b) Komen allochtonenverenigingen die als enig kenmerk hebben hun mono-etniciteit in aanmerking voor subsidies?

Transcriptie

1 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 213 van 10 januari 2013 van ANNICK DE RIDDER Zelforganisaties voor allochtonen - Subsidiëring Zelforganisaties voor allochtonen zijn door allochtonen opgerichte voorzieningen met als doelgroep migranten met dezelfde etnische achtergrond als de inrichters van de voorziening. Het kan gaan om sportclubs, vrijetijdsverenigingen, seniorengezelschappen, jongerenclubs en jeugdbewegingen, cultuurcentra, Vaak wordt van deze organisaties geëist, om in aanmerking te komen voor subsidies, dat zij de Grondwet onderschrijven, de geldende wetgeving en het verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Ze moeten het engagement op zich nemen om op een constructieve manier mee te werken aan de opbouw van een stad waarin de burgers zonder onderscheid, met respect voor elkaar, harmonieus samenleven. In het nieuwe bestuursakkoord voor Antwerpen ( ) staat dat naast de reeds geldende regels ook het gebruik van de Nederlandse taal als algemene voorwaarde wordt opgenomen. Om tot een echte integratie en samenwerking te komen in de maatschappij is het gebruik van het Nederlands maar één middel. Even belangrijk lijkt de verplichting voor deze verenigingen om zich open te stellen naar leden buiten hun specifieke doelgroep. 1. a) Wordt bij de toekenning van subsidies rekening gehouden met de mate waarin deze zelforganisaties bijdragen tot de integratie van hun leden in de samenleving, hun zogenaamde emanciperende rol? b) Komen allochtonenverenigingen die als enig kenmerk hebben hun mono-etniciteit in aanmerking voor subsidies? c) Dienen zij te streven naar samenwerking tussen mensen met een verschillende culturele afkomst? d) Dienen zij te streven naar openstelling bij toetreding naar mensen van een andere afkomst dan de inrichters van de organisatie? 2. Kan de minister een overzicht geven van de subsidies die werden gegeven aan zelforganisaties over de departementen heen, per provincie en per soort vereniging (doel van de vereniging alsook beoogd publiek) en dit voor de laatste vijf jaar? Worden de subsidies van (allochtone) zelforganisaties ingetrokken indien zij niet aan de beoogde criteria voldoen? Hoe vaak worden deze organisaties geëvalueerd en hoeveel organisaties hebben hun subsidies de voorbije vijf jaar verloren (over de departementen heen en ingedeeld per provincie en per soort vereniging alsook de reden van het intrekken van de subsidies)?

2 3. Heeft de minister zicht op de verschillende subsidies waar deze organisaties zich op kunnen beroepen? Is het mogelijk dat eenzelfde organisatie meerdere malen wordt gesubsidieerd via de verschillende beleidsniveaus en dit voor dezelfde taken die zij uitvoeren (gemeentelijke, districtsstedelijke, provinciale, Vlaamse, Federale, Europese, subsidies)? Is hier overleg over met al deze verschillende beleidsniveaus? Zo ja, kan de minister een overzicht geven van de subsidies waarop (allochtone) zelforganisaties zich kunnen beroepen? Hoe wordt/ gaat ervoor gezorgd (worden) dat deze organisaties niet verschillende malen voor dezelfde taken worden gesubsidieerd waardoor de geringe middelen niet optimaal gebruikt worden? Zo niet, wanneer zou de minister een dergelijk overzicht kunnen geven? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Schauvliege (vraag nr. 198) en Smet (nr. 213).

3 PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL GECOÖRDINEERD ANTWOORD op vraag nr. 213 van 10 januari 2013 van ANNICK DE RIDDER CULTUUR Op basis van het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk worden onder meer 56 sociaal-culturele verenigingen gesubsidieerd. Dertien van deze gesubsidieerde verenigingen zijn zogenaamde etnisch-culturele federaties. De definitie van zelforganisaties voor allochtonen in de vraag is evenwel te beperkt voor deze verenigingen. De werking van deze sociaal-culturele verenigingen richt zich al lang niet meer op één specifieke etnische bevolkingsgroep. De verschillende etnisch-culturele federaties zijn in de loop der jaren meer en meer cultureel divers geworden en vertegenwoordigen verschillende culturele, etnische en landelijke achtergronden. Het decreet betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk voorzag voor de etnisch-culturele federaties tot en met 2010 een aanloopperiode voorzien om ze voor te bereiden op een erkenning als sociaal-culturele vereniging. a) Bij de erkenning en subsidiëring van een sociaal-culturele vereniging, wordt nagegaan of de vereniging voldoet aan de voorwaarden van het decreet. Eén van die voorwaarden is: ze hebben doelstellingen waaruit de werking ten aanzien van de maatschappelijke activerings-, de culturele, de educatieve en de gemeenschapsvormende functie blijkt (Art. 4, 1, vierde lid). Het is vooral deze maatschappelijk activerende en gemeenschapsvormende functie die de etnisch-culturele federaties opnemen om een emanciperende rol te vervullen ten opzichte van hun lidverenigingen. Er wordt ingezet op het stimuleren van de maatschappelijke participatie van de doelgroep, met als doel het versterken en verankeren van de verschillende etnisch-culturele minderheden in de Vlaamse samenleving. Dit gebeurt via vorming, samenwerking met voorzieningen en belangenbehartigers, begeleiding en stimulering van afdelingen etc. b) De etnisch-culturele federaties binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk worden erkend en gesubsidieerd volgens de voorwaarden die gelden voor alle sociaal-culturele verenigingen. Geen enkele van deze voorwaarden heeft betrekking op etniciteit. c) Een erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele vereniging dient voor de duur van een vijfjarige beleidsperiode een strategie uit te werken waarin men de werking als sociaal-culturele organisatie uitwerkt en optimaliseert. Het vijfjarig beleid wordt geëvalueerd aan de hand van een aantal decretale beoordelingselementen. Twee van deze beoordelingselementen zijn de aanpak van diversiteit met specifieke aandacht voor interculturaliteit en de samenwerking en netwerking met andere organisaties. Het is voor iedere erkende vereniging dus aangewezen om haar netwerk zo breed mogelijk uit te bouwen: samenwerking met andere verenigingen van diverse nationaliteiten wordt dan ook aangemoedigd. d) De Vlaamse overheid legt geen enkele sociaal-culturele organisatie regels op betreffende de aard of afkomst van leden of afdelingen. Verenigingen kunnen zich exclusief richten op een bepaalde doelgroep, zoals bijvoorbeeld vrouwen, senioren of personen met een bepaalde etnischculturele achtergrond. De realiteit leert echter wel dat heel wat van de etnische-culturele federaties zich uit hun mono-etniciteit hebben losgemaakt.

4 De werking van elke gesubsidieerd organisatie voor sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt per beleidsperiode van vijf jaar door een visitatiecommissie geëvalueerd door middel van een bezoek ter plaatse. Daarnaast controleert de administratie jaarlijks de voortgangsrapporten, de begrotingen en de financiële verslagen en kan ze steeds ter plaatse de realisatie van een activiteit controleren. De combinatie van deze evaluatievormen resulteert aan het einde van een beleidsperiode in een positieve of negatieve evaluatie. Na een positieve evaluatie kan de vereniging haar subsidieenveloppe verhogen door in te tekenen op bepaalde beleidsprioriteiten die de minister aangeeft. Na een negatieve evaluatie wordt de subsidie-enveloppe met 10% verminderd. Twee opeenvolgende negatieve evaluaties resulteren in een inkrimping van de subsidies met 20%. Wanneer een sociaalculturele vereniging na controle niet meer blijkt te voldoen aan de decretaal vereiste erkenningsvoorwaarden, kan dit resulteren in de intrekking van deze erkenning, en bijgevolg ook de subsidies. In de loop van 2010 werden door dertien etnisch-culturele federaties erkenningsaanvragen ingediend. De administratie beoordeelde deze aanvragen, onder meer door een controle ter plaatse. Het resultaat was dat negen van deze verenigingen aan de decretaal vastgestelde criteria voldeden. Zij kregen een erkenning, gekoppeld aan een vastgelegde subsidie-enveloppe. Voor de nieterkende organisaties werkte het Vlaams Parlement een overgangsregeling uit, waarin zij hun subsidiebedrag verminderd zagen met 20% totdat zij aan de erkenningsvoorwaarden voldoen. Vanaf 2013 kregen twee van de vier overblijvende verenigingen ook een volwaardige erkenning. De overzichtstabel van de subsidies voor de etnisch-culturele federaties van worden toegevoegd als bijlage. De etnisch-culturele federaties ontvangen structurele subsidies op basis van het decreet inzake het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Diverse organisaties doen voor projecten beroep op subsidies van verschillende overheden (Europees, federaal, Vlaams, lokaal). Het gaat in deze gevallen steeds over projectsubsidies, die los staan van de dagelijkse werking van de vereniging. Waar mogelijk wordt er door de administraties afgestemd (bv. door vertegenwoordiging in de jury voor projectsubsidies Managers van Diversiteit (agentschap Binnenlands Bestuur), het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid of het Participatiedecreet). JEUGD 1. a. Bij de toekenning van subsidies wordt nagegaan of aan de reglementair gestelde vereisten wordt voldaan. Subsidies voor zelforganisaties zoals toegekend binnen het cultuur- en het jeugdbeleid hebben sociaal-culturele doelen. Emancipatie- en integratiedoelen zijn dan ook nooit ver weg. Het reglement (decreet, besluit van de Vlaamse Regering), dan wel het concrete subsidiebesluit of gebeurlijk de subsidieovereenkomst dient een en ander te operationaliseren in meer concrete criteria, en dit met het oog op de vereiste rechtszekerheid. b. Verenigingen komen nooit in aanmerking voor subsidiëring als ze als enige kenmerk hebben hun mono- (of pluri-)etniciteit. c. Zij dienen wat dit betreft te beantwoorden aan wat geldt voor alle organisaties. d. Zie c. 2. Indien een vereniging niet voldoet aan de criteria dan wordt de subsidiëring stopgezet, ongeacht haar doelgroep. Bij de afdeling Jeugd werden in de afgelopen vijf jaar geen subsidies stopgezet van allochtone verenigingen. Overzicht van gesubsidieerde verenigingen: Vzw Ella wordt structureel gesubsidieerd als vereniging informatie en participatie zetel tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. De vzw, voordien gekend onder de naam steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen (SAMV), wil het emancipatie- en participatieproces van allochtone meisjes en vrouwen onderbouwen door het versterken van de allochtone meisjes en

5 vrouwen zowel op het interne als externe niveau. Daarnaast maakt SAMV werk van het creatief en positief omgaan met diversiteit binnen de diverse allochtone gemeenschappen en in de ruimere samenleving. Ze profileert zich als het expertisecentrum op vlak van empowerment van allochtone jongeren en identiteitsontwikkeling, alsook op het vlak van relatievorming bij allochtone jongeren. SAMV neemt de rol op van inspirator in de empowerment van allochtone jongeren m.b.t. hun toekomstmogelijkheden op het vlak van onderwijs, tewerkstelling en vrije tijd. Periode subsidiebedrag: Periode subsidiebedrag: De vereniging wordt jaarlijks gecontroleerd op basis van het ingediende werkings-en financieel verslag. Daarnaast vindt er tijdens elke beleidsperiode (3 jaar tot eind 2012) minimaal een controlebezoek plaats bij alle gesubsidieerde verenigingen. Vzw Platform Allochtoon Jeugdwerk (PAJ), met zetel te Antwerpen, werd in de periode gesubsidieerd als proeftuin rond allochtoon jeugdwerk in de periode. Deze proeftuinsubsidie liep tot eind Het PAJ werkt met dit project aan het versterken en ondersteunen van het allochtone jeugdwerk. Enerzijds biedt PAJ activiteiten voor jongeren aan, anderzijds werkt ze aan ledenwerving, netwerking, communicatie en vorming (intern zowel als extern). Doelgroep zijn zowel allochtone jongeren als verenigingen die werken met allochtone jongeren. Subsidiebedragen De vereniging wordt in 2012 en 2013 facultatief gesubsidieerd met als doel de vereniging in staat te stellen door te groeien naar een erkenning als landelijke georganiseerde jeugdvereniging tegen Jaarlijks subsidiebedrag In 2012 ontving PAJ een projectsubsidie in 2012 ten bedrage van voor de realisatie van het project 'Van vereniging naar jeugdbeweging'. Hiervoor werkt PAJ samen met andere jeugdverenigingen. 3. Alle verenigingen dienen een financiële verantwoording in voor de toegekende subsidies. Hierbij geven ze o.a. aan welke inkomsten werden verworven. Uitdrukkelijk wordt hen hierbij ook gevraagd naar subsidies, hetzij vanwege andere diensten binnen de Vlaamse Overheid, hetzij vanwege een andere overheid. Hierbij dient opgemerkt dat het niet zo is dat een jaarwerking, dan wel een project door meerdere overheden gesubsidieerd wordt hier sprake is van dubbele subsidiëring. Bij het bepalen van het bedrag kan een overheid immers precies van cofinanciering door een andere overheidsdienst binnen de Vlaamse Overheid, dan wel een andere overheid (bv een lokaal bestuur). BIJLAGEN 1. Overzicht van toegekende subsidiebedragen voor de etnisch-culturele federaties voor de periode Het betreft de structurele subsidies, toegekend via het decreet betreffende het sociaalcultureel volwassenenwerk.

6 Overzicht subsidies van etnisch-culturele federaties ) Organisatie Subsidie 2009 Reguliere + Aanvullende Subsidie 2010 Reguliere + Aanvullende ACLI-Vlaanderen , ,92 AIF - Associazioni Internationali Federate , ,04 FMDO , ,96 FMV - Federatie van Marokkaanse Verenigingen , ,20 Federatie Wereldvrouwen , ,10 CDF - Federatie van Vooruitstrevende Verenigingen , ,48 FZO-VL , ,23 FAAB - Federation of Anglophone Africans in Belgium , ,69 Internationaal Comité , ,54 Latijns-Amerikaanse Federatie , ,14 PAG-Platform Afrikaanse Gemeenschappen , ,45 Turkse Unie Van België , ,04 Unie van Turkse Verenigingen , ,03 VOEM - Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims , ,79 Totaal , ,61 2) Erkende etnisch-culturele federatie Totale subsidie 2011 Totale subsidie 2012 AIF - Associazioni Internationali Federate , ,59 FMDO , ,79 FMV - Federatie van Marokkaanse Verenigingen , ,22 CDF - Federatie van Vooruitstrevende Verenigingen , ,99

7 Internationaal Comité , ,49 PAG-Platform Afrikaanse Gemeenschappen , ,39 Turkse Unie Van België , ,71 Unie van Turkse Verenigingen , ,57 VOEM - Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims , ,19 Totaal , ,94 Niet-erkende etnisch-culturele federatie Totale subsidie 2011 Totale subsidie 2012 Feniks vzw* , ,79 FZO-VL , ,61 FAAB - Federation of Anglophone Africans in Belgium , ,84 Latijns-Amerikaanse Federatie , ,80 Totaal , ,04 *Feniks vzw is het structureel samenwerkingsverband tussen ACLI-Vlaanderen en de Federatie Wereldvrouwen. 3) 2013 Erkende etnisch-culturele federatie Totale subsidie 2013 AIF - Associazioni Internationali Federate ,72 FMDO ,71 FMV - Federatie van Marokkaanse Verenigingen ,39 CDF - Federatie van Vooruitstrevende Verenigingen ,99 Internationaal Comité ,71 PAG-Platform Afrikaanse Gemeenschappen ,56 Turkse Unie Van België ,14 Unie van Turkse Verenigingen ,13 VOEM - Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims ,69 Feniks vzw ,22

8 FZO-VL ,80 Totaal ,06 Niet-erkende etnisch-culturele federatie Totale subsidie 2013 FAAB - Federation of Anglophone Africans in Belgium ,85 Latijns-Amerikaanse Federatie ,48 Totaal ,33