Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

Transcriptie

1 Op reis

2 Inhoud blz. 1. Op reis 3 2. De trekschuit 4 3. De postkoets 6 4. De stoomtrein 8 5. De auto Het vliegtuig Filmpjes 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18

3 1.Op reis Je gaat vast wel eens op reis. Reizen kun je met een boot, de trein, de auto of het vliegtuig. Heel vroeger gingen mensen ook op reis. Dat ging meestal langzaam. De eerste auto s, treinen en vliegtuigen gingen nog niet snel. In dit boek lees je er meer over. Je leest ook over de postkoets en de trekschuit.

4 2. De trekschuit Heel vroeger reisden mensen met een trekschuit. Het was een boot die op een rivier of kanaal voer. De boot ging vooruit zonder motor of wind. Langs de waterkant liep een paard op een pad. Dat pad heette het jaagpad. Met een touw trok het paard de trekschuit vooruit. Naast het paard liep een jongen of een man. Die jongen werd ook wel het jagertje genoemd. Aan het roer stond de schipper.

5 Bij de mast stond een knecht goed op te letten. Binnen in de schuit zaten de reizigers. Een reis met de trekschuit duurde lang. Mensen hadden vroeger minder haast dan nu. Een reis die nu een half uur duurt met de trein, duurde met de trekschuit wel vijf uur. Toen de eerste treinen gingen rijden, verdween de trekschuit. Een reis met de trein ging veel sneller.

6 3. De postkoets Heel vroeger gingen mensen ook op reis met een rijtuig. Een rijtuig werd ook wel een koets genoemd. De koets werd meestal getrokken door 2 of 4 paarden. De koets reed van post naar post. Een post was een plaats waar de koets stopte. De paarden waren doodmoe. Bij de post kwamen er meestal nieuwe paarden voor de koets. De koets kreeg daarom de naam postkoets. Met de koetsen gingen niet alleen mensen mee.

7 Er gingen ook brieven en pakjes mee. Brieven en pakjes noemen we nu nog steeds post. Die naam komt van de postkoets. Een reis met een postkoets ging niet erg snel. In de koets was niet veel ruimte. De wegen zaten vroeger vol kuilen en hobbels. Je zat dus flink te schudden in de koets. Treinen zorgden er later voor dat de postkoets verdween.

8 4. De stoomtrein De eerste stoomtrein reed ongeveer tweehonderd jaar geleden. Er waren geen paarden nodig om vooruit te komen. De stoomtrein of locomotief kon een heleboel wagons trekken. Om de locomotief te laten rijden was vuur nodig. Om het vuur goed te laten branden waren kolen nodig. Het vuur maakte water in een ketel heet. Het water kookte en gaf In het gat gingen de kolen op het vuur stoom. De stoom liet de trein rijden.

9 De machinist bestuurde de locomotief. Er was ook een stoker die de kolen op het vuur gooide. De stoomtrein denderde met veel gesis en herrie over de rails. De stoker en de machinist Een stoomtrein gaf veel rook In het weiland werden de koeien er bang van. Uit de schoorsteen kwam dikke, zwarte rook. De was buiten werd er zwart van. Mensen moesten wennen aan de stoomtrein. Maar reizen ging wel opeens een stuk sneller.

10 5. De auto De eerste auto s leken op een koets. Een koets zonder paard. In die koets zat nu een motor. Die motor zorgde ervoor dat de koets zelf reed zonder paard. De motor had benzine nodig. De eerste auto s: een koets zonder paard koets met paard De eerste auto s maakten erg veel herrie. Soms reden auto s op stoom of stroom. Maar de auto met een motor op benzine werkte het best. De eerste auto s reden niet hard.

11 Later lijkt de auto niet meer op een koets. Er komt een dak op. Er komen ook steeds meer auto s op de weg. Alleen rijke mensen kunnen een auto betalen. De eerste bussen waren niet groot Auto s krijgen een dak Mensen gaan een dagje uit met de auto. Er worden ook auto s gebouwd waar veel mensen in kunnen. Zo komen de eerste kleine bussen op de weg. Ze rijden heen en weer tussen steden en dorpen.

12 6. Het vliegtuig Het eerste vliegtuig met een motor vloog ruim honderd jaar geleden. Het vliegtuig bleef maar 12 tellen in de lucht. Het vloog op een strand in Amerika. De eerste vlucht duurde 12 tellen Vliegtuigen bleven langer in de lucht Twee broers, die fietsenmakers waren, hadden het vliegtuig gemaakt. Drie jaar later bleef hun vliegtuig al bijna veertig minuten in de lucht. Ook andere piloten probeerden zo lang mogelijk in de lucht te blijven

13 Twintig jaar later vloog een piloot van Amerika naar Frankrijk. De reis over zee duurde 33 uur. Veel sneller dan een boot. Vliegtuigen worden steeds sneller en groter. Een beroemd vliegtuig was de Uiver. de uiver Deze piloot vloog 33 uur Uiver betekent ooievaar. In de uiver konden 14 passagiers meevliegen. In het vliegtuig gingen ook zakken met post mee. Met een vliegtuig werd reizen sneller en gemakkelijker.

14 7. Filmpjes Voor het eerst de lucht in Bekijk het filmpje

15

16

17 Bronnen en foto s

18 Dit is een uitgave van E-duboek Website: Copyright Age Cnossen 2010 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.