resultaten van de RN4Cast studie laten zien dat de patiënt/verpleegkundige ratio en de werkomgeving significant geassocieerd zijn met het welzijn van verpleegkundigen, de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid. Ook lijken de patiënt verpleegkundige ratio en het opleidingsniveau geassocieerd te zijn met mortaliteit bij patiënten. Met name de mate van burnout, Verpleegkundig Leiderschap en Participatie in beleid van de werkomgeving blijken belangrijke factoren te zijn voor zowel het behoud van de verpleegkundigen voor het ziekenhuis als het behoud voor de professie. Het behoud van verpleegkundigen voor de professie blijkt daarnaast ook significant geassocieerd te zijn met een goede werkrelatie met artsen. De intentie om het ziekenhuis te verlaten is tevens significant geassocieerd met de perceptie van de geleverde kwaliteit van zorg. Wanneer we naar opleiding kijken blijkt dat significant meer HBO-opgeleiden de intentie hebben om het ziekenhuis te verlaten. Voorlopige resultaten laten verder zien dat een lager opleidingsniveau en een hogere patiënt/verpleegkundige ratio significant geassocieerd zijn met een hogere mortaliteit bij patiënten. 8

9 De resultaten van RN4Cast bevestigen het belang van een goede werkomgeving met voldoende competente verpleegkundigen. Het onderzoek toont aan dat deze factoren geassocieerd zijn met zowel het welzijn van de verpleegkundigen als met een betere kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg. Meer informatie over de Europese studie is te vinden op 9

10 1 Inleiding Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen vormen een bedreiging voor de duurzaamheid van onze gezondheidszorg. Het is te verwachten dat naarmate mensen langer leven, er steeds grotere aantallen ouderen zullen zijn die langdurige zorg nodig hebben. Bovendien vergrijst niet alleen de patiëntenpopulatie, maar ook de populatie gezondheidswerkers. Daarom is het belangrijk om te bepalen welke gespecialiseerde vaardigheden van gezondheidswerkers nodig zullen zijn, rekening houdend met het feit dat behandelingsmethoden veranderen door invoering van nieuwe technologieën en rekening houdend met de toename in het aantal oudere patiënten met meervoudige chronische aandoeningen. De Europese commissie onderzocht en beschreef in het Groenboek over de gezondheidswerkers in Europa (1) welke uitdagingen de Europese Commissie tegemoet gaat inzake gezondheidswerkers. Uit een consultatieronde naar aanleiding van dit Groenboek bleek sterke eensgezindheid omtrent de domeinen waarbinnen de Europese Commissie actie dient te ondernemen: 1. Het bepalen van toekomstige gezondheidszorgbehoeften en het bijstaan van de Lidstaten in het plannen van de behoefte aan gezondheidsdiensten en -werkers; 2. Het bepalen van het benodigd toekomstig competentieprofiel en vaardigheden van gezondheidswerkers en het bijstaan van de Lidstaten in het opleiden van gezondheidswerkers; 3. Het verhogen van de aantrekkelijkheid van gezondheidszorgberoepen door het verbeteren van werkomstandigheden; 4. Het analyseren van de uitdagingen die een toenemende migratie en mobiliteit van gezondheidswerkers met zich meebrengen. Resultaten van een internationale studie van Aiken et al. (2, 3) toonden al aan dat een nietoptimale personeelsinzet van verpleegkundigen, zowel voor wat betreft het aantal verpleegkundigen als de kwalificatiegraad van deze verpleegkundigen, een belangrijke negatieve invloed uitoefent op zowel zorgresultaten (mortaliteit en failure-to-rescue) als het welzijn van verpleegkundigen (bijvoorbeeld burnout en ontevredenheid over het werk). De resultaten van bovengenoemde studie waren gebaseerd op voornamelijk de Noord- Amerikaanse zorgsetting, die op belangrijke punten afwijkt van de Europese. Om de situatie in Europa in kaart te brengen, is de Nurse Forecasting (RN4CAST) studie uitgevoerd. In de RN4CAST-studie werden alle bovengenoemde thema s onderzocht, zij het specifiek gericht op verpleegkundigen werkzaam in ziekenhuizen. Het RN4CAST consortium bestond oorspronkelijk uit 11 Europese landen (België, Duitsland, Finland, Griekenland, Ierland, Nederland, Polen, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland) en is later uitgebreid met Noorwegen. In figuur 1 worden de deelnemende landen weergegeven waarbij niet EU-land Noorwegen met een afwijkende kleur is aangegeven. 10

11 Met deze studie wordt een bijdrage geleverd aan de uitbreiding en verfijning van voorspellende modellen voor de arbeidsmarkt voor verpleegkundigen in Europa. Figuur 1: Europese partners RN4Cast In dit rapport worden zowel de beschrijvende resultaten van de vragenlijst voor de Nederlandse verpleegkundigen gepresenteerd als de resultaten van nationale en internationale analyses waarbij is gekeken naar de relatie tussen kwaliteit van de werkomgeving en uitkomsten bij verpleegkundigen en patiënten. In hoofdstuk 2 staat de gebruikte methode beschreven, gevolgd door de resultaten in hoofdstuk 3. In het 4 e en laatste hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven en bediscussieerd. 11

12 2 Methode 2.1 Design De RN4Cast studie heeft een multicenter cross-sectioneel design en is uitgevoerd in 12 Europese landen. De methode en de gebruikte instrumenten zijn op Europees niveau ontwikkeld. 2.2 Steekproef Ziekenhuizen met tenminste 100 bedden konden deelnemen aan de studie. Per ziekenhuis zijn minimaal twee chirurgische en interne verpleegafdelingen voor volwassenen at random geselecteerd. Meer gespecialiseerde afdelingen, zoals de intensive care of nierdialyseafdeling, werden vooraf uitgesloten van deelname om vergelijkbaarheid tussen ziekenhuizen en landen te vergroten. Alle verpleegkundigen van de geselecteerde afdelingen mochten deelnemen aan de studie, met uitzondering van de verpleegkundigen die op dat moment afwezig waren door ziekte, zwangerschapsverlof of vakantie. De dataverzameling heeft plaatsgevonden in de periode van september 2009 tot maart 2010 en besloeg per ziekenhuis een tijdsperiode van één maand. De opzet van de Europese studie is na te lezen in een internationale publicatie van Sermeus et al. (4). 2.3 Variabelen en Meetinstrumenten Voor de dataverzameling is gebruik gemaakt van verschillende instrumenten en bronnen: Vragenlijst voor verpleegkundigen Inventarisatie van ziekenhuiskenmerken (aantal bedden, aantal werknemers, specialisatie, etc.) Administratieve databases met onder meer de mortaliteitsgegevens van patiënten. Vragenlijst naar patiënttevredenheid (optioneel, niet in Nederland uitgevoerd) Vragenlijst voor verpleegkundigen De vragenlijst voor verpleegkundigen is gebaseerd op een aantal gevalideerde vragenlijsten en bestaat uit 118 vragen over verschillende thema s; werkomgeving, werkgerelateerde burnout, de mate van baantevredenheid, de intentie om het ziekenhuis te verlaten en de kwaliteit en veiligheid van zorg op de eigen afdeling. Tevens werden demografische kenmerken van de verpleegkundige gevraagd Verpleegkundige werkomgeving Voor de beoordeling van de werkomgeving is gebruik gemaakt van de Practice Environment Scale-Nursing Work Index (PES-NWI) (5). De PES-NWI is een internationaal gevalideerde vragenlijst voor verpleegkundigen om de dynamiek binnen de werkomgeving te meten en de gevolgen van deze dynamiek voor zowel verpleegkundigen als op zorgresultaten te onderzoeken (5). De PES-NWI werd ontwikkeld vanuit een onderzoek naar kenmerken die de hoge mate van attractiviteit en behoud van verpleegkundigen in enkele van de zogenaamde magneetziekenhuizen bepaalden (6) en wordt door het Amerikaanse National Quality Forum aanbevolen als de standaardvragenlijst in dit type onderzoek. 12

13 De PES-NWI bevat 32 uitspraken betreffende 5 dimensies van de verpleegkundige werkomgeving, die gescoord moeten worden op een 4-punts Likert schaal ( helemaal niet mee eens, niet mee eens, mee eens, helemaal mee eens ). Voor zowel het totaal van de lijst als per dimensie kan hiermee een score berekend worden. De minimum score is 1 en de maximum score is 4. Hoe hoger de score hoe positiever het oordeel van de verpleegkundige over de werkomgeving (7). Bij een score van 2,5 of hoger zijn meer verpleegkundigen positief dan negatief over dat aspect van de werkomgeving. Tabel 1 geeft een overzicht van de vijf dimensies van de PES-NWI en de bijbehorende uitspraken. Tabel 1: The practice Environment Scale (PES-NWI) - Verpleegkundige Werkomgeving Dimensie In welke mate vindt u dat de volgende elementen aanwezig zijn in uw huidige baan? Personeelsinzet 1. Adequate ondersteunende diensten stellen mij in staat tijd door te brengen met mijn patiënten. 2. Er is voldoende tijd en gelegenheid om te overleggen met andere verpleegkundigen over problemen betreffende de patiëntenzorg. 3. Er zijn voldoende verpleegkundigen om kwalitatief goede patiëntenzorg te verlenen. 4. Er is voldoende personeel om het werk rond te krijgen. Relatie tussen artsen en verpleegkundigen Verpleegkundig management, leiderschap en ondersteuning van verpleegkundigen Verpleegkundige visie op Kwaliteitszorg Deelname van verpleegkundigen aan het ziekenhuisbeleid 5. Artsen en verpleegkundigen hebben goede werkrelaties. 6. Artsen waarderen observaties en oordelen van verpleegkundigen. 7. Artsen erkennen de bijdrage van verpleegkundigen aan de patiëntenzorg. 8. Er is veel teamwerk tussen verpleegkundigen en artsen. 9. Artsen respecteren verpleegkundigen als professionals. 10. Er is samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen. 11. Artsen schatten verpleegkundigen hoog in. 12. Leidinggevenden ondersteunen verpleegkundigen. 13. De hoofdverpleegkundige is een goede manager en leidinggevende. 14. Er is lof en erkenning voor goed uitgevoerd werk. 15. De hoofdverpleegkundige steunt de verpleegkundigen in het nemen van beslissingen, ook wanneer het een meningsverschil met een arts betreft. 16. Er zijn actieve programma's voor ontwikkeling van het personeel of voortgezette opleiding voor verpleegkundigen. 17. De leiding van het ziekenhuis verwacht hoogstaande verpleegkundige zorg. 18. De omgeving waarin patiëntenzorg wordt verleend kenmerkt zich door een duidelijke verpleegkundige visie. 19. Er wordt gewerkt met klinisch competente verpleegkundigen. 20. Er is een actief programma voor kwaliteitsbewaking. 21. Er is een inwerkprogramma voor nieuwe verpleegkundigen. 22. De verpleegkundige zorg is eerder gebaseerd op een verpleegkundig model dan op een medisch model. 23. Er zijn geschreven, up-to-date zorgplannen voor alle patiënten. 24. De toewijzing van patiënten streeft continuïteit van zorg na. 25. Er zijn voldoende carrièremogelijkheden. 26. Voor verpleegkundigen bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan beleidsbeslissingen. 27. De verpleegkundig directeur is zeer zichtbaar en toegankelijk voor verpleegkundigen. 28. De verpleegkundig directeur is gelijkwaardig aan andere directieleden van het ziekenhuis voor wat betreft beslissingskracht en autoriteit. 29. Er zijn voldoende mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling. 30. De leiding van het ziekenhuis luistert naar en reageert op zorgen van personeel. 31. Verpleegkundigen zijn betrokken bij het interne beleid van het ziekenhuis (bv. praktijk- en beleidscommissies). 32. Verpleegkundigen hebben de mogelijkheid om deel uit te maken van ziekenhuis- en verpleegkundige commissies. 13

14 Werkgerelateerde burnout De Maslach Burnout Inventory (MBI) (8) is de gouden standaard voor het meten van werkgerelateerde burnout. Hierin zijn drie dimensies te onderscheiden; Emotionele uitputting waarbij het met name gaat om het gevoel van uitputting en moeheid gerelateerd aan het werk, Depersonalisatie betreft het meer afstand nemen van het werk en collega s Persoonlijke bekwaamheid waarbij het accent ligt op het gevoel het werk al dan niet goed te kunnen uitvoeren. De MBI bevat in totaal 22 uitspraken waarbij de uitspraken worden gescoord van 0 ( nooit ) tot 6 ( elke dag ) en waarbij hogere scores een hogere mate van Emotionele uitputting (9 items, maximum=54), Depersonalisatie (5 items, maximum=30) en Persoonlijke bekwaamheid (8 items, maximum=48) weergeven. Voor het bepalen van de mate van burnout werd gebruik gemaakt van de richtwaarden van Maslach, Jackson en Leiter (8). De items van de MBI worden weergegeven in tabel 2. Tabel 2: Overzicht thema s en stellingen MBI Dimensie Stellingen 1. Ik voel me emotioneel uitgeput door mijn werk. Emotionele uitputting 2. Ik voel me leeg aan het einde van de werkdag. 3. Ik voel me vermoeid wanneer ik 's morgens opsta en er weer een werkdag voor me ligt. 4. De hele dag met mensen werken is echt een hele belasting voor mij. 5. Ik voel me opgebrand door mijn werk. 6. Ik voel me gefrustreerd door mijn baan. 7. Ik heb het gevoel dat ik in mijn baan te hard werk. 8. Rechtstreeks werken met mensen bezorgt me te veel stress. 9. Ik voel me aan het eind van mijn Latijn. Depersonalisatie 10. Ik heb het gevoel dat ik sommige patiënten als objecten behandel. 11. Ik ben onverschilliger geworden tegenover mensen sinds ik deze baan heb. 12. Ik maak me zorgen dat deze baan me emotioneel verhard. 13. Het kan me niet echt schelen wat er met sommige patiënten gebeurt. 14. Ik heb het gevoel dat patiënten me de schuld geven van sommige van hun problemen. Persoonlijke bekwaamheid 15. Ik kan makkelijk begrijpen hoe mijn patiënten zich voelen. 16. Ik ga zeer doeltreffend om met de problemen van mijn patiënten. 17. Ik heb het gevoel dat ik het leven van andere mensen positief beïnvloed. 18. Ik voel me zeer energiek. 19. Ik kan makkelijk een ontspannen sfeer scheppen met mijn patiënten. 20. Ik verwezenlijk veel waardevolle dingen in deze baan. 21. Ik voel me opgevrolijkt nadat ik intensief met patiënten heb gewerkt. 22. In mijn werk ga ik heel rustig om met emotionele problemen. 14

15 Baantevredenheid Baantevredenheid wordt direct of indirect beïnvloed door de werkomgeving (9, 10) en is gemeten met een tweetal vragen. Aan de verpleegkundigen werd gevraagd hoe tevreden zij waren met hun huidige baan. Deze vraag werd beantwoord op een 4-puntsschaal waarbij de antwoorden varieerden van zeer ontevreden tot zeer tevreden. Vervolgens werd meer specifiek gevraagd naar de tevredenheid met verschillende aspecten van de baan; flexibele dienstroosters, mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling, autonomie in het werk, professionele status, salaris, opleidingsmogelijkheden, vakantiedagen, ziekteverlof en studieverlof. Ook werden verpleegkundigen gevraagd een algemene beoordeling te geven van hun werkomgeving. Zij konden deze vraag beantwoorden met; slecht, redelijk, goed of uitstekend. Daarnaast werd gevraagd of zij het eigen ziekenhuis zouden aanbevelen aan familie en vrienden, en aan collega s. Ook deze vraag kon beantwoord worden op een 4- puntsschaal waarbij de antwoordmogelijkheden varieerden van zeker wel tot zeker niet Intentie om het ziekenhuis te verlaten Aan de verpleegkundigen werd gevraagd of zij de intentie hadden om het komende jaar het ziekenhuis te verlaten vanwege ontevredenheid met de baan. Indien ja, dan konden zij aangeven wat hun voorkeur zou hebben, een verpleegkundige baan in een ander ziekenhuis, een verpleegkundige baan maar niet in het ziekenhuis, of een baan buiten de verpleging Kwaliteit en veiligheid Beoordeling van de kwaliteit van zorg door verpleegkundigen blijkt een goede indicatie te zijn van de kwaliteit van zorg en blijkt gerelateerd te zijn aan patiënten uitkomsten(11). Aan de verpleegkundigen werd gevraagd hoe zij de kwaliteit van zorg op de eigen afdeling beoordeelden. Deze vraag kon beantwoord worden met slecht, redelijk, goed of uitstekend. In aanvulling op de beoordeling van de kwaliteit werd de verpleegkundigen gevraagd aan te geven of de kwaliteit van zorg in het afgelopen jaar was toe- of afgenomen, of hetzelfde was gebleven. Ook werd een 7-tal vragen gesteld naar de veiligheidscultuur. Deze vragen waren ontleend aan de AHRQ Safety Culture Questionnaire (12). Met betrekking tot patiëntveiligheid konden de verpleegkundigen een oordeel geven op een 5-puntsschaal met als antwoordmogelijkheden zeer slecht, slecht, aanvaardbaar, zeer goed, of uitstekend Taken verpleegkundigen Voor een aantal niet-specifiek verpleegkundige taken is gevraagd naar de frequentie waarmee verpleegkundigen deze taken uitvoerden. Het ging hierbij om de volgende taken: het opdienen en afruimen van maaltijden, het uitvoeren van niet-verpleegkundige zorg, het regelen van ontslag, afspraken en transport, routine bloedafname, patiëntentransport binnen het ziekenhuis, schoonmaken van patiëntenkamers en materiaal, inspringen voor nietverpleegkundige diensten, bestellen van voorraden of materialen en het beantwoorden van 15

16 de telefoon en uitvoeren van administratieve taken. Verpleegkundigen konden aangeven of zij deze taken nooit, soms of vaak uitvoerden. Vervolgens werd voor een aantal specifiek verpleegkundige taken gevraagd om aan te geven welke taken verpleegkundigen niet konden uitvoeren in hun meest recente dienst, terwijl dit wel nodig was. Het ging hierbij om de volgende taken; Adequate observatie van patiënten, huidverzorging, mondhygiëne, pijnmanagement, troosten van/praten met patiënten, educatie van patiënten en familie, behandeling en procedures, tijdig toedienen van medicatie, patiënten en hun familie voorbereiden op ontslag, adequaat documenteren van verpleegkundige zorg, ontwikkelen of updaten van verpleegkundige zorgplannen, de zorg plannen en het geven van wisselligging Mortaliteit Ontslagregistraties van ziekenhuizen zijn gebruikt om data op patiëntniveau te verkrijgen, zoals mortaliteitscijfers, nevendiagnoses, opnameduur, geslacht en leeftijd, om op internationaal niveau te kunnen onderzoeken of kenmerken van de verpleegkundige werkomgeving geassocieerd zijn met mortaliteit Organisatiekenmerken Per ziekenhuis was één contactpersoon verantwoordelijk voor het invullen van een vragenlijst met betrekking tot de kenmerken van de organisatie. Hierbij ging het om het aantal bedden, het aantal afdelingen en verpleegkundigen per ziekenhuis, het ziekteverzuim, het aantal vacatures, het aantal artsen en het al dan niet aanwezig zijn van de mogelijkheden tot het leveren van hoog specialistische zorg. 2.4 Analyses Nationaal en Internationaal Werkomgeving en welzijn van verpleegkundigen en patiënten. De resultaten van de vragenlijst zijn allereerst beschrijvend geanalyseerd. Hierbij zijn frequenties, gemiddelde (standaard deviatie) en mediaan (interkwartiel range) berekend. Internationale analyses met verpleegkundige uitkomstmaten Op internationaal niveau zijn multilevel regressieanalyses uitgevoerd om de relatie te onderzoeken tussen enerzijds de kwaliteit van de verpleegkundige werkomgeving (PES- NWI) en de patiënten/verpleegkundige ratio, en anderzijds de baantevredenheid, de mate van burnout, de intentie om het ziekenhuis te verlaten, en de perceptie van de verpleegkundigen ten aanzien van kwaliteit en veiligheid van zorg Internationale analyses met uitkomstmaten op patiëntniveau Op internationaal niveau werden multilevel regressie analyses uitgevoerd om te bepalen in welke mate de 30-dagen mortaliteit samenhangt met de inzet van aantal patiënten per verpleegkundige, het opleidingsniveau van verpleegkundigen en de perceptie van de verpleegkundige werkomgeving (PES-NWI). Met 30-dagen mortaliteit wordt bedoeld het aantal patiënten dat is overleden tijdens de eerste 30-dagen van de opname in het ziekenhuis. In de analyses worden de data gebruikt 16

17 van 9 van de 12 Europese Unie landen (inclusief Nederland) die deelnamen aan de RN4Cast studie. In drie landen waren de mortaliteitsregistraties van onvoldoende kwaliteit voor inclusie in deze analyses. Om voor verschillen in de patiëntenpopulatie te corrigeren worden land, ziekenhuiskenmerken (aantal bedden, aanwezigheid mogelijkheden tot het leveren van hoog specialistische zorg, opleidingsstatus) en patiëntkenmerken (geslacht, leeftijd, type opname, pseudo DRG s (Diagnosis Related Groups) en Charlson Co-morbidity Index meegenomen in de analyse Intentie tot verlaten van het ziekenhuis of de professie Zowel met de nationale als met de internationale data van 10 Europese landen, zijn multilevel-analyses (SAS v 8.2, methode Laplace) uitgevoerd om te onderzoeken welke factoren het sterkst geassocieerd zijn met de intentie om het ziekenhuis en de professie te verlaten. Bij deze analyses zijn de data van Griekenland en Zweden buiten beschouwing gelaten vanwege een te klein aantal verpleegkundigen in de Griekse dataset en het niet tot units terug kunnen herleiden van de Zweedse data. Bij de analyses is rekening gehouden met de clustering op land-, en afdelingsniveau. De onafhankelijke variabelen in deze analyse waren; de 5 dimensies van de PES-NWI voor de beoordeling van de verpleegkundige werkomgeving, de patiënt-verpleegkundige ratio, burnout, leeftijd, geslacht, soort aanstelling en opleidingsniveau van de verpleegkundige, soort afdeling, grootte van het ziekenhuis, technische capaciteit van het ziekenhuis en de regio. 17

18 3 Resultaten In de hiernavolgende paragrafen worden eerst de resultaten beschreven van de vragenlijst voor verpleegkundigen (paragraaf 3.1 & 3.2). Daarna volgen in paragraaf de resultaten van internationale analyses naar de associatie van werkomgeving en patiënt/verpleegkundige staffing-ratio met het welzijn van verpleegkundigen en perceptie van kwaliteit en veiligheid. Paragraaf geeft de resultaten van nationale en internationale analyses naar de intentie om het beroep en om de professie te verlaten. De laatste paragraaf betreft de voorlopige resultaten van de internationale analyse naar de associatie van de patiënt/verpleegkundige staffing-ratio met mortaliteit. 3.1 Steekproef In Nederland hebben 23 ziekenhuizen deelgenomen aan de studie. Dit is iets meer dan een derde deel (37%) van de ziekenhuizen die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de studie. Meer dan de helft van de steekproef bestond uit middelgrote ziekenhuizen, de ziekenhuizen waren verspreid over het hele land en het aantal snijdende afdelingen was gelijk aan het aantal beschouwende afdelingen (tabel 4). Tabel 4: Kenmerken deelnemende ziekenhuizen Variabele Definiëring Aantal (%) Soort afdeling (n=131) Snijdend Beschouwend Snijdend/beschouwend 63 (48%) 63 (48%) 5 (4%) Grootte ziekenhuis (n=23) Regio/stedelijkheid (n=23) <300 bedden bedden >600 bedden Noordoost Zuidoost West Grote stad 4 (17%) 13 (57%) 6 (26%) 5 (22%) 9 (39%) 4 (17%) 5 (22%) 3.2 Vragenlijst voor verpleegkundigen 69% van de Nederlandse verpleegkundigen heeft de vragenlijst ingevuld. Zij werkten op 131 verschillende afdelingen verdeeld over 23 ziekenhuizen. Het overgrote deel van de respondenten is vrouw (92%). De gemiddelde leeftijd was 37 jaar (sd=11). 32% van de verpleegkundigen was HBO-opgeleid en 43% werkte fulltime. Gemiddeld had men 14 jaar (sd=11) ervaring als verpleegkundige en werkte men 11 jaar (sd=9) in het huidige ziekenhuis. Tabel 5 geeft een overzicht van het aantal ziekenhuizen, units en verpleegkundigen van de gehele internationale steekproef. De responspercentages lopen uiteen van 39% tot 97%, waarbij Nederland gemiddeld scoort met een responspercentage van 67%. Het aantal verpleegkundigen varieert van 367 in Griekenland tot in Zweden, waarbij de Zweedse verpleegkundigen niet te herleiden zijn naar de verschillende units binnen de instellingen omdat zij benaderd zijn via de beroepsverenigingen en niet via de ziekenhuizen. 18

19 Tabel 5: Deelnemende ziekenhuizen, verpleegkundigen en afdelingen in 12 Europese landen Land Ziekenhuizen Verpleegkundigen Units Respons % België Finland Duitsland Griekenland Ierland Nederland Noorwegen Polen Spanje Zweden nvt 70 Zwitserland Groot Brittannië Alle landen Verpleegkundige werkomgeving In deze paragraaf worden de resultaten weergegeven voor de scores op 5 dimensies van de Practice Environment Scale - Nursing Work Index (PES-NWI). Eerst worden de Nederlandse en Europese scores op de 5 dimensies gepresenteerd (figuur 2), daarna wordt verder ingezoomd op de Nederlandse resultaten. Een hogere score op de PES-NWI betekent een meer positieve beoordeling van de werkomgeving. 4,0 PES NWI Dimensies 3,5 3,0 2,8 2,8 2,8 2,7 2,8 2,7 2,5 2,0 1,5 2,4 2,2 2,4 2,3 NL EU 1,0 Personeelsinzet Relatie tussen arts en verpleegkundigen Verpleegkundig management, leiderschap en ondersteuning Verpleegkundige visie op kwaliteitszorg Deelname van verpleegkundigen aan het ziekenhuisbeleid Figuur 2: Gemiddelde scores op de 5 PES-NWI dimensies van verpleegkundigen in Nederland & Europa De Nederlandse verpleegkundigen scoren bij alle dimensies van de PES-NWI boven het Europese gemiddelde. Het verschil tussen de internationale resultaten en de Nederlandse resultaten is het grootst bij de dimensie personeelsinzet en adequate voorziening van 19

20 middelen, de gemiddelde score voor Nederland is hier 2,4 ten opzichte van 2,2 voor de 12 EU-landen. Van de 5 dimensies scoort Nederland het minst goed op Personeelsinzet en Deelname van verpleegkundigen aan het ziekenhuisbeleid. Bij beide dimensies is de gemiddelde score 2,4 met respectievelijk een range van 2,0-2,8 en 1,1-3,8. Hieruit blijkt dat de mening over deelname aan het ziekenhuisbeleid meer varieert dan bij inzet van personeel. De gemiddelde score op de andere drie dimensies is 2,8 waarbij de range weinig varieert. Bij de dimensie Relatie arts/verpleegkundige is de range 2,5-2,9, bij de dimensie Verpleegkundig management, leiderschap en ondersteuning van verpleegkundigen is de range 2,5-3,2 en bij de dimensie Verpleegkundige visie op kwaliteitszorg is dit 2,6-3, Personeelsinzet In figuur 3 is te zien hoe ieder van de deelnemende ziekenhuizen scoort op de PES-NWI dimensie Personeelsinzet. Er zijn duidelijke verschillen tussen de ziekenhuizen, slechts 3 ziekenhuizen hebben een mediane score die duidelijk boven de 2,5 ligt. Twaalf van de 23 ziekenhuizen scoren onder de 2,5. 4,00 3,50 Personeelsinzet (PES NWI scores) 3,00 2,50 2,00 1,50 1e kwartiel Min Med Max 3e kwartiel 1,00 Totaal Ziekenhuizen Figuur 3: Personeelsinzet, overzicht scores van de deelnemende ziekenhuizen (NL) Om meer inzicht te krijgen in de betekenis van de resultaten worden in figuur 4 de resultaten per stelling getoond. Per stelling is het percentage verpleegkundigen weergegeven dat het (helemaal) niet eens is met de betreffende stelling. In figuur 4 is te zien dat meer dan de helft van de verpleegkundigen vindt dat er te weinig verpleegkundigen zijn om kwalitatief goede patiëntenzorg te leveren en dat er onvoldoende personeel is om het werk rond te krijgen. Bijna 40% vindt dat er onvoldoende tijd is voor overleg, meer dan 40% vindt dat er te weinig adequate ondersteunende diensten zijn. 20

21 Personeelsinzet (PES NWI stellingen) 100% 80% 60% 40% 20% 0% 4% 3% 39% 34% 1. Adequate ondersteunende diensten 2. Voldoende tijd voor overleg 14% 14% 54% 54% 3. Voldoende verpleegkundigen 4. Voldoende personeel Niet mee eens Helemaal niet mee eens Figuur 4: Oordeel verpleegkundigen over personeelsinzet (NL) 1. Adequate ondersteunende diensten stellen mij in staat tijd door te brengen met mijn patiënten. 2. Er is voldoende tijd en gelegenheid om te overleggen met andere verpleegkundigen over problemen betreffende de patiëntenzorg. 3. Er zijn voldoende verpleegkundigen om kwalitatief goede patiëntenzorg te verlenen. 4. Er is voldoende personeel om het werk rond te krijgen Relatie tussen artsen en verpleegkundigen Ook bij de PES-NWI dimensie Relatie tussen artsen en verpleegkundigen zijn er duidelijke verschillen te zien tussen de ziekenhuizen (figuur 5). Slechts bij één ziekenhuis ligt mediane score onder de 2,5. Bij alle andere ziekenhuizen ligt het zwaartepunt tussen de 2,5 en de 3,0. 4 Relatie Arts en Verpleegkundige (PES NWI scores) 3,5 3 2,5 2 1,5 1e kwartiel Min Med Max 3e kwartiel 1 Totaal Ziekenhuizen Figuur 5: Relatie Artsen en Verpleegkundigen, overzicht deelnemende ziekenhuizen (NL) 21

22 Bijna de helft van de verpleegkundigen denkt dat artsen verpleegkundigen niet hoog inschatten. Bijna 40% vindt dat er weinig teamwerk is tussen verpleegkundigen en artsen. Een vijfde deel van de verpleegkundigen vindt dat artsen en verpleegkundigen geen goede werkrelaties hebben. 100% 80% Relatie Arts/Verpleegkundige (PES NWI stellingen) 60% 40% 20% 0% 1% 1% 19% 1% 12% 17% 1% 37% 1% 22% 1% 15% 2% 47% Niet mee eens Helemaal niet mee eens Figuur 6: Oordeel verpleegkundigen over de relatie tussen artsen en verpleegkundigen (NL) 1. Artsen en verpleegkundigen hebben goede werkrelaties. 2. Artsen waarderen observaties en oordelen van verpleegkundigen. 3. Artsen erkennen de bijdrage van verpleegkundigen aan de patiëntenzorg. 4. Er is veel teamwerk tussen verpleegkundigen en artsen. 5. Artsen respecteren verpleegkundigen als professionals. 6. Er is samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen. 7. Artsen schatten verpleegkundigen hoog in. 22

23 Verpleegkundig management, leiderschap en ondersteuning De verschillen tussen de ziekenhuizen bij de PES-NWI dimensie Verpleegkundig management, leiderschap en ondersteuning zijn niet erg groot (figuur 7). Een vijftal ziekenhuizen scoort duidelijk beter met een score van 3,0 of hoger. Bij bijna alle andere ligt deze waarde tussen 2,8 en 3,0. 4,00 3,50 Verpleegkundig leiderschap (PES NWI scores) 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 Totaal Alle ziekenhuizen 1e kwartiel Min Med Max 3e kwartiel Figuur 7: Verpleegkundig leiderschap, overzicht deelnemende ziekenhuizen (NL) Bij deze dimensie valt op dat de helft van de verpleegkundigen vindt dat zij weinig lof en erkenning voor goed uitgevoerd werk krijgen. Daarnaast vindt een kwart van de verpleegkundigen de hoofdverpleegkundige geen goede manager en leidinggevende. 100% 80% Verpleegkundig Leiderschap (PES NWI stellingen) 60% 40% 20% 0% 3% 1% 17% 22% 1. Ondersteuning 2. Leidinggevende Niet mee eens 5% 45% 2% 13% 3. Erkenning 4. Steun bij beslissingen Helemaal niet mee eens Figuur 8: Oordeel verpleegkundigen over verpleegkundig leiderschap (NL) 1. Leidinggevenden ondersteunen verpleegkundigen. 2. De hoofdverpleegkundige is een goede manager en leidinggevende. 3. Er is lof en erkenning voor goed uitgevoerd werk. 4. De hoofdverpleegkundige steunt de verpleegkundigen in het nemen van beslissingen, ook wanneer het een meningsverschil met een arts betreft. 23

24 Verpleegkundige visie op kwaliteitszorg De verschillen tussen de ziekenhuizen op de PES-NWI dimensie Verpleegkundige visie op kwaliteitszorg zijn niet erg groot (figuur 9). Bij alle ziekenhuizen ligt de mediane score tussen 2,5 en 3,0. Eén ziekenhuis doet het duidelijk beter met een score van 3,0. 4 3,5 Verpleegkundige visie Kwaliteitszorg (PES NWI scores) 3 2,5 2 1,5 1e kwartiel Min Med Max 3e kwartiel 1 Totaal Ziekenhuizen Figuur 9: Verpleegkundige visie / kwaliteitszorg, overzicht deelnemende ziekenhuizen (NL) Meer dan de helft van de verpleegkundigen geeft aan dat niet alle patiënten een up-to-date zorgplan hebben (figuur 10). Ruim een derde van de verpleegkundigen vindt dat er 1) geen actieve programma's voor ontwikkeling van het personeel of voortgezette opleiding voor verpleegkundigen zijn, 2) dat de omgeving waarin patiëntenzorg wordt verleend zich niet kenmerkt door een duidelijke verpleegkundige visie en 3) dat er geen actief programma voor kwaliteitsbewaking is. 24

25 Verpleegkundige visie Kwaliteitszorg (PES NWI stellingen) 100% 80% 60% 40% 20% 0% 3% 32% 1% 5% 2% 31% 1% 16% 3% 32% 2% 16% 1% 26% 8% 47% 3% 21% Niet mee eens Helemaal niet mee eens Figuur 10: Oordeel verpleegkundigen over zichtbaarheid van verpleegkundige visie op kwaliteitszorg (NL) 1. Er zijn actieve programma's voor ontwikkeling van het personeel of voortgezette opleiding voor verpleegkundigen. 2. De leiding van het ziekenhuis verwacht hoogstaande verpleegkundige zorg. 3. De omgeving waarin patiëntenzorg wordt verleend kenmerkt zich door een duidelijke verpleegkundige visie. 4. Er wordt gewerkt met klinisch competente verpleegkundigen. 5. Er is een actief programma voor kwaliteitsbewaking. 6. Er is een inwerkprogramma voor nieuwe verpleegkundigen. 7. De verpleegkundige zorg is eerder gebaseerd op een verpleegkundig model dan op een medisch model. 8. Er zijn geschreven, up-to-date zorgplannen voor alle patiënten. 9. De toewijzing van patiënten streeft continuïteit van zorg na (dezelfde verpleegkundige zorgt voor dezelfde patiënt de ene dag na de andere). 25

26 Deelname van verpleegkundigen aan het ziekenhuisbeleid Alle ziekenhuizen scoren op de PES-NWI dimensie Deelname verpleegkundigen aan ziekenhuisbeleid minder goed dan bij de andere dimensies (figuur 11). Slechts twee ziekenhuizen hebben een score boven 2,5. Acht ziekenhuizen hebben een score van precies 2,5, de overige 14 ziekenhuizen scoren hebben een lagere waarde, tussen de 2,2 en de 2,5. 4 3,5 Deelname ziekenhuisbeleid (PES NWI scores) 3 2,5 2 1,5 1e kwartiel Min Med Max 3e kwartiel 1 Totaal Ziekenhuizen Figuur 11: Deelname verpleegkundigen aan ziekenhuisbeleid, overzicht deelnemende ziekenhuizen (NL) 26

27 De resultaten van de PES-NWI dimensie Deelname verpleegkundigen aan ziekenhuisbeleid (figuur 12) laten zien dat verpleegkundigen in de eigen instelling weinig mogelijkheden zien voor carrière en loopbaanontwikkeling en dat zij zich niet gehoord voelen. De meeste verpleegkundigen hebben wel de mogelijkheid om deel uit te maken van (verpleegkundige) commissies. 100% 80% 60% 40% 20% 0% Deelname ziekenhuisbeleid'(pes NWI stellingen ) 30% 4% 10% 13% 8% 8% 3% 53% 53% 53% 49% 57% 53% 36% 1% 9% Niet mee eens Helemaal niet mee eens Figuur 12: Oordeel verpleegkundigen over deelname verpleegkundigen aan ziekenhuisbeleid (NL) 1. Er zijn carrièremogelijkheden (klinische ladder). 2. Het is mogelijk voor verpleegkundigen om deel te nemen aan beleidsbeslissingen. 3. De verpleegkundig directeur is zeer zichtbaar en toegankelijk voor verpleegkundigen. 4. De verpleegkundig directeur is gelijkwaardig aan andere directieleden van het ziekenhuis voor wat betreft beslissingskracht en autoriteit. 5. Er zijn mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling. 6. De leiding van het ziekenhuis luistert naar en reageert op zorgen van personeel. 7. Verpleegkundigen zijn betrokken bij het interne beleid van het ziekenhuis (bv. praktijk- en beleidscommissies). 8. Verpleegkundigen hebben de mogelijkheid om deel uit te maken van ziekenhuis- en verpleegkundige commissies. 27

28 3.2.2 Werkgerelateerde burnout In figuur 13 staan de resultaten weergegeven van het totaal van de Nederlandse en de Europese verpleegkundigen op de drie dimensies van de Maslach Burnout Inventory (Emotionele uitputting, Depersonalisatie en Persoonlijke bekwaamheid). 10% van de Nederlandse verpleegkundigen scoort hoog op de dimensie Emotionele uitputting ten opzichte van 30% bij het totaal van de 12 EU landen. Ook bij de andere twee dimensies hebben de Nederlandse verpleegkundigen minder vaak een hoge burnoutscore, bij Depersonalisatie heeft 3% van de Nederlandse verpleegkundigen een hoge burnout-score ten opzichte van 10% bij de EU-verpleegkundigen en bij Persoonlijke bekwaamheid is dit 10% voor de Nederlandse verpleegkundigen ten opzichte van 29% voor de EU. a. Emotionele uitputting b. Depersonalisatie 100% 100% 90% 90% 80% 40% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 67% 23% 10% NL 31% 29% EU Laag Midden Hoog 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 89% 12% 3% NL 70% 20% 10% EU Laag Midden Hoog 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% c. Persoonlijke bekwaamheid 53% 60% laag Midden 29% Hoog 27% 13% 18% NL EU Figuur 13: Percentage verpleegkundigen in Nederland en de 12 EU-landen, dat laag/midden/hoog scoort op de 3 dimensies van de Maslach Burnout Inventory. 28

29 3.2.3 Baantevredenheid Tevredenheid huidige baan 89% van de Nederlandse verpleegkundigen is (zeer) tevreden met de huidige baan. Bij het totaal van de 12 EU-landen is dit het geval bij 72% van de verpleegkundigen. Het minst tevreden zijn de Nederlandse verpleegkundigen over het salaris, opleidingsmogelijkheden en mogelijkheden tot loopbaanontwikkeling (figuur 14). Studieverlof 70% 1% Ziekteverlof 88% 2% Vakantiedagen 78% 2% Opleidingsmogelijkheden 64% 4% Salaris 41% 0% Professionele status 79% 3% Autonomie in het werk 86% 5% Mogelijkheden loopbaanontwikkeling 62% 4% Flexibele dienstroosters 74% 13% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Tevreden Zeer tevreden Figuur 14: Percentage verpleegkundigen dat (zeer) tevreden is met verschillende aspecten van de baan Beoordeling werkomgeving Van de Nederlandse verpleegkundigen beoordeelt 55% de werkomgeving als goed tot uitstekend, 42% beoordeelt de werkomgeving als redelijk ; 3% als slecht. Van de Europese verpleegkundigen beoordeelt 45% de werkomgeving als goed of uitstekend. Ook hier zijn de Nederlandse verpleegkundigen meer tevreden dan de Europese verpleegkundigen. 29

30 Aanbevelen ziekenhuis aan collega s of familie Het eigen ziekenhuis wordt door respectievelijk 27% en 29% van de verpleegkundigen aanbevolen aan collega-verpleegkundigen en familie of vrienden. Dit verschilt nauwelijks van de Europese verpleegkundigen (figuur 15). Aanbevelen eigen ziekenhuis % dat zkh aanbeveelt aan vrienden en familie (NL) 29% 57% % dat zkh aanbeveelt aan vrienden en familie (EU) 24% 59% Zeker wel % dat zkh aanbeveelt aan collega verpleegkundigen (NL) 27% 59% Waarschijnlijk wel % dat zkh aanbeveelt aan collega verpleegkundigen (EU) 18% 56% Figuur 15: Percentage verpleegkundigen dat het eigen ziekenhuis aanbeveelt aan familie en vrienden of collega s. 30

31 Intentie tot het verlaten van het ziekenhuis In Nederland geeft 19% van de verpleegkundigen aan het ziekenhuis binnen een jaar te willen verlaten wegens ontevredenheid met de baan. Voor het totaal van de EU landen is dat 34%. Indien verpleegkundigen de intentie hebben om hun baan te verlaten wil ruim een kwart van de verpleegkundigen (figuur 16) een baan buiten de verpleging. Ongeveer een derde wil wel een baan in de verpleging maar niet meer in een ziekenhuis. Veertig procent van de verpleegkundigen zouden een baan willen in een ander ziekenhuis. Indien vertrek... Een baan buiten de verpleegkunde 28% 27% Verpleegkundige baan niet in zkh 32% 33% NL EU Verpleegkundige baan in ander zkh 40% 40% Figuur 16: Indien vertrek uit het ziekenhuis 0% 10% 20% 30% 40% 50% Kwaliteit en Veiligheid 65% van de Nederlandse verpleegkundigen beoordeelt de kwaliteit van de verpleegkundige zorg op de eigen afdeling als goed of uitstekend (figuur 17), 35% beoordeelt de zorg als redelijk, een klein percentage (2%) beoordeelt de zorg als slecht. Verpleegkundigen van de totale EU-steekproef zijn iets positiever dan de Nederlandse verpleegkundigen. Van de Nederlandse verpleegkundigen vindt 31% de kwaliteit van zorg afgenomen in het afgelopen jaar, 27% vindt de kwaliteit van zorg toegenomen en 42% vindt de kwaliteit gelijk gebleven. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2% 2% 33% Figuur 17: Kwaliteit van de verpleegkundige zorg Kwaliteit van de zorg 22% 61% 63% 4% 12% Slecht Redelijk Goed Uitstekend NL EU 31

32 De patiëntveiligheid wordt door 65% van de Nederlandse verpleegkundigen als aanvaardbaar beoordeeld, 29% beoordeelt de veiligheid als (zeer) goed en 6% als (zeer) slecht. Wat betreft de veiligheidscultuur (figuur 18) valt op dat minder dan de helft (40%) van de Nederlandse verpleegkundigen vindt dat in het ziekenhuis wordt uitgedragen dat patiëntveiligheid een topprioriteit is. Het merendeel van de verpleegkundigen (85%) geeft aan dat fouten meestal worden besproken op de afdeling om herhaling te voorkomen. De helft van de verpleegkundigen (50%) geeft aan dat zij niet worden geïnformeerd over veranderingen die worden doorgevoerd op basis van incidentenrapporten. Een derde van de verpleegkundigen vindt dat er belangrijke zaken verloren gaan wanneer een patiënt wordt overgeplaatst van de ene naar de andere afdeling en 12% vindt dat erbij de overdracht van de ene naar de andere dienst belangrijke zaken verloren gaan. Ruim tweederde (69%) van de verpleegkundigen heeft niet het gevoel dat fouten die zij maken tegen hen gebruikt worden. 68% geeft aan zich vrij te voelen om beslissingen en acties van het management ter discussie te stellen. Veiligheidscultuur C1. De acties van het ziekenhuismanagement tonen aan dat patientveiligheid een topprioriteit is 23% 38% 40% C2.We krijgen informatie over veranderingen die worden geimplementeerd gebaseerd op een incidentenrapport 24% 27% 50% C3.Op deze verpleegafdeling bespreken we mogelijkheden om herhaling van gemaakte fouten te voorkomen 6% 9% 85% C4.Het personeel voelt zich vrij om beslissingen of acties van leidinggevenden ter discussie te stellen 12% 20% 68% C5.Er gaan zaken verloren wanneer patienten van de ene naar de andere afdeling worden overgeplaatst. 38% 31% 32% C6.Belangrijke informatie betreffende de patientenzorg gaat vaak verloren tijdens de overgang van de ene dienst naar de andere. 67% 22% 12% C7.Het personeel heeft het gevoel dat de fouten die zij maken tegen hen gebruikt worden 69% 25% 6% Figuur 18: Veiligheidscultuur 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% (helemaal) niet mee eens neutraal (helemaal) mee eens 32

33 3.2.5 Taken verpleegkundigen Figuur 19a laat een overzicht zien van de antwoorden van de Nederlandse verpleegkundigen op de vraag hoe vaak zij een aantal niet specifiek verpleegkundige taken uitvoerden. 66% van de verpleegkundige geeft aan dat zij zich vaak bezig houden met het opnemen van de telefoon en het doen van administratieve taken. Daaropvolgend worden ontslag afspraken en transport regelen en het uitvoeren van niet-verpleegkundige zorg door respectievelijk 39% en 28% van de verpleegkundigen aangegeven als taken die zij vaak uitvoeren. Uitvoering van niet specifiek verpleegkundige taken Opdienen en afruimen van maaltijden 12% 46% Uitvoeren van niet verpleegkundige zorg 28% 65% Ontslag, afspraken en transport regelen 37% 39% Routine bloedafname Patiëntentransport binnen het ziekenhuis Schoonmaken van patiëntenkamers en materiaal 6% 24% 20% 13% 49% 50% Soms Vaak Inspringen voor niet verpleegkundige diensten 7% 34% Bestellen van voorraden of materialen 10% 40% Telefoon beantwoorden, administratieve taken 33% 66% 0% 20% 40% 60% 80% Figuur 19a: Frequentie uitvoering van niet specifiek verpleegkundige taken 33

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners Colloquium psychosociale risico s Brussel, 23-09-2014 dr Sofie Vandenbroeck 2 Opdrachtgevers Federale

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven?

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Bevlogenheid en burn-out in de zorgsector Lode Godderis Projectverantwoordelijken: Prof. Dr. Lode Godderis 1,4 Projectleider: Dr. Sofie Vandenbroeck 1,4 ONDERZOEKSTEAM

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit van een zich snel verspreidende verpleegkundige interventie voor zorgafhankelijke patiënten

Kosteneffectiviteit van een zich snel verspreidende verpleegkundige interventie voor zorgafhankelijke patiënten Wassen Zonder Water Kosteneffectiviteit van een zich snel verspreidende verpleegkundige interventie voor zorgafhankelijke patiënten Algemene samenvatting Dr. B.G.I. van Gaal Drs. W. Geense Dr. L. Schoonhoven

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS Instructie voor het invullen van de vragenlijst: Deze vragenlijst bestaat uit vijf modules: Module 1: De samenwerking tussen medewerkers en collega s binnen het eigen team

Nadere informatie

Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim

Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim dr. Nathalie Donders drs. Karin Roskes dr. Joost van der Gulden Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Ouderengeneeskunde

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% % 04 Uitkomsten meting 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk

Nadere informatie

Ziekenhuis Bethesda. Patiënttevredenheidsonderzoek. December 2008

Ziekenhuis Bethesda. Patiënttevredenheidsonderzoek. December 2008 Ziekenhuis Bethesda Patiënttevredenheidsonderzoek December 2008 Soort onderzoek : Patiënttevredenheidsonderzoek Uitgevoerd door : Right Marktonderzoek en Advies B.V. Datum : 11 december 2008 Inhoudsopgave

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen Nationale Dagen Arbeidsgeneeskunde 29-11-2013 Dr Sofie

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 Markt, trends en ontwikkelingen Amsterdam, april 2012 Ir. L. van Graafeiland Dr. P. van Gelderen Baken Adviesgroep BV info@bakenadviesgroep.nl

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts

Ervaringen met de zorg van de huisarts Ervaringen met de zorg van de huisarts Huisartsenpraktijk Rivierenbuurt - Huisarts Achterhuis te Amsterdam Rapportage patiëntervaringen mei 2017 ARGO BV, mei 2017 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage

Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, december 2011 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen

Nadere informatie

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, november 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en

Nadere informatie

administratie en ruim

administratie en ruim Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen mett bronvermelding (A.J.E. de Veer, K. de Groot, M. Brinkman, A.L. Francke. Administratieve druk: méér dan kwestie k van tijd. Utrecht: NIVEL,

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen Studiedag pijnverpleegkundigen NVKVV 28/03/2014 Mevr. Stefanie

Nadere informatie

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg 04 Uitkomsten meting 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester Over het onderzoek Thuisvester heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Inleiding 5/12/2012. Huidige evolutie in de gezondheidszorg. Huidige evolutie in de gezondheidszorg. Huidige evolutie in de gezondheidszorg

Inleiding 5/12/2012. Huidige evolutie in de gezondheidszorg. Huidige evolutie in de gezondheidszorg. Huidige evolutie in de gezondheidszorg Impact psychisch welzijn van de zorgverlener op patiëntenzorg en patiëntveiligheid Prof. dr. Master Verpleegkunde Vroedkunde Inleiding Vraagstelling - probleemstelling Paradoxale opdracht van hoofdverpleegkundigen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning Over het onderzoek De Goede Woning heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek

Nadere informatie

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2017 Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga maart 2016 MTO-CQI www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, oktober 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

CQI-Concernrapport Volckaert

CQI-Concernrapport Volckaert Ervaringen van somatische cliënten, contactpersonen van cliënten met een psychogeriatrische indicatie en thuiszorg cliënten CQI-Concernrapport Volckaert Juni 2015 Samenstelling: drs. J.J. Haamers, Versie:

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spataderen

Werkinstructies voor de CQI Spataderen Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond spataderen te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Jeugdzorg 7 juni 2013. RAPPORTAGE totaalset

Jeugdzorg 7 juni 2013. RAPPORTAGE totaalset Jeugdzorg 7 juni 2013 RAPPORTAGE totaalset Resultaten voordezorg.nl Zes jeugdzorgorganisaties hebben meegedaan aan voordezorg.nl. Medewerkers hebben antwoord gegeven op de vragen: Hoe denkt u over uw werk?

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO Over het onderzoek Woongoed GO heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden

Nadere informatie

Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Maart 2009 Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door: Almere Staete Radioweg 6a 1324 KW ALMERE Tel. (036) 5300402 E-mail: info@trendview.nl

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd 0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Samenvatting 3 Resultaten 6 Respons Over de respondenten Rapportcijfer Werkbeleving 10 Leidinggeven(den)

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma en Roland Friele. Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Nadere informatie

Meetinstrument Samen Werken

Meetinstrument Samen Werken TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254/V0210190 Meetinstrument Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum December 2002 Auteurs Geertje

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de behandeling van spierziekten in het ziekenhuis en in het revalidatiecentrum te meten vanuit

Nadere informatie

! " # $% & $%' ( $ ) * +%, -% ) $ 0 1 1 ". ( ) & + ) 2!1 & * 2! + & 7 89 : ;<5 )

!  # $% & $%' ( $ ) * +%, -% ) $ 0 1 1 . ( ) & + ) 2!1 & * 2! + & 7 89 : ;<5 ) ! " # $% & $%' ( $ ) * +%, -% ) $././ 0 1 1 ". ( ) & + ) 2!1 & * 2! + 3-4 % - 5-4 3 6-4 - + & 7 89 : ;

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage Rapport Voorbeeld adviseur Naam Adviseur Voorbeeld adviseur2 voorbeeld Rapportage Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Detail overzicht

Nadere informatie

Vragenlijst Samen Werken

Vragenlijst Samen Werken TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254 V0312563.v2 Vragenlijst Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum Februari 2003 Auteurs Aukje

Nadere informatie

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam Omgekeerd Inzamelen Datum: 11 augustus 2014 Versie 3.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Gemeente Woerden Mevr M. Stam

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg 18-10-2013

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg 18-10-2013 Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg 18-10-2013 Beste Wilma, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij hebt

Nadere informatie

Publieksverslag CQ-index 2015

Publieksverslag CQ-index 2015 Publieksverslag CQ-index 2015 Datum 19-10-2015 De NFU heeft, net als de afgelopen twee jaar, een patiëntenonderzoek gehouden in de acht universitair medische centra (umc s). In totaal zijn 103.000 patiënten

Nadere informatie

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013 Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg Dirk Gils 21/03/2013 2 sinds 1/09/ 2009 is AZ Turnhout één regionaal ziekenhuis. ruim 1700 medewerkers 160 artsen

Nadere informatie

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010. De Meent

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010. De Meent Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010 De Meent Gorinchem 08 december 2010 Inhoud I Voorwoord... 3 II Inleiding... 4 III Resultatenoverzicht... 5 IV Analyse... 23 V Conclusies... 25 2

Nadere informatie

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward Productive Ward Verbeter de kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van uw zorg door reductie van verspilling Brochure Productive Ward CBO 2012 CBO, Postbus 20064, 3502 LB UTRECHT Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Effectieve excellentie in de verpleegkunde

Effectieve excellentie in de verpleegkunde Effectieve excellentie in de verpleegkunde MC congres Dewi Stalpers PhD, RN-ICU Wie ben ik? Van 2003-2011: IC-verpleegkundige St. Antonius ZKH September 2016: gepromoveerd aan UU Adviseur & onderzoeker

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond een vervangende heupof knieoperatie te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga Maart 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans Hoe is het met jouw balans en met die van je bedrijf? Evenwicht 2004 Dit product is met toestemming overgenomen en is ontwikkeld binnen het Europese project

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

Benchmark 2012. Vitaliteitvoordezorg.nl. Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers

Benchmark 2012. Vitaliteitvoordezorg.nl. Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers voordezorg.nl Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers Benchmark 2012 Samenvatting onderzoek vitaliteit hoofdverzekerden IZZ 2 IZZ Samenvatting voordezorg.nl IZZ Samenvatting voordezorg.nl

Nadere informatie

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,

Nadere informatie

Functieprofielen Belang en landelijke implementatie. Dewi Stalpers PhD, RN-ICU

Functieprofielen Belang en landelijke implementatie. Dewi Stalpers PhD, RN-ICU Functieprofielen Belang en landelijke implementatie Dewi Stalpers PhD, RN-ICU Wie ben ik? Van 2003-2011: IC-verpleegkundige St. Antonius Ziekenhuis en Gezondheidswetenschappen (ibmg) Van 2011-2016: promotietraject

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie