Pestprotocol. De Triangel

Transcriptie

1 Pestprotocol De Triangel 1

2 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen om pesten te voorkomen, te signaleren en aan te pakken. Dit protocol is geschreven vanuit het geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Die ons dit heeft geleerd: Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Om dit ook in de praktijk toe te passen, zijn er gesprekken, lessen en afspraken met de kinderen nodig. Wat is pesten? Om pesten te kunnen signaleren en aanpakken, moet duidelijk zijn wat pesten inhoudt. Pesten is het stelselmatig (geestelijk en /of lichamelijk) schade toebrengen door één kind of meerdere kinderen, bij een kind, dat niet in staat is zichzelf te verdedigen. Voor concrete kenmerken van pesten verwijzen we u naar bijlage C en de onderstaande website: Het verschil met plagen is dat er bij plagen sprake is van een incident, waarbij er geen sprake is van blijvende schade en waarbij de geplaagde wel voldoende weerbaar is. Cyberpesten Pestgedrag vindt niet alleen plaats op het schoolplein, in de klas of op straat. Een veel voorkomende vorm van pesten is cyberpesten: pesten via MSN, of Hyves. We willen ouders oproepen om hier alert in te zijn, ook omdat er via het internet heel snel en veel anderen bij betrokken kunnen worden. Door de schoolregels over computergebruik is de kans op deze vorm van pesten minder groot. Wanneer dit toch voorkomt, zullen dezelfde stappen ondernomen worden als bij enige andere vorm van pesten. Uitgangspunten Met betrekking tot pesten hanteren wij de volgende uitgangspunten, die wij nastreven. 1. Door elkaar te respecteren en te steunen voelen alle kinderen zich veilig gedurende hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. 2. De leerlingen en leerkracht zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Dit wordt de leerlingen vanaf de kleutergroepen bijgebracht. Alle leerlingen hebben de verantwoordelijkheid om pestsituaties bij de leerkracht aan te kaarten. 3. De Triangel probeert pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt het onderwerp pesten in alle klassen bespreekbaar gemaakt, waarna er regels worden vastgesteld. 4. Als er sprake is van pesten, moeten leerkrachten (in samenwerking met ouders) dat kunnen signaleren, duidelijk stelling nemen en beschikken over een directe aanpak (Stappenplan bij pesten), die stapsgewijs gevolgd wordt. 5. Op de Triangel zijn vertrouwenspersonen aangesteld, die bij pestsituaties gesprekken kunnen voeren met de leerlingen, de leerkrachten kunnen ondersteunen en eventueel (externe) deskundigen kunnen raadplegen. 6. Leerkrachten en ouders uit de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit protocol. 2

3 Omgaan met pesten 1. Op de Triangel besteden we door kringgesprekken en sociale vaardigheidslessen (methode: Goed Gedaan) aandacht aan het omgaan met elkaar. Ook wordt er ieder jaar aandacht besteed aan seksuele opvoeding. Waar nodig wordt externe hulp ingeschakeld. 2. Op de Triangel proberen wij pesten te voorkomen of binnen de perken te houden, door schoolbreed gedrags- en omgangsregels af te spreken. Deze regels worden aan het begin van het schooljaar met de leerlingen besproken en gedurende het gehele schooljaar herhaald. 3. Op de Triangel werken we aan een klimaat waar duidelijkheid, respect en openheid belangrijke elementen zijn. We bieden de kinderen duidelijkheid door de regels, die zichtbaar zijn in het schoolgebouw. We leren de kinderen respectvol met elkaar om te gaan en spreken open over belangrijke onderwerpen, zoals pesten. Agressief gedrag van leerlingen, leerkrachten en ouders wordt niet geaccepteerd. Communicatie Het is belangrijk dat school en gezin goed met elkaar communiceren en samenwerking. Dit komt de ontwikkeling van uw kind ten goede. Ook wanneer het over pesten gaat zijn deze twee begrippen essentieel. Wanneer een leerling stelselmatig betrokken is bij het pesten, zal er contact opgenomen worden met de desbetreffende ouder(s)/verzorger(s). Wanneer een ouder/verzorger pestgedrag op school waarneemt, verwachten wij dat er contact opgenomen wordt met school. Stappenplan bij pesten Dit plan gaat in vanaf het moment dat leerlingen er niet met elkaar uitkomen, door middel van een gesprek, en er melding gemaakt wordt van de ruzie/het pestgedrag. Ook kan het zijn dat de leerkracht of een ander persoon zelf pestgedrag signaleert en overgaat op het onderstaande stappenplan. Stap 1 De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met de leerlingen de situatie op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Worden deze afspraken niet nageleefd, dan volgen er sancties. Stap 2 Voldoet stap 1 niet en blijft het pesten voortduren of breidt het probleem zich uit, dan vindt er een gesprek met de hele klas plaats. De desbetreffende ouders/verzorgers worden ingelicht over de situatie en om medewerking gevraagd bij het oplossen van het probleem. Stap 3 Blijft het pestprobleem bestaan, dan meldt de groepsleerkracht de pestsituatie bij de directie en eventueel bij het team. Stap 4 Blijft de situatie hetzelfde of breidt het pesten zich verder uit, dan kan de school verwijzen naar externe hulp of zoekt de school zelf passende hulp. Voorbeelden van hulpinstanties zijn de externe vertrouwenspersoon, de School Begeleidingsdienst, de GGD en schoolmaatschappelijk werk. Deze externe hulpinstanties kunnen het kind, de ouders/verzorgers en de school verder de weg wijzen in het probleem. Deze weg zal gevolgd worden, wanneer dit voor alle betrokken partijen mogelijk is. Dit wordt duidelijk naar ouders/verzorgers gecommuniceerd. 3

4 Stap 5 Er wordt regelmatig contact gehouden met de betreffende leerlingen (zowel degene die pest, als degene die gepest wordt), de groep en de ouders/verzorgers. Dit doen wij om te controleren of de genomen maatregelen succes hebben en om te kijken of er mogelijk andere stappen nodig zijn. Stap 6 Tijdens het gehele proces bevraagt de leerkracht zichzelf over zijn/haar functioneren en het effect daarvan op de leerlingen/de groep. Sancties Hebben de genoemde stappen geen resultaat en blijft een pestsituatie voortduren, dan volgen de volgende sancties: Fase 1 In de groep - Wanneer de pester in het klaslokaal pestgedrag vertoont, wordt hij/zij in een aparte ruimte geplaatst. - De pester blijft in de pauze(s) binnen. - De pester krijgt een schriftelijke opdracht over pesten. Deze fase vindt plaats, wanneer de gemaakte afspraken uit stap 1 niet worden nageleefd. Fase 2 Taakstraf - De pester voert een taakstraf uit op zijn/haar vrije woensdag- of vrijdagmiddag. Dit gebeurt in overleg met de ouders en directie. Deze fase wordt uitgevoerd, wanneer de sancties uit de vorige fase niet het gewenste effect hebben gehad. Dit kan plaatsvinden tijdens stap 1 t/m 3. Fase 3 Gesprek met directeur - De directeur voert een gesprek met de pester over zijn/haar gedrag en de gevolgen van dit gedrag. In dit gesprek worden duidelijke afspraken met de pester gemaakt en worden er consequenties verbonden aan overtredend gedrag. Deze fase vindt plaats, nadat het gesprek met de directie uit stap 3 heeft plaatsgevonden. Fase 4 Schorsing/verwijdering - Wanneer de pestsituatie blijft bestaan of zelfs verergerd, zodat de veiligheid voor kinderen binnen de school niet meer gewaarborgd kan worden, zal de pester geschorst of verwijderd worden. Deze fase kan ingezet worden na het gesprek met externe instanties uit stap 4. Na iedere fase wordt de pester op de volgende fase gewezen, zodat hij/zij weer wat de volgende stap is bij het blijven vertonen van pestgedrag. BIJLAGE A Adviezen aan de ouders/verzorgers 4

5 van gepeste kinderen 1. Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. 2. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. 3. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. 4. Door een positieve benadering kan het zelfrespect vergroot worden of terugkomen. 5. Het gepeste kind niet overbeschermen door het bijvoorbeeld naar school te brengen of door zelf geweld te gebruiken tegen de pester. Hiermee plaatst u het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie, waardoor het pesten toe kan nemen. van pesters 1. Neem het probleem van uw kind serieus. 2. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. 3. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. 4. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. 5. Besteed extra aandacht aan uw kind. 6. Benoem het goede gedrag van uw kind en corrigeer ongewenst gedrag. 7. Maak uw kind duidelijk dat u achter de handelswijze van school staat. alle andere kinderen 1. Neem de ouders van het gepeste kind serieus. 2. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. 3. Benoem goed gedrag bij uw kind en corrigeer ongewenst gedrag. 4. Leer uw kind voor anderen op te komen. 5. Leer uw kind voor zichzelf op te komen. 5

6 BIJLAGE B Achtergrondinformatie voor de leerkracht Begeleiding van de gepeste leerling - Medeleven tonen, luisteren en vragen stellen. Probeer er achter te komen hoe en door wie er wordt gepest. - Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten - De leerling bewust laten worden en inoefenen van verschillende manieren van reageren, bijvoorbeeld negeren of voor jezelf opkomen. - Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. - Nagaan wat volgens de leerling zelf de oplossing is. - Sterke kanten van de leerling benadrukken, belonen en de leerling op een positieve manier benaderen. - Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s) - Inschakelen hulp of het volgen van een sociale vaardigheidstrainingen. Dit moet altijd gebeuren in overleg met de ouders/verzorgers en de directie. (Stap 5 uit Stappenplan bij pesten) Begeleiding van de pester - Door middel van praten zoeken naar de reden van het pesten. - Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste en zichzelf. - Excuses aan laten bieden. - De leerling bewust laten worden van zijn/haar reacties en handelswijze en zoeken naar een ander alternatief. - Contact zoeken met de ouders, om gezamenlijk op zoek te gaan naar de oorzaak van het pesten en te zoeken naar een oplossing. - Inschakelen hulp of het volgen van een sociale vaardigheidstrainingen. Dit moet altijd gebeuren in overleg met de ouders/verzorgers en de directie. (Stap 5 uit Stappenplan bij pesten) - Meedelen welke sancties er zijn en welke stappen er ondernomen worden. Zie voor oorzaken van pestgedrag en voor signalen van pesterijen de volgende pagina. 6

7 BIJLAGE C Pestgedrag en signalen van pesten Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: - Een problematische thuissituatie. - Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen). - Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt. - Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan. - Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: - Altijd bij de bijnaam en nooit bij de eigen naam genoemd worden. - Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot. - Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven. - Gemene briefjes doorgeven. - Beledigen. - Opmerkingen maken over uiterlijk. - Isoleren. - Het uiten van dreigementen. - Buiten school opwachten, slaan of schoppen. - Op weg naar huis achtervolgen. - Naar het huis van het slachtoffer gaan. - Bezittingen afpakken. - Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer. Op de website vindt u nog veel meer kenmerken van en andere informatie over pesten. 7