Cp7. het bedrijfsplan
|
|
- Nina Andrea van den Pol
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Cp7 het bedrijfsplan Een onderneming starten begint met een idee. U heeft een idee over wat u wilt verkopen en aan wie u dat wilt verkopen. U denkt ook na over een goede plaats voor uw onderneming. Voordat u echt gaat starten met uw bedrijf kunt u een bedrijfsplan maken. In een bedrijfsplan schrijft u heel precies op hoe u uw onderneming gaat starten. U schrijft over uzelf, over de rechtsvorm van uw bedrijf, over wat u gaat verkopen en waar u dat gaat doen en wat u daar allemaal voor nodig heeft. In welke branche gaat u een bedrijf starten? Zijn er veel concurrenten? Kunt u genoeg klanten krijgen? Kunt u genoeg geld verdienen met uw onderneming? Dit heet marktonderzoek. U leert waar u informatie kunt vinden. U denkt ook na over personeel. Heeft u personeel nodig of kunt u het werk alleen doen? Als u personeel aanneemt wordt u werkgever. Werkgevers hebben verplichtingen. U moet uw personeel salaris betalen, ook als het personeel ziek is. U moet ook een loonadministratie bijhouden.
2 Klaar voor de praktijk Cruciale praktijksituatie 7? Wat weet u? Wat kan u? Maak het bolletje zwart als u kunt zeggen: ja, dit weet ik of ja, dit kan ik. Ik weet 1 2 wat een bedrijfsidee is. wat een bedrijfsplan is waarom een bedrijfsplan belangrijk is. waar ik informatie kan vinden over branche en concurrentie. dat een werkgever verplichtingen heeft. Ik Kan informatie lezen over het maken van een bedrijfsplan. praten over het maken van een bedrijfsplan. vragen stellen over het maken van een bedrijfsplan. praten over mijn bedrijfsidee. informatie vinden over branche en concurrentie. informatie begrijpen over branche en concurrentie. praten over branche en concurrentie. informatie noteren over branche en concurrentie. informatie vinden over personeel aannemen. gevolgen van personeel aannemen begrijpen. praten over personeel aannemen. vertellen waarom u wel of geen personeel wilt aannemen. woordenlijst Welke woorden kent u? Welke nog niet? { { { { { { { { { { { { { { { { { { advies, het / advies geven/ adviseren bedrijfsidee, het bedrijfsplan, het / ondernemingsplan, het bedrijfsvorm, de BV, de doelgroep, de eenmanszaak, de failliet financieren/ financiering Kamer van Koophandel/ KVK startende ondernemer, de risico, het voorbereiden/ voorbereiding voorbereiding, de bedrijfschap, het branche. de brancheorganisatie, de concurrentie, de/ concurrenten, de { marktonderzoek doen { onderzoeken { promotie, de { arbeidscontract, het { collectieve Arbeidsovereenkomst CAO { loon betalen { loon doorbetalen { loondienst, de { loonstrook, de { loonadministratie, de { personeel, het { personeel aannemen { personeel in dienst nemen { uitzendbureau, het { vakantiegeld, het { verplichtingen, het { werknemersverzekering, de 2
3 eerste ronde filmkijken 1 Wat voor zaak wil Halina beginnen? tweede ronde filmkijken 1 Waar heeft Halina een gesprek? a. b. c. bij de kapper bij de winkel aan de overkant bij de Kamer van Koophandel Welke woorden hoort u in het gesprek? bedrijfsplan bedrijfsidee klanten marktonderzoek concurrenten personeel eenmanszaak Wanneer wil Halina beginnen met haar zaak? a. nu b. later c. over een paar jaar derde ronde filmkijken Halina wil een eigen zaak beginnen. Wat vindt Jerfy daarvan? 2 Halina zegt: Als je me binnenkort niet meer kunt vinden...ik zit daar, aan de overkant. Wat bedoelt Halina daarmee? 3
4 1. Praten over bedrijfsidee en bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) Oefenen: U praat met een ondernemer over het bedrijfsidee en het maken van een bedrijfsplan. De ondernemer is thuis begonnen met een cateringbedrijf. Nu heeft de ondernemer een lunchcafé. U vraagt: -- wanneer deze ondernemer is begonnen met zijn bedrijf, -- wat het bedrijfsidee van de ondernemer is, -- wat de doelgroep van de ondernemer is, -- of de ondernemner een bedrijfsruimte heeft gehuurd, -- waarom de ondernemer een lunchcafé (met accent op de e) heeft, -- of de ondernemer een bedrijfsplan heeft gemaakt, -- waarom de ondernemer een bedrijfsplan heeft gemaakt. Oefen het gesprek met iemand. Stel uw vragen aan de andere ondernemer. Lees uw tekst voor. Ja hoor, dat mag wel. andere Ondernemer Ik ben vijf jaar geleden begonnen. U U bent ondernemer. Mag ik u iets vragen over de start van uw bedrijf? Hoelang bent u al ondernemer? Met welk bedrijfsidee bent u begonnen? Ik wilde een cateringbedrijf beginnen. Voor welke doelgroep? Bedrijven. Ik verzorg lunches voor bedrijven. Heeft u meteen een bedrijfsruimte gehuurd? Nee hoor, ik ben vanuit huis begonnen. Dat heb ik drie jaar gedaan. 4
5 U heeft nu een lunchcafé. Waarom heeft u een lunchcafé geopend? De zaken gaan goed. Ik heb een nieuwe doelgroep erbij. Nu komen de mensen bij mij lunchen. Maar ik bezorg ook nog lunches. Heeft u ook een bedrijfsplan gemaakt voordat u een bedrijf ging starten? Ja, ik heb mijn bedrijfsidee eerst helemaal uitgewerkt. Waarom heeft u een bedrijfsplan gemaakt? Het is belangrijk om heel goed na te denken voordat je echt gaat starten. Er zijn veel risico s bij het starten van een bedrijf. Goed, ik zal ook goed nadenken voordat ik ga beginnen. Bedankt voor het gesprek. 5
6 1. Praten over bedrijfsidee en bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De andere ondernemer heeft de tekst. U niet. U luistert naar de andere ondernemer. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: U praat met een ondernemer over het bedrijfsidee en het maken van een bedrijfsplan. De ondernemer is thuis begonnen met een cateringbedrijf. Nu heeft de ondernemer een lunchcafé. U vraagt: -- wanneer deze ondernemer is begonnen met zijn bedrijf, -- het bedrijfsidee van de ondernemer, -- voor welke doelgroep, -- heeft de ondernemer een bedrijfsruimte gehuurd, -- waarom de ondernemer een lunchcafé heeft, -- heeft de ondernemer een bedrijfsplan gemaakt, -- waarom de ondernemer een bedrijfsplan heeft gemaakt. Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Mag ik u iets vragen over de start van uw bedrijf? Hoe lang bent u al ondernemer? Met welk bedrijfsidee bent u begonnen? Voor welke doelgroep? Heeft u meteen een bedrijfsruimte gehuurd? Heeft u een bedrijfsplan gemaakt? Waarom heeft u een bedrijfsplan gemaakt? Een afsluiting van het gesprek 6
7 2. Een bedrijfsplan maken Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U heeft een bedrijfsidee. U wilt een bedrijfsplan maken. U leest een tekst van de Kamer van Koophandel op internet. Lees de tekst en beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Waar gaat deze tekst over? a. een onderneming starten b. een ondernemingsplan schrijven In welk deel van het ondernemingsplan schrijft u wie u bent? a. de ondernemer b. de onderneming In welk deel van het ondernemingsplan schrijft u over uw geldzaken? a. markt b. financiën 7
8 2. Een bedrijfsplan maken Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U heeft een bedrijfsidee. U wilt een bedrijfsplan maken. U leest een tekst van de Kamer van Koophandel op internet. Lees de tekst en beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Waarom is het goed om voor uzelf een ondernemingsplan maken? a. omdat u een goed bedrijfsidee heeft. b. omdat u plannen heeft. c. omdat u goed over alles na moet denken. Waarbij kunt u een ondernemingsplan nog meer gebruiken? a. b. c. bij het nadenken bij het aanvragen van een financiering bij het slagen van uw bedrijf Wat schrijft u niet in een ondernemingsplan? a. b. c. wie uw docent is waar u zich gaat vestigen welke rechtsvorm u kiest Welke vijf onderdelen moeten in ieder geval in een ondernemingsplan? a. b. c. de ondernemer, de onderneming, markt, producten, financiën de onderneming, markt, financiën, geldzaken, organisatie de ondernemer, de onderneming, organisatie, markt, financiën In welk onderdeel schrijft u over uzelf? a. b. c. organisatie de onderneming de ondernemer In welk onderdeel schrijft u over wat u gaat verkopen? a. b. c. de onderneming markt organisatie 8
9 Een ondernemingsplan maken Heeft u een goed bedrijfsidee? Met een ondernemingsplan maakt u uw idee concreet. Een ondernemingsplan dwingt u om na te denken over allerlei zaken die een rol spelen bij het slagen van uw bedrijf. Zo ziet u of uw plannen haalbaar zijn. Bovendien kunt u het ondernemingsplan gebruiken bij het aanvragen van een eventuele financiering. Hoe maakt u een ondernemingsplan? In uw ondernemingsplan zet u uw plannen voor uzelf op een rij. Wat wilt u precies gaan doen? Waar gaat u zich vestigen? Welke rechtsvorm kiest u? U onderzoekt uw markt, uw concurrenten en berekent hoeveel geld u nodig heeft om uw plannen van de grond te krijgen. In een gedegen ondernemingsplan werkt u in ieder geval de volgende onderdelen uit:»»»»» De ondernemer: wie bent u? De onderneming: wat gaat u doen? Markt: hoe gaat u uw product of dienst verkopen? Organisatie: hoe gaat u het regelen? Financien: hoe regelt u uw geldzaken?
10 3. Een bedrijfsidee opschrijven - U heeft een bedrijfsidee. U schrijft uw bedrijfsidee op. U schrijft wat u wilt verkopen en aan wie u wilt verkopen. 1 Vul het formulier in. Schrijf uw bedrijfsidee in het schema. Schrijf wat u gaat verkopen en aan wie u wilt verkopen. 10
11 Mijn bedrijfsidee Wat? (product/dienst) Voor wie? (doelgroep)
12 3. Een bedrijfsidee opschrijven - U heeft een bedrijfsidee. U schrijft uw bedrijfsidee op. U schrijft wat u wilt verkopen en aan wie u wilt verkopen. 1 Vul het formulier in. Schrijf uw bedrijfsidee in het schema. 12
13 Mijn bedrijfsidee Waarom? (motivatie) Voor wie? (doelgroep) Waar? (locatie) Waarom? (motivatie)
14 4. Praten met een adviseur over uw bedrijfsidee Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een winkel beginnen in dameskleding voor dames met een grote maat. U vertelt een adviseur over uw bedrijfsidee. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Geef antwoord op de vragen van de medewerker. Lees uw tekst voor. Adviseur U wilt een bedrijf beginnen? Op welke doelgroep richt u zich? Waar wilt u uw bedrijf beginnen? U Ja, ik wil een bedrijf starten in dameskleding. Ik richt me op vrouwen met een grote maat. Ik wil mijn bedrijf vestigen in een grote stad. Daar wonen veel dikke vrouwen. Waar bent u goed in? Waarom wilt u ondernemer worden? Ik ben goed in verkopen. En ik heb zelf ook een grote maat. Er is weinig kleding voor dikke vrouwen. Ik wil graag eigen baas zijn. Heeft u al een bedrijfplan gemaakt? 14
15 Nee, ik wil graag informatie over een bedrijfsplan. Dat kunt u vinden op de site van de Kamer van Koophandel. Bedankt voor de informatie. Ik zal op de site kijken. Geen dank, graag gedaan. 15
16 4. Praten met een adviseur over uw bedrijfsidee - U vertelt een adviseur over uw bedrijfsidee. U wilt een winkel beginnen in dameskleding voor dames met een grote maat. U heeft zelf ook een grote maat. Voor dames met een grote maat is weinig kleding te koop. U wilt een winkel beginnen in een grote stad, daar wonen veel dikke dames. U bent goed in verkopen. U wilt graag eigen baas zijn. U heeft nog geen bedrijfsplan gemaakt. U wilt informatie over een bedrijfsplan. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De medewerker heeft de tekst. U niet. U luistert naar de medewerker. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik wil een bedrijf starten in dameskleding. Ik richt me op vrouwen met een grote maat. Ik wil mijn bedrijf beginnen in een grote stad. Ik ben goed in verkopen. Ik wil graag eigen baas zijn. Ik heb nog geen bedrijfsplan gemaakt. Ik wil informatie over een bedrijfsplan. Een afsluiting van het gesprek. 16
17 5. Vragen stellen over het maken van een bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een taxibedrijf beginnen. U praat met een adviseur. U stelt vragen aan de adviseur over het maken van een bedrijfsplan. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Geef antwoord op de vragen van de adviseur. Lees uw tekst voor. Adviseur Heeft u al een bedrijfsplan gemaakt? Dan kunnen andere mensen uw plan lezen en advies geven. Bijvoorbeeld een bankmedewerker als u praat over de financiering. U Ik wil een taxibedrijf beginnen. Nee, waarom moet ik een bedrijfsplan maken? Wie leest mijn bedrijfsplan? Dat leest u bijvoorbeeld op de website Wat staat er allemaal in een bedrijfsplan? Geen dank. Graag gedaan! Dank u wel voor de informatie. Ik zal op de website kijken. 17
18 5. Vragen stellen over het maken van een bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een taxibedrijf beginnen. U praat met een adviseur. U stelt vragen aan de adviseur over het maken van een bedrijfsplan. U vraagt waarom u een bedrijfsplan moet maken, wie uw bedrijfsplan leest en wat er in een bedrijfsplan staat. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De adviseur heeft de tekst. U niet. U luistert naar de adviseur. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik wil een beginnen. Waarom moet ik een bedrijfsplan maken? Wie leest mijn bedrijfsplan? Wat staat er allemaal in een bedrijfsplan? Een afsluiting van het gesprek 18
19 6. Praten over het maken van een bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een schoonmaakbedrijf beginnen. U wilt eigen baas zijn. U gaat alleen een bedrijf beginnen. U praat met een adviseur over het maken van uw bedrijfsplan. U vraagt advies over de rechtsvorm. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Geef antwoord op de vragen van de adviseur. Lees uw tekst voor. Adviseur U wilt een schoonmaakbedrijf beginnen. Waarom wilt u ondernemer worden? Heeft u al nagedacht over een bedrijfsvorm? Gaat u alleen een bedrijf beginnen? Of samen met anderen? U Ik wil niet voor een baas werken. Ik wil eigen baas zijn. Nee, welke rechtsvorm adviseert u mij? Ik ga alleen een bedrijf beginnen. Dan adviseer ik een eenmanszaak. Dank u wel voor het advies. Graag gedaan en succes met uw ondernemingsplan. 19
20 6. Praten over het maken van een bedrijfsplan Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een schoonmaakbedrijf beginnen. U wilt eigen baas zijn. U gaat alleen een bedrijf beginnen. U praat met een adviseur over het maken van uw bedrijfsplan. U vraagt advies over de rechtsvorm. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De adviseur heeft de tekst. U niet. U luistert naar de adviseur. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik wil niet voor een baas werken. Ik wil eigen baas zijn. Welke rechtsvorm adviseert u mij? Ik ga alleen een bedrijf beginnen. Dank u wel voor het advies. 20
21 7. Informatie vragen over branche en concurrentie Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een restaurant beginnen in Deventer. U praat met een adviseur. U heeft nog geen marktonderzoek gedaan. U vraagt hoe u marktonderzoek kunt doen. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Geef antwoord op de vragen van de adviseur. Lees uw tekst voor. Adviseur Goedemorgen, u wilt een bedrijf beginnen? Waar wilt u uw bedrijf straten? In Deventer zijn al veel restaurants. Heeft u al marktonderzoek gedaan? Ja, dat is zeker belangrijk. U moet onderzoeken of u genoeg klanten kunt krijgen. Ja, ik wil een restaurant beginnen. U Ik wil een restaurant beginnen in Deventer. Nee, dat heb ik nog niet gedaan. Is dat belangrijk? Hoe moet ik dat doen? U moet onderzoeken hoeveel concurrenten er zijn. En u moet onderzoeken of u met uw bedrijfsidee genoeg klanten kunt krijgen. Waar kan ik de informatie vinden? U kunt zoeken op internet bij uw branche. U kunt bijvoorbeeld zoeken op de site van de Kamer van Koophandel. Op de site van het bedrijfschap kunt u ook veel informatie vinden. Goed, dat zal ik doen. Bedankt voor de informatie. Geen dank en succes! 21
22 7. Informatie vragen over branche en concurrentie Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een restaurant beginnen in Deventer. U praat met een adviseur. U heeft nog geen marktonderzoek gedaan. U vraagt of dat belangrijk is. U vraagt hoe u marktonderzoek doet. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De adviseur heeft de tekst. U niet. U luistert naar de adviseur. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik wil een restaurant beginnen. Ik wil een restaurant beginnen in Deventer. Marktonderzoek, is dat belangrijk? Waar kan ik de informatie vinden? Een afsluiting van het gesprek 22
23 8. Informatie zoeken over de branche op internet Zoeken op internet (12) U zoekt informatie over uw branche op internet. U zoekt op de site van de Kamer van Koophandel. Kijk naar de plaatjes. Wat moet u allemaal doen? 1 Zet de plaatjes in de goede volgorde
24 A B C
25 8. Informatie zoeken over de branche op internet Zoeken op internet (12) U zoekt informatie over uw branche op internet. U zoekt op de site van de Kamer van Koophandel. Kijk naar de plaatjes. Wat moet u allemaal doen? 1 Zet de plaatjes in de goede volgorde
26 EM D O A B C
27 D E
28 9. Informatie lezen over branchegegevens Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U zoekt informatie over de branche. Bekijk de grafieken. Geef antwoord op de vragen. Omcirkel het goede antwoord Vragen bij plaatje A Over welke branche krijgt u informatie? a. overzicht b. restaurants Hoeveel ondernemingen zijn er in deze branche? a b. 69 Vragen bij plaatje B Over welke provincie krijgt u informatie? a. b. Noord-Holland Overijssel In welke maand zijn de meeste ondernemers gestart? a. b. september december Vragen bij plaatje C In welke maand is meer winst gemaakt? a. april b. oktober 28
29 9. Informatie lezen over branchegegevens Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U zoekt informatie over de branche. Bekijk de grafieken. Geef antwoord op de vragen. Omcirkel het goede antwoord Vragen bij plaatje A Over welke branche krijgt u informatie? a. branche-overzicht b. restaurants c. cijfers Welke zin is waar? a. b. c. Het aantal restaurants blijft gelijk. Er zijn meer stoppers dan starters. Er zijn 69 ondernemers gestopt. Vragen bij plaatje B Over welke periode krijgt u informatie? a. juni t/m december 2009 b. januari t/m mei 2010 c. juni 2009 t/m mei 2010 Welke zin is waar? a. b. c. In juli waren de meeste starters. In december waren de meeste starters. In september waren de meeste starters. Vragen bij plaatje C 1 Kijk naar de grafiek. Welke zin is waar? a. b. c. In de horeca is in oktober meer winst gemaakt dan in april. In de horeca is in januari minder winst gemaakt dan in april. In de horeca in juli net zoveel winst gemaakt als in oktober. 2 Waar is in oktober meer winst gemaakt? a. b. c. in andere bedrijfstakken in de horeca er is geen verschil 29
30 A B C
31 10. Marktonderzoek doen Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U wilt een bedrijf starten. U gaat onderzoek doen naar uw concurrenten en uw klanten. Lees de tekst van de website van de Kamer van Koophandel. Beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Hoe heet onderzoek doen naar klanten en concurrenten? a. marktonderzoek b. klantenonderzoek Welke vraag hoort bij klantenonderzoek? a. b. Op welke doelgroep richt u zich precies? Wie zijn uw belangrijkste concurrenten? Welke vraag hoort bij concurrentieonderzoek? a. Waar komen uw klanten vandaan? b. Wat bieden uw concurrenten voor product of dienst? 31
32 10. Marktonderzoek doen Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U wilt een bedrijf starten. U gaat onderzoek doen naar uw concurrenten en uw klanten. Lees de tekst van de website van de Kamer van Koophandel. Beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Wat is marktonderzoek doen? a. onderzoek doen naar klanten en concurrenten b. onderzoek doen naar product of dienst c. onderzoek doen naar leeftijd en prijs Wat hoort niet bij klantenonderzoek? a. b. c. de leeftijd van de klanten de geldbesteding van uw klanten de verjaardag van uw klanten Wat hoort niet bij concurrentieonderzoek? a. het product of de dienst van uw concurrenten b. de kinderen van uw concurrenten c. de prijs van uw concurrenten Waarom is concurrentieonderzoek belangrijk? a. b. c. U kunt dan vrienden worden met uw concurrenten. U kunt zich dan onderscheiden van uw concurrenten. U kunt dan communiceren met uw concurrenten. 32
33 Marktonderzoek Klanten Om te bepalen hoe u uw product of dienst gaat verkopen, moet u weten wie uw klanten zijn. Met een klantenonderzoek brengt u uw potentiële klanten zo gedetailleerd mogelijk in beeld. Beantwoord vragen als: Op welke doe lgroep richt u zich precies? Welke leeftijd hebben uw klanten? Hoe en waar geven uw klanten hun geld uit? Waar komen uw klanten vandaan? Hoeveel klanten kunt u per jaar kunt bedienen? Concurrentie Meestal bent u niet de enige die een bepaald product of een bepaalde dienst aanbiedt. Daarom gaat u in een concurrentieonderzoek na wie uw concurrenten zjin en wat ze precies doen. Beantwoord daarbij in ieder geval de volgende vragen: Wie zijn uw belangrijkste concurrenten? Wat bieden uw concurrent voor product of dienst? Wat voor prijs vragen uw concurrenten? Hoe verkopen uw concurrenten hun producten of diensten? Als u weet wie uw concurrenten zijn en hoe zij op de klantbehoefte inspelen, kunt u bepalen hoe u zich onderscheidt van de concurrentie. Dat kan zijn door de producten die u levert, door uw imago of door uw communicatie met de klant.
34 11. Praten MET EEN DESKUNDIGE over branche en concurrenten Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een Thais restaurant beginnen in Zaandam. U praat met een adviseur over uw bedrijfsidee, uw branche en uw concurrentie. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Geef antwoord op de vragen van de adviseur. Lees uw tekst voor. Adviseur U wilt een restaurant openen in Zaandam? In Zaandam zijn al veel restaurants. Weet u dat? Is het wel een goed idee om een restaurant in Zaandam te openen? Dus u denkt dat er veel klanten komen eten? U Ja, ik wil een Thais restaurant beginnen. Ja, dat weet ik. In Zaandam zijn al 39 restaurants. Er is nog geen Thais restaurant in Zaandam. Thais eten is erg lekker. Zeker, veel mensen houden van Thais eten. Hoe is uw prijs? Ik ben niet duur. Veel concurrenten zijn duurder. Ik denk dat u een goed bedrijfsidee heeft. U kunt dit allemaal in uw bedrijfsplan schrijven. Fijn, dank u wel! Ik zal een bedrijfsplan maken. 34
35 11. Praten MET EEN DESKUNDIGE over branche en concurrenten Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U wilt een Thais restaurant beginnen in Zaandam. U praat met een adviseur over uw bedrijfsidee, uw branche en uw concurrentie. In Zaandam zijn 39 restaurants. Er is nog geen Thais restaurant. U denkt dat veel mensen Thais eten lekker vinden en u bent niet duur. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De adviseur heeft de tekst. U niet. U luistert naar de adviseur. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik wil een Thais restaurant beginnen. In Zaandam zijn 39 restaurants. Er is nog geen Thais restaurant. Veel mensen houden van Thais eten. Veel concurrenten zijn duurder. Een afsluiting van het gesprek 35
36 12. Aantekeningen maken over branche en concurrentie - U wilt een taxibedrijf beginnen. U zoekt informatie over de branche op de site van de Kamer van Koophandel. U maakt aantekeningen. Kijk naar de plaatjes. Kies de goede antwoorden Plaatje A: Aantal ondernemingen: a. -59 b Aantal starters: a. 25 b. 84 Plaatje B: Naam brancheorganisatie: a. Taxi b. KNV Taxi Website branchevereniging: a. b. taxi@knv.nl 36
37 A B Brancheorganisatie In de branche Taxi zijn de volgende brancheorganisaties gevonden: Brancheorganisatie: KNV Taxi Organisatie KNV Taxi Beschrijving Contactinformatie Postadres Postbus 19365, 2500 CJ Den Haag Bezoekadres Spui 88, 2511 BT, Den Haag Telefoon Fax taxi@knv.nl Website
38 12. Aantekeningen maken over branche en concurrentie - U wilt een taxibedrijf beginnen. U zoekt informatie over de branche op de site van de Kamer van Koophandel. U maakt aantekeningen. Kijk naar de plaatjes. Maak aantekeningen Plaatje A: Aantal ondernemingen: Periode: Ontwikkeling: Plaatje B: Omzet vervoer ten opzichte van andere bedrijfstakken in januari 2010: Plaatje C: 5 Winst vervoer ten opzichte van andere bedrijfstakken: 38
39 A B C
40 13. Personeel aannemen Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U wilt personeel aannemen. Lees de tekst van de site van de Kamer van Koophandel. Beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Waar gaat deze tekst over? a. personeelskosten b. loonkosten Waar hoort vakantiegeld bij? a. directe loonkosten b. indirecte loonkosten Hoelang moet u ziek personeel doorbetalen? a. 2 jaar b. 70% 40
41 13. Personeel aannemen Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of tekst (11) U wilt personeel aannemen. Lees de tekst van de site van de Kamer van Koophandel. Beantwoord de vragen. Omcirkel het goede antwoord Personeel kost meer dan salaris. Hoeveel extra moet u rekenen? a. 70% b. 8% c. 30% Wat hoort niet bij directe loonkosten? a. salaris b. werknemersverzekeringen c. vakantiegeld Wat hoort bij Indirecte loonkosten? a. loonbelasting b. vakantiegeld c. reiskosten Welke verplichtingen heeft u naar ziek personeel? a. b. c. 1 jaar maximaal 70% salaris betalen. 2 jaar 100% salaris betalen. 2 jaar minimaal 70% salaris betalen. 41
42 Personeelskosten Personeel kost u meer dan alleen salaris. U moet er rekening mee houden dat de personeelskosten ongeveer 30% hoger zijn dan het brutoloon. De personeelskosten bestaan uit: 1. Directe loonkosten Dit zijn salaris, vakantiegeld, winstuitkeringen en provisies. Een werknemer heeft recht op minstens het minimum(jeugd)loon en vakantiegeld van minimaal 8% van het bruto jaarsalaris. In sommige bedrijfstakken moet u zich houden aan de voorwaarden die in een CAO zijn afgesproken. 2 Indirecte loonkosten Dit zijn onder meer pensioen, reis- en onkostenvergoedingen. 3. Verplichte premies en bijdragen Als u personeel in dienst hebt, dan moet u loonheffingen afdragen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen). Loon doorbetalen bij ziekte U moet maximaal 2 jaar minimaal 70% van het laatste loon doorbetalen aan zieke werknemers. Vaak is in CAO s vastgelegd dat het om 100% gaat. U kunt zich tegen de financiële gevolgen hiervan verzekeren.
43 14. Praten met een deskundige over personeel aannemen Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U praat met een adviseur over personeel aannemen. U vertelt waarom u personeel wilt aannemen. U vraagt welke verplichtingen u allemaal heeft. Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Lees uw tekst voor. Adviseur Gaat u personeel aannemen? Wilt u vast personeel? U moet uw personeel salaris betalen. Ja, dat moet. En u moet ook vakantiegeld betalen. U Ja, ik neem personeel in dienst omdat ik het werk niet alleen kan. Ik wil eerst informatie over mijn verplichtingen. Moet ik ziek personeel ook doorbetalen? En wat moet ik nog meer betalen? U moet ook werknemersverzekeringen betalen. Heb ik nog meer verplichtingen? U moet de loonadministratie bijhouden en uw personeel elke maand een loonstrookje geven. Dat kost dus extra tijd. Daar moet u rekening mee houden. Goed, ik zal er nog eens goed over nadenken. Bedankt voor de informatie. 43
44 14. Praten met een deskundige over personeel aannemen Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) Uitleg vragen in een gesprek (3) Begrijpen (5) Hoe zeg je dat? (6) U praat met een adviseur over personeel aannemen. U wilt personeel aannemen om dat u het werk niet meer alleen kunt. U wilt informatie over uw verplichtingen.u vraagt of u ziek personeel moet doorbetalen. U vraagt wat u nog meer moet betalen. U vraagt of u nog meer verplichtingen heeft. spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De adviseur heeft de tekst. U niet. U luistert naar de adviseur. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een als u het hoort. Ik neem personeel in dienst omdat ik het werk niet meer alleen kan. Ik wil informatie over mijn verplichtingen. Moet ik ziek personeel doorbetalen? Wat moet ik nog meer betalen? Heb ik nog meer verplichtingen? Een afsluiting van het gesprek. 44
45 antwoordblad 2. Een bedrijfsplan maken 1 b 2 a 3 b 2. Een bedrijfsplan maken 1 c 2 b 3 a 4 c 5 c 6 a 3. Een bedrijfsidee opschrijven Bespreek deze opdracht met de docent. 8. Informatie zoeken over de branche op internet 1 b 2 c 3 a 8. Informatie zoeken over de branche op internet 1 c 2 a 3 c 4 e 5 b
46 9. Informatie lezen over branchegegevens Plaatje A 1 b 2 a Plaatje B 1 b 2 a Plaatje C 1 b 9. Informatie lezen over branchegegevens Plaatje A 1 b 2 b Plaatje B 1 a 2 b Plaatje C 1 a 2 b 10. Marktonderzoek doen 1 a 2 a 3 b 10. Marktonderzoek doen 1 a 2 c 3 b 4 b
47 12. Aantekeningen maken over branche en concurrentie A. Aantalondernemingen: 5999 Aantal starters: 25 B. Naam branchevereniging: KNV Taxi Website branchevereniging: Aantekeningen maken over branche en concurrentie A. Aantal ondernemingen: 5999 Periode: December 2009 Ontwikkeling: -59 B. Omzet vervoer ten opzichte van andere bedrijfstakken in januari 2010: gelijk/hetzelfde/geen verschil C. Winst vervoer ten opzichte van andere bedrijfstakken: kleiner/minder 13. Personeel aannemen 1 a 2 a 3 a 13. Personeel aannemen 1 c 2 b 3 c 4 c
CP16. ziek- en betermelden
CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u
Nadere informatieCP17. het werkoverleg
CP7 het werkoverleg Als u in Nederland aan het werk bent, overlegt u ook vaak met collega s over het werk. Soms overlegt u tijdens het werk met een colleg Soms doet u ook mee aan een speciaal werkoverleg
Nadere informatiedat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.
CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet
Nadere informatieCP9. In gesprek over de toekomst
CP9 In gesprek over de toekomst Na het voortgezet onderwijs kiest uw kind welk vak hij wil gaan leren en welke opleiding hij wil gaan volgen. Hij maakt een beroepskeuze. Een decaan of studiebegeleider
Nadere informatievan tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.
CP2 solliciteren Als u in Nederland belangstelling heeft voor een vacature, kunt u gaan solliciteren. Meestal gaat u dan praten bij een bedrijf. Soms kunt u ook telefonisch solliciteren. In cruciale praktijksituatie
Nadere informatieCP15. functioneringsgesprek
CP5 functioneringsgesprek In Nederland voert de leidinggevende een of meer keren per jaar een functioneringsgesprek met de werknemer over het werk. Dit gesprek gaat over wat wel en niet goed gaat in het
Nadere informatieCP14. gesprek over arbeidsvoorwaarden
CP4 gesprek over arbeidsvoorwaarden In Nederland maakt de werkgever met de werknemer afspraken over het werk. Afspraken over bijvoorbeeld kinderopvang, reiskostenvergoeding en vakantiedagen. Die afspraken
Nadere informatieCP1. op zoek naar werk
CP1 op zoek naar werk Als u in Nederland op zoek gaat naar werk, kunt u zich inschrijven bij het CWI of een uitzendbureau. Bedrijven die vacatures hebben, geven dat door aan het CWI of uitzendbureau. Ook
Nadere informatieCP23. klachten afhandelen
CP3 klachten afhandelen Als u in Nederland als monteur werkt en bij mensen thuis komt, heeft u veel contact met klanten. Als een klant ergens niet tevreden over is, zal hij of zij dat tegen u zeggen. Dat
Nadere informatiedat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk.
CP30 klantencontact Als u in Nederland in Zorg of Welzijn werkt, heeft u veel contact met klanten. U praat bijvoorbeeld over het huishoudelijk werk dat u gaat doen voor iemand. Of u geeft door dat u op
Nadere informatieAflevering 6: Eigen bedrijf
Aflevering 6: Eigen bedrijf Vragen vooraf: Heb je wel eens een eigen bedrijf gehad? Als je een eigen bedrijf zou beginnen, wat voor soort bedrijf zou dat dan zijn? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Khalid
Nadere informatieCP3. Naar de basisschool
CP Naar de basisschool In Nederland gaan de meeste kinderen als ze vier jaar zijn, naar de basisschool. Vanaf hun vijfde jaar zijn kinderen leerplichtig. Dan moeten ze naar school. In deze cruciale praktijksituatie
Nadere informatieInhoud. Inleiding 6. 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9
Inhoud Inleiding 6 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9 2 Instanties in Nederland 13 Belangrijke instanties voor ondernemers 14 Kamer
Nadere informatieAflevering 6: Eigen bedrijf
Aflevering 6: Eigen bedrijf Vragen vooraf: Heb je wel eens een eigen bedrijf gehad? Ken je mensen met een eigen bedrijf? Wat voor soort bedrijf is dat? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Khalid wil een
Nadere informatiedat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen.
CP7 Vrije tijd In Nederland zijn veel kinderen lid van een sportclub of een andere club zoals bijvoorbeeld een knutselclu Maar het is ook heel gewoon dat kinderen na schooltijd bij elkaar thuis spelen.
Nadere informatieCP2. Documenten en andere zaken aanvragen
CP Documenten en andere zaken aanvragen In Nederland vraagt iedereen zijn paspoort en rijbewijs aan bij de gemeente. Ook een aanvraag voor naturalisatie doet u bij de gemeente. In deze cruciale praktijk
Nadere informatieWHITEPAPER. Voor het eerst personeel aannemen
WHITEPAPER 2015 Voor het eerst personeel aannemen Ondernemers heb je in alle soorten en maten. Van zzp er tot mkb er, van idealist tot opportunist, en van hobbyist tot professional. Veel van hen wordt
Nadere informatieOndernemerschap in Nederland
Ondernemerschap in Nederland Je neemt deel aan het profiel Ondernemerschap. Dit betekent dat je erover denkt om in de toekomst als ondernemer te gaan werken. Dat is anders dan werken in loondienst. Dan
Nadere informatieJe leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid
Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid Inkomen bij arbeidsongeschiktheid kan erg tegenvallen Stelt u zich eens voor, u wordt ziek. En twee
Nadere informatieCP11. op zoek naar werk
CP11 op zoek naar werk Als u in Nederland op zoek gaat naar werk, kunt u zich inschrijven bij het CWI of een uitzendbureau. Bedrijven die vacatures hebben, geven dat door aan het CWI of uitzendbureau.
Nadere informatieEE P6 n huis huren/ verhuizen
CP6 Een huis huren/ verhuizen In Nederland kunt u een huis huren of een huis kopen. In cruciale praktijksituatie 6 oefent u met het kiezen en huren van een huis en met het doorgeven van uw verhuizing.
Nadere informatieDe Kamer van Koophandel
1 De Kamer van Koophandel KleurRijker Deze module gaat over De Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel helpt je met informatie en tips over het starten van een bedrijf. Je gaat informatie lezen van
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatiebegrijpen wat de huisarts zegt over wat ik moet doen aan mijn klachten.
CP0 de huisarts In Nederland gaat u als u ziek bent naar uw huisarts. De huisarts kan u een recept geven voor een medicijn. Daarmee gaat u naar de apotheek. Als de huisarts u niet kan helpen, verwijst
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieJe leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid
Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid Inkomen bij arbeidsongeschiktheid kan erg tegenvallen Stelt u zich eens voor, u wordt ziek. En twee
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatieFinanciële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid. Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee.
Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Stel, u wordt ziek. Dat klinkt niet prettig, maar het kán zomaar gebeuren. Een ziekte hebben we immers
Nadere informatieStarten met een plan. Alles op een rij. Robert Loontjens & Anne de Jong
Starten met een plan Alles op een rij Robert Loontjens & Anne de Jong Even voorstellen Robert Loontjens en Anne de Jong Accountmanager MKB Rabobank Parkstad Limburg (045) 533 44 44 bedrijven@parkstadlimburg.rabobank.nl
Nadere informatieLesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieHerhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieU leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.
OM RAAD VRAGEN les 3 spreken inleiding en doel U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. Het is belangrijk
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Nadere informatieCP1. Op het consultatiebureau
CP1 Op het consultatiebureau In Nederland kunt u met uw kind naar het consultatiebureau. De medewerkers op het consultatiebureau kijken of het goed gaat met de groei en ontwikkeling van uw kind. U kunt
Nadere informatieFreelancers en zzp ers
Freelancers en zzp ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Juli 2013 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Hoewel aan deze tekst veel zorg is besteed, wordt voor de inhoud geen
Nadere informatieFreelancers en zzp'ers
Freelancers en zzp'ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Maart 2011 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Freelancers en zzp's E-0444 03-2011 1 In deze brochure: 1. Zelfstandig
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Nadere informatieLevensloopregeling. Spaar voor uw verlof
Levensloopregeling Spaar voor uw verlof De Levensloopregeling Spaar voor uw verlof Nederland verandert. Non stop werken tot aan ons pensioen is niet meer vanzelfsprekend, we willen werk kunnen combineren
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieVoorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.
& OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren
Nadere informatiewerkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL
werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatielesmateriaal bij Ik regel mijn geldzaken
Uitgeverij Eenvoudig Communiceren Lezen voor iedereen www.eenvoudigcommuniceren.nl www.lezenvooriedereen.be Mijn leven ik regel mijn geldzaken lesmateriaal bij Ik regel mijn geldzaken Serie Mijn leven
Nadere informatieHet verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieExpeditie M&M. ontdek avontuurlijk leren. lesbrief. Bijbanen. Foto: Marcel van den Bergh / Hollandse Hoogte
Expeditie M&M ontdek avontuurlijk leren lesbrief VMBO Foto: Marcel van den Bergh / Hollandse Hoogte Bijbanen Expeditie M&M Inleiding Nieuwe telefoon, mp3-speler, een vette game, naar de film, kleren, schoenen.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieBetaal niet teveel... ziet u afspraken tussen bedrijven bij aanbestedingen? Meld ze bij ACM. Kansen & keuzes. voor bedrijven en consumenten
Betaal niet teveel... ziet u afspraken tussen bedrijven bij aanbestedingen? Meld ze bij ACM Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten Waarom krijgt u deze folder? U bent inkoper van een bedrijf of
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieIk ben een prima huisarts. Maar ik mis een zakelijk gen.
Ik ben een prima huisarts. Maar ik mis een zakelijk gen. Sinds mijn afstuderen in 2008, heb ik gewerkt als waarnemend huisarts in de kop van Noord-Holland. Dat was een goede start. Ik heb ongelooflijk
Nadere informatieOndernemersplan. Bedrijfsnaam
Ondernemersplan Bedrijfsnaam 1. De ondernemer 1.1 Persoonlijke gegevens Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoonnummer : E-mailadres : Geboortedatum : Geboorteplaats : Nationaliteit : Burgerservicenummer
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatie3.1 Omcirkel het juiste antwoord.
3.1 Vraag 1 Lees de uitspraken I en II en bedenk welke juist is/zijn. I Economie gaat over behoeften II Economie gaat over middelen A. I en II zijn beiden juist B. I is juist, II is onjuist C. II is juist,
Nadere informatieOntwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!
Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf,
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieZorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.
Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Nadere informatieVragenlijst Budgetcoaching
Vragenlijst Budgetcoaching Welkom bij Stedam Bewind. Wij willen u vragen onderstaande vragenlijst zo goed mogelijk in te vullen. Deze lijst wordt gebruikt bij de intake voor de budgetcoaching. Kunt u de
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatiemaandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...
maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon
Nadere informatieVERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieMonica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.
Les 1 Werk en inkomen (1) Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Evert en Monica -2 Rijbewijs Monica is jarig.
Nadere informatieColofon: Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, 2015.
Colofon: Mijn Pad is gemaakt door Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol (2015), Lectoraat Disability Studies; Diversiteit in Participatie, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieLesbrief begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) tekst groep 5 en 6
tekst groep 5 en 6 Carnaval In een deel van Nederland vieren mensen weer carnaval. Carnaval duurt van 18 tot en met 21 februari. De mensen vieren dit feest ieder jaar. Carnaval is een feest met veel tradities
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Nadere informatieSpreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieOndernemersruimte bij De Goudse
Ondernemersruimte bij De Goudse Informatie voor startende ondernemers Ik ben 1 Beste ondernemer, U bent het vast met mij eens: een goede werkruimte is voor een ondernemer erg belangrijk. Maar dat is niet
Nadere informatieGoed voorbereid van start
Welkom Eigen Bedrijf iets voor u? Goed voorbereid van start Startersevent 6 november 2014 Loopbaanplein Winterswijk Benno Ekkelboom Ondernemersadviseur Ondernemerschap Redenen om ondernemer te worden:
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT
TOELICHTING ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT TOELICHTING OP HET PORTFOLIO EN EXAMEN Het examen Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt gaat over werk vinden en werk houden in Nederland. Als
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk
Nadere informatieAlles wat een ondernemer in het mkb moet weten. Het ZAken ZAk boekje
Alles wat een ondernemer in het mkb moet weten Het ZAken ZAk boekje De accountant in uw achterzak Hij die niet kan lachen, moet geen winkel beginnen Inhoudsopgave 3 Een goede start is het halve werk Wie
Nadere informatieTaal op niveau Schrijven Op weg naar niveau
Taal op niveau Schrijven Op weg naar niveau 1F Naam: Groep: Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteur: Annemieke Struijk Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Elma Draaisma en Willem
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Nadere informatieSPEEDDATE. Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf
i n l i c h t i n g e n f o r m u l i e r SPEEDDATE Wij verzoeken u dit inlichtenformulier zorgvuldig in te vullen. Wij danken u alvast voor uw medewerking. 1 personalia gegevens aanvrager Achternaam Voornaam
Nadere informatieTeksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.
Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieDEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!
DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het
Nadere informatieMEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Vrienden & Relaties
MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Vrienden & Relaties s Avonds en in het weekend zit ik vaak alleen thuis. Ik bel dan wel eens met mijn vrienden, maar ze bellen me nooit terug. Ik heb verkering,
Nadere informatieMEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Voor cliënten
MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Voor cliënten Ik red me prima, maar nu mijn zoontje zich niet normaal ontwikkelt weet ik het even niet meer. Mijn beperking vraagt om aanpassingen in huis.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u
Nadere informatieAllianz Arbeidsongeschiktheids-
Allianz Inkomensverzekeringen Nederland Schadeverzekering N.V. Allianz verzekeringen Wagenparkmanagement Arbeidsongeschiktheids- Zekerheid over uw eigen inkomen Waarom een arbeidsongeschiktheidsverzekering?
Nadere informatieOndernemingsplan. De basis in 10 stappen. Een leidraad om je bedrijf, de markt en jezelf goed in kaart te brengen. Ik ga starten
Ondernemingsplan De basis in 10 stappen Een leidraad om je bedrijf, de markt en jezelf goed in kaart te brengen Ik ga starten Hoe maak je een ondernemingsplan? Een ondernemingsplan is de eerste stap naar
Nadere informatie