Actuele Motie vergunning tijdelijke verhuur woningen.

Transcriptie

1 Actuele Motie vergunning tijdelijke verhuur woningen. De ondergetekende heeft de eer de volgende motie aan te bieden. De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; overwegende dat: dat er woningen tijdelijk worden verhuurd zonder vergunning, de motivatie hiertoe is: in afwachting van planvorming, van mening zijnde dat: de belangen van bewoners niet geborgd zijn met deze wijze van tijdelijke verhuur; de vergunning tijdelijke verhuur alleen kan worden afgegeven indien er een sloopvergunning is afgegeven; de mogelijkheid van tijdelijke verhuur moet worden geboden aan particulieren met tijdelijk twee woningen; er geen sprake kan zijn van tijdelijke verhuur als nog niet besloten is over toekomst van de buurt, Stelt de raad voor te besluiten, college van burgemeester en wethouders op te dragen te komen met een voorstel om de vergunning tijdelijke verhuur (art.15, lid 3 leegstandswet) te koppelen aan de sloopvergunning. En hierin een uitzondering in op te nemen voor particulieren die tijdelijk twee woningen bezitten, om een woning tijdelijk te verhuren. Eindhoven, 30 juni Het lid van de raad, Carin van den Crommert (SP), voorsteller De motie ia aanrieoomeo iodevergaderiogvao21joii2009 verworpen

2 Toelichting: In de wijk de Nieuwe Erven is sinds de zomer van 2008 al sprake van tijdelijke verhuur. In de antwoorden op de rondvraag in de commissie WR van 26 mei jl. stelt de wethouder dat er geen vergunning is verleend voor de wijk Nieuwe Erven. Wat een zeer onwenselijke ontwikkeling is. Tijdens een overleg met Woonbedrijf hebben de bewoners gevraagd of er nu wel of niet een vergunning is verleend. Het antwoord daarop is zowel verrassend als niet wenselijk. In het verslag van dit overleg (18 juni 2009) is het volgende opgenomen: "er is geen tj idelj ike verhuur van woningen volgens de leegstandswet. II el vindt er tj idelj ike verhuur plaats in afwachting van planvorming" Sinds wanneer mogen woningbouwcorporaties tijdelijk verhuren in afwachting van planvorming? Waar ligt de grens? Wij kennen veel wijken waar men bezig is met planvorming. Is nu letterlijk het hek van de dam en kunnen wij verrast worden met nog meer woningen die tijdelijk worden verhuurd? Wij vinden dit niet kunnen. Door mensen een tijdelijk huurcontract aan te bieden wordt deze bewoners het recht ontnomen aanspraak te maken op vergoedingen en /of herhuisvesting. Daarbij, ook zeer belangrijk, neemt de betrokkenheid van bewoners bij de buurt af. Immers, bewoners met een tijdelijk contract hebben geen rechten en dus geen belang in de buurt. Om dit tegen te gaan dienen wij dan ook een motie in waarin wij vragen de vergunning voor tijdelijke verhuur te koppelen aan de sloopvergunning. (volgens de artikel 15, lid 3 d leegstandswet). In het antwoord op gestelde vragen geeft de Wethouder aan dat de gemeente deze beleidsruimte heeft. Het eerste argument om het niet te doen in de lijn van vereenvoudiging van de regelgeving vervalt op het moment dat belangen van bewoners worden geschaad. En dat gebeurt. Het tweede argument van de uitzondering, particulieren met twee woningen, is op te vangen door hiervoor, wederom, een uitzondering te maken. In het antwoord wordt ook gesteld dat een algemene koppeling aan de sloopvergunning niet verstandig is. Wij vinden van wel, zeker als de mogelijkheid aanwezig is. Op deze wijze willen wij de belangen van mensen met tijdelijk twee woningen en de belangen van huurders borgen.

3 gemeente Eindhoven Vergunningen, Toezicht en Handhaving Van mr. G.D. van Leeuvven Kamer 3.ro Telefoon (o4o) augustus 2009 Memo Leegstandwet Hoe werkt de Leegstandwet? In Nederland is de bescherming van huurders goed geregeld. De huurder ontleent zijn of haar rechten aan het Burgerlijk Wetboek. Dat houdt in dat het voor de verhuurder in beginsel niet eenvoudig is om eenzijdig een huurovereenkomst op te zeggen. De leegstandwet maakt het mogelijk voor een eigenaar om bepaalde categorieen woningen en gebouwen tijdelijk te verhuren. Bij tijdelijke (ver)huur op grond van de Leegstandwet zijn de huurbeschermingsbepalingen uit het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. In de Leegstandwet zijn de gevallen opgesomd waarop de regeling van tijdelijke huur en verhuur van toepassing is. In alle overige gevallen is deze regeling van tijdelijke huur en verhuur niet van toepassing. De volgende categorieen woonruimte kunnen op grond van de Leegstandswet tijdelijk worden verhuurd: woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing, administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming; woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning, die: nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning); in de twaalf maanden voordat de woning leeg kwam te staan door de eigenaar geheel of grotendeels bewoond is geweest (of, wanneer de woning minder dan een jaar geleden is opgeleverd, sindsdien door de eigenaar bewoond is geweest); in de tien jaar voordat de woning leeg kwam te staan slechts drie jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest. woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huurwoning.

4 Voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een vergunning nodig. De vergunning geldt voor maximaal twee jaar. Op verzoek van de eigenaar of beheerder van de woning kan de vergunning worden verlengd met maximaal een jaar, maar de totale duur van de vergunning is nooit meer dan vijf jaar. Welke beleidsvrijheid heeft de gemeente? Als een vergunning voor tijdelijke verhuur wordt aangevraagd, moet de gemeente die aanvraag in behandeling nemen. De Leegstandwet stelt een aantal voorwaarden voor het verlenen van een vergunning. Zolang daar geen afbreuk aan wordt gedaan kan de gemeente eigen beleid voeren. Het is niet de bedoeling dat de gemeente meer of strengere eisen stelt dan de wet. Voor het afwijzen van een aanvraag zijn geen criteria gegeven; de gemeente zal een eventuele afwijzing uiteraard wel moeten motiveren aan de hand van de aanvraag, de wettelijke eisen en het eventuele leegstandbeleid. Tegen een afwijzing is geen bezwaar of beroep mogelijk. Actuele motie tijdelijke verhuur (sloop)woningen Nieuwe Erven (AcM2) Enkele aspecten nader belicht: ÃćâĆňâĂİ Het staat de eigenaar van de woningen vrij om al dan niet gebruik te maken van tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet. Een eigenaar kan hiertoe niet worden verplicht. Tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet biedt de verhuurder het voordeel dat een aantal dwingendrechtelijke huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn. Tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een middel om leegstand te bestrijden. ÃćâĆňâĂİ In de leegstandwet is bepaald dat drie categorieen woonruimten mogelijk voor tijdelijke verhuur in aanmerking komen. Alleen voor de categorie woonruimte in een voor de verhuur bestemde woning welke ten tijde van het aanvragen van de vergunning bestemd is voor afbraak of voor vernieuwbouw geldt dat de eigenaar moet aantonen dat afbraak of de vernieuwbouw binnen een redelijke termijn zal plaatsvinden. De gemeente kan hiervoor als uitgangspunt hanteren dat de toekomstplannen voor nieuwbouw of renovatie vrijwel zeker moeten zijn. Hierdoor zou dan in redelijkheid kunnen worden aangetoond dat de plannen binnen twee jaar gerealiseerd kunnen worden. ÃćâĆňâĂİ Het is bij een vergunning voor tijdelijke verhuur van voor sloop of renovatie bestemde huurwoningen wel mogelijk om bijvoorbeeld beleid te hanteren dat pas vergunning kan worden verleend op het moment dat de herstructureringsplannen vrijwel zeker zijn. ÃćâĆňâĂİ In de Leegstandwet wordt al de mogelijkheid geboden tot tijdelijke verhuur van woonruimte in een voor verkoop bestemde woning. Dit biedt onder meer een particulier met twee woningen de mogelijkheid om over te gaan tot tijdelijke verhuur van een te koop staande woning. Het college heeft dit recent

5 nadrukkelijker onder de aandacht gebracht in het kader van de kredietcrisis; in een informatiebrief is de raad hierover eerder ook geinformeerd. Voorste I co I lege Als uitgangspunt hanteren dat de toekomstplannen voor nieuwbouw of renovatie vrijwel zeker moeten zijn, indien woningcorporaties een beroep willen doen op tijdelijke verhuur in het kader van de Leegstandwet, specifiek artikel 15 lid 3 sub d. Hiervoor moet de corporatie dan in redelijkheid aantonen dat de werkzaamheden binnen twee jaar gestart kunnen zijn. Dit is bijvoorbeeld mogelijk in de vorm van een door de corporatie aangenomen besluit tot sloop of renovatie. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, secretaris tvl/ej