ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

Transcriptie

1 ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016 Dit reglement regelt de accreditatieprocedure en legt de beoordelingscriteria vast aan de hand waarvan de scholingsactiviteit door de Accreditatie Commissie wordt beoordeeld. De taak en werkwijze van de Accreditatie Commissie wordt in artikel 8B van het Huishoudelijk reglement SKJ geregeld. Dit reglement is vastgesteld door het bestuur van SKJ op 29 februari en treedt in werking op 1 april HOOFDSTUK I Algemeen Artikel 1: Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Aanbieder Aanvrager Accreditatie Accreditatie Commissie Accreditatiekosten Bij- en nascholingsactiviteiten Commissie Heroverweging Jeugdprofessional Een opleidingsinstelling of opleider die voor zijn aanbod van bijen nascholingsactiviteiten accreditatiepunten toegekend gekregen heeft en dit geaccrediteerde aanbod onder de aandacht brengt van potentiële deelnemers. Een aanbieder kan zowel gecertificeerd als niet-gecertificeerd zijn. Een opleidingsinstelling of opleider die een aanbod van bij- en nascholingsactiviteiten heeft en voor dit aanbod een accreditatieaanvraag heeft ingediend. Een aanvrager kan zowel gecertificeerd als niet-gecertificeerd zijn. Het afgeven van een verklaring inhoudende dat een bij- en nascholingsactiviteit aan de eisen voldoet zoals vastgelegd in het Accreditatiereglement van SKJ. Door het bestuur benoemde interne commissie, zoals genoemd in artikel 8B van het Huishoudelijk reglement SKJ, belast met de advisering bij beslissingen betreffende accreditatieaanvragen. Door het bestuur vastgesteld tarief voor het verkrijgen van een verklaring dat een bij- en nascholingsactiviteit aan de eisen van het Accreditatiereglement voldoet. Activiteiten die betrekking hebben op de (her)registratie-eisen zoals deze geformuleerd zijn in het Registratiereglement. Door het bestuur benoemde onafhankelijke commissie, zoals genoemd in artikel 11 lid 7 van de statuten, belast met de advisering aan het bestuur over verzoeken tot heroverweging van een bestuursbesluit betreffende (her)registratie of accreditatie. Beroepsbeoefenaar, werkzaam in het jeugddomein.

2 Artikel 2: Doel Dit reglement regelt de accreditatie van de bij- en nascholingsactiviteiten waarop het Registratiereglement ziet. Het Registratiereglement stelt aan na- en bijscholing onder meer de eis dat deze scholing is geaccrediteerd door SKJ, NIP of NVO. Artikel 3: Accreditatie Commissie Ten aanzien van accreditatie is in artikel 8B van het Huishoudelijk reglement SKJ opgenomen: 1. de benoeming, samenstelling en werkwijze van de Accreditatie Commissie; 2. de taken van de Accreditatie Commissie; 3. de taken van de accreditatiemedewerkers. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 2 van 8

3 HOOFDSTUK II De accreditatieprocedure Artikel 4: Aanvraag 1. De aanvrager dient voor de accreditatieaanvraag gebruik te maken van het digitale accreditatiesysteem op de website van SKJ. 2. De accreditatieaanvraag dient te worden ingediend conform de eisen als beschreven in Hoofdstuk V van dit reglement. 3. Onvolledige aanvragen worden door de Accreditatie Commissie niet in behandeling genomen. 4. Aan de aanvrager wordt een tarief in rekening gebracht voor de verwerking van de accreditatieaanvraag. Het tarief wordt door het bestuur vastgesteld. 5. Een accreditatieaanvraag wordt in behandeling genomen zodra de aan de aanvrager in rekening gebrachte kosten door SKJ zijn ontvangen. 6. Een accreditatieaanvraag krijgt een accreditatienummer. 7. Wanneer de accreditatieaanvraag niet wordt gehonoreerd, vindt restitutie van de betaling aan de aanvrager plaats onder aftrek van een bedrag van 50,00 euro voor administratiekosten, zoals ook weergegeven in artikel 3 van de Algemene Voorwaarden. 8. Wanneer de accreditatieaanvraag wordt gehonoreerd wordt de accreditatie voor een termijn van 1 of 3 jaar toegekend. Zie artikel 14 van dit reglement. Artikel 5: Besluitvorming 1. De Accreditatie Commissie toetst de bij- en nascholingsactiviteiten aan de accreditatiebeoordelingscriteria zoals neergelegd in Hoofdstuk V van dit reglement. 2. De Accreditatie Commissie beslist uiterlijk binnen acht weken op een verzoek tot accreditatie en deelt haar besluit schriftelijk mee. 3. De Accreditatie Commissie kan besluiten: a. de aanvraag toe te kennen; b. de aanvraag af te wijzen; c. de aanvrager om nadere informatie of toelichting te vragen. 4. Bij toekenning van de accreditatie bevat het besluit een opgave van het aantal geaccrediteerde punten, vastgesteld aan de hand van de criteria van artikel 20 van dit reglement. De afwijzing van de accreditatie wordt gemotiveerd aan de aanvrager meegedeeld. 5. Indien de Accreditatie Commissie niet binnen de reguliere termijn tot een beslissing kan komen kan zij besluiten tot een verlenging van de termijn met maximaal acht weken. De aanvrager wordt hiervan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag op de hoogte gesteld. Artikel 6: Publicatie De geaccrediteerde activiteiten worden in de scholingskalender SKJ bekend gemaakt en onder de aandacht gebracht van NIP en NVO. Artikel 7: Beëindiging van accreditatie 1. De accreditatie verloopt van rechtswege als gevolg van de bepalingen in dit reglement over de geldigheidsduur van een accreditatie (art. 14). 2. Toegekende accreditatiepunten worden door de Accreditatie Commissie ingetrokken: Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 3 van 8

4 a. bij een substantiële wijziging in geaccrediteerde bij- en nascholingsactiviteiten, zie art. 15; b. op verzoek van de aanbieder; c. wanneer daar volgens de Accreditatie Commissie anderszins gegronde redenen voor bestaan. 3. Een besluit als bedoeld onder lid 2 sub a en c wordt aan de aanbieder gemotiveerd meegedeeld. Artikel 8: Bezwaarmogelijkheden Indien een aanvrager het niet eens is met een besluit van de Accreditatie Commissie kan hij: a. bezwaar indienen bij de Accreditatie Commissie. De Accreditatie Commissie beoordeelt de ingediende aanvraag dan opnieuw; b. een verzoek tot heroverweging indienen bij de Commissie Heroverweging. Deze onafhankelijke commissie geeft een advies waarna het bestuur van SKJ een nieuwe beslissing neemt; c. een klacht tegen SKJ indienen. De klachtencommissie van SKJ neemt de klacht dan in behandeling volgens de Klachtenregeling SKJ. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 4 van 8

5 HOOFDSTUK III Bijzondere bevoegdheden van de Accreditatie Commissie Artikel 9: Visitatie 1. De Accreditatie Commissie is bevoegd om de aanbieder van een geaccrediteerde bij- en nascholingsactiviteit aan visitatie te onderwerpen. 2. Tijdens de visitatie toetst de Accreditatie Commissie of de aanbieder zich aan de afspraken houdt zoals deze in dit reglement zijn omschreven. 3. De Accreditatie Commissie ziet er op toe dat een verslag van de visitatie wordt opgesteld waarvan de aanbieder een afschrift ontvangt. Artikel 10: Gebruik van logo en naam SKJ 1. Indien een accreditatieaanvraag is gehonoreerd mag de aanbieder het logo van SKJ voeren ten behoeve van de bij- of nascholingsactiviteit. 2. Indien een accreditatieaanvraag is gehonoreerd mag de aanbieder de term Geaccrediteerd door SKJ gebruiken ten behoeve van de bij- of nascholingsactiviteit. 3. Indien een professional een bij- of nascholingsactiviteit volgt bij een door SKJ geaccrediteerde opleidingsinstelling of opleider dan krijgt deze na ontvangst van een certificaat het aantal door SKJ aan de opleider toegekende accreditatiepunten. 4. Indien een aanbieder onterecht het logo van SKJ of de titel Geaccrediteerd door SKJ gebruikt of op andere wijze onterecht de indruk wekt accreditatie vanwege SKJ verkregen te hebben: a. heeft cursist na het volgen van de bij- of nascholingsactiviteit geen recht op punten; b. kan SKJ besluiten gerechtelijke stappen te ondernemen jegens de opleidingsinstelling of opleider na ingebrekestelling. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 5 van 8

6 HOOFDSTUK IV Verplichtingen van de aanbieder Artikel 11: Verstrekken van een certificaat 1. De aanbieder van een geaccrediteerde bij- of nascholingsactiviteit verstrekt een certificaat aan deelnemers die de scholingsactiviteit met voldoende resultaat hebben afgerond. 2. In dit reglement wordt onder een voldoende resultaat verstaan een beoordeling met het cijfer 6.0 of hoger en de beoordeling met voldoende of hoger. 3. Het certificaat bevat het door de Accreditatie Commissie aan de aanvrager verstrekte accreditatienummer en vermeldt het aantal accreditatiepunten dat door de cursist is verkregen door het deelnemen aan de scholingsactiviteit. Artikel 12: Aanwezigheid 1. De aanbieder/docent van een geaccrediteerde bij- en nascholingsactiviteit houdt voor deze activiteit een aanwezigheidsregistratie van cursisten bij en is gehouden die desgevraagd te overleggen aan de Accreditatie Commissie. 2. Er is sprake van voldoende aanwezigheid bij een aanwezigheidspercentage van 100%. Indien om gegronde redenen geen aanwezigheidspercentage van 100% is behaald kan de aanbieder/docent bepalen dat toch aan de aanwezigheidseis is voldaan (bijvoorbeeld door het uitvoeren van een extra opdracht). Artikel 13: Evaluatie scholingsactiviteit door cursisten De aanbieder van een geaccrediteerde bij- of scholingsactiviteit neemt na afloop van de scholing bij de cursisten een schriftelijke evaluatie af. De aanbieder maakt een samenvatting van de evaluatie en is gehouden die desgevraagd te overleggen aan de Accreditatie Commissie. Artikel 14: Geldigheid Accreditatie kan worden aangevraagd voor een periode van één jaar of voor een periode van drie jaar. Een besluit op een accreditatieaanvraag is bij ongewijzigde inhoud van de scholingsactiviteit geldig voor de duur van de periode waarvoor deze is toegekend. Artikel 15: Wijzigingen De aanbieder dient tijdens de geldigheidstermijn van een geaccrediteerde bij- en nascholingsactiviteit elke wijziging in het geaccrediteerde aanbod direct mee te delen aan het bestuur van SKJ. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 6 van 8

7 HOOFDSTUK V Beoordeling accreditatieaanvragen Artikel 16: Inhoud van de aanvraag De aanvrager verstrekt bij de accreditatieaanvraag de volgende gegevens aan de Accreditatie Commissie: a. in geval van een gecertificeerde aanvrager: bewijs van certificering door SPHBO, Cedeo, SPEN, VETRON, NVAO, CRKBO of NRTO; b. een omschrijving van de leerdoelen en de inhoud van de bij- en nascholingsactiviteit; c. het aantal uitvoeringen van de bij- en nascholingsactiviteit tijdens de periode waarvoor accreditatie wordt aangevraagd 1 ; d. de start- en einddatum per uitvoering 1 ; e. de aanvang- en eindtijd per datum 1 ; f. de doelgroep waarvan de beoogde deelnemers van de bij- en nascholingsactiviteit deel uitmaken; g. de studiebelasting met onderbouwing en een specificatie van de contacturen; h. het maximum aantal deelnemers; i. de toelatingsvereisten; j. een omschrijving van tenminste drie competenties van de jeugdprofessional waarop kennisoverdracht en vaardigheidstraining plaatsvinden; k. de aard en de wijze van toetsing; l. een samenvatting van de leerstof; m. de naam, de kwalificaties en de certificatie van de (verantwoordelijke) docent(en). Artikel 17: Inhoud van de bij- of nascholingsactiviteit Om voor accreditatie in aanmerking te komen dient de bij- of nascholingsactiviteit te voldoen aan de volgende inhoudelijke criteria: a. de bij- of nascholingsactiviteit is op post hbo-niveau; b. de inhoud van de bij- of nascholingsactiviteit sluit aan op de kennis en de werkzaamheden van de jeugdprofessional c.q. van de jeugdprofessional in opleiding; c. de inhoud van de bij- of nascholingsactiviteit is gebaseerd op actuele, valide en betrouwbare vakkennis; d. de inhoud van de bij- of nascholingsactiviteit is voor tenminste 50% specifiek gericht op kinderen en jeugdigen. Artikel 18: Toetsing Toetsvormen kunnen omvatten: a. take home tentamen; b. individuele presentatie; c. schriftelijke rapportage met toepassing van het geleerde; d. schriftelijke casusbeschrijving; e. schriftelijk tentamen; f. individuele mondelinge toetsing. 1 Deze gegevens kunnen ook in een later stadium aangeleverd worden. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 7 van 8

8 Artikel 19: Studiebelasting 1. Tot studiebelasting worden gerekend: a. contacturen; hieronder worden verstaan de directe contacturen van de bij- en nascholingsactiviteit, waarbij koffie- en theepauzes mogen worden meegerekend maar lunch- en dinerpauzes niet. b. literatuurstudie; hieronder wordt verstaan de in het kader van de bij- of nascholingsactiviteit verplicht te bestuderen pagina s literatuur die onderdeel uitmaken van de toetsing. Minstens 50% van de verplichte literatuur moet ofwel expliciet gericht zijn op kinderen en jeugdigen ofwel aantoonbaar relevant zijn voor het werkterrein kinderen en jeugdigen. Dit laatste is ter beoordeling van de Accreditatie Commissie. 2. Een bij- of nascholingsactiviteit omvat ten minste twee contacturen. De Accreditatie Commissie kan in specifieke gevallen besluiten om aan een activiteit van minder dan twee contacturen toch accreditatiepunten toe te kennen. Artikel 20: Toekenning accreditatiepunten 1. Indien de Accreditatie Commissie oordeelt dat de bij- of nascholingsactiviteit voldoet aan de criteria zoals beschreven in de voorgaande artikelen in dit hoofdstuk gaat zij over tot het toekennen van accreditatiepunten. 2. De accreditatiepunten worden toegekend op basis van: a. de door de aanvrager opgegeven studiebelasting zoals omschreven in art. 19; b. afsluiting wel of niet met toetsing. Indien er sprake is van een toets moet voldaan zijn aan de bepalingen in artikel 11 lid 2 en artikel 18 van dit reglement; c. het aantal deelnemers per scholingsactiviteit (zie lid 3 en lid 4); d. aanwezigheidsverklaring (zie art 12 lid 2) 3. Voor bij- en nascholingsactiviteiten met een maximum aantal deelnemers van 30 hanteert de Accreditatie Commissie de volgende regels: a. De Accreditatie Commissie kent één accreditatiepunt toe per contactuur als het gaat om een gecertificeerde opleider. Aan een niet-gecertificeerde opleider kent de Accreditatie Commissie 0,5 accreditatiepunt per contactuur toe. b. Indien er sprake is van een toets dan kent de Accreditatie Commissie één accreditatiepunt toe per toetsuur, mits is voldaan aan de bepalingen in artikel 11 lid 2 en artikel 18 van dit reglement. 4. Voor bij- en nascholingsactiviteiten met meer dan 30 deelnemers hanteert de Accreditatie Commissie de volgende regels: a. De Accreditatie Commissie kent 0,5 accreditatiepunt toe per contactuur als het gaat om een gecertificeerde opleider. Aan een niet-gecertificeerde opleider kent de Accreditatie Commissie 0,25 accreditatiepunt per contactuur toe. b. Indien er bij meer dan 30 deelnemers sprake is van een toets dan kent de Accreditatie Commissie 0,5 accreditatiepunt toe per toetsuur, mits is voldaan aan de bepalingen in artikel 11 lid 2 en artikel 18 van dit reglement. 5. Indien de scholingsactiviteit plaats vindt in de vorm van e-learning en/of blended learning dient de cursist altijd een afsluitende vorm van toetsing af te leggen, zoals vastgelegd in art 18 van dit reglement. 6. Accreditatie Commissie kent in principe geen accreditatie toe aan een bij- of nascholingsactiviteit die reeds heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de honorering van de aanvraag, tenzij hiertoe door de aanvrager gegronde redenen zijn aangevoerd. Het accreditatiereglement is op 29 februari 2016 vastgesteld door het bestuur van SKJ Pagina 8 van 8