Herhaal van * tot * nog 1x, de laatste hoek is al gehaakt. Sluit de toer en hecht af.

Transcriptie

1 Rechthoek deel 3 Gebruikte kleuren: Stormy Weather Purple it is Toer 15 Marble Moss green Toer 16 Marble, Light blue, Capri Ivory, Orchid, Purple Toer White Moss green Toer White Moss green Toer 20a Phantom Moss green Toer Phantom Moss green Toer 15: Hecht aan in een rechterbovenhoek en haak daar (2 stokjes-1 losse- 2 stokjes) (hoek). *Sla de verborgen steek over en haak een stokje in elk van de volgende 98 steken. Sla 1 steek over en haak dan in de hoek (2 stokjes-1 losse-2 stokjes). Sla de verborgen steek over en haak een stokje in elk van de volgende 58 steken. Sla 1 steek over en haak dan in de hoek (2 stokjes-1 losse-2 stokjes)*. Herhaal van * tot * nog 1x, de laatste hoek is al gehaakt. Sluit de toer en hecht af. Je hebt 62 steken tussen de hoeklossen aan de korte kanten en 102 steken tussen de hoeklossen aan de lange kanten

2 Opzetten voor de vlecht (3 kleuren, wij adviseren haaknaald 3,5 mm, haak je heel los, haak dan met haaknaald 3 mm). Zet 456 steken op met de lange draad methode (evt. met 2 bollen of met 1 bol vanuit het midden en de buitenkant). Toer 16: Haak een stokje in elk van de 1 e 4 steken (foto 1), *haak 4 stokjes in de volgende steek (buitenhoek) (foto 2), haak een stokje in elk van de volgende 7 steken (foto 3), haak een cluster van 4 stokjes, gebruikmakend van de volgende 4 steken (binnenhoek) (foto 4)**. Haak een stokje in elk van de volgende 7 steken*. Herhaal van * tot * nog 22x en van * tot ** 1x. Haak dan nog een stokje in elk van de laatste 3 steken. Hecht af met sluit de toer niet, laat een stuk draad hangen voor het aan elkaar naaien. Haak nog 2 van deze banen, in de andere kleuren (foto 5).

3 Vlecht de banen in elkaar, let erop dat er geen draai in komt. Gebruik markeerders (foto 6 en 7)! Als de vlecht in elkaar zit naai je de uiteinden van de afzonderlijke banen aan elkaar. We gaan nu de hoeken markeren. Markeer 1 (buiten)hoek van kleur Light blue/orchid (zwart op de tekening) tussen het 2 e en 3 e stokje. Markeer de 6 e, de 13 e en de 18 e hoek op dezelfde manier. Vanaf nu noemen we dit de buitenhoeken. klik hier voor video van de vlecht. De buitenkant (terug naar haaknaald 4 mm) Toer 17: Haak aan de achterkant van de linkerbovenhoek. Hecht aan in de 2 e bocht met een vaste in de 2 e steek. (foto 8). Haak een vaste in de 3 e steek. 3 lossen. Haak in elke bocht een vaste in de middelste 2 steken met daartussen 3 lossen (18x). (foto 9) In de volgende bocht haak je een hoek: vaste op de 1 e van de 4 steken, 2 lossen, vaste in de laatste van de 4 steken (foto 10). 3 lossen (hoek).

4 (Dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht. 3 lossen) 14x. Dan haak je weer een hoek. (Dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht. 3 lossen) 20x. Dan haak je weer een hoek. (Dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht. 3 lossen) 14x. Dan haak je weer een hoek. Haak daarna nog 2 vasten in de middelste steken van de volgende bocht en 3 lossen. Sluit de toer. Keer! Toer 18: Haak 2 lossen (= 1 e stokje op de vaste). Haak 3 stokjes in elke 3- lossenruimte, haak een stokje in elke vaste (foto 11). Let op: in de lossenruimte VOOR de hoek haak je 3 dubbele stokjes. Dan haak je 1 dubbel stokje op de vaste (foto 12). In de 2-lossenruimte haak je (3 dubbele stokjes-2 lossen-3 dubbele stokjes) (foto 13). Sla de volgende vaste over! In de volgende 3-lossenruimte haak je 3 dubbele stokjes (foto 14). Stokje in elk van de volgende 2 vasten.

5 Haak daarna weer in elke 3-lossenruimte 3 stokjes, haak in elke vaste een stokje. Ga zo verder tot je rond bent. In totaal heb je 67 stokjes en 13 dubbele stokjes aan de korte kanten (80 steken) en 97 stokjes en 13 dubbele stokjes aan de lange kanten (110 steken). De binnenzijde We haken toer 19 aan de achterkant! Toer 19: Haak aan de achterkant van de linkerbovenhoek. Hecht aan met een vaste in de 2 e binnenbocht na de hoek (links van de gemarkeerde hoek, kleur roze in de tekening) in de 2 e steek. Haak een vaste in de volgende steek. (3 lossen, vaste in de middelste 2 steken) 17x. In de hoek haak je (1 losse-1 vaste tussen de 2 middelste steken van de bocht (roze in de tekening), 1 losse, 1 vaste tussen de middelste steken van de bocht van (groen in de tekening) (foto 15). 1 losse, dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht (zwart in de tekening). Haak (3 lossen, vaste in de middelste 2 steken) 12x. In de hoek haak je (1 losse-1 vaste tussen de 2 middelste steken van de bocht (roze in de tekening), 1 losse, 1 vaste tussen de middelste steken van de bocht (groen in de tekening). 1 losse, dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht (zwart in de tekening). Haak (3 lossen, vaste in de middelste 2 steken) 18x. In de hoek haak je (1 losse-1 vaste tussen de 2 middelste steken van de bocht (roze in de tekening), 1 losse, 1 vaste tussen de middelste steken van de bocht

6 (groen in de tekening). 1 losse, dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht (zwart in de tekening). Haak (3 lossen, vaste in de middelste 2 steken) 12x In de hoek haak je (1 losse-1 vaste tussen de 2 middelste steken van de bocht (roze in de tekening), 1 losse, 1 vaste tussen de middelste steken van de bocht (groen in de tekening). 1 losse, dan ga je weer verder met een vaste in de middelste 2 steken van de volgende bocht (zwart in de tekening), 3 lossen. Sluit de toer. Keer! Toer 20: Haak een stokje in de vaste, haak 4 stokjes in de 3-lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten, In de hoeken haak je een cluster van 5 samengehaakte stokjes (één in de losse, één in de vaste, één in de losse, één in de vaste, één in de losse) (foto 16 en 17). Haak een stokje in elk van de volgende 2 vasten. Haak 3 stokjes in elke 3-lossenruimte en 1 stokje in elke vaste. In de hoek haak je een cluster van 5 samengehaakte stokjes (één in de losse, één in de vaste, één in de losse, één in de vaste, één in de losse). Haak een stokje in elk van de volgende 2 vasten, (haak 4 stokjes in de 3- lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten, haak 3 stokjes in de 3- lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten) 8x, haak 4 stokjes in de volgende 3-lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten, haak 4 stokjes in de laatste 3-lossenruimte. Haak dan weer een hoek. Haak een stokje in elk van de volgende 2 vasten. Haak 3 stokjes in elke 3-lossenruimte en 1 stokje in elke vaste. Haak dan weer een hoek. Haak een stokje in elk van de volgende 2 vasten, (haak 4 stokjes in de 3- lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten, haak 3 stokjes in de 3- lossenruimte, stokje in elk van de volgende 2 vasten)8x, haak 4 stokjes in de volgende 3-lossenruimte, stokje in de laatste vaste en sluit de toer. Hecht af. Je hebt dan uiteindelijk 62 stokjes tussen de clusters aan de korte kanten en 102 stokjes tussen de clusters aan lange kanten.

7 Toer 20a: Na gaan we de delen aan elkaar haken. Leg ze met de goede kanten boven tegen elkaar en zet met markeerders vast op sommige plekken (foto 18). (De hoeklossen van deel 1 / 2 komen tegenover de cluster van de binnenkant vlecht). Haak de delen met vasten aan elkaar (foto 19).

8 Let bij de volgende toeren op je haaknaald maat. Toer 21: Hecht aan in de linkerbovenhoek en haak daar 3 stokjes-2 lossen- 3 stokjes (hoek). (Sla 2 stokjes over en haak 3 stokjes in het volgende stokje). Ga zo door tot voor de volgende hoek. Sla 2 stokjes over en haak weer een hoek. Ga zo rond. Sluit de toer. Je hebt 28 groepjes tussen de hoeklossen aan de zijkanten en 38 groepjes aan de boven-/onderkant tussen de hoeklossen. Toer 22: Ga met halve vasten naar de lossenhoekruimte. Haak daar 3 stokjes- 2 lossen-3 stokjes (hoek). (Sla het volgende groepje over, haak 3 stokjes in de ruimte tussen de groepjes). Herhaal dit. Haak in de hoeken 3 stokjes-2 lossen- 3 stokjes. Je hebt 29 groepjes tussen de hoeklossen aan de zijkanten en 39 groepjes aan de boven-/onderkant tussen de hoeklossen.

9 Toer 23: Ga met halve vasten naar de lossenhoekruimte. Haak daar 3 stokjes- 2 lossen-3 stokjes (hoek). Sla het volgende groepje over, haak 3 stokjes in de ruimte tussen de groepjes. Ga zo verder maar haak op het eind van de korte zijdes een stokje in het laatste stokje van het laatste groepje (= steek voor de hoek), haak een hoek. Je hebt 30 groepjes tussen de hoeklossen aan de zijkanten (91 steken) en 40 groepjes aan de boven-/onderkant tussen de hoeklossen (120 steken). LET OP: Hier wordt 1 steek extra gemeerderd per zijde aan de korte kanten.

10