Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers"

Transcriptie

1 Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers Martine de Mooij Jamie Graham Marion Sterk Carlijn Verkleij Caroline van Weert CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Maart

2 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschrijving van het onderzoek Indicatoren Emancipatiebenchmark voor gemeenten Indicatoren Emancipatiebenchmark voor werkgevers Bronnen Nauwkeurigheid van de uitkomsten / opmerkingen bij de tabellen Begrippen en afkortingen Begrippen Afkortingen 19 2

3 1. Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) heeft tabellen samengesteld over emancipatie van vrouwen in opdracht van E-Quality. De tabellen gaan onder andere over werk, inkomen en de combinatie van werk en gezin. E-Quality gebruikt deze tabellen als basis voor de Emancipatiebenchmark voor gemeenten en de Emancipatiebenchmark voor werkgevers. In de Emancipatiebenchmark voor gemeenten kunnen gemeenten zich vergelijken met andere gemeenten op het gebied van vrouwenemancipatie. Werkgevers kunnen de benchmark gebruiken om hun eigen bedrijfsinformatie over vrouwelijke werknemers te vergelijken met werkgevers in hun sector of bedrijven met een vergelijkbaar aantal werknemers. De Emancipatiebenchmark is via de websites en beschikbaar voor gemeenten en werkgevers. CBS-CvB heeft voor de Emancipatiebenchmark voor gemeenten dertien indicatoren samengesteld en voor de Emancipatiebenchmark voor werkgevers veertien indicatoren. In dit document beschrijven we in hoofdstuk 2.1 en 2.2 de operationalisering, populatie en de methode van de verschillende indicatoren voor de Emancipatiebenchmark voor gemeenten en voor werkgevers. In paragraaf 2.3 volgt een overzicht van de gebruikte databronnen. In paragraaf 2.4 komt de nauwkeurigheid van de uitkomsten aan de orde. Tot slot volgt in hoofdstuk 3 een overzicht van de gebruikte begrippen en afkortingen. 2. Beschrijving van het onderzoek 2.1 Indicatoren Emancipatiebenchmark voor gemeenten Voor alle indicatoren voor de Emancipatiebenchmark voor gemeenten geldt dat de populatie bestaat uit personen van 20 tot en met 64 jaar die op een bepaald peilmoment staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), tenzij anders aangegeven. De gemeenten zijn ingedeeld volgens de gemeentelijke indeling van 1 januari Bij sommige indicatoren is een onderverdeling gemaakt naar herkomst, leeftijdscategorie, huishoudenssamenstelling of opleidingsniveau. Zie de begrippenlijst voor een toelichting. Indicator 1: Betaald werk Deze indicator geeft aan welk percentage van de vrouwen betaald werk verricht ten opzichte van alle vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 30 september 2009 in Nederland wonen. In deze indicator verricht een vrouw betaald werk wanneer ze op 30 september 2009 een baan heeft voor minimaal 12 uur per week of wanneer ze in 2009 werkt als zelfstandige en daarbij geen uitkering ontvangt. Banen van directeur-grootaandeelhouders (DGA s) worden bij deze indicator meegenomen als baan. De indicator is uitgesplitst naar herkomst en opleidingsniveau. 3

4 De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit zijn alle vrouwen geselecteerd. Ook informatie over herkomst is uit de GBA afkomstig. Vervolgens wordt de GBA per persoon verrijkt met gegevens uit het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) over banen, zelfstandigen, uitkeringen en hoogst behaalde opleidingsniveau zoals bekend in Indicator 2: Grote banen Deze indicator geeft aan welk percentage vrouwen een baan van meer dan 24 uur per week heeft ten opzichte van het totale aantal vrouwen met een baan. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 30 september 2009 in Nederland wonen en op dat moment een baan in loondienst hebben. In tegenstelling tot indicator 1, nemen we hierbij zelfstandigen en DGA s niet mee. Een vrouw heeft een grote baan als zij één of meerdere banen heeft van in totaal meer dan 24 uur per week. De indicator is uitgesplitst naar vrouwen met en zonder thuiswonende kinderen van 0-11 jaar. De basis voor deze indicator is de GBA. Hieruit zijn alle vrouwen geselecteerd en ingedeeld in leeftijdscategorieën. Ook de informatie over thuiswonende kinderen is uit de GBA afkomstig. Vervolgens wordt de GBA verrijkt met gegevens uit het SSB over banen. Indicator 3: Ondernemers Deze indicator geeft aan welk percentage van de ondernemers een vrouw is. De populatie bestaat uit alle personen die op 30 september 2009 in Nederland wonen en op dezelfde datum DGA zijn of in 2009 werken als zelfstandige. De basis van deze indicator is de GBA. De GBA wordt verrijkt met gegevens uit het SSB over banen en zelfstandigen. Indicator 4: Hoog beroepsniveau Deze indicator geeft het percentage vrouwen met betaald werk van minimaal 12 uur per week op een hoog beroepsniveau, ten opzichte van alle vrouwen met betaald werk van minimaal 12 uur. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle vrouwen die op het moment van enquêtering ten behoeve van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) woonachtig zijn in Nederland, werk hebben voor minimaal 12 uur per week en waarvan het beroepsniveau bekend is. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode Zie hoofdstuk 2.3 en 2.4 voor een toelichting. In deze indicator heeft een vrouw betaald werk wanneer ze werkt voor minimaal 12 uur. Dit kan in loondienst zijn of als zelfstandige. Een vrouw heeft een hoog beroepsniveau als zij een hoger of wetenschappelijk beroep uitoefent. Dit zijn beroepen waarvoor de meest geëigende opleiding om het beroep uit te oefenen hbo of wo is. Deze beroepen kunnen ook uitgeoefend worden door mensen met een lagere opleiding en veel werkervaring. De basis van deze indicator is de EBB, waarin gevraagd wordt naar het beroepsniveau van de respondent. Indicator 5a: Re-integratieondersteuning vrouwen Deze indicator is berekend voor twee doelgroepen: vrouwen in de bijstand en vrouwen in het onbenut arbeidspotentieel. Het percentage vrouwen in de bijstand met een re-integratietraject is berekend ten opzichte van alle vrouwen in de bijstand. 4

5 Het percentage vrouwelijk onbenut arbeidspotentieel met een re-integratietraject is berekend ten opzichte van het totale vrouwelijk onbenut arbeidspotentieel. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 30 september 2009 in Nederland wonen en op diezelfde datum een bijstandsuitkering ontvangen of tot het onbenut arbeidspotentieel behoren. In deze indicator behoort een vrouw tot het onbenut arbeidspotentieel als zij geen betaalde baan heeft, geen zelfstandige is, geen uitkering heeft en geen onderwijs volgt. Een vrouw heeft re-integratieondersteuning ontvangen wanneer ze op enig moment in 2009 een re-integratietraject heeft gevolgd. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle vrouwen geselecteerd. De GBA wordt verrijkt met gegevens uit het SSB om de vrouwen in de bijstand en het vrouwelijk onbenut arbeidspotentieel te bepalen. Uit het SSB is ook de informatie over re-integratietrajecten afkomstig. Indicator 5b: Re-integratieondersteuning mannen Deze indicator is berekend voor twee doelgroepen: mannen in de bijstand en mannen in het onbenut arbeidspotentieel. Het percentage mannen in de bijstand met een re-integratietraject is berekend ten opzichte van alle mannen in de bijstand. Het percentage mannelijk onbenut arbeidspotentieel met een re-integratietraject is berekend ten opzichte van het totale mannelijk onbenut arbeidspotentieel. De populatie bestaat uit alle mannen die op 30 september 2009 in Nederland wonen en op diezelfde datum een bijstandsuitkering ontvangen of tot het onbenut arbeidspotentieel behoren. De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 5a. Indicator 6: Onbenut arbeidspotentieel Deze indicator geeft het percentage vrouwen dat tot het onbenut arbeidspotentieel behoort ten opzichte van het totale aantal vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen van die op 30 september 2009 in Nederland wonen. In deze indicator behoort een vrouw tot het onbenut arbeidspotentieel als zij geen betaalde baan heeft, geen zelfstandige is, geen uitkering heeft en geen onderwijs volgt. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden de vrouwen geselecteerd. Ook de herkomst en de huishoudenssamenstelling worden uit de GBA gehaald. Vervolgens wordt de GBA verrijkt met gegevens uit het SSB over de voornaamste inkomensbron op 30 september Indicator 7: Laag loon Deze indicator geeft het percentage vrouwen zonder loon of met een laag loon ten opzichte van alle vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 30 september 2009 in Nederland wonen. Een laag loon betekent een fiscaal maandloon dat lager ligt dan 70 procent van het bruto wettelijk minimumloon dat geldt op 30 september 2009 (979 euro). In deze indicator worden alleen inkomsten uit werk meegenomen. Inkomsten uit een uitkering tellen dus niet mee. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle vrouwen geselecteerd. Ook de herkomst en de huishoudenssamenstelling worden uit de GBA gehaald. 5

6 Vervolgens wordt de GBA verrijkt met het loongegevens van werknemers en inkomens van zelfstandigen uit het SSB. Indicator 8: Hoog inkomen Deze indicator geeft het percentage vrouwen met een hoog inkomen ten opzichte van alle vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 31 december 2009 in Nederland wonen. Een vrouw heeft een hoog inkomen als haar persoonlijk jaarinkomen boven de euro per jaar ligt. De basis van deze indicator is het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO). Hieruit worden alle vrouwen geselecteerd. Het RIO bevat gegevens over geslacht, leeftijd en woongemeente op 31 december 2009 en het persoonlijk jaarinkomen van heel Indicator 9: Vrijwilligerswerk Deze indicator geeft het percentage vrouwen dat vrijwilligerswerk doet ten opzichte van het totale aantal vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB woonachtig waren in Nederland. Informeel vrijwilligerswerk, buiten een organisatie of instelling, wordt niet meegenomen. We kijken hierbij niet naar het aantal uren dat vrijwilligerswerk wordt verricht. De basis van deze indicator is de EBB. Op basis van deze bron wordt bepaald of iemand vrijwilligerswerk doet voor een organisatie of instelling. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode Indicator 10: Laag opleidingsniveau Deze indicator geeft het percentage vrouwen met een laag opleidingsniveau ten opzichte van het totale aantal vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 30 september 2009 in Nederland wonen. In deze indicator omvat een laag opleidingsniveau het primair onderwijs en secundair onderwijs, eerste fase. Deze laatste categorie omvat onder andere vmbo en de onderbouw havo/vwo (tot en met klas 3). De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit zijn alle vrouwen geselecteerd en ingedeeld in leeftijdscategorieën. Ook de herkomst wordt uit de GBA gehaald. Het bestand wordt verrijkt met gegevens uit het SSB over het hoogst behaalde opleidingsniveau zoals bekend in Indicator 11: Deelname volwasseneneducatie Deze indicator geeft het percentage vrouwen dat deelneemt aan volwasseneneducatie ten opzichte van het totale aantal vrouwen. De populatie bestaat uit alle vrouwen die op 1 oktober 2010 in Nederland wonen. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle vrouwen geselecteerd. Dit bestand wordt verrijkt met gegevens uit het SSB over inschrijvingen in de volwasseneneducatie. We kijken of vrouwen ergens in 2010 volwasseneneducatie volgen, dat hoeft niet precies op 1 oktober 2010 te zijn. 6

7 Indicator 12: Exact examenprofiel Deze indicator geeft het percentage vrouwen met een exact examenprofiel op het voortgezet onderwijs ten opzichte van het totale aantal personen met een exact examenprofiel. De populatie betreft alle personen die op 1 oktober 2010 in Nederland wonen. Bij deze indicator wordt geen leeftijdselectie gemaakt, dus ook leerlingen onder de 20 jaar tellen mee. Als exact examenprofiel wordt gezien het profiel Natuur en techniek bij havo- en vwo-leerlingen en het profiel techniek bij vmbo-leerlingen. Leerlingen met een gemengd profiel, worden niet gezien als leerlingen met een exact examenprofiel. De basis van deze indicator is de GBA. Deze bron wordt verrijkt met gegevens uit het SSB over de onderwijsinschrijving op 1 oktober Hieruit worden de personen geselecteerd die voortgezet onderwijs volgen. Indicator 15: Vaders met deeltijdbaan Deze indicator geeft het percentage vaders met een deeltijdbaan van minder dan 36 uur per week ten opzichte van het totale aantal vaders met een baan. De populatie omvat alle mannen die op 30 september 2009 in Nederland wonen en op datzelfde moment ook een baan en een thuiswonend kind van 0-11 jaar hebben. Vaders zijn in deze indicator mannen met één of meer thuiswonende kinderen van 0-11 jaar. Bij deze indicator is een deeltijdbaan een baan in loondienst van minder dan 36 uur in de week. Alleen banen in loondienst worden meegeteld. Zelfstandigen en DGA s worden hierbij niet meegerekend. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle mannen geselecteerd. Ook de informatie over thuiswonende kinderen is uit de GBA afkomstig. Het bestand wordt verrijkt met gegevens uit het SSB over banen. 2.2 Indicatoren Emancipatiebenchmark voor werkgevers Voor alle indicatoren voor de Emancipatiebenchmark voor werkgevers geldt dat de populatie bestaat uit banen van personen van jaar op een bepaald moment en niet uit personen, tenzij anders aangegeven. Dit betekent dat een persoon met meerdere banen meerdere keren wordt meegeteld in de cijfers. Bij elke indicator wordt de onderverdeling gemaakt naar sector en naar aantal werknemers van het bedrijf 1. De gegevens over de sector van het bedrijf en het aantal werknemers zijn afkomstig uit het SSB, tenzij anders vermeld. Indicator 1a: Fte s Deze indicator geeft het percentage fte s dat door vrouwen wordt bezet ten opzichte van het totale aantal fte s. De populatie bestaat uit alle banen in Nederland op 30 september 2009 van personen die op dat moment in Nederland wonen. Het gaat om banen in loondienst, exclusief DGA s. Ook zelfstandigen worden niet meegeteld. 1 Met uitzondering van indicatoren die gebaseerd zijn op de EBB. Zie hoofdstuk 2.4 voor een toelichting. 7

8 De basis van deze indicator wordt gevormd door de baangegevens uit het SSB. Het aantal fte s wordt per sector en per aantal werknemers berekend door de werkelijke arbeidsduur in september 2009 te delen door de voltijdsarbeidsduur. De populatie is verder afgebakend met behulp van de GBA. Op basis van de GBA zijn alle personen geselecteerd die in Nederland wonen op 30 september Het geslacht wordt ook op basis van de GBA bepaald. Indicator 1b: Werknemers Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke werknemers ten opzichte van het totale aantal werknemers. De populatie bestaat uit alle banen in Nederland op 30 september 2009 van personen die op dat moment in Nederland wonen. Een werknemer is bij deze indicator iemand die een baan in loondienst heeft. Zelfstandigen en DGA s worden hierbij niet meegenomen. Een persoon met meerdere banen wordt meerdere keren geteld. De basis van deze indicator wordt gevormd door de baangegevens uit het SSB. Vervolgens wordt het bestand verrijkt met gegevens uit de GBA. Indicator 2a: Instroom Deze indicator geeft het percentage instroom van vrouwelijke werknemers ten opzichte van de totale instroom. De populatie bestaat uit alle banen in Nederland in 2009 van personen die op dat moment in Nederland wonen. We spreken van instroom als een arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een bedrijf op 30 september 2008 nog niet bestond en op 30 september 2009 wel. Een persoon met meerdere arbeidsovereenkomsten wordt meerdere keren geteld. De basis van deze indicator zijn de baangegevens uit het SSB. Vervolgens wordt het bestand verrijkt met gegevens uit de GBA. Indicator 2b: Uitstroom Deze indicator geeft het percentage uitstroom van vrouwelijke werknemers ten opzichte van de totale uitstroom. De populatie bestaat uit alle banen in Nederland in 2009 van personen die op dat moment in Nederland wonen. We spreken van uitstroom als een arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een bedrijf op 30 september 2008 wel bestond en op 30 september 2009 niet meer. Een persoon met meerdere arbeidsovereenkomsten wordt meerdere keren geteld. De basis van deze indicator zijn de baangegevens uit het SSB. Vervolgens wordt het bestand verrijkt met gegevens uit de GBA. Indicator 3: Grote banen Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke werknemers met een baan van meer dan 24 uur per week ten opzichte van het totale aantal vrouwelijke werknemers. De populatie bestaat uit alle banen van vrouwelijke werknemers in loondienst op 30 september 2009 die op dat moment in Nederland wonen. De cijfers hebben betrekking op banen van vrouwelijke werknemers. Zelfstandigen en DGA s worden hierbij niet meegenomen. Een grote baan is een baan in loondienst van meer dan 24 uur per week. Een persoon met meerdere banen wordt meerdere keren geteld. De uren van meerdere banen zijn niet opgeteld. 8

9 De basis van deze indicator zijn de baangegevens uit het SSB. Het bestand wordt verrijkt met gegevens uit de GBA, waaruit alle vrouwen worden geselecteerd. Indicator 4: Ondernemers Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke ondernemers ten opzichte van het totale aantal ondernemers. De populatie bestaat uit alle zelfstandigen in 2009 en alle DGA s op 30 september 2009 die op dat moment in Nederland wonen. De basis van deze indicator is het SSB. Hieruit wordt alle zelfstandigen en DGA s gehaald. Een ondernemer is iemand met inkomsten als zelfstandige of een baan als DGA. Ondernemers met meerdere bedrijven worden maar één keer meegeteld. Bij DGA's hebben de bedrijfskenmerken betrekking op het bedrijf waarin de werknemer de meeste uren werkt. Dit bestand wordt verrijkt met gegevens uit de GBA, waaruit het geslacht en de leeftijd wordt gehaald. Indicator 5a: Beroepsniveau Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke werknemers per beroepsniveau ten opzichte van alle werknemers met dat beroepsniveau. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle personen die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode Het beroepsniveau is vastgesteld op basis van het benodigde opleidingsniveau, werkervaring en inwerktijd. Deze indicator heeft betrekking op personen met een baan. Een persoon met meerdere banen wordt maar één keer geteld. De bedrijfskenmerken en het beroepsniveau hebben betrekking op het bedrijf waarin de meeste uren wordt gewerkt. De basis voor deze indicator is de EBB, waarin gevraagd wordt naar het beroepsniveau van de respondent. Het geslacht, de leeftijd, sector en het beroepsniveau halen we ook uit de EBB. Indicator 5b: Beroepsniveau Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke werknemers met een bepaald beroepsniveau ten opzichte van alle vrouwen met een baan. Verschil met indicator 5a is dat in indicator 5b de populatie niet bestaat uit mannen en vrouwen met een baan, maar alleen uit vrouwen met een baan. Het gaat er in deze indicator om hoe de vrouwen met een baan zijn verdeeld over de verschillende beroepsniveaus. De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 5a. Indicator 6: Leidinggevenden Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke leidinggevenden ten opzichte van het totale aantal leidinggevenden. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle personen met een leidinggevende functie die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode De basis voor deze indicator is de EBB. Hieruit worden alle personen met een leidinggevende functie geselecteerd. Een persoon met meerdere banen wordt maar één keer geteld. Ook het geslacht, leeftijd en de sector bepalen we met behulp van de EBB. We kijken of iemand in de afgelopen 12 maanden een leidinggevende functie had, ongeacht het aantal personen waaraan iemand leiding gaf. 9

10 Indicator 7: Herkomst leidinggevenden Deze indicator geeft het percentage leidinggevenden naar herkomst ten opzichte van het totale aantal leidinggevenden. In deze indicator kijken we dus niet specifiek naar vrouwen, maar naar herkomst van alle leidinggevenden. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle banen van personen die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 6. Indicator 10a: Loonkloof De indicator geeft het procentuele verschil in het gemiddelde uurloon van vrouwen ten opzichte van het gemiddelde uurloon van mannen. Het gemiddelde uurloon van vrouwen wordt uitgedrukt als percentage van het gemiddelde uurloon van mannen. De populatie bestaat uit alle banen van werknemers op 30 september 2009 van personen die op dat moment in Nederland wonen. De populatie is exclusief zelfstandigen, maar inclusief banen van DGA s. Deze indicator heeft betrekking op personen met een baan. Het uurloon wordt berekend door het bruto jaarloon van 2009 te delen door het aantal verloonde uren in Het gemiddelde uurloon per categorie werknemers wordt bepaald door de uurlonen te wegen met het aantal gewerkte uren. Hierbij is het aantal gewerkte uren als weegfactor meegenomen, zodat grotere banen zwaarder meetellen. Het uurloon van een categorie werknemers is gelijk aan de som van het jaarloon van alle werknemers in deze categorie gedeeld door de som van de gewerkte uren van alle werknemers in deze categorie. Voor deze indicator is een onderzoeksbestand gebruikt dat eerder is samengesteld voor het Arbeidsvoorwaardenonderzoek De basis van dit onderzoeksbestand zijn de baangegevens uit het SSB. Dit bestand bevat alle banen op 30 september 2009 van personen die geënquêteerd zijn ten behoeve van de EBB van Vervolgens is dit bestand verrijkt met diverse gegevens uit de GBA, zoals geslacht, leeftijd en herkomst. Daarnaast zijn gegevens toegevoegd uit de EBB over opleidings- en beroepsniveau. Indicator 10b: Loonkloof naar herkomst De indicator geeft het procentuele verschil tussen het gemiddelde uurloon van vrouwen in een bepaalde herkomstgroepering ten opzichte van het gemiddelde uurloon van alle vrouwen. De populatie bestaat uit alle banen van vrouwen op 30 september 2009 die op dat moment in Nederland wonen. De populatie is exclusief zelfstandigen, maar inclusief banen van DGA s. De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 10a. Indicator 11: Salarisgroei Deze indicator geeft de salarisgroei van vrouwelijke werknemers minus de salarisgroei van mannelijke werknemers, voor werknemers met een salarisgroei hoger dan de gemiddelde cao-loonstijging in een sector. De populatie bestaat uit 2 Mooij, M. de, Bottelberghs, I., Goedhuys, M., Tillaart, J. van den en Wagner, C. (2010). Gelijk loon voor gelijk werk? CBS-CvB, Den Haag/Heerlen. 10

11 alle werknemers met een baan op de laatste vrijdag van september 2008 en 2009 van personen die op 30 september 2008 in Nederland wonen. Alleen werknemers die op 30 september 2008 en 30 september 2009 in dezelfde sector werken en een salarisgroei hebben die boven de cao-stijging binnen de sector ligt zijn meegenomen. Zelfstandigen en DGA s worden niet meegenomen. Om de salarisgroei te berekenen, gaan we uit van het brutoloon per gewerkt uur. Per persoon is één baan meegeteld. Dit is de baan waarin de meeste uren wordt gewerkt. De salarisgroei is het procentuele verschil in het salaris van september 2009 ten opzichte van september De gemiddelde salarisgroei hebben we bepaald aan de hand van de loonstijging in de cao per sector. We tellen alle basislonen van mannen en vrouwen per sector en per aantal werknemers op en delen dit door het totale aantal basisuren. Vervolgens bepalen we de procentuele salarisgroei door het verschil in uurloon tussen 2009 en 2008 te delen door het uurloon van De basis van deze indicator zijn de baangegevens uit het SSB. We selecteren de banen die gelden op 30 september 2008 en Het bestand wordt verrijkt met de GBA, waaruit het geslacht van personen wordt gehaald. Indicator 12: Bedrijfsopleiding Deze indicator geeft het percentage vrouwelijke werknemers dat een bedrijfsopleiding volgt ten opzichte van het totale aantal werknemers dat een bedrijfsopleiding volgt. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle personen met een baan die een bedrijfsopleiding volgen, die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode Deze indicator heeft betrekking op personen met een baan. Een persoon met meerdere banen wordt maar één keer geteld. De bedrijfskenmerken hebben betrekking op het bedrijf waarin de meeste uren wordt gewerkt. De basis van deze indicator is de EBB. Hieruit selecteren we alle personen met een baan. Vervolgens selecteren we de personen die een opleiding of cursus volgen die geheel of gedeeltelijk door de werkgever wordt betaald. Het geslacht, de leeftijd en de sector worden ook uit de EBB gehaald. Indicator 13a: Werkende vaders Deze indicator geeft het percentage vaders met thuiswonende kinderen van 0-11 jaar met een baan ten opzichte van het totale aantal mannelijke werknemers. De populatie bestaat uit alle mannen met een baan die op 30 september 2009 in Nederland wonen. Deze indicator heeft betrekking op personen in plaats van banen van personen. Zelfstandigen en DGA s worden niet meegenomen. Een persoon met meerdere banen wordt maar één keer geteld. De bedrijfskenmerken hebben betrekking op het bedrijf waarin de meeste uren wordt gewerkt. In deze indicator zijn vaders mannen die in een huishouden wonen met een thuiswonend kind van 0-11 jaar. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle mannen geselecteerd. Ook de informatie over thuiswonende kinderen komt uit de GBA. De GBA wordt verrijkt met de baangegevens uit het SSB. 11

12 Indicator 13b: Werkende moeders Deze indicator geeft het percentage moeders met thuiswonende kinderen van 0-11 jaar met een baan ten opzichte van het totale aantal vrouwelijke werknemers. De populatie bestaat uit alle vrouwen met een baan die op 30 september 2009 in Nederland wonen. Deze indicator heeft betrekking op personen in plaats van banen van personen. De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 13a. Indicator 14: Vaders met deeltijdbaan Deze indicator geeft het percentage vaders met een deeltijdbaan van minder dan 36 uur per week ten opzichte van het totale aantal vaders met een baan. De populatie bestaat uit alle vaders met een baan op 30 september 2009 die op dat moment in Nederland wonen. Deze indicator heeft betrekking op personen in plaats van banen van personen. Een deeltijdbaan is een baan van minder dan 36 uur. De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 13a. Indicator 15: Stoppen of minder werken Deze indicator geeft het percentage moeders dat stopt met werken of minimaal 4 uur per week minder gaat werken, anderhalf jaar na de geboorte van haar eerste kind ten opzichte van het totale aantal moeders die werkten voor de geboorte van hun eerste kind. De populatie bestaat uit vrouwen die in februari 2007 tot en met januari 2008 hun eerste kind krijgen, een baan hebben in de maand voor de geboorte en op 30 september 2008 in Nederland wonen. Deze indicator heeft betrekking op personen in plaats van banen van personen. Het aantal vrouwen dat 18 maanden na de geboorte van het eerste kind geen baan heeft of minder is gaan werken geven we in deze indicator als percentage weer ten opzichte van het totale aantal vrouwen in februari 2007 tot en met januari 2008 die in dat jaar hun eerste kind gekregen hebben en een baan hadden in de maand voor de geboorte. Vrouwen met meerdere banen wordt maar één keer geteld. Als een vrouw meerdere banen heeft, zijn de gewerkte uren van de verschillende banen opgeteld. De meeste vrouwen maken 18 maanden na de geboorte geen gebruik meer van ouderschapsverlof. Mochten ze toch een verlofregeling hebben, dan worden de verlofuren geteld als gewerkte uren. Het aantal gewerkte uren in de maand voor de geboorte van het eerste kind is vergeleken met het aantal gewerkte uren anderhalf jaar na de geboorte. De bedrijfskenmerken hebben betrekking op het bedrijf waarin de meeste uren wordt gewerkt in de maand voor de geboorte van het eerste kind. De basis van deze indicator is de GBA. Hieruit worden alle vrouwen geselecteerd met een oudste thuiswonend kind dat geboren is tussen februari 2007 en januari Dit bestand wordt verrijkt met de baangegevens uit het SSB. Eerst is bepaald hoeveel uur een vrouw werkt in de maand vóór de geboorte van het eerste kind. Vervolgens is 18 maanden later gekeken of deze vrouwen nog steeds een baan hebben. Als dit het geval is, is bepaald of het aantal uren dat een vrouw werkt met 4 uur per week of meer is afgenomen ten opzichte van de baan vóór de geboorte van het eerste kind. 12

13 Indicator 16a: Gebruik ouderschapsverlof moeders Deze indicator geeft het percentage werkende moeders met kinderen jonger dan 8 jaar dat gebruik maakt van ouderschapsverlof ten opzichte van alle werkende moeders met kinderen jonger dan 8 jaar. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle banen van vrouwen met kinderen jonger dan 8 jaar, die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode Onder werknemers wordt bij deze indicator verstaan alle werknemers die minimaal 12 uur per week werken. Deze indicator heeft betrekking op personen met een baan. Zelfstandigen worden niet meegeteld. Een persoon met meerdere banen wordt maar één keer geteld. De bedrijfskenmerken hebben betrekking op het bedrijf waarin de meeste uren wordt gewerkt. De basis van deze indicator is de EBB. Uit de EBB kan worden afgeleid hoeveel vrouwelijke werknemers met kinderen jonger dan 8 jaar in het afgelopen jaar gebruik hebben gemaakt van ouderschapsverlof. Ook geslacht, leeftijd en sector zijn afkomstig uit de EBB. Indicator 16b: Gebruik ouderschapsverlof vaders Deze indicator geeft het percentage werkende vaders met kinderen jonger dan 8 jaar dat gebruik maakt van ouderschapsverlof ten opzichte van alle werkende vaders met kinderen jonger dan 8 jaar. De onderzoekspopulatie bestaat uit alle banen van vaders met kinderen jonger dan 8 jaar, die op het moment van enquêtering ten behoeve van de EBB jaar oud zijn, en op dat moment in Nederland wonen. De indicator is berekend als gemiddelde over de periode De indicator is op dezelfde manier samengesteld als indicator 16a. 2.3 Bronnen Voor het samenstellen van de indicatoren zijn de volgende databronnen gebruikt die binnen het CBS beschikbaar zijn. Enquête Beroepsbevolking (EBB) De EBB is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Jaarlijks responderen ongeveer 90 duizend personen. Het doel van deze enquête is zicht te krijgen op de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hiertoe wordt onder meer informatie verzameld over de positie op de arbeidsmarkt van personen en worden demografische kenmerken van huishoudens vastgelegd. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren. In dit onderzoek zijn drie jaren (2007, 2008 en 2009) van de EBB samengevoegd om de detailleringsmogelijkheden te vergroten. In dit onderzoek is de volgende informatie afkomstig uit de EBB: beroepsniveau, bedrijfsopleidingen, leidinggevenden, ouderschapsverlof en vrijwilligerswerk. 13

14 Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) De GBA is een geautomatiseerd persoonsregistratiesysteem van de gemeenten en in werking sinds 1 oktober In principe staan alle inwoners van een gemeente in de Basisadministratie ingeschreven. Informatie over de woongemeente, leeftijd, geslacht, herkomst, thuiswonende kinderen (0-11 jaar) en samenstelling huishouden zijn ontleend aan de GBA. Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2009 Het RIO is een steekproef. Het doel is een beeld te geven van de verdeling van het inkomen van personen en huishoudens in Nederland. De doelpopulatie van het RIO is de bevolking van Nederland op 31 december van een onderzoeksjaar. De steekproef wordt getrokken onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. Het RIO bevat geen inkomensinformatie over huishoudens zonder (waargenomen) belastbaar inkomen en studentenhuishoudens. In dit onderzoek is de informatie over een hoog inkomen afkomstig uit het RIO. Sociaal Statistisch Bestand (SSB) Het SSB is een stelsel van registers en enquêtes, die op persoonsniveau aan elkaar zijn gekoppeld. Per jaargang worden meer dan 50 registers gebruikt. Deze registers hebben betrekking op verschillende sociaaleconomische onderwerpen, zoals opleidingsniveau, uitkeringen, banen, zelfstandigen en voornaamste inkomensbron. Het SSB bevat voorlopige en definitieve gegevens. Bij definitieve gegevens zijn registers en enquêtes onderling op elkaar afgestemd en consistent gemaakt. De doelpopulatie van het SSB bestaat uit alle personen die in Nederland wonen, en personen die niet in Nederland wonen maar in Nederland werken of een uitkering dan wel pensioen vanuit Nederland ontvangen. Voor dit onderzoek zijn gegevens uit het SSB gebruikt die betrekking hebben op: Opleidingsniveau. Deze gegevens zijn gebaseerd op diverse jaargangen van registraties uit het voortgezet onderwijs, mbo en ho en uit de steekproef EBB. Het bestand bevat het hoogst behaalde en het hoogst gevolgde opleidingsniveau, geldig op 26 september Volwasseneneducatie. Deze gegevens bevatten inschrijvingen van personen in de volwasseneneducatie in Exact examenprofiel en voortgezet onderwijs. Deze gegevens zijn afkomstig uit het bestand met ingeschrevenen in het voortgezet onderwijs. Dit bestand bevat alle leerlingen op die op 1 oktober 2010 ingeschreven staan, met hun inschrijvingskenmerken. Sector en aantal werknemers van het bedrijf van werknemers en zelfstandigen. De gegevens zijn gebaseerd op het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het ABR is een systeem dat identificerende gegevens en structuurgegevens over bedrijven bevat. In dit onderzoek zijn bedrijfsgegevens van 2007 tot en met 2009 gebruikt. Banen. De baangegevens zijn ontleend aan de polisadministratie van UWV. De polisadministratie bevat de loonaangiften die de Belastingdienst ontvangt van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. In dit onderzoek zijn baangegevens van 2007 tot en met 2009 gebruikt. 14

15 Zelfstandigen. Dit bestand bevat alle personen die in 2009 inkomen in de vorm van belastbare winst uit een onderneming hebben gehad. De basis hiervoor zijn de aangiftegegevens inkomstenbelasting (IB) van de Belastingdienst. Hierdoor worden medegerechtigden in de onderneming ook als zelfstandige beschouwd. Ook als er geen aanslag IB is ontvangen, maar er wel een voorlopige aanslag IB is waarin winst is opgenomen én de onderneming van de persoon in het ABR is opgenomen, wordt de persoon als zelfstandige beschouwd. Uitkeringen (AO-, WW- en bijstandsuitkeringen). Deze gegevens over 2009 zijn gebaseerd op bronbestanden afkomstig van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en gemeenten. Onbenut arbeidspotentieel. De voornaamste inkomstenbron van personen bepaalt of personen al dan niet tot het onbenut arbeidspotentieel behoren. Mogelijke inkomensbronnen zijn een betaalde baan, werk als zelfstandige, en een uitkering. Onder de uitkering vallen ook pensioenuitkeringen en uitkeringen vanuit het buitenland. Ook scholieren worden apart onderscheiden. Personen die geen enkele inkomstenbron op het peilmoment hebben en geen scholier of student zijn, zijn de personen die behoren tot het onbenut arbeidspotentieel. Deze informatie over 2009 is afgeleid uit diverse registers van de Belastingdienst, het UWV en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Re-integratieondersteuning (door gemeenten). Informatie over reintegratietrajecten van gemeenten is afkomstig uit de Statistiek Re-integratie door Gemeenten (SRG), jaar Nauwkeurigheid van de uitkomsten / opmerkingen bij de tabellen Bij het gebruik en de interpretatie van de tabellen dient rekening te worden gehouden met het volgende. Ophogen en wegen Het opleidingsniveau is voor een deel gebaseerd op een steekproef. Om uitkomsten te berekenen die iets zeggen over de hele Nederlandse bevolking, moeten de resultaten worden opgehoogd. Dit ophogen doen we door de gegevens over opleidingsniveau te vermenigvuldigen met een weegfactor voor opleidingsniveau die in het SSB is opgenomen. De EBB is een steekproef. Om uitkomsten te berekenen die representatief zijn voor de gehele populatie moeten de resultaten worden gewogen en opgehoogd. Hiervoor zijn vaste ophooggewichten berekend die ervoor zorgen dat de opgehoogde steekproef naar een aantal belangrijke demografische kenmerken overeenkomt met het gemiddelde aantal personen van 15 jaar en ouder in Nederland in een jaar, exclusief de institutionele bevolking. Ook het RIO is gebaseerd op een steekproef. De vaste ophooggewichten zorgen ervoor dat de opgehoogde steekproef overeenkomt met het aantal inwoners per gemeente volgens de bevolkingsstatistiek, gebaseerd op de GBA. 15

16 Nauwkeurigheid van de uitkomsten Het opleidingsniveau uit het SSB is maar voor een deel van de populatie bekend, waardoor het opleidingsniveau niet voor alle gemeenten en sectoren betrouwbaar kan worden vastgesteld. Omdat de EBB een steekproef is, kunnen alleen betrouwbare resultaten bepaald worden voor groepen van voldoende omvang. De mate van detaillering naar gemeente en sector is daarom beperkt. Om de detailleringsmogelijkheden te vergroten, zijn drie jaargangen van de EBB samen genomen. Hiermee berekenen we gemiddelden over een aantal jaren. We doen dit voor de jaren 2007, 2008 en Voor indicatoren die samengesteld zijn op basis van de EBB geldt dat als in een bepaalde gemeente of sector de populatie kleiner is dan of personen (verschilt per indicator), daarvoor geen betrouwbare percentages kunnen worden berekend. Ook als de subpopulatie waarmee gepercenteerd wordt (zoals het aantal vrouwen met een baan op het totaal aantal vrouwen) kleiner is dan 1 500, wordt het percentage niet gepubliceerd. Het RIO is een steekproefonderzoek. Ook bij dit bestand worden de cijfers opgehoogd en gewogen. Om betrouwbare percentages te kunnen weergeven, wordt alleen gepubliceerd over populaties van minimaal 200 personen. Ook indicatoren die volledig gebaseerd zijn op registraties kennen een zekere mate van onnauwkeurigheid. Hierbij is een grens van minimaal 10 personen of banen gehanteerd. Voor groepen met minder dan 10 personen worden geen percentages gepubliceerd. Vergelijkbaarheid met andere cijfers Door verschillen in definities en bronnen, zijn de cijfers uit dit onderzoek niet altijd goed vergelijkbaarheid met andere, door het CBS gepubliceerde cijfers. Opmerkingen bij tabellen De woongemeenten zijn bepaald op peilmoment van de indicator en naar de gemeentelijke indeling op 1 januari 2011 overgezet. Een drietal wijken is hierdoor bij een andere gemeente geplaatst. De wijken Wanssum, Geijsteren en Blitterswijck vallen in dit onderzoek niet onder Venray, maar onder Horst aan de Maas. In de Emancipatiebenchmark voor werkgevers zijn de uitkomsten niet onderverdeeld naar aantal werknemers als de indicator gebaseerd is op de EBB. Bij de overige indicatoren is het aantal werknemers gebaseerd op het ABR. In de EBB wordt wel gevraagd naar het aantal medewerkers in het bedrijf waar de respondent werkt, maar deze eigen inschatting van de geënquêteerden is niet vergelijkbaar met het aantal werknemers van een bedrijf volgens het ABR. Deze informatie uit de EBB is daarom niet bruikbaar voor dit onderzoek. 3. Begrippen en afkortingen 3.1 Begrippen 1 e generatie allochtoon Zie Herkomst. 2 e generatie allochtoon Zie Herkomst. 16

17 Aantal werknemers De bedrijfsgrootte exclusief de uitzendkrachten en het ingeleende personeel, maar inclusief het uitgeleende personeel. Allochtoon Zie Herkomst. Autochtoon Zie Herkomst. Baan als werknemer Een baan in loondienst. Zelfstandigen horen hier niet bij. Bij de meeste indicatoren in de Emancipatiebenchmark voor werkgevers zijn ook DGA s niet meegenomen. Bedrijfsopleiding Een opleiding of cursus (op een school, bij een ander opleidingsinstituut of in het bedrijf) die geheel of gedeeltelijk door de werkgever wordt betaald. Beroepsniveau De door het CBS gehanteerde indeling van beroepen op grond van de aard van de werkzaamheden. Het niveau van een beroep is bepaald door het niveau van de meest geëigende opleiding om het beroep uit te oefenen en benodigde werkervaring. Deze beroepen kunnen ook uitgeoefend worden door mensen met een lagere opleiding en veel werkervaring. In de Emancipatiebenchmark worden de volgende categorieën van beroepsniveau onderscheiden: elementaire beroepen, lagere beroepen, middelbare beroepen, hogere beroepen en wetenschappelijke beroepen. Een hoog beroepsniveau bestaat uit zowel hogere als wetenschappelijke beroepen. Bijstandsuitkering Een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Directeur-grootaandeelhouder (DGA) De eigenaar van een bedrijf die als directeur in loondienst is van het eigen bedrijf. Exact examenprofiel Havo- en vwo-leerlingen met het profiel 'Natuur en techniek' en vmbo-leerlingen met de sector 'Techniek'. Fte Full-time equivalent. Dit geeft de omvang van een dienstverband aan. Eén fte is een volledige werkweek. Een werknemer die 18 uur werkt, terwijl de gebruikelijke arbeidsduur 36 uur is, heeft een functie van 0,5 fte. Geen of laag loon Een persoon heeft geen loon of een fiscaal maandloon (of inkomen als zelfstandige) onder 70 procent van het bruto wettelijk minimum loon (WML). In september 2009 ligt de grens van 70 procent van het WML op 979 euro per maand. Gemeente De woongemeente van de persoon, weergegeven in de gemeentelijke indeling op 1 januari Herkomst Een kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van de ouders of van de persoon zelf. In de Emancipatiebenchmark worden de volgende categorieën van herkomst onderscheiden: - Autochtoon Een persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren. - Allochtoon Een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland geboren is. - Westerse allochtoon Een persoon met als herkomstgroepering één van de landen in de werelddelen Europa (excl. Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of 17

18 Indonesië of Japan. - Niet-westerse allochtoon Een persoon met als herkomstgroepering één van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (excl. Indonesië en Japan) of Turkije. - 1 e generatie allochtoon Een persoon die in het buitenland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. - 2 e generatie allochtoon Een persoon die in Nederland geboren is en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Huishoudenssamenstelling Typering van een huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden. In de Emancipatiebenchmark worden de volgende categorieën van huishoudenssamenstelling onderscheiden: eenpersoonshuishoudens, eenouderhuishoudens, meerpersoonshuishoudens met kinderen, meerpersoonshuishoudens zonder kinderen (inclusief overige huishoudens). Instroom Een persoon met een arbeidsovereenkomst die op 30 september 2008 nog niet bestond en op 30 september 2009 wel. Leerlingen Leerlingen in het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo). Niet-westerse allochtoon Zie Herkomst. Onbenut arbeidspotentieel Personen die geen uitkering ontvangen, niet werkzaam zijn als werknemer of zelfstandige en geen onderwijs volgen. Opleidingsniveau Het hoogst behaalde opleidingsniveau van een persoon. In de Emancipatiebenchmark worden de volgende categorieën van opleidingsniveau onderscheiden: - Laag Personen met vmbo en de onderbouw van havo/vwo (tot en met klas 3) als hoogst behaalde opleidingsniveau. Personen met een laag opleidingsniveau hebben (nog) geen startkwalificatie behaald. - Midden Personen met mbo en de bovenbouw van havo/vwo als hoogst behaalde opleidingsniveau. - Hoog Personen met hbo en wo als hoogst behaalde opleidingsniveau. Ouderschapsverlof Ouderschapsverlof is een wettelijk recht van ouders van kinderen tot 8 jaar om minder te werken. Zowel betaald als onbetaald ouderschapsverlof vallen hieronder. Persoonlijk inkomen Het persoonlijk jaarinkomen omvat inkomen uit arbeid en eigen onderneming, uitkeringen inkomensverzekeringen (zoals WW) en sociale voorzieningen (zoals bijstand), uitgezonderd kinderbijslag. Van dit bedrag worden de betaalde inkomensoverdrachten en de premies inkomensverzekeringen, uitgezonderd premies volksverzekeringen afgetrokken om tot het persoonlijk jaarinkomen te komen. Een hoog inkomen is een persoonlijk jaarinkomen boven euro. 18

19 Re-integratieondersteuning Re-integratieondersteuning die ingezet wordt door gemeenten, inclusief loonkostensubsidie en begeleiding door casemanagers. De reintegratietrajecten die bij het UWV Werkbedrijf zijn gestart, worden in dit onderzoek niet meegeteld. Salarisgroei Het procentuele verschil tussen het uurloon in september 2009 ten opzichte van het uurloon in september Sector De indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit van het bedrijf gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling Thuiswonende kinderen Kinderen van 0-11 jaar die in het huishouden aanwezig zijn. Het is niet noodzakelijk dat de volwassene in het huishouden de biologische ouder is. Uitstroom Een persoon met een arbeidsovereenkomst die op 30 september 2008 wel bestond en op 30 september 2009 niet meer. Volwasseneneducatie Volwasseneneducatie is bestemd voor personen die alsnog een diploma of deelcertificaat willen behalen van vmbo (theoretische leerweg), havo, vwo of mbo. Volwasseneneducatie is alleen meegeteld indien bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), eventueel via de gemeente. Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk voor een organisatie of instelling, dus geen informeel vrijwilligerswerk. Westerse allochtoon Zie Herkomst. Zelfstandige De persoon die bij de Belastingdienst aangifte doet van inkomsten als zelfstandige. 3.2 Afkortingen ABR Algemeen Bedrijvenregister AO Arbeidsongeschikt Cao Collectieve arbeidsovereenkomst CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CvB Centrum voor Beleidsstatistiek DGA Directeur-grootaandeelhouder DUO Dienst Uitvoering Onderzoek EBB Enquête Beroepsbevolking Fte Full-time equivalent GBA Gemeentelijke Basisadministratie 19

20 Havo Hbo Ho Mbo OCW RIO SRG SSB UWV Vmbo Vwo WML Wo WW WWB Hoger algemeen vormend onderwijs Hoger beroepsonderwijs Hoger Onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Regionaal Inkomensonderzoek Statistiek Re-integratie Gemeenten Sociaal Statistisch Bestand Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wettelijk Minimumloon Wetenschappelijk onderwijs Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand 20

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Vijfmeting, fase 3 29-11-2013 gepubliceerd op cbs.nl Inhoud Inleiding 5 1. Beschrijving van het onderzoek 6 1.1 Populatie 6 1.2 Onderzoeksmethode 7 1.3 Bronnen

Nadere informatie

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 0i08 08 Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 Maaike Hersevoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in 2004 Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der

Nadere informatie

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Esther Vieveen, Mariëtte Goedhuys, Nicol Sluiter CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Maart 2010

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Zesmeting, fase 3 21-11-2014 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal Economische Trends, januari 2014, 01 1 Inhoud Inleiding 4

Nadere informatie

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek December 2012 Inhoud Stroomschema 1. Vluchtelingen

Nadere informatie

SRG-uitstroom Conclusie

SRG-uitstroom Conclusie Opdrachtgever SZW SRG-uitstroom 2014 Conclusie Opdrachtnemer Centraal Bureau voor de Statistiek / W. van Andel, E. Ebenau, L. van Koperen, P. Molenaar-Cox, A. Redeman, M. Sterk-van Beelen, J. Weidum Onderzoek

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, 2015-2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS onder

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Verklaring van tekens niets (blanco) = het cijfer kan op logische

Nadere informatie

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010 Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010 11 Martine de Mooij Vinodh Lalta Sita Tan Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Amersfoort 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Werknemers in Nederland, 2016 Toelichting op de cijfers

Werknemers in Nederland, 2016 Toelichting op de cijfers Werknemers in Nederland, 2016 Toelichting op de cijfers Evelien Ebenau Wouter van Andel CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Onderzoeksmethode Basisregistratie Personen

Onderzoeksmethode Basisregistratie Personen Bijlage D Onderzoeksmethode Basisregistratie Personen Inhoud Onderzoeksmethode Basisregistratie Personen... 1 Inleiding... 2 Over de tabellen en populatie... 2 Variabelen en begrippen... 2 bestanden...

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit CBS januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in e088 Voortijdig schoolverlaten 0c olverlaten vanuit het voortgezet et onderwijs in Nederland en 21 gemeenten naar herkomstgroepering en geslacht Antilianen- Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen

Nadere informatie

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Driemeting uitstroom naar werk, voorlopige cijfers 11 Martine de Mooij Pascal van den Berg Mariëtte Goedhuys Jamie Graham Wilco de Jong Lotte Ooststrom Sita

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Vijfmeting, fase 2 Elisabeth Eenkhoorn Jamie Graham Vinodh Lalta Frank van der Linden Frank Pijpers Annemieke Redeman Miriam de Roos Carlijn Verkleij 16-08-2013

Nadere informatie

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv Migratieachtergrond van uitgestroomde studenten naar regio, onderwijssoort en studierichting Uitstroom na studiejaar 2016/ 17 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie

Nadere informatie

OSB Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten

OSB Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten OSB 2017 Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten Februari 2019 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Sociaal Statistisch Bestand

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Driemeting uitstroom naar werk, definitieve cijfers 11 Lotte Oostrom Sander Dalm Jamie Graham Martine de Mooij Nicol Sluiter Sita Tan Carlijn Verkleij Centraal

Nadere informatie

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek Maaike Hersevoort, Daniëlle ter Haar, Karin Hagoort en Mariëtte Goedhuys Centraal Bureau

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Definitie: Voortijdig schoolverlaters zijn gedefinieerd als leerlingen die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Aan het werk met re-integratie ondersteuning 12 1 Aan het werk met re-integratie ondersteuning Viermeting uitstroom naar werk, voorlopige cijfers Esther Vieveen Carlijn Verkleij Jeroen van den Tillaart Miriam de Roos Jamie Graham Vinodh Lalta en

Nadere informatie

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 08 Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 06/ 07 Daniëlle ter Haar, Frank van der Linden, Alderina Dill-Fokkema Centrum voor Beleidsstatistiek Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Ouderen zonder baan, één jaar later

Ouderen zonder baan, één jaar later Ouderen zonder baan, één jaar later Arbeidsmarktkansen van werkloze ouderen van 45 tot 65 jaar, 2008 en inkomstenbronnen van alle ouderen van 45 tot 65 jaar in 2006 2008 11 Tirza König, Pascal van den

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen

Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen 09 Participatiepotentieel in 2006 en 2007 Daniëlle ter Haar Mariëtte Goedhuys Luuk Schreven Esther Vieveen Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2011-1796 Datum November 2011 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten

Nadere informatie

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 07 Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 Maaike Hersevoort, Daniëlle ter Haar en Luuk Schreven Centrum voor Beleidsstatistiek (paper 08010) Den Haag/Heerlen Verklaring

Nadere informatie

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Documentatierapport Hackaton bestand 2011-2016 Datum:28 februari 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie

Geen stagnatie in participatie

Geen stagnatie in participatie Geen stagnatie in participatie Het participatiepotentieel in crisisjaar 2009 Mathilda Copinga Tirza König Sita Tan Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

binnen Rotterdam

binnen Rotterdam 07 Inkomens en 0n verhuizingen binnen Rotterdam 1999 2005 Karin Hagoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (paper 08012) Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2013-1941 Datum Juni 2013 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen

Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen 09 Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen Participatiepotentieel in 2008 Karin Hagoort Marleen Geerdinck Lotte Oostrom Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken *

Nadere informatie

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Uitkomsten en toelichting Centrum voor Beleidsstatistiek Maartje Rienstra en Osman Baydar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring

Nadere informatie

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, Nicol Sluiter en Anouk de Rijk

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, Nicol Sluiter en Anouk de Rijk Kinderopvang per wijk in Den Bosch, 2010 Nicol Sluiter en Anouk de Rijk CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Mei 2012 Inhoud Werkblad Toelichting Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Inhoud Toelichting bij de tabellen

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Rapport. Tabellenset Monitor kunstenaars en afgestudeerden aan creatieve opleidingen Technische toelichting

Rapport. Tabellenset Monitor kunstenaars en afgestudeerden aan creatieve opleidingen Technische toelichting w Rapport Tabellenset Monitor kunstenaars en afgestudeerden aan creatieve opleidingen Technische toelichting CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337

Nadere informatie

Welke bijstandsontvangers willen aan het werk?

Welke bijstandsontvangers willen aan het werk? Welke bijstandsontvangers willen aan het werk? Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys Van alle bijstandsontvangers van 15 tot en met 64 jaar is het grootste deel alleenstaand. Het gaat daarbij voor een

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Aan het werk met re-integratie ondersteuning 12 1 Aan het werk met re-integratie ondersteuning Viermeting uitstroom naar werk, definitieve cijfers Esther Vieveen Miriam de Roos Nicol Sluiter Jamie Graham Marion Sterk Vinodh Lalta Elisabeth Eenkhoorn

Nadere informatie

Inkomsten uit werk en toch een. langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen. Conclusie

Inkomsten uit werk en toch een. langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen. Conclusie Opdrachtgever SZW Inkomsten uit werk en toch een langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen Opdrachtnemer CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek / L. Muller, C. van Weert, J. van den Tillaart, M.

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Jongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en 2011. Vinodh Lalta, CBS-CvB

Jongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en 2011. Vinodh Lalta, CBS-CvB Jongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en 2011 Vinodh Lalta, CBS-CvB Centrum voor Beleidsstatistiek Commerciële afdeling van het CBS Maakt zelf geen statistieken, maar combineert en koppelt bestaande

Nadere informatie

Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005

Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005 Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005 09 Maaike Hersevoort Martine de Mooij Anouk de Rijk Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

re-integratieondersteuning

re-integratieondersteuning s08 Eenmeting uitstroomdoelstelling, 0o oelstelling, re-integratieondersteuning eondersteuning (voorlopige cijfers) Henk van Maanen, Marleen Geerdinck en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek Den

Nadere informatie

Instromers in de WW in 2007 en hun arbeidsverleden

Instromers in de WW in 2007 en hun arbeidsverleden Instromers in de WW in 2007 en hun arbeidsverleden 109 Mathilda Copinga Tirza König Nicol SLuiter Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer **

Nadere informatie

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid Lonen van niet-westers bij de overheid Karin Hagoort en Maartje Rienstra Over het algemeen verdienen minder dan en niet-westerse n minder dan autochtonen. Bij de overheid hebben autochtone gemiddeld het

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2012-1881 Datum Juli 2012 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Aan het werk met re-integratie ondersteuning 132 Aan het werk met re-integratie ondersteuning Vijfmeting uitstroom naar werk, voorlopige cijfers Marieke Bosch, Elisabeth Eenkhoorn, Vinodh Lalta, Frank Pijpers, Annemieke Redeman, Miriam de Roos en

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2009 116.818 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Mariëtte Goedhuys-van der

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Werkt begeleiding naar werk?

Werkt begeleiding naar werk? 08 07 Werkt begeleiding naar werk? Derde vervolgmeting voor de 25%-doelstelling Mariëtte Goedhuys, Kathleen Geertjes, Martine de Mooij, Linda Muller, Esther Vieveen Centrum voor Beleidsstatistiek (rapport

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk 07 Aan het werk 0r met re-integratie Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk Wilco de Jong, Henk van Maanen, Frank van der Linden en Alderina Dill-Fokkema Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Redenen van in- en uitstroom WWB

Redenen van in- en uitstroom WWB Rapport Redenen van in- en uitstroom WWB Mirthe Bronsveld-de Groot Lisanne van Koperen Annemieke Redeman 11 december 2015 samenvatting In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Langs de zijlijn, hoe verder? Herziene versie. Cijferonderzoek Sluitende Aanpak Centrum voor Beleidsstatistiek 05001

Langs de zijlijn, hoe verder? Herziene versie. Cijferonderzoek Sluitende Aanpak Centrum voor Beleidsstatistiek 05001 Langs de zijlijn, hoe verder? Cijferonderzoek Sluitende Aanpak 2003 Herziene versie Centrum voor Beleidsstatistiek 05001 Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Voor de oorspronkelijke

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Interactie arbeidsmarkt en sociale zekerheid, 2006 en 2008

Interactie arbeidsmarkt en sociale zekerheid, 2006 en 2008 Interactie arbeidsmarkt en sociale zekerheid, en 11 0 Mathilda Copinga Alderina Dill Luuk Schreven Chantal Wagner Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen

Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen 12 1 Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen Herziene versie Anouk de Rijk Ellen Daems Lydia Geijtenbeek Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer

Nadere informatie

BUS-H Samenloop werk en bijstand

BUS-H Samenloop werk en bijstand Rapport BUS-H Samenloop werk en bijstand Rianne Kraaijeveld-de Gelder Annemieke Redeman Jeremy Weidum 30 november 2016 samenvatting In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update)

Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update) Harold Kroeze januari 2007 Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill

Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill Dynamiek in de WW Uitkomsten en toelichting 09 Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer

Nadere informatie

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, 2011. Nicol Sluiter en Sander Dalm

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, 2011. Nicol Sluiter en Sander Dalm Kinderopvang per wijk in Den Bosch, 2011 Nicol Sluiter en Sander Dalm CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Juli 2012 Inhoud Werkblad Toelichting Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Inhoud Toelichting bij de tabellen

Nadere informatie

Maatwerk voor brancheverenigingen

Maatwerk voor brancheverenigingen Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen VNFKD Vereniging van Nederlandse Fabrikanten in Kinder- en Dieetvoeding CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in bijna 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). De meeste jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Inkomens van afgestudeerden, 2007 2009

Inkomens van afgestudeerden, 2007 2009 11 Inkomens van afgestudeerden, 2007 2009 Martine de Mooij Marleen Geerdinck Lotte Oostrom Caroline van Weert Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Maatwerk voor Branchevereniging VViN

Maatwerk voor Branchevereniging VViN Maatwerk voor Branchevereniging VViN Jaarrapport 2016 Vereniging van Vertaalbureaus in Nederland Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Spreiding over SBI terreinen 5 2.1 Data VViN en Beëdigde

Nadere informatie

Vijftigplussers aan het werk (Update)

Vijftigplussers aan het werk (Update) Vijftigplussers aan het werk (Update) Evaluatie IOW: Arbeidsparticipatie en vangnetvoorzieningen oudere werklozen 109 Maartje Rienstra, Lotte Oostrom, Linda Muller, Wilco de Jong, Jamie Graham Centrum

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning 09 Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2008 Harold Kroeze Martine de Mooij Esther Vieveen Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB)

Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB) Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB) Datum:16 januari 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Rapport. Technische toelichting Gelijk loon voor gelijk werk?, 2012

Rapport. Technische toelichting Gelijk loon voor gelijk werk?, 2012 w Rapport Technische toelichting Gelijk loon voor gelijk werk?, 2012 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer 14065 SDI

Nadere informatie