Groen rood geel blauw. Bruin roze oranje paars

Transcriptie

1 1 Groen rood geel blauw Bruin roze oranje paars

2 2 Bovenstaande kaartjes functioneren als dobbelsteen Knip ze langs de lijnen uit, voor iedere speler een stel. Facultatief: Kleur eventueel deze voetstappen (de aangegeven kleur) en geef de voetstappen op het spelbord een gelijke kleur. Ken je het spel mollenmania? Daar gebruik je op soortgelijke wijze kaartjes/stapkaartjes als stappenteller. Elke speler krijgt 8 stapkaartjes, met daarop 8 verschillende voetstappen. Deze kaartjes worden geschud en gedekt neergelegd. De vorm van de voet (denk om linker- en rechtervoet) en de evventuele inkleuring geven aan op welke eerstvolgende voetstap van eht speelbord je mag gaan staan. De pion mag niet over een andere pion heen gezet worden, niet met z n tweeen op 1 plaats staan en de pionnen mogen enkel in een rechte lijn verplaatst worden, dus niet zomaar de verkorte route nemen. Als de speler niet met zijn pion op de bijbehorende voetstap kan gaan staan (omdat ze dan iemand voorbij moeten gaan, of omdat daar al iemand staat), dan vervalt de beurt. Als de stapkaartjes op zijn, worden deze geschud, en weer gedekt op tafel voor de speler gelegd. Omschrijving: Jezus heeft een strak reisdoel en -plan voor ogen voor zijn vrienden die twee aan twee de wereld intrekken. Licht bepakt om het woord van God te verspreiden. Doel van het spel: Met het werkblad spelen de kinderen een spel op reis. Kaartjes met opdrachten om meer te weten te komen over het eigenaardige reisplan van Jezus enerzijds en anderzijds om na te denken over doelen en werkwijzen die zij zelf voor ogen hebben om iets van het koninkrijk van God in de wereld gestalte te geven. Wat motiveert henzelf op hun pelgrimstocht? Werkwijze: Speel het spel, het liefst per tweetal. Heb op z n hoogst 3 tweetallen bij 1 spel.(56 kinderen dus) Gebruik per spelersteam een set kaartjes van voeten zoals hierboven aangegeven. Neem kleine knopen als pion en de opdrachtkaartjes van de website kijk bij 15-juli, die hieronder staan.

3 3 Tip: I Als je weinig tijd hebt, sla je een deel van de opdrachten over, of je antwoord kort. II Door gelijksoortige voetstappen eerst dezelfde kleur te geven herken je sneller tijdens het spelen waar je naar toe kunt gaan. Nodig: kleurpotloden of (gel)stiften (om de gelijksoortige voetstappen de zelfde kleur te geven)voetstappen, scharen voor de opdrachtkaartjes van knopen, een set van 8 voetstappen per speler. De spelregels uitgeprint per spel (zie hieronder) Werkwijze van het spel: Trek een kaartje om te bepalen naar welke voetstap jij je pion kunt verpaatsen.(we rollen dus niet met een dobbelsteen). Speel dit spel in teams van 2 tegen elkaar, zoek dus een maatje met wie je dit speelt en steeds overlegt. Hieronder zie je de sitauties/plaatjes die je onderweg tegenkomt. Daarachter staat een voetstap. Als je op die voetstap in de buurt van het plaatje komt, dan lees je de bijbehorende opdracht en voer je die uit. Je mag geen binnendoorweggetjes nemen als je dat niet als opdracht hebt gekregen. Wie is er eht eerste bij de grote boom? Eht spel is teneinde als iedereen daar is aangekomen. Bij plaatje: deze stap: Welke stappen neem je nu? Die twee hebben flink de pas erin. Welke opdracht hebben zij gekregen van Jezus? Waarom zou Jezus de mensen 2 aan 2 sturen en niet alleen of met een groter groepje? Ga naar stap 8

4 4 Twee mensen zijn op weg en lopen stevig door. Ze hebben duidelijk een doel voor ogen. De leerlingen komen zieke mensen tegen onderweg. Welk ideaal of welke droom wil jij waar maken? Waar ga je voor? (misschien een vakantieidee?) Bedenk een goed doel waar jij je voor zou willen inzetten. Wat doen de leerlingen met die mensen? Lees Marcus 6 : 13 Ga naar stap 8 Sla 1 beurt over om aandacht aan de zieken te besteden. Als je een thermometer en een kruik ziet, dan weet je wel hoe laat het is. Iemand uit je reisgroepje is ziek. Wat doe jij als iemand ziek is? Sla 1 beurt over zodat je beter kunt worden. De leerlingen vertellen onderweg: tegen de mensen: Jullie moeten een nieuw leven beginnen. Als jij zou horen dat je een nieuw leven kan beginnen. Is het voor de leerlingen zelf ook een nieuw leven? Wat is er anders? Wat zou jij dan anders willen? vertel over deze verrassing Wat een verrassend leven hebben de leerlingen. Ze nemen even de tijd, want er is alle tijd. Ze lopen een paar stappen terug: Loop terug naar stap wat een vrijheid kan een verandering je geven. Je krijgt vleugels en loopt stappen verder naar erug naar 39

5 5 Kijk links van de boom Naar deze stap Soms slapen de leerlingen onder een boom, want er is vast niet altijd een open huis voor hen. Even een nachtje bijkomen voor de leerlingen van de teleurstelling Een beurt overslaan Kijk links van de boom Naar deze stap Heb jij wel eens meegemaakt dat je niet welkom was? Of dat je mooie plan door een teleurstelling lastig werd? wat een pech. welke tegenslag heb je te verwerken? VERTEL. Een beurt overslaan Wat mogen de leerlingen van Jezus niet meenemen onderweg? Lees Markus 6:8 Juist! Dus geen. Dat is niet altijd makkelijk. Wie hier komt moet er blijven tot een andere speler er voorbij komt of erop komt.. Degene die er het eerst was speelt dan verder. Hoe zou jij aan eten komen als je onderweg bent en geen geld hebt? Wie hier komt moet er blijven tot een andere speler er voorbij komt of erop komt.. Degene die er het eerst was speelt dan verder.

6 6 Kijk naar de derde bocht Wat voor soort kledingspullen mogen de leerlingen meenemen onderweg? Lees Markus 6:9 Wie hierop terechtkomt, moet hetzelfde aantal ogen verder tellen. Het is dus niet mogelijk dat een speler zijn beurt beëindigt op dit hokje Als je te zwaar bepakt bent moet je terug lopen naar de tweede bocht op deze stap: Kijk naar de derde bocht Wat neem jij mee als je op vakantie gaat? En wat neem je mee dat je niet in een koffer stopt? Als je te zwaar bepakt bent moet je terug lopen naar de tweede bocht op deze stap: Kijk links boven de deur op het kruispunt Ga op deze stap staan Wat doen de leerlingen als ze ergens welkom zijn? En wat doen ze als ze niet welkom zijn? Lees Markus 6: 10, 11 Als je ergens welkom bent, is de reis fijn en gaat alles vlotter. Neem vanaf hier steeds de binnenweggetjes.

7 7 Waar en wanneer voelde jij je erg welkom? (waar heb jij onverwacht geslapen en/of gegeten?) Als je ergens welkom bent, is de reis fijn en gaat alles vlotter. Neem vanaf hier steeds de binnenweggetjes. Kijk links boven de deur vlak voor het kruispunt ga op deze stap staan Kijk in de vierde bocht na 2 kruispunten ga op deze stap staan Soms komen de leerlingen aan een dichte deur en krijgen ze geen eten. niemand gaf hen vandaag te eten. Dat zet hen een eind achterop. start opnieuw. Kijk in de vierde bocht na 2 kruispunten ga op deze stap staan Wat heb jij nodig om je doel te bereiken, je dromen achterna te gaan? ga terug naar bij stap: Start bijna opnieuw. Ga naar stap 5:. Beantwoord een van die vragen daar en denk na over de vraag hiernaast.

8 Kijk vlak voor het einde bij de dikke grote boom Ga op deze stap staan Waar hebben de leerlingen eigenlijk een stok voor nodig? Markus 6: 8b Ga vijf stappen achteruit om een aanloop te nemen voor de eindspurt straks Kijk vlak voor het einde bij de dikke grote boom Ga op deze stap staan Van wie heb jij wel eens hulp gehad bij iets dat je erg graag wilde doen/bereiken? Vertel. Ga vijf stappen achteruit om een aanloop te nemen voor de eindspurt straks

9 9 Je tocht zit er (voorlopig) op. De eerste die hier aankomt zingt het liedje: zomaar te gaan met een stok in je hand. Wacht tot de anderen binnen zijn. En roep dan bij elke binnekomer: HOERA, WELKOM