Patroon Onderzetters Sterre

Transcriptie

1 Patroon Onderzetters Sterre Ik heb deze onderzetters gehaakt van 2 garens van Scheepjes. De Catona en de Lizzy. Per setje gebruikte ik 2 bolletjes Catona en 1 bolletje Lizzy. Voor de onderzetters uit dit patroon gebruikte ik van de Catona kleurnummer 115 (rood) en kleurnummer 389 (groen) en van de Lizzy kleurnummer 02 (zilver). Voor de extra onderzetters uit de blog gebruikte ik van de Catona kleurnummer 106 (wit) en kleurnummer 242 (donkergrijs) en van de Lizzy kleurnummer 04 (rood) en 06 (groen). Ik haakte met haaknaald nummer 3 en vanaf de Stersteek gebruikte ik nummer 3½. Toer 1 Maak met de Catona met haaknaald nummer 3 een magische lus met daarin 2 lossen en 12 halve stokjes. Trek aan het kortste draadje tot de eerste en laatste steek naast elkaar liggen. Laat de 2 beginlossen liggen (overslaan) en sluit de toer met een halve vaste in het eerste halve stokje. Wissel hierbij naar de Lizzy.

2 Toer 2 Haak 1 losse. Haak in de 1 ste steek en alle steken daarna elk 2 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Wissel hierbij naar de Catona (eventueel een andere kleur dan de eerste toer). Je hebt nu 24 steken. Toer 3 Haak 2 lossen. Haak 1 stokje in de eerste steek en 2 stokjes in de steek erna. *Haak in de volgende steek 1 stokje en in de steek erna 2 stokjes**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Laat de 2 beginlossen liggen en sluit de toer met een halve vaste in het eerste stokje. Wissel hierbij naar de Lizzy. Je hebt nu 36 steken. Toer 4 Haak 1 losse. Haak 1 vaste in de eerste steek en 2 vasten in de steek erna. *Haak in de volgende steek 1 vaste en in de steek erna 2 vasten**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Alleen in de laatste steek, waar je eigenlijk 2 vasten in zou haken, haak je 1 vaste. Dit doe je, omdat je voor de volgende steek een oneven aantal steken nodig hebt. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Wissel hierbij naar de Catona (eventueel weer naar de zelfde kleur als de eerste toer). Je hebt nu 53 steken. Toer 5 De stersteek of, zoals ik hem in de eerste Cal noemde, de Irissteek. Haak vanaf hier met haaknaald nummer 3½. Haak 3 lossen. Steek je naald door de 2 de losse vanaf je naald, haal de draad op laat hem staan. Haal ook de draad op door de 3 de losse vanaf je naald en laat hem staan.

3 Je hebt nu 3 lussen op de naald. Haal nu de draad op door de 1 ste steek (dezelfde als waar de lossen op staan). Je hebt nu 4 lussen op je naald. Haal zo ook nog de draad op door de 2 de steek en door de 3 de steek. Je hebt nu 6 lussen op je naald. Haal de draad in één keer door alle 6 lussen en maak een losse. Zo ontstaat er een soort cirkeltje. In het cirkeltje beginnen we het volgende oog. *Je steekt je naald in het gaatje dat is ontstaan door een losse te maken en haalt de draad op. De volgende draad haal je op door de laatste steek van het laatste oog (dus niet door een steek van de vorige toer). De 3 de draad haal je op door de laatste steek van de vorige toer die je gebruikte voor je vorige oog. Je hebt nu 4 lussen op je naald. Lus 5 en 6 haal je op door de volgende 2 steken. Haal de draad door alle 6 lussen en maak een losse.** Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Eigenlijk ga je dus per ster maar 2 steken verder. Haak in dezelfde steek als waar je laatste ster in zit nog een half stokje. Sluit de toer met een halve vaste in de steek die je duidelijk bovenop ziet liggen. Je zie dat je werk een beetje omhoog is gaan staan. Dit geeft niet, in de volgende toer trekt dat weer mooi bij.

4 Toer 6 Haak 2 lossen. Haak 3 halve stokjes in het centrum van het 1 ste oog. Haak verder 3 halve stokjes in het centrum van alle volgende oogjes. Laat de 2 beginlossen liggen en sluit de toer met een halve vaste in het eerste halve stokje. Wissel hierbij naar de Lizzy. Toer 7 Haak 1 losse. Haak nu als laatste toer de Kreeftsteek. De kreeftsteek is eigenlijk hetzelfde als de vaste, maar dan de andere kant op. De steekt de naald dus in de eerste steek rechts van waar je begint van voor naar achteren en haakt een vaste. Het lijkt alsof de draadjes wat over elkaar gaan liggen (en dat is ook zo), maar dat hoort. Haak zo de toer uit. Je laatste steek maak je in dezelfde steek als de eerste steek. Haak nu 10 lossen. Maak een halve vaste in dezelfde steek als waar je in begon. Haak nu 15 vasten in je 10-lossenlus. Sluit de toer met een halve vaste aan de voet (nog steeds de zelfde steek) van je lus en hecht de draad af. Werk tenslotte alle draadjes netjes weg en klaar is je onderzetter.

5 Is het niet een prachtige onderzetter geworden? Op dezelfde manier kun je er nog een aantal maken. Zelf maakte ik een setje van zes. Geniet van je hobby, geniet van het haken!