VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

Transcriptie

1 MDR 8 JULI 2016 MD VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND Onderwerp : Toekomst Midden-Delfland Kenmerk : MD Bijlagen : -7- Besluitdatum : 8 juli 2016 Voorbereid door : H. van der Vlist,W. Kornmann, D Tubbing 1. ONTWERP-BESLUIT 1. De gemeenteraden van de deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Midden-Delfland voor te stellen: a. in te stemmen met de opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Midden-Delfland per 1 januari 2018, waarbij het eigendom van de schapsgronden cq. het erfpacht van het schap van gronden van SBB, voor zover deze gelegen zijn op haar grondgebied, naar desbetreffende gemeente worden overgedragen; b. in te stemmen met de oprichting per 2018 van een coöperatieve vereniging ten behoeve van beheer, onderhoud en instandhouding van de huidige recreatiegebieden en voorzieningen in beheer van het Recreatieschap Midden-Delfland; c. na opheffing van de gemeenschappelijke regeling Midden-Delfland, de eigen middelen beschikbaar te houden tot ten minste 2025, conform het voorstel van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen, ten behoeve van financiering van het beheer van de huidige schapsgronden en toezicht en handhaving. 2. Het Dagelijks bestuur opdracht te geven om: a. in september te komen met een voorstel tot oprichting van een nieuwe coöperatieve vereniging per waarin alle ontwikkelingen zijn verwerkt; b. een liquidatieplan op stellen ten behoeve van opheffing van de huidige gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018; c. de risico s van de grondovderdracht aan gemeenten in beeld te brengen d. een overzicht op te stellen van de beschikbare middelen per 1 januari 2018 en op basis hiervan een een bestemmingsvoorstel uit te werken voor de beschikbare middelen; e. dhr. S.M Brandligt en dhr. G. Van Oord te mandateren om namens het Recreatieschap Midden-Delfland in gesprek te gaan met Staatsbosbeheer over: i. de eigendom en erfpacht van de beheergronden; ii. de mogelijkheid van toekomstige deelname van Staatsbosbeheer aan de coöperatieve vereniging; iii. de wijze waarop het beheer van ca. 600 ha gronden van Staatsbosbeheer integraal onderdeel worden van het beheer door coöperatieve vereniging; 1

2 iv. de mogelijkheid van herverkaveling te bespreken; f. een gezamenlijke visie op te stellen voor beheer en deze aan te laten sluiten bij de visie op kwaliteit van de Landschapstafel en het TBM-model voor beheer; g. een voorstel voor te bereiden om te komen tot een harmonisatiemodel voor een evenwichtige verdeling tussen de belanghebbende gemeenten van de kosten van het beheer van buitenstedelijk groen, en hiervoor twee bestuurlijke trekkers aan te wijzen. 3. In te stemmen met: a. het vaststellen van de drie-partijenovereenkomst tussen de provincie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer en Recreatieschap Midden-Delfland inzake de uitvoering van het beheer; b. het versturen van een brief aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Zuid- Holland met het verzoek om de uittreding van de Provincie op te schorten tot 1 januari 2018, met het oog op de besluitvorming en de benodigde uitwerkingen, waaronder de besluitvorming inzake de financieringsovereenkomst van de provincie. 2. ONDERWERP IN KORT BESTEK De Midden-Delflandraad heeft in maart 2015 opdracht gegeven voor een onderzoek naar mogelijke toekomstscenario's voor het Recreatieschap Midden -Delfland. Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur een keuzerichting vastgesteld voor een toekomstscenario waarin het Recreatieschap Midden-Delfland wordt opgeheven en de gronden in eerste instantie naar de gemeenten gaan en vervolgens mogelijk worden overgedragen aan een of meerdere terreinbeherende organisatie(s). Hierbij heeft het Dagelijks Bestuur de opdracht gekregen om verschillende aspecten van deze voorkeursvariant verder uit te werken om zo komen tot concrete besluitvorming. Hiervoor zijn o.a. twee bestuurlijke werkconferenties over de toekomst van Midden-Delfland geweest. De afspraken die in deze werkconferenties zijn gemaakt, zijn vertaald in het voorliggende bestuursvoorstel. Coöperatieve vereniging voor beheer onderhoud Tijdens de bestuurlijke werkconferenties is het gesprek gevoerd over de samenwerking tussen de gemeenten op operationeel niveau vanaf 1 januari Hierbij zijn aanvankelijk twee mogelijke samenwerkingsvormen benoemd: a) de coöperatieve vereniging; b) de bedrijfsvoeringsorganisatie. Na beoordeling van deze varianten, op basis van de bijgevoegde bestuurlijke notities (bijlagen 1 en 2), is een duidelijke voorkeur uitgesproken voor de coöperatieve vereniging. Voorgesteld wordt om deze voorkeursvariant te bekrachtigen en deze ter instemming aan de gemeenteraden van de deelnemers voor te leggen in het najaar Hierbij worden de gemeenteraden tevens gevraagd om in te stemmen met de opheffing van de huidige gemeenschappelijke regeling voor het Recreatieschap Midden-Delfland. Uitwerking van deze koers vereist een opheffingsbesluit van het recreatieschap, waarbij o.a. een liquidatieplan wordt opgesteld en de effecten van opheffing van het Koepelschap worden geneutraliseerd. Gezien de samenloop met de voorgenomen opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen per 1 januari 2018, wordt voorgesteld om het verzoek te doen aan Gedeputeerde Staten om de datum van het uittredingsbesluit van de provincie voor het Recreatieschap Midden-Delfland op te schorten naar uittreding per 31 december 2017 (zie bijlage 2

3 3). Zo kunnen de verschillende lopende trajecten met elkaar gestroomlijnd worden en gelijktijdig in werking treden. Inrichtingsvoorstel voor een coöperatieve vereniging met een blik op de toekomst Er bestaan verschillende mogelijkheden voor de inrichting, samenstelling en taken van de coöperatieve vereniging. Voorgesteld wordt om het Dagelijks Bestuur te vragen een nader voorstel uit te werken voor de oprichting van de coöperatieve vereniging, waaraan in eerste instantie alleen de huidige deelnemende gemeenten zullen toetreden. Een uitwerkingsvraag hierbij betreft de mogelijkheid van deelname van private partijen aan de vereniging, zoals Natuurmonumenten en Vockestaert, in de toekomst. Een belangrijk aspect van de inrichting van de coöperatieve vereniging is de rol en positie van Staatsbosbeheer in de samenwerking ten behoeve van het gebiedsbeheer. Om deze rol en positie verder te duiden wordt voorgesteld om bestuurlijk in gesprek te gaan met Staatsbosbeheer en hiervoor vanuit uw bestuur dhr. S.M. Brandligt en dhr. G. van Oord aan te wijzen als gesprekspartners. Het gaat hierbij onder meer om de vraag of Staatsbosbeheer al dan niet zal toetreden tot de coöperatieve vereniging. Deelname van SBB aan de coöperatieve vereniging heeft overigens mogelijk consequenties voor de mogelijkheden voor de wijze van aanbesteding. Een specifieke eis aan het inrichtingsvoorstel is dan ook dat alle consequenties met betrekking tot aanbesteding in beeld zijn. Adequate samenwerking tussen de betrokken gemeenten, Staatsbosbeheer en andere (gebieds)partijen vraagt een gezamenlijke visie op (het beheer van) het gebied. Deze vraag sluit aan bij de discussie die gevoerd wordt op het niveau van de Landschapstafel Hof van Delfland over de kwaliteit van de recreatiegebieden. Voorgesteld wordt om bij de uitwerking van de beheervisie aan te sluiten bij de kwaliteitsvisie van de Landschapstafel. Toekomstige financiële verhoudingen Om de opheffing van het Koepelschap, en daarmee het verdwijnen van de vereveningssystematiek, budgetneutraal te laten verlopen, heeft het Dagelijks Bestuur van het Koepelschap verzocht om de interne financiële verhoudingen aan te passen in de gemeenschappelijke regeling voor het Recreatieschap Midden-Delfland per 1 januari 2018 (zie ingekomen stukken). Hierbij wordt het schapsbestuur en de deelnemers gevraagd om de nieuwe financiële verhouding als vertrekpunt te nemen voor de situatie vanaf 1 januari Voorgesteld wordt om aan de gemeenteraden na opheffing van de gemeenschappelijke regeling de financiële bijdragen beschikbaar te houden tot ten minste 2025 om zo het beheer van de huidige schapsgronden (door de coöperatieve vereniging) en toezicht en handhaving (door de gemeenten) te borgen. Hierbij wordt tevens voorgesteld om de bestemming van de beschikbare middelen voor de toekomst nader te bepalen en vast te leggen. In de bijgevoegde brief van (bijlage 4) heeft het Dagelijks Bestuur te kennen gegeven aan het Koepelschap dat zij het voorstel van het Koepelschap een goede basis vindt voor verdere onderhandelingen over een nieuwe vorm van samenwerking ten behoeve van het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden in Midden-Delfland, waarbij tevens gewezen is op de onzekerheid en risico s ten aanzien van het uittreden van het Rijk. 3

4 Financieringsovereenkomst De provincie Zuid-Holland heeft op 1 juni middels een financieringsovereenkomst een voorstel gedaan voor de voortzetting van de provinciale bijdrage aan het schap voor de periode Deze overeenkomst is ter kennisname bijgevoegd (bijlage 5). Voorgesteld wordt om het Dagelijks bestuur de opdracht te geven om de concept-overeenkomst op detailpunten nader uit te werken en tevens de intentie uit te spreken richting de provincie voor het aangaan van een gezamenlijk commitment voor financiële betrokkenheid voor het recreatiebeheer in het Midden- Delflandgebied. Harmonisatie van financiële bijdragen Tijdens de eerste bestuurlijke werkconferentie is geconstateerd dat er aanzienlijke verschillen bestaan in de relatieve bijdragen van de gemeenten, afgezet tegen het aantal inwoners per gemeenten. De intentie is uitgesproken om te komen tot een harmonisatiemodel voor een evenwichtige verdeling van de kosten van het beheer van buitenstedelijk groen tussen de belanghebbende gemeenten. Voorgesteld wordt om hiervoor eerst een overzicht te maken van de financiële situatie, met de volgende aspecten: de totale bijdragen per organisatie aan het beheer van buitenstedelijk groen (in eerste instantie van de schapsgemeenten en vervolgens op het niveau van Hof van Delfland); de totale bijdragen per inwoner aan het beheer van buitenstedelijk groen; de totale bijdragen per functie/ type gebied en de gemiddelde bijdrage per hectare; Een dergelijke financiële analyse biedt een basis voor een bestuurlijke verkenning naar de mogelijkheden voor een harmonisatiemodel voor een evenwichtige verdeling van de kosten van het beheer van buitenstedelijk groen tussen de belanghebbende gemeenten. Voorgesteld wordt hiervoor twee bestuurlijke verkenners aan te stellen. Drie-partijenovereenkomst De huidige dienstverleningsovereenkomst (verder: DVO) tussen het Recreatieschap Midden- Delfland en de provincie Zuid-Holland loopt af op 31 december De provincie beëindigt de werkzaamheden voor de schappen en de medewerkers van de G.Z-H treden per 1 januari 2017 in dienst van Staatsbosbeheer. De drie-partijenovereenkomst borgt de continuïteit van de werkzaamheden zoals die nu door de G.Z-H voor het Schap worden verricht en geeft ruimte om met Staatsbosbeheer te onderzoeken of vanuit een gedeelde visie en ambities een langdurige en strategische samenwerking kan ontstaan. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van twee jaar, waarbij het uitgangspunt is dat het huidige budget en werkzaamheden worden gegarandeerd. Hierbij gaan we uit van de taken en werkzaamheden als opgenomen in de eind 2016 geactualiseerde programmabegroting Inhoudelijk wordt ruimte gegeven voor aanpassingen als gevolg van de bestuurlijke besluitvorming binnen het Recreatieschap Midden-Delfland, bijvoorbeeld als per 1 januari 2018 een coöperatieve vereniging voor het beheer en onderhoud in werking treedt. Onderdeel van deze overeenkomst is dat de provincie geen aanspraak meer zal maken op vergoedingen uit hoofde van de afbouwbepalingen zoals die waren opgenomen in de DVO zoals deze nu van kracht is. 4

5 Na afloop van deze tweejarige overeenkomst is het Recreatieschap Midden-Delfland of haar rechtsopvolger(s) in principe vrij om een nieuwe keuze te maken (zie artikel 15 van de overeenkomst). Bij de overeenkomst (bijlage 6) is een uitgebreide algemene toelichting toegevoegd (bijlage 7), waarin ook wordt aangegeven wat er wijzigt en waarom, ten opzichte van de oude DVO. 3. VOORAFGAANDE BESLUITVORMING Midden- Delflandraad, 24 september 2015: MDR, 24 september 2015: vaststellen keuzerichting naar aanleiding van onderzoek toekomstscenario s recreatieschap Midden-Delfland. Midden-Delflandraad, 10 december 2015, Vaststellen uitgangspunten voor de toekomst Midden- Delfland. 4. JURIDISCHE PARAGRAAF Niet van toepassing. 5. FINANCIËLE GEVOLGEN De bijgevoegde brief van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen geeft een overzicht van de financiële verhoudingen, bij gelijkblijvende begrotingsomvang van het schap. Met ingang van 2018 zal de opheffing van het Koepelschap gevolgen hebben voor de (relatieve) bijdragen van de deelnemers aan de huidige gemeenschappelijke regeling. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wijziging in de financiële verhoudingen per 1 januari 2018, bij gelijkblijvende begrotingsomvang van het schap (bron: brief Koepelschap 18 april 2018).. Begroting 2016, huidige verdeling Nieuwe verdeling per 2018 na opheffing KBG Bedrag Aandeel per Verhouding Fictief nieuw Aandeel per Verhouding deelnemer gemeenten bedrag o.v. deelnemer gemeenten / in huidige / PZH begroting in GR vanaf PZH GR Rotterdam Westland , ,01 Delft , ,17 Midden-Delfland , ,02 0,92 Maassluis , ,13 Schiedam , ,35 Vlaardingen , ,32 Totaal gemeenten ,00 Provincie Zuid- Holland ,32 0, ,08 Totaal inclusief provincie ,00 1, ,00 1,00 5

6 6. COMMUNICATIE Niet van toepassing. 7. WIJZE VAN TOTSTANDKOMING Ambtelijk voorbereid door G.Z-H in samenwerking met H. van der Vlist en de ambtelijke werkgroep. 8. VERDERE PROCEDURE 1. 8 juli 2016: vergadering van de Midden- Delflandraad: a. Vaststelling gewijzigde financiële verhoudingen, besluit tot wijziging GR; b. Vaststelling besluit tot opheffing Recreatieschap Midden-Delfland en oprichting coöperatieve vereniging; c. Opdracht tot uitwerking van opheffingsbesluit en oprichting coöperatieve vereniging; d. Verzoek tot herziening uittredingsbesluit provincie. 2. September 2016: extra vergadering van de Midden-Delflandraad a. Vaststelling uitwerking opheffingsbesluit en oprichting coöperatieve vereniging; b. Opheffingsbesluit ter instemming sturen aan de deelnemers; c. Vaststelling financieringsovereenkomst. 3. Oktober november 2016: besluitvorming in gemeenteraden a. Opheffingsbesluit door gemeenteraden; b. Besluit tot oprichting coöperatieve vereniging; c. Besluit tot gewijzigde financiële verdeelsleutel door een wijziging van de GR; d. Besluit tot beschikbaar houden financiële bijdrage tot ten minste december 2015: vergadering Midden-Delflandraad a. Kennisname van de door de deelnemers bekrachtigde opheffingsbesluiten; b. Opdrachtverstrekking voor uitwerken liquidatieplan, beheervisie, harmonisatiemodel. Hoogachtend, Dhr. W. Kornmann Projectleider transitie Midden-Delfland 6