Handleiding voor het laten erkennen van Eerder Verworven Competenties

Transcriptie

1 Handleiding voor het laten erkennen van Eerder Verworven Competenties

2 Inhoudsopgave Inleiding EVC-document 1 Verloop EVC-procedure 2 Competentieprofiel 3 Bewijsmateriaal 8 Instructies voor het invullen van het EVC-document 9 EVC-document 10

3 1 Inleiding EVC-document Tijdens het kennismakingsgesprek dat u hebt gevoerd met één van de medewerkers van de master Docent HGZO is gebleken dat het voor u zinvol is om deel te nemen aan de EVCprocedure. Het doel van deze procedure is vast te stellen welke onderdelen van de Master Docent HGZO voor u relevant zijn om te volgen en aan de hand daarvan een indicatie te geven van de duur en omvang van uw studietraject. In deze handleiding staat beschreven hoe deze EVC-procedure in zijn werk gaat. Tijdens de bekwaamt u zich in zes competenties. Deze competenties staan beschreven in het hoofdstuk Competentieprofiel. In dit competentieprofiel staat tevens aangegeven welke beoordelingsaspecten hierbij van belang zijn. Dit zijn aspecten van de competentie die een concreet beeld geven van uw prestaties. Op basis van het competentieprofiel vult u een EVC-document in waarin u aantoont welke EVC s u reeds bezit. Het EVC-document bevat als eerste een pagina voor persoonlijke gegevens (blad 1). Verder bevat het EVC-document een tabel voor bewijsmateriaal (blad 2), waarin u kunt aangeven aan welke beoordelingsaspecten van de verschillende competenties u al voldoet. Tot slot bevat het EVC-document een begeleidend formulier (blad 3) waarop u uw ervaring verder kunt toelichten.

4 2 Verloop EVC-procedure U hebt al een kennismakingsgesprek gevoerd waarin is afgesproken dat u gaat deelnemen aan de EVC-procedure. Dit kan uitsluitend voorafgaand aan de opleiding plaatsvinden. Hieronder wordt globaal beschreven hoe dit traject eruit ziet. Na het kennismakingsgesprek krijgt u twee getrainde assessoren van de Master Docent HGZO toegewezen, die uw EVC s gaan vaststellen. In het kennismakingsgesprek is afgesproken of u in uw werksituatie bezocht wordt door een van de assessoren om een door u verzorgde leersituatie te beoordelen. Indien dit op u van toepassing is, maakt u hiervoor een afspraak met de betreffende assessor. Dit bezoek dient voor de zomervakantie plaats te vinden. Een week voorafgaand aan het bezoek levert u een uitgewerkte lesverantwoording in bij de assessor. De benodigde documenten ontvangt u na het kennismakingsgesprek. Vervolgens vult u het EVC-document in zoals in deze handleiding staat beschreven. Afhankelijk van de hoeveelheid bewijsmateriaal die u wilt opvoeren, dient u te rekenen op maximaal 30 uur voor het samenstellen van het EVC-document. Uw EVC-document wordt beoordeeld door de twee assessoren van de. Naar aanleiding van deze beoordeling volgt een gesprek waarin d.m.v. van een criterium gericht interview doorgevraagd wordt op het door u aangevoerde bewijsmateriaal. Dit gesprek dient voor half augustus plaats te vinden. De uitslag van de EVC-procedure ontvangt u uiterlijk 10 werkdagen na het gesprek met de assessoren. Hierin staat welke (delen van) competenties u reeds bezit en welke onderdelen uit het programma van de u nog moet volgen met de bijbehorende studielast. Bij klachten en/of bezwaren met betrekking tot het verloop van uw EVC beoordeling dient u in eerste instantie contact op te nemen met de betreffende assessoren. Mocht dit niet tot een voor u passende oplossing leiden dan kunt u uw klacht of bezwaarschrift indienen bij de examencommissie van de. De samenstelling van de examencommissie vindt u in de studiegids. Indien u uw inschrijving voor de intrekt nadat een door u verzorgde les is beoordeeld, of nadat uw EVC-document is beoordeeld, dan wordt 150,- voor deze beoordelingen bij u in rekening gebracht.

5 3 Competentieprofiel Didactisch handelen Korte formulering: De docent HGZO verzorgt diverse soorten onderwijsleersituaties, zodat het gewenste leerproces bij de studenten tot stand komt. Toelichting: Studenten worden het meest tot leren uitgedaagd in een krachtige leeromgeving. De docent HGZO is een excellente docent die in staat is zo n omgeving vorm te geven door uitdagende en motiverende onderwijsleersituaties te ontwerpen. De studenten worden in het doorlopen van die leersituaties begeleid in hun leerproces door de docent. Het begeleiden kan plaats vinden zowel groepsgewijs als individueel, bijvoorbeeld in het kader van studieloopbaanbegeleiding of begeleiding van praktijkleren. Bij deze werkzaamheden maakt de docent HGZO gebruik van zijn gedegen kennis van actuele inzichten in leren van studenten en in kenmerken van krachtige leeromgevingen voor studenten. In de onderwijsleersituaties toont de docent zich vak- en beroepsinhoudelijk deskundig en op de hoogte van de geldende richtlijnen en de laatste onderzoeksresultaten op de voor hem relevante gebieden. Door zijn voorbeeldfunctie stimuleert de docent zijn studenten zelf een kritische blik en onderzoekende houding te ontwikkelen en evidence-based en methodisch te handelen. De studenten worden zo goed voorbereid op hun verantwoordelijkheden als toekomstig zorgverlener. De docent laat in zijn werkzaamheden zijn persoonlijke onderwijsvisie en visie op het beroep blijken zonder het leerplan en de beroepspraktijk uit het oog te verliezen. Om zijn onderwijs te verbeteren evalueert hij voortdurend de effectiviteit en kwaliteit van de onderwijsleersituaties en voert hij waar nodig adequate aanpassingen door. Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO ontwerpt onderwijsleersituaties die passen binnen het leerplan en aansluiten bij de actuele beroepspraktijk. 2. De docent HGZO speelt in op leerstijlen en groepsdynamische processen zodat een veilige en inspirerende leeromgeving ontstaat. 3. De docent HGZO staat model voor de wijze van benadering van het beroep en draagt de normen en waarden van de beroepsgroep uit. 4. De docent HGZO hanteert activerende werkvormen. 5. De docent HGZO structureert zijn onderwijsleersituaties op transparante wijze. 6. De docent HGZO gebruikt media als ondersteuning. 7. De docent HGZO hanteert gespreksvormen om studenten te ondersteunen bij hun studieloopbaan. 8. De docent HGZO leert studenten reflecteren, zodat zij hun ontwikkeling kunnen sturen. 9. De docent HGZO geeft een kritisch oordeel over onderwijsleersituaties door deze te evalueren.

6 4 Beoordelen Korte formulering: De docent HGZO evalueert de leerresultaten van studenten, zodat het (competentie)niveau dat de studenten hebben bereikt wordt vastgesteld. Toelichting: Het vaststellen van de leerresultaten van studenten kan een feedbackfunctie hebben alsook een beoordelende functie. Het vaststellen van de leerresultaten vindt op verschillende momenten in de opleiding plaats. De beoordeling van de (eerder) verworven competenties is belangrijk voor de student in verband met het kiezen van (individuele) leerroutes. Om de studenten te kunnen beoordelen dient een diversiteit aan toetsvormen te worden ontwikkeld, waarmee zowel docenten, medestudenten als beroepsbeoefenaren de student kunnen beoordelen. Vanuit zijn gedegen kennis van actuele inzichten op het gebied van toetsen en leren ontwikkelt de docent HGZO zelfstandig (nieuwe) toetsvormen. Ze dienen aan te sluiten bij de (toets)visie van de opleiding en het verzorgde onderwijs en bij resultaten van recent onderwijskundig onderzoek. Bij het implementeren van deze instrumenten heeft de docent HGZO een begeleidende rol. Bij al deze werkzaamheden geeft de docent HGZO blijk van zijn eigen visie op toetsing. Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO toont een kritische en heldere visie op toetsing. 2. De docent HGZO construeert toetsinstrumenten die voldoen aan de geldende kwaliteitseisen. 3. De docent HGZO neemt toetsen transparant en betrouwbaar af. 4. De docent HGZO verwerkt de afgelegde toets om toetsresultaten vast te stellen. 5. De docent HGZO koppelt de score en feedback aan de student terug zodat de toetsing een bijdrage levert aan een krachtige en veilige leeromgeving. 6. De docent HGZO geeft een kritisch oordeel over toetsinstrumenten door deze te evalueren. Innoveren Korte formulering: De docent HGZO integreert innovaties uit de zorg en het onderwijs in het curriculum, zodat het onderwijs aansluit bij de actuele beroeps- en onderwijspraktijk. Toelichting: Onderwijs is nooit af en dus altijd in beweging. Niet alleen in het onderwijs maar ook in de zorg voltrekken zich in hoog tempo veranderingen. De docent HGZO is hier alert op, zodat hij de gesignaleerde veranderingen om kan zetten in innovaties met als doel up-to-date onderwijs. Op basis van kennis over leren en ontwerpen en over innovaties in de zorg ontwikkelt de docent zelfstandig en in samenwerking met anderen uit dezelfde of andere disciplines nieuwe didactische concepten, werkvormen en begeleidingsmodellen. Hierin integreert hij kennis uit verschillende vakgebieden.

7 5 Na de ontwikkelfase speelt de docent HGZO ook een rol in de implementatiefase. In de samenwerking met collega s, leidinggevenden en partijen uit de omgeving van de opleiding heeft de docent HGZO tijdens beide fasen een initiërende, aansturende en begeleidende rol. Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO vervult een initiërende rol binnen advies- en opleidingscommissies/werkgroepen binnen en/of buiten de opleiding. 2. De docent HGZO signaleert en implementeert actuele didactische, onderwijskundige, beroepsinhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen en onderzoeksresultaten in het onderwijs. 3. De docent HGZO geeft een kritisch oordeel over bestaand onderwijs en leerplan door deze te evalueren. 4. De docent HGZO ontwerpt onderwijs dat congruent is met het leerplan en de actuele beroepspraktijk. 5. De docent HGZO ontwikkelt (onderdelen van) het leerplan. Organiseren Korte formulering: De docent HGZO zorgt voor een efficiënt verloop van de organisatie van de opleiding. Toelichting: De docent HGZO is lid van een team van docenten dat de opleiding verzorgt. Veelal is die opleiding onderdeel van een grotere organisatie, zoals bijvoorbeeld een (onderdeel van een) hogeschool of een ziekenhuis. Daarbinnen voert de docent HGZO zijn taken zelfstandig, doelgericht en taakstellend uit. Hij kent de kwaliteitseisen die aan producten, diensten, processen en resultaten worden gesteld en handelt hier naar. Daarbij heeft de docent HGZO een kritische blik t.a.v. het functioneren van de organisatie en levert een actieve bijdrage aan het verbeteren hiervan, veelal op projectmatige basis. Op deze wijze draagt hij bij aan de kwaliteitszorg van de organisatie. Om de studenten een goed opleidingsprogramma aan te bieden, zullen de docenten binnen een team optimaal moeten samenwerken aan de ontwikkeling van het onderwijs en de inrichting en uitvoering van het onderwijsproces. Voor goede samenwerking is goede coördinatie onontbeerlijk. De docent HGZO is in staat deze coördinatie ter hand te nemen. De docent HGZO heeft op basis van zijn expertise op zijn vakgebied èn op het gebied van onderwijs een initiërende, aansturende en begeleidende rol in de samenwerking met collega s en leidinggevende(n) met dezelfde of andere disciplines. Als onderdeel van de organisatie draagt de docent bij aan een goed verloop van de organisatie van de binnen- en buitenschoolse activiteiten van de opleiding. Door zijn communicatieve en samenwerkingsvaardigheden in te zetten vervult de docent binnen en buiten de opleiding de rol van netwerker. Als netwerker onderhoudt hij contacten met het beroepenveld en relevante instellingen/afdelingen binnen de eigen organisatie en daarbuiten.

8 6 Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO managet eigen taken. 2. De docent HGZO onderhoudt een functionele samenwerkingsrelatie met collega s binnen de opleiding en contactpersonen in de zorg of andere relevante instellingen. 3. De docent HGZO coördineert toegewezen taken. 4. De docent HGZO werkt op projectmatige wijze. 5. De docent HGZO formuleert adviezen ter verbetering van de organisatie naar aanleiding van zijn analyse van een knelpunt. Onderzoeken Korte formulering: De docent kan praktijkgericht onderzoek uitvoeren, zodat kennis en inzichten voor de zorg worden uitgebreid. Toelichting: Hogescholen ontwikkelen zich als kenniscentra. De kennisontwikkeling is georganiseerd in lectoraten. Hierbinnen wordt in toenemende mate onderzoek gericht op de zorgpraktijk uitgevoerd. De inzichten uit dit en ander onderzoek kan de docent vertalen naar het onderwijs bij het innoveren en verzorgen hiervan. De docent HGZO kan ook deel uit maken van een kenniskring. Daar voert de docent HGZO zelfstandig (delen van) praktijkgericht onderzoek uit. Hiertoe werkt hij samen met andere professionals. Ook draagt hij zorg voor de circulatie van de (nieuwe) kennis tussen werkveld, onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Ook studenten aan hogescholen worden geschoold op het gebied van onderzoek. Op basis van zijn kennis en ervaring in het doen van onderzoek begeleidt de docent HGZO studenten hierbij en voedt hij innovaties op dit gebied. De onderzoekende houding die de docent HGZO als kwaliteit heeft zet hij in bij al zijn werkzaamheden. Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO beoordeelt kritisch (resultaten van) (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek. 2. De docent HGZO formuleert relevante onderzoeksvragen en een bijpassend onderzoeksdesign. 3. De docent HGZO verzamelt volgens het design de onderzoeksgegevens. 4. De docent HGZO verwerkt en interpreteert de onderzoeksgegevens. 5. De docent HGZO rapporteert schriftelijk en mondeling over de uitkomsten van het onderzoek. Professionaliseren Korte formulering: De docent HGZO ontwikkelt zijn competenties voortdurend, zodat hij kan omgaan met (toekomstige) veranderingen.

9 7 Toelichting: De zorg en het onderwijs ontwikkelen zich in hoog tempo. De docent HGZO neemt zelf initiatief in het op de hoogte blijven van de (inter)nationale ontwikkelingen op deze gebieden. Hij kan deze ontwikkelingen zelfstandig vertalen naar zijn persoonlijk functioneren in het docentschap. Zo kan hij omgaan met huidige en toekomstige veranderingen in het onderwijs. Daarnaast heeft de docent HGZO een kritische houding ten aanzien van zijn eigen functioneren. Op eigen initiatief reflecteert de docent HGZO dan ook regelmatig aan de hand van actuele kennis over het eigen vakgebied, het onderwijs, de opleiding en zichzelf. Op basis hiervan werkt de docent HGZO voordurend aan zelf opgestelde uitdagende maar realistische leerdoelen. Beoordelingsaspecten: 1. De docent HGZO reflecteert systematisch op zijn eigen functioneren, zodat hij een realistisch en onderbouwd beeld van zijn competenties heeft. 2. De docent HGZO maakt eigen functioneren bespreekbaar met begeleider/leidinggevende en/of collega-docent. 3. De docent HGZO behaalt uitdagende leerdoelen, die hij voor zichzelf heeft opgesteld. 4. De docent HGZO ontwikkelt en expliciteert zijn visie/opvattingen over het docentschap. 5. De docent HGZO houdt zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen in zorg en onderwijs. 6. De docent HGZO onderbouwt zijn handelen met behulp van bestaande theorieën/modellen, wetenschappelijk onderzoek en/of best practices in zorg en onderwijs.

10 8 Bewijsmateriaal Het voldoen aan beoordelingsaspecten van een competentie, kunt u aantonen door middel van bewijsmateriaal. Met dit bewijsmateriaal kunt u aangeven: (A) welke relevante scholing u hebt genoten, en (B) welke relevante ervaring u hebt opgedaan. Het bewijsmateriaal sluit aan bij de verschillende competenties, en zelfs specifieker bij de verschillende beoordelingsaspecten van een competentie. Een bewijsstuk kan dienen voor één of meerdere beoordelingsaspecten en/of competenties. Dit kunt u aangeven op blad 2 van het EVC-document. Bewijsmateriaal voor relevante scholing is tastbaar bewijs als diploma s en/of certificaten. Bij dit bewijsmateriaal is het van belang dat u ook een overzicht geeft met vakken en/of onderwerpen die bij de desbetreffende scholing aan bod kwamen, en indien mogelijk, met het bijbehorende aantal studiebelastingsuren (SBU) per behandeld vak en/of onderwerp. Tot slot dient bij dit bewijsstuk een beschrijving van de relatie met de competentie(s) en de beoordelingsaspecten van de docentenopleiding HGZO toegevoegd te worden. Wat betreft relevante ervaring kunt u denken aan taken die u heeft uitgevoerd, producten die u heeft ontwikkeld of resultaten die u heeft bereikt. Tastbare bewijzen hierbij kunnen zijn: evaluaties, getuigschriften, feedback van collega s of begeleiders, publicaties, producten en/of beoordelingen van producten. Bij dit bewijsmateriaal is het van belang dat u het begeleidende formulier (blad 3) invult. Twee voorbeelden voor het invullen van dit formulier staan gegeven in bijlage 1.

11 9 Instructies voor het invullen van het EVC-document Hieronder volgen instructies voor het invullen van de tabel behorend bij het EVC-document van de. U kunt de gevraagde tekst in dit Word document toevoegen en het document vervolgens per mail terugsturen. In het geval van een tastbaar bewijsstuk (bijvoorbeeld diploma/certificaat) kunt u het inscannen, zodat u het EVC-document per kunt versturen. U kunt in plaats van te verwijzen naar een bijlage dan ook hyperlinks aanmaken. U mag het bewijsstuk ook kopiëren en deze als bijlage bij het portfolio per post opsturen. Verwijs duidelijk naar de bijlage waarin het bewijsstuk te vinden is. Instructies voor het invullen van blad 2: In de eerste kolom staat de competentie vermeld. Noteer in de tweede kolom van de tabel per competentie het beoordelingsaspect, waarvoor u een bewijsstuk wilt aandragen. Per competentie kunt u meerdere beoordelingsaspecten noemen. N.B. U hoeft niet voor elk beoordelingsaspect bewijsmateriaal aan te dragen. Doe dit alleen voor de beoordelingsaspecten waarvan u verwacht dat u er reeds aan voldoet. Noteer in de derde kolom van de tabel het bewijsmateriaal dat u aanlevert. Vermeld hier tevens in welke bijlage het desbetreffende bewijsstuk te vinden is (of maak een hyperlink). Per beoordelingsaspect kunt u meerdere bewijsstukken aanleveren, waarbij een maximum van 3 bewijsstukken geldt. Een bewijsstuk kan voor meerdere beoordelingsaspecten en/of competenties gelden. - Voeg tastbaar bewijsmateriaal toe als bijlage. a) In het geval van relevante scholing: 1. Diploma en/of certificaat. 2. Overzicht van vakken en/of onderwerpen die aan bod zijn gekomen, met daarbij het aantal SBU. 3. Beschrijving van de relatie met de competentie(s) en de beoordelingsaspecten van de docentenopleiding HGZO. b) In het geval van relevante ervaring, per bewijsstuk: 1. Blad 3 (Begeleidend formulier bij relevante ervaring)

12 10 EVC-document (naam kandidaat)

13 11 Blad 1: Persoonlijke gegevens EVC kandidaat - Naam: - Huidige werksituatie: - Beknopt C.V.

14 12 Blad 2: Bewijsmateriaal voor het aantonen van competenties Competenties Beoordelingsaspecten Bewijsmateriaal (per beoordelingsaspect) Didactisch handelen Beoordelen Innoveren Organiseren Onderzoeken Professionaliseren

15 13 Blad 3: Begeleidend formulier bij bewijsmateriaal van relevante ervaring Betreft het beoordelingsaspect: Wat was de situatie waarin het genoemde beoordelingsaspect aan bod kwam, en wat was uw rol in deze situatie? Welke activiteiten heeft u uitgevoerd om te voldoen aan het genoemde beoordelingsaspect, en welke producten zijn hieruit voortgekomen? Zijn uw activiteiten en uw producten geëvalueerd door uzelf, een student en/of een observator? En wat waren de resultaten hiervan? Zijn er dingen die u de volgende keer anders zou willen doen? Zo ja, welke en op welke manier? Motiveer uw antwoord. 13

16 14 Bijlage 1: 2 voorbeelden blad 3 Voorbeeld 1 Betreft het beoordelingsaspect: De HGZO docent hanteert activerende werkvormen. Wat was de situatie waarin het genoemde beoordelingsaspect aan bod kwam, en wat was uw rol in deze situatie? Het geven van een les slecht nieuws gesprekken (werkvorm: rollenspellen) waarin mijn rol docent verpleegkunde is. Welke activiteiten heeft u uitgevoerd om te voldoen aan het genoemde beoordelingsaspect, en welke producten zijn hieruit voortgekomen? - Ik heb een schriftelijke opzet van de les gemaakt, waarin de doelen / beoogde competenties, de beginsituatie (van de docent, de student, de groep en ook situationele gegevens) en de activerende werkvormen beschreven staan (zie bijlage 1: lesopzet). Tevens is hierin een verantwoording van de gekozen werkvormen opgenomen. - Ik heb de les gegeven met de didactische werkvormen zoals ze in de lesopzet beschreven staan. Zijn uw activiteiten en uw producten geëvalueerd door uzelf, een student en/of een observator? En wat waren de resultaten hiervan? - Verslag van de eigen ervaring van de gegeven les (zie bijlage 2: zelfevaluatie). - Beoordeling van de verantwoording van de lesopzet door de observator (collega docent verpleegkunde) (zie bijlage 3: beoordeling lesopzet). - Evaluatie van een aantal studenten (zie bijlage 4: student evaluaties). Zijn er dingen die u de volgende keer anders zou willen doen? Zo ja, welke en op welke manier? Motiveer uw antwoord. Deze groep vindt het leuk om een rollenspel te doen, waardoor de studenten redelijk makkelijk aan de slag gaan. Bij een groep waar ik meer weerstand verwacht, zal ik meer tijd nemen voor de introductie. Hierin zal ik meer aandacht besteden aan de bedoeling van het rollenspel (motivatie) en de onderlinge afspraken (veiligheid waarborgen). Dit omdat ik verwacht dat de weerstand afneemt naarmate motivatie en de veiligheid toenemen. 14

17 15 Voorbeeld 2 Betreft het beoordelingsaspect: De HGZO docent construeert toetsinstrumenten die voldoen aan de geldende kwaliteitseisen. Wat was de situatie waarin het genoemde beoordelingsaspect aan bod kwam, en wat was uw rol in deze situatie? Het construeren van een assessmentinstrument voor de cursus fysiotherapie in de sport. Welke activiteiten heeft u uitgevoerd om te voldoen aan het genoemde beoordelingsaspect, en welke producten zijn hieruit voortgekomen? - Ik heb een assessmentinstrument geconstrueerd (zie bijlage 5: assessmentinstrument). Hierbij heb ik rekening gehouden met de kwaliteitseisen en de visie van de opleiding. - Ik heb het bovenstaande geconstrueerde assessmentinstrument geanalyseerd (zie bijlage 6: analyse assessmentinstrument) en adviezen gegeven (zie bijlage 7: adviezen assessmentinstrument). Zijn uw activiteiten en uw producten geëvalueerd door uzelf, een student en/of een observator? En wat was/waren het resultaat/de resultaten hiervan? - Beoordeling van het assessmentinstrument door een collega docent (zie bijlage 7: beoordeling assessmentinstrument). - Beoordeling van de analyse en de adviezen van het assessmentinstrument door een collega docent (zie bijlage 8: beoordeling analyse en adviezen assessmentinstrument). Zijn er dingen die u bij een vergelijkbare ervaring anders zou aanpakken? Zo ja, welke en op welke manier? Motiveer uw antwoord. Indien ik hetzelfde geconstrueerde assessmentinstrument had afgenomen bij 100 of meer studenten, dan had ik meer bewijs gehad vanuit mijn rit/rir waarden om daadwerkelijk iets te kunnen zeggen over de correlaties. Op dit moment (bij 30 studenten) waren de rit en rir waarden goed, maar dit kan een vertekend beeld geven en daarom kan ik nog geen harde conclusies hieruit trekken. 15