Activeren voetplaat volgens EN Functie

Transcriptie

1 De functie is een klantoptie voor vuilniswagens met een voetplaat. Als de voetplaat wordt geactiveerd aan de hand van deze beschrijving, beschermt de functie personeel op de voetplaat. De functie voldoet aan EU-norm EN Meer informatie over EN en de volledige tekst van de norm kan worden verkregen van de normeringsorganisatie in het betreffende land. Voor de functie is de voetplaatoptie (3820B) vereist, wat betekent dat het voertuig af fabriek is voorbereid voor een voetplaat. De optie voldoet aan de volgende vereisten in de EU-norm: De maximumsnelheid van het voertuig is beperkt tot 30 km/u wanneer de voetplaat is geactiveerd. Het voertuig kan niet bedoeld achteruit rijden wanneer de voetplaat is geactiveerd. Voor voertuigen die zijn geproduceerd na is de voetplaattypeoptie (7274) eveneens vereist. De optie bestaat uit 2 alternatieven die aan dezelfde vereisten voldoen als de hierboven beschreven voetplaat (3820B). Actieve achteruitversnelling (7274A). Actief ongeacht versnelling (7274B). Dit alternatief voldoet ook aan de volgende vereisten: Het voertuig kan niet onbedoeld achteruitrollen wanneer iemand op de voetplaat staat aangezien de bedrijfsrem automatisch wordt ingeschakeld wanneer het voertuig bijna stilstaat. WAARSCHUWING! De functie die onbedoeld achteruitrollen voorkomt werkt alleen als het contactslot in de rijstand staat. Als het contactslot in de vergrendelde stand of de radiostand staat, kan het voertuig achteruitrollen, bijvoorbeeld op een opwaartse helling. De parkeerrem moet worden ingeschakeld voordat het contactslot naar de vergrendelde stand of de radiostand wordt gedraaid. 22: Uitgave 4 nl-nl 1 (15)

2 N.B.: Als het voertuig niet is uitgerust met de optie Actief ongeacht versnelling, moet het uitgerust zijn met hill-hold om het risico op achteruitrollen te beperken. Meer informatie over de verschillende opties vindt u onder de kop Chassisvoorwaarden. 22: Uitgave 4 nl-nl 2 (15)

3 Gedrag Wanneer de voetplaat is geactiveerd, voorkomt de functie achteruitrijden op de volgende manieren: De bedrijfsrem wordt ingeschakeld wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Bij voertuigen met automatische transmissie of Opticruise: Opticruise: De achteruitversnelling kan niet worden ingeschakeld. De achteruitversnelling kan ook worden uitgeschakeld op het moment dat de motor terugkeert naar het stationaire toerental, ongeacht de positie van het gaspedaal. De motor gaat uit als niet kan worden voorkomen dat de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Voor voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: De motor gaat uit wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Als het voertuig is uitgerust met de optie Actief ongeacht versnelling: Het voertuig schakelt automatisch de remmen in wanneer het voertuig stilstaat. Dit voorkomt onbedoeld achteruitrollen. De remmen blijven ingeschakeld totdat een actie wordt ondernomen om vooruit te rijden. Als achteruitrijden is voorkomen, moet de bestuurder de versnelling eerst in neutraal zetten alvorens het voertuig weer kan worden gebruikt, ongeacht of de voetplaat is geactiveerd of niet. 22: Uitgave 4 nl-nl 3 (15)

4 Voor automatische transmissie en Opticruise Alternatief 1: Voetplaat geactiveerd wanneer voertuig stationair is Het volgende vindt plaats: De bestuurder ontvangt een indicatie via de instrumentengroep dat de voetplaat is geactiveerd, zie afbeelding. De snelheid wordt beperkt tot de waarde die is ingesteld voor de parameter Voetplaat, snelheidslimiet. Als de bestuurder de achteruitversnelling probeert in te schakelen, wordt de bedrijfsrem geactiveerd, keert de motor terug naar stationair toerental en wordt het schakelen geblokkeerd. Als het voertuig is uitgerust met de optie Actief ongeacht versnelling, wordt de bedrijfsrem ingeschakeld totdat een actie wordt ondernomen om vooruit te rijden. 20 Foot plate Active 11: km 20 C : Uitgave 4 nl-nl 4 (15)

5 Alternatief 2: Voetplaat geactiveerd wanneer voertuig achteruit rijdt Het volgende vindt plaats: De bestuurder ontvangt een indicatie via de instrumentengroep dat de voetplaat is geactiveerd, zie afbeelding. Voertuigen geproduceerd vóór zonder bijgewerkte software in BCI (communicatie-interface carrosserie): Als het voertuig bij een motortoerental lager dan 5 km/u in de achteruit wordt gezet, daalt het motortoerental naar stationair draaien, wordt de achteruitversnelling ontkoppeld en de bedrijfsrem geactiveerd. Als het voertuig sneller dan 5 km/u achteruit wordt gereden, daalt het motortoerental naar het stationaire toerental en wordt de achteruitversnelling ontkoppeld. Als het motortoerental lager is dan 5 km/u wordt de bedrijfsrem geactiveerd. Voertuigen geproduceerd na of voertuigen geproduceerd vóór met bijgewerkte software (artikelnummer eenheid ) in BCI: Ongeacht de snelheid daalt het motortoerental naar stationair draaien, wordt de achteruitversnelling ontkoppeld en de bedrijfsrem geactiveerd. Meer informatie over de BCI-software van het voertuig vindt u in het SOPS-bestand (Scania On-board Product Specification) van het voertuig. 20 Foot plate Active 11: km 20 C WAARSCHUWING! Als tijdens achteruit rijden op de voetplaat wordt gesprongen, leidt dit tot een grote kans op letsel als gevolg van vallen. Personeel moet altijd worden geïnstrueerd afstand te nemen van achteruit rijdende voertuigen. 22: Uitgave 4 nl-nl 5 (15)

6 N.B.: Gäller opticruise met koppelingspedaal: Indien de achteruitversnelling niet kan worden uitgeschakeld vanwege een zware belasting van de aandrijflijn, gaat de motor uit 2 seconden nadat de voetplaat geactiveerd werd. 22: Uitgave 4 nl-nl 6 (15)

7 Voor handgeschakelde versnellingsbak Alternatief 1: Voetplaat geactiveerd wanneer voertuig stationair is Het volgende vindt plaats: De bestuurder ontvangt een indicatie via de instrumentengroep dat de voetplaat is geactiveerd, zie afbeelding. De snelheid wordt beperkt tot de waarde die is ingesteld voor de parameter Voetplaat, snelheidslimiet. Als de bestuurder de achteruitversnelling probeert in te schakelen, wordt de bedrijfsrem geactiveerd en de motor uitgeschakeld. Als het voertuig is uitgerust met de optie Actief ongeacht versnelling, wordt de bedrijfsrem ingeschakeld totdat een actie wordt ondernomen om vooruit te rijden. 20 Foot plate Active 11: km 20 C : Uitgave 4 nl-nl 7 (15)

8 Alternatief 2: Voetplaat geactiveerd wanneer voertuig achteruit rijdt Het volgende vindt plaats: De bestuurder ontvangt een indicatie via de instrumentengroep dat de voetplaat is geactiveerd, zie afbeelding. Voertuigen geproduceerd vóór zonder bijgewerkte software in BCI (communicatie-interface carrosserie): Als het voertuig achteruitrijdt met een snelheid van minder dan 5 km/u, wordt de bedrijfsrem geactiveerd en de motor uitgeschakeld. Als het voertuig sneller dan 5 km/u achteruit wordt gereden, daalt het motortoerental naar het stationaire toerental. Wanneer het motortoerental lager is dan 5 km/u wordt de bedrijfsrem geactiveerd en de motor uitgeschakeld. Voertuigen geproduceerd na of voertuigen geproduceerd vóór met bijgewerkte software (artikelnummer eenheid ) in BCI: Ongeacht de snelheid daalt het motortoerental naar stationair draaien en wordt de bedrijfsrem geactiveerd. Als de voertuigsnelheid onder 5 km/u zakt, wordt de motor uitgeschakeld. Meer informatie over de BCI-software van het voertuig vindt u in het SOPS-bestand (Scania On-board Product Specification) van het voertuig. 20 Foot plate Active 11: km 20 C WAARSCHUWING! Als tijdens achteruit rijden op de voetplaat wordt gesprongen, leidt dit tot een grote kans op letsel als gevolg van vallen. Personeel moet altijd worden geïnstrueerd afstand te nemen van achteruit rijdende voertuigen. Activering De functie kan geactiveerd worden via BIC (Bodywork Interface Configuration) en extern CAN-netwerk. 22: Uitgave 4 nl-nl 8 (15)

9 Chassisvoorwaarden Chassisvoorwaarden Productieperiode voertuig Voorbereidingen af fabriek Productielocatie Chassisserienummer Optie Alternatief Variantcode BCI-functionaliteit Met 5837A Södertälje - Voetplaat Voorbereid 3820B Zwolle - Voetplaattype Actieve achteruitversnelling 7274A Angers - Actief ongeacht versnelling 7274B - São Bernardo do Campo - Indien nodig Hellingrem Met 3485A Carrosseriekabelboom van cabine naar frame pens 2411F Carrosseriekabelboom in frame 2 m 3023A 8 m 3023D 12 m 3023C 22: Uitgave 4 nl-nl 9 (15)

10 Chassisvoorwaarden Productieperiode voertuig Voorbereidingen af fabriek Productielocatie Chassisserienummer Optie Alternatief Variantcode BCI-functionaliteit Met 5837A Södertälje Voetplaat Voorbereid 3820B Zwolle Angers Indien nodig Hellingrem Met 3485A São Bernardo do Campo Carrosseriekabelboom van cabine naar frame pens 2411F Carrosseriekabelboom in frame 2 m 3023A 8 m 3023D 12 m 3023C 22: Uitgave 4 nl-nl 10 (15)

11 Parameters die kunnen worden afgesteld met SDP3 voor carrosseriebouwers Neem contact op met een Scania dealer als de toegang tot SDP3 voor carrosseriebouwers ontbreekt. De parameters worden afgesteld onder functies in SDP3 voor carrosseriebouwers. Parameters die kunnen worden afgesteld met SDP3 voor carrosseriebouwers Parameter Verklaring Mogelijke waarde Af fabriek Groep Voetplaat, snelheidslimiet Hiermee stelt u de snelheidslimiet in die bij gebruik van de voetplaat moet worden toegepast km/u 30 km/u Aanpassing carrosserie Voorkomt rollen van het voertuig. (Geldt alleen voor voertuigen die zijn uitgerust met de optie Actief ongeacht versnelling) Stelt de activeringsvoorwaarden in om rollen te voorkomen. Voetplaat Altijd a a. Dit betekent dat de bedrijfsrem altijd wordt ingeschakeld wanneer het voertuig bijna stilstaat, ongeacht of de voetplaat actief is of niet. Voetplaat 22: Uitgave 4 nl-nl 11 (15)

12 Signaaltype en functie-activering Signaaltype en functie-activering Voorbeelden van functie-activering Type activering BIC (Bodywork Interface Configuration) Extern CAN-netwerk Activeringsmethode Via pen in C259 of ander signaal in BIC. Bodywork Vehicle Control: Occupied Footboard 22: Uitgave 4 nl-nl 12 (15)

13 Signaaltype en functie-activering Voorbeeld van aansluiting met behulp van BICT, +24 V en massa V 2 Deze beschrijving toont een aansluiting in de cabine. Informatie over het tot stand brengen van de aansluiting met een verlengkabelboom op het chassis vindt u in het document Kabelboom voor cabine en frame. 3 1 Ga als volgt te werk: 1. Sluit de activeringskabel aan op een willekeurige ingangspen van stekker C Door BICT (Bodywork Interface Configuration Tool) te gebruiken, wordt de functie toegewezen aan de geselecteerde pen. C259 C De functie is klaar voor activering. Onderdeleninformatie en aansluitposities Activering door +24 V Voetplaatsensor Gesloten met ingestelde standen Aangebracht door carrosseriebouwer 2 Zekering 5 A Aangebracht door carrosseriebouwer 3 Kabel De kabeldoorsnede moet minimaal 0,75 mm² zijn Aangebracht door carrosseriebouwer 1 23 C259 C Activering door massa. 22: Uitgave 4 nl-nl 13 (15)

14 Signaaltype en functie-activering Signaaltype Pen (BWE) Activeringsmethode +24 V naar geselecteerde pen op C259 BCI master C-pin (1 10), High or low Foot plate sensor active of Aarding van geselecteerde pen op C In BICT 1. De geselecteerde pen voor het activeren van de functie 2. : Voetplaatsensor actief : Uitgave 4 nl-nl 14 (15)

15 Signaaltype en functie-activering Aansluiting via extern CAN-netwerk Deze beschrijving toont een aansluiting in de cabine. Informatie over het tot stand brengen van de aansluiting met een verlengkabelboom op het chassis vindt u in het document Kabelboom voor cabine en frame. Om de aansluiting tot stand te kunnen brengen via een extern CAN-netwerk is het volgende vereist: Het voertuig is uitgerust met BCI-functionaliteit variantcode 5837A. De parameter voor extern CAN-netwerk is geactiveerd. C493 C De aansluiting gebeurt direct op stekker C493 (externe CAN-low naar pen 3 en externe CAN-high naar pen 4) Signaaltype CAN Bericht Bodywork Vehicle Control: Occupied Footboard Activering via externe CAN. De artikelen kunnen worden aangeschaft bij een Scania dealer. Meer informatie over CAN vindt u in de documenten CAN onder Elektrische systemen. 22: Uitgave 4 nl-nl 15 (15)