Autoweg en Autosnelweg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Autoweg en Autosnelweg"

Transcriptie

1 Rijopleiding 2002 Politie Instituut Verkeer en Milieu / Apeldoorn Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, disk, cassette of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Politie Instituut Verkeer en Milieu 21400L1 PIVM / RO

2 Inhoudsopgave 1. Voorwoord Autosnelweg en plaats op de rijbaan Autosnelweg en stoppen/uitvoegen Autosnelweg en Wegrijden/Invoegen Autosnelweg en Inhalen Bochten Inzichtelijk rijden Voorbijrijden van files Vormgeving van Autosnelwegen Inleiding Wegindeling In- en uitvoegingen Aansluitingen De bewegwijzering van Autosnelwegen Inleiding Functie van de bewegwijzering op autosnelwegen De informatie Routes voor gevaarlijke stoffen Tijdelijke aanduiding van evenementen Voorwegwijzers- en beslissingswegwijzers Bermbeveiliging van Autosnelwegen Ongevallen Obstakelvrije zones Berm beveiligingsvoorzieningen Geleiderail Geleidebarrier Obstakelbeveiliger Leuningen Tijdelijke voorzieningen Kwaliteit van de berm Geluidwerende voorzieningen Gootconstructies Bereikbaarheid praatpalen L1 PIVM / RO

3 1. Voorwoord Dit leerdocument gaat vooraf aan deze cursus. De eerste 9 hoofdstukken bevat belangrijke achtergrondinformatie over het rijden op autowegen en autosnelwegen. Aangezien tijdens de cursus voornamelijk het praktisch beoefenen van de cursusonderdelen centraal staat is het raadzaam om deze informatie voldoende aandacht te geven. Het tweede deel, de hoofdstukken 10 tot en met 11, gaat over de inrichting van autosnelwegen, zoals vormgeving en bewegwijzering. Om deze achtergrondinformatie voldoende aandacht te geven verstrekken wij dit naslagwerk, zodat u één en ander in de avonduren kunt nalezen. Uiteraard komen de in dit document behandelde onderwerpen in de cursus terug. Mochten er na doorlezen van het document nog vragen zijn, die ook gedurende de cursus niet of onvoldoende beantwoord worden, dan kunt U die stellen aan uw docent. Inleiding Autoweg en autosnelweg In ons land kent men twee soorten wegen die alleen openstaan voor gebruik door motorvoertuigen. Het onderscheid tussen beide wegen komt tot uiting in de begrippen autosnelweg en autoweg en in de bebording L1 PIVM / RO

4 Artikel 42 lid 2 RVV 1990 Het gebruik van de autoweg is slechts toegestaan voor bestuurders van een motorvoertuig waarmee met een snelheid van tenminste 50 km per uur mag en kan worden gereden. Artikel 43 RVV 1990 De volgende verboden zijn op zowel de autoweg als de autosnelweg van toepassing: 1. keren 2. achteruit rijden 3. het voertuig laten stilstaan op de rijbaan 4. gebruik maken van de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm (uitgezonderd noodgevallen) 5. voor bestuurder van samenstellen van voertuigen die langer zijn dan 7m en van vrachtauto s op een rijbaan met 3 of meer rijstroken enig ander dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken, tenzij zij moeten voorsorteren. Artikel 21 en 22 RVV Maximumsnelheid autosnelwegen 120 km per uur, autowegen 100 km per uur. Maximumsnelheid voor vrachtauto s, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen 80 km per uur. Kenmerken van auto(snel)wegen De aanduiding autosnelweg of autoweg geeft de bestuurder dus onmiddellijk de indicatie wat wel of niet mag. Het verschil in aanduiding tussen een autosnelweg en een autoweg geeft diezelfde bestuurder ook een indicatie van de vormgeving van die weg (o.a. één of meer rijbanen, gelijke of ongelijkvloerse kruisingen). Bij het zien van een bord autosnelweg of autoweg moet een goed bestuurder zich realiseren wat dit kan betekenen. In geval van aanduiding volgens bord G 1 (autosnelweg) moet er rekening mee worden gehouden, dat op deze weg met hoge snelheid wordt gereden. Men dient zich hierbij aan te passen. Een bijkomend verschijnsel is echter dat veel automobilisten ervan uitgaan, dat een dergelijke autosnelweg vrijwel geen belemmeringen met zich meebrengt. De praktijk is echter anders. Wij dienen ons er dan ook van bewust te zijn, dat door de doorsnee weggebruiker veelal laat zal worden gereageerd op eventuele belemmeringen. In geval van aanduiding volgens bord G 3 (autoweg) weet de bestuurder dat rekening gehouden moet worden met overstekend verkeer en dat er ook langzaam verkeer kan zijn (bijvoorbeeld landbouwverkeer). Dikwijls geldt op deze autowegen een snelheidsbeperking en moet rekening worden gehouden met afslaand verkeer. Daarnaast is, ingeval de weg bestaat uit 2 rijbanen, vaak geen middenbermbeveiliging aanwezig. De rijbaan gaat vaak direct over in bermen die zacht kunnen zijn. Deze bermen kunnen dus gevaarlijk zijn; soms beginnen 21400L1 PIVM / RO

5 ze bovendien nog dichter bij de kantstreep. De bestuurder moet hiermee rekening houden bij het kiezen van de snelheid L1 PIVM / RO

6 2. Autosnelweg en plaats op de rijbaan Omdat het rijden op een autosnelweg afwijkend is van een autoweg en overige wegen, volgen hieromtrent enige aanwijzingen die toegepast dienen te worden om een snelweg veilig te berijden. Rijd op de rechterrijstrook altijd ongeveer in het midden en op de linkerstrook links van het midden. Dus nooit tegen de deelstreep. Hierdoor ontstaat een goede tussenruimte tussen uw voertuig en de in te halen c.q. inhalende auto (veiligheid). Ook kan door deze wijze van rijden geen misverstand ontstaan t.a.v. uw bedoelingen. Natuurlijk moeten we dit zien als de basis. Het kan voorkomen dat we verder gaan dan deze basis, namelijk door zoveel mogelijk rechts te rijden in de rechter rijstrook, en zoveel mogelijk links in de linkerrijstrook. Dit wordt voornamelijk toegepast ten behoeve van de surveillance of de voorbereiding op de surveillance. Het voordeel is, meer uitzicht naar voren is. Het nadeel is wel dat dit uitnodigt tot het korter volgen. Bij 3 of meer rijstroken geldt voor de middelste rijstrook dat we in het midden van de rijstrook rijden, tenzij door spoorvorming een andere positie gekozen moet worden. Voorkom echter wel, dat met drie of vier voertuigen naast elkaar wordt gereden. Je hebt dan geen uitwijkmogelijkheden. Steeds vaker krijgen we te maken met een verbreding van de autosnelwegen, van 2 naar 3 of 4 rijstroken. Ook steeds vaker krijgen we nieuwe aansluitingen van autosnelwegen, waarbij gebruik gemaakt wordt van knooppunten. Indien de genoemde positie niet gevolgd kan worden door weers-, weg- of andere omstandigheden (bijv. spoorvorming), dan zal een andere (veilige) positie gekozen moeten worden. Veelal betekent dit, dat dan op de rechterrijstrook soms meer links of rechts gereden moet worden en op de linkerrijstrook links tegen de kantstreep. Kantstrepen Thans zijn al onze autosnelwegen voorzien van middenbermbeveiliging, die in vele gevallen in het asfalt is geplaatst. Door de verharde strook, genaamd redresseringsstrook, en in sommige gevallen door de vluchtstrook, beide gelegen tussen de kantstreep van de linkerrijstrook en de middenbermbeveiliging, is het gevaar van een zachte berm niet aanwezig. Bij het goed rechts rijden is dat gevaar er ook niet vanwege de aanwezigheid van een vluchtstrook. Het is dus veelal mogelijk beide kantstrepen scherp aan te houden. Aanbeveling verdient het in het donker of bij slecht zicht hierin een iets ruimere veiligheidsmarge te nemen, met het oog op mogelijk op de vluchtstrook stilstaande voertuigen waarvan de verlichting in het ongerede is geraakt L1 PIVM / RO

7 Motor en kantstrepen Rijdend met de motor wordt scherp rechts of links ook niet toegepast. Met de motor wordt rechts van het midden van de rechter en links van het midden van de linkerrijstrook gereden. Dit om te voorkomen, dat u in uw eigen rijstrook wordt ingehaald en om uzelf links rijdend niet onzichtbaar te maken in de spiegel van uw voorganger of het in te halen voertuig. Door rechts c.q links van het midden te rijden, bevindt u zich ook buiten eventuele rijsporen. Een punt waar rekening mee gehouden moet worden, is dat het met de motor bereden weggedeelte bij nat wegdek glad kan zijn door olie e.d., waardoor slipkansen groter zijn. De dagelijkse praktijk Let u tijdens het rijden op de autosnelweg maar eens op de plaats van de overige weggebruikers op de weg. Juist de geringe tussenruimte bij het inhalen is opvallend, alsmede het rijden in de buurt van de deelstreep. Een ongeval met vier doden, waarbij vermoedelijk de geringe tussenruimte een rol heeft gespeeld, werd veroorzaakt door het lek raken van een band. Hierdoor begon de auto te slingeren en kwam deze in aanraking met de links ernaast rijdende auto, waardoor beide auto s over de kop sloegen L1 PIVM / RO

8 3. Autosnelweg en stoppen/uitvoegen Afremmen Moet u om welke reden dan ook stoppen op de vluchtstrook, vermijd dan het remmen op de rijbaan. Verminder geleidelijk aan wat snelheid, rijd de vluchtstrook op en rem daar pas af. Dit geldt eveneens voor het verlaten van de autosnelweg: rem af op de uitrijstrook. Verlaat de rijbaan naar vlucht- of uitrijstrook pas als u t.o.v. uw voorganger een dusdanige afstand hebt, dat u uitzicht hebt op de vlucht- of rijstrook teneinde eventuele obstakels daarop te kunnen waarnemen. Dus niet van kort achter uw voorganger afzwenken naar vlucht- of uitrijstrook. Tracht rijdend op de rijbaan uw snelheid zolang mogelijk aangepast te houden aan die van het overige verkeer. Rechterijstrook bij file Tracht, wanneer u op de linkerrijstrook rijdt en er gestopt moet worden voor plotselinge opstoppingen of filevorming, in de rechterrijstrook te komen. Hierdoor behoudt u de uitwijkmogelijkheid naar de vluchtstrook. U kunt daardoor eventueel sneller hulp verlenen (naar voren of naar achteren) of beveiligen. De uitwijkmogelijkheid naar de vluchtstrook kan tevens uw ontsnappingsmogelijkheid zijn, als u bemerkt dat een achteropkomende bestuurder zijn voertuig niet tijdig tot stilstand kan brengen. Dit betekent ook dat u bij stilstaand of langzaam rijdend verkeer enige afstand moet nemen t.o.v. uw voorganger om erachter vandaan te kunnen komen. Uitgaande van voortdurende observatie (iets anders dan alleen maar kijken) van het achteropkomend verkeer is door u vrij goed waar te nemen of de u achteropkomende bestuurder zijn snelheid voldoende vermindert. Maak het achteropkomend verkeer ook attent op plotselinge snelheidsvermindering door tijdig even éénmaal of meer malen uw remlicht een kort moment in werking te stellen alvorens u volledig gaat afremmen. Staat u als laatste stil, blijf ook dan attent op het achteropkomend verkeer en gebruik eventueel op dezelfde wijze hierbij uw remlicht. Komt u op de vluchtstrook te staan, vermijd dan dat u zich bevindt ter hoogte van de laatst stilstaande of extreem langzaam rijdende auto s op de rijbaan. De z.g. staart van een file (hoe klein die file ook is) is het gevaarlijkste punt om u te bevinden. Door onjuist remmen (geblokkeerde wielen) kan een auto in een slip raken en hij belandt dan vaak naast de rijbaan, dus op de vluchtstrook of via die vluchtstrook in de berm. Moet u blijven staan op de vluchtstrook, plaats dan uw voertuig uiterst rechts op de strook Hoe verder van de rijbaan verwijderd, hoe veiliger. Er zijn gevallen bekend waarbij op de vluchtstrook stilstaande voertuigen zijn aangereden door - om verschillende redenen - van hun rechte lijn afwijkende bestuurders, die daardoor gedeeltelijk op de vluchtstrook kwamen te rijden L1 PIVM / RO

9 Uitvoegen Bepaal tijdig uw plaats bij het verlaten van de autosnelweg. Ga niet vanaf de linkerrijstrook rechtstreeks naar de uitrijstrook. U neemt daardoor het uitzicht op ander uitvoegend verkeer weg. Haal rijdend op de uitrijstrook een op de rijbaan rijdende auto niet rechts in. Deze kan op het laatste moment alsnog naar rechts de uitrijstrook opkomen. In het RVV 1990 wordt dit weliswaar toegestaan, zie artikel 11, doch je kunt je gezien het voorgaande afvragen of het wel verstandig is. Er zijn echter omstandigheden dat het wel gedaan wordt. Het kan namelijk voorkomen dat de rechterrijstrook vrij is en het verkeer in de linkerrijstrook rijdt. In dit geval heb je nog uitwijkmogelijkheden. Houd alvorens de uitrijstrook op te rijden, ook rekening met een snelle achter u aankomende automobilist die reeds eerder via de vluchtstrook de uitrijstrook nadert. Wanneer in het donker een onverlichte parkeerplaats wordt opgereden vanaf de autosnelweg naar de uitrijstrook, verdient het aanbeveling eerst even het grote licht te gebruiken om een goed overzicht te hebben van wat zich mogelijk op die uitrijstrook bevindt. Uitvoeging van twee rijstroken (taperuitvoeging): Bij het uitvoegen kunnen we ook te maken hebben met een taperaansluiting. Het kan dan heel goed dat u later uitvoegt en gelijk op de taper uitkomt. Let wel op dat verkeer wat vroegtijdig op de uitrijstrook rijdt niet gelijk bij het begin van de taper deze oprijdt. In een aantal gevallen zal hier een doorgetrokken streep worden aangebracht L1 PIVM / RO

10 4. Autosnelweg en Wegrijden/Invoegen Wegrijden vanaf de vluchtstrook Bij het wegrijden vanuit stilstand vanaf de vluchtstrook is het belangrijk dat u uw snelheid op die strook opvoert tot deze is aangepast aan de snelheid van het verkeer op de rijbaan. Veel aandacht is dus gericht op het achteropkomend verkeer. Blijf echter ook attent op het voor u rijdend verkeer en de strook. Mogelijk vermindert het rijdende verkeer plotseling snelheid of begeeft een auto zich naar de vluchtstrook om daar juist te gaan stoppen. Bekijk ook van tevoren of de vluchtstrook doorloopt of voortijdig eindigt, wat meestal het geval is in de nabijheid van viaducten en bruggen. Dit wordt aangegeven door een zogenaamd versmallingschild (wit schild met zwarte arceringen). Houd ook rekening met het overgaan van de vluchtstrook in een uitrijstrook of invoegstrook. Op sommige plaatsen is split aangebracht op de vluchtstrook (fijne steenslag). Vermijd op een dergelijke strook het snel optrekken en sterk afremmen om te voorkomen dat opspattende steenslag de voorruit van een ander vernielt. Invoegen Voor het invoegen geldt hetzelfde voor het snelheid maken. Pas invoegen op de doorgaande rijbaan als uw snelheid is aangepast aan het overige verkeer. Benut in principe de invoegstrook in zijn geheel. Het kan voorkomen dat u door een mede-invoeger dreigt te worden opgesloten op de invoegstrook, indien uw voertuig langzamer is. Dit ziet men wel eens gebeuren bij korte invoegstroken. In dergelijke situaties verdient het aanbeveling hem voor te zijn, indien het overige verkeer dit toelaat. Kom anderzijds niet met extreem hoge snelheid het begin van de toerit of invoegstrook op. Dit roept schrikreacties op bij de andere weggebruikers. Blijf goed rechts van het midden op die strook, waardoor uw bedoeling duidelijk is. Kijk in principe niet achterom op de invoegstrook, maar observeer van opzij reeds tijdig het verkeer op de rijbaan. Indien het uitzicht het toelaat, kunt u daardoor reeds uw snelheid aanpassen aan het dichtst bij u rijdend verkeer op de rijbaan L1 PIVM / RO

11 Korte invoegstrook Bij een korte invoegstrook is het tijdig kijken aan te bevelen. Hierdoor alleen al kan worden voorkomen dat u op het punt van samenkomen invoegstrook/rechterrijstrook pal naast een grote vrachtcombinatie komt te rijden. Is dit wel het geval, houd er dan ook rekening mee, dat achter een vrachtauto een aanhangwagen kan zitten. Kijk dus niet om: dit heeft meestal tot gevolg dat u ook van uw rechte lijn afwijkt. Ook door zoveel mogelijk de gehele invoegstrook te gebruiken, ontstaat het voordeel dat u via de buitenspiegel het verkeer over langere tijd kunt observeren, waardoor ook de snelheid daarvan beter geschat kan worden. Dit kunt u beslist niet zien met een korte blik achterom. Kijk dus rijdend op die invoegstrook in uw spiegels en opzij als u overgaat naar de rijbaan. Een op de linkerrijstrook rijdende auto kan juist naar rechts komen om op de rechterrijstrook te gaan rijden en is op dat moment niet zichtbaar in uw spiegels. Bekijk ook tijdig of de invoegstrook doorloopt in een vluchtstrook en niet ophoudt bij viaducten of bruggen. Is de invoegstrook kort en zijn er daarna geen ander mogelijkheden, regel uw snelheid dan zodanig dat u bij druk verkeer kunt stoppen bovenaan de toerit of aan het begin van de invoegstrook. U houdt dan toch een gedeelte over om snelheid te kunnen maken, wanneer ruimte is ontstaan in het verkeer op de rijbaan. Stop dus nooit aan het eind van een dergelijke strook. Voeg ook niet in, als u terecht komt in een afremmende file (proppen). Rijdend op de rechterrijstrook zou u bij wijze van uitzondering in dit geval naar de linkerrijstrook kunnen gaan als dat t.o.v. het u inhalende verkeer mogelijk is L1 PIVM / RO

12 Enkel-/dubbelstrooksinvoeging In principe bestaat de toerit naar de rijbaan van een autosnelweg uit één rijstrook (zogenaamd: invoeging één- of enkelstrooks) of uit twee rijstroken (zogenaamd: twee- of dubbelstrooks-invoeging). In dit laatste geval wordt dan in de meeste gevallen de linkerrijstrook vroegtijdig beëindigd door een verdrijvingsvlak, ingeleid door pijlen. Soms is het echter niet mogelijk de toerit terug te brengen tot een enkelstrooksinvoeging vanwege bijvoorbeeld de gewenste verdeling van de verkeersintensiteit op de invoegende en doorgaande rijbaan. Bij het toepassen van samenvoegingen met zogenaamde tapers in de autosnelweg wordt de weggebruiker gewaarschuwd door het plaatsen van waarschuwingsborden langs de toeleidende rijbaan. Aan beide zijden worden op circa 100 à 200 m vóór het convergentiepunt borden geplaatst om de weggebruiker erop te attenderen dat berijders van de linkerrijstrook van de toerit direct en op één punt dienen in te voegen (taperinvoeging). Het bord links van de toerit dient zo mogelijk onzichtbaar te worden geplaatst voor het verkeer op de hoofdrijbaan. De pijlborden zijn retroreflecterend, klasse II, en bestaan uit een - +blauwe ondergrond met daarop witte pijlconfiguraties. Bij het invoegen met een taperaansluiting kan het voorkomen dat u eerder invoegt en op de doorgaande rijbaan uitkomt dan het verkeer dat vanaf de rechter invoegstrook invoegt. Let wel op dat u deze invoegers niet dwars gaat zitten. Voorwaarde is ook dat u uw snelheid al heel vroeg moet aanpassen aan dat van de doorgaande rijbaan. Time zodanig, dat u niet gelijktijdig in de punt van de taper komt met een voertuig op de doorgaande rijbaan. Rijdt u op de doorgaande rijbaan en u nadert een taperinvoeging, time dan ook als zodanig L1 PIVM / RO

13 Invoegen op rechter rijstrook Voeg altijd eerst in op de rechter rijstrook. U hebt op het moment van invoegen minder zicht op het achteropkomende verkeer. Ook hebt u minder goed zicht in de spiegels door de schuine positie van uw voertuig. Het verkeer op de linkerrijstrook (inhaalstrook) heeft daarbij veelal een aanmerkelijk hogere snelheid dan uzelf. RVV 1990 In het RVV 1990 is ook het richting aangeven bij het invoegen geregeld (artikel 55). Daar staat dat bestuurders van motorvoertuigen een teken met hun richtingaanwijzer geven, indien zij de doorgaande rijbaan (lees autosnelweg) willen oprijden of verlaten. Het gebruik van het richting aangeven bij het invoegen vanaf invoegstrook of vluchtstrook is als volgt: a. in eerste instantie - indien mogelijk - dient snelheid te worden gemaakt; b. duidelijk positie rijden; c. zich ervan overtuigen of invoegen kan zonder gevaar of hinder voor het verkeer op hoofdrijbaan d. de linker richtingaanwijzer in werking stellen e. uitwijken naar links en beginnen met invoegen f. als het voertuig de scheiding tussen invoegstrook en/of vluchtstrook en de doorgaande rijbaan met ongeveer 50 cm heeft overschreden, dan de richtingaanwijzer buiten werking stellen teneinde de achteropkomende weggebruikers duidelijk te maken dat men (voorlopig) op de rechter rijstrook blijft rijden. Daarna de invoegmanoeuvre voltooien L1 PIVM / RO

14 5. Autosnelweg en Inhalen Kijkgedrag Het inhalen op de autosnelweg vindt meestal plaats met hogere snelheid. Dit brengt met zich mee, dat meer oplettendheid is geboden. Observeer voortdurend het achteropkomend verkeer en kijk nogmaals in de buitenspiegel kort voor het moment dat u van rijstrook gaat verwisselen. In verband met de dode hoek moet er ook over de linkerschouder worden gekeken. Achterom kijken moet worden vermeden, omdat daardoor ongeveer 1 seconde van de aandacht voor het voor u rijdende verkeer verloren gaat. Bij hoge snelheid hebt u in die ene seconde reeds een groot aantal meters afgelegd en kan de situatie zich inmiddels hebben gewijzigd. Inhaalmanoeuvre Geef richting aan als u nog rechts rijdt en ga dan pas in een rustige, vloeiende lijn naar links. Dan is er voor de inhalende bestuurder nog een mogelijkheid een ongeval te voorkomen, bijv. door te claxonneren. U kunt uw inhaalmanoeuvre dan rustig doen ophouden zonder dat dit reeds gevolgen heeft voor anderen. Denk dus aan de vloeiende lijn voor en na het inhalen. Voorkom het z.g. hoeken. Wanneer u in rechte lijn op de linkerrijstrook rijdt, wordt de richtingaanwijzer uitgeschakeld. Zorg ook dat u tijdig met uw inhaalmanoeuvre begint. U hebt dan ook eerder een rechte lijn op de linkerrijstrook, ruim vóór u het in te halen voertuig hebt bereikt. Dit om te voorkomen dat uw voertuig in een zijdelingse beweging moet worden afgeremd, wanneer de rechts rijdende auto plotseling naar links komt. Te laat inhalen Als de voor u rijdende bestuurder niet op tijd in de gaten heeft wat u doet en dat u gaat inhalen, moet u remmen terwijl u niet parallel met de lengteas van de weg rijdt. Dat kan hoogst ongezond zijn. Betreft het in te halen voertuig een vrachtauto, ga dan nog eerder naar links om u tijdig te laten zien. Het uitzicht naar achteren is bij de meeste vrachtauto s beperkt tot de linker buitenspiegel. Het verkeer dat kort achter de vrachtauto rijdt wordt niet gezien door de vrachtwagenchauffeur. Let tijdens het inhalen op de spiegels van de vrachtauto. Vaak is het gezicht van de bestuurder te zien in de spiegel, waaruit soms ook kan worden afgeleid of hij u heeft gezien. Dit geeft u zekerheid dat hij niet vlak voor u naar links zal komen. Haalt u een vrachtauto in - in een rechterbocht - dan is het zaak nog eerder naar links te komen gezien de hoek van de buitenspiegel van de vrachtauto. Ziet u die buitenspiegel, dan kan hij u ook zien L1 PIVM / RO

15 Mogelijke conflicten Wanneer met hoge snelheid een groep voertuigen wordt ingehaald, reduceer dan uw snelheid en ga ervan uit dat één van die voertuigen naar links zou kunnen komen. Observeer de rechts rijdende auto s voortdurend. Dikwijls kan een kleine afwijking in de voorwielstand of verandering van de tussenruimte - linkerkant voertuig t.o.v. de deelstreep - een aanwijzing zijn voor het naar links komen. Een andere aanwijzing voor het naar links komen, speciaal van vrachtauto s, zijn viaducten of andere hellingen die in de weg zijn gelegen. Deze hellingen, hoe gering ook, worden door veel vrachtautobestuurders benut om hun inhaalmanoeuvre in te zetten. Juist op deze punten halen vrachtauto s elkaar in. Het snelheidsverschil op het vlakke gedeelte is vaak te gering om in te halen, maar door verschil in belading kan tegen de hellingen een iets groter snelheidsverschil worden bereikt, waarvan vaak gebruik wordt gemaakt. Ziet u bij nadering van een viaduct of een helling enige vrachtauto s achter elkaar rijden, dan kunt u er ook zeker van zijn, dat één van deze auto s gaat inhalen. Voorkom bij het inhalen ook, dat u een ander in de fuik rijdt. Let erop of de door u in te halen auto inloopt op zijn voorganger. Rijd deze niet klem, maar geef hem door even uit te wijken naar rechts de gelegenheid ook in te gaan halen. Deze beweging van u naar rechts wordt meestal goed begrepen door die rechts rijdende bestuurder. Het is ook tijdig waarneembaar dat hij inloopt op zijn voorganger. Bedenk dat u - en juist dan - met hoge snelheid rijdend rekening dient te houden met de overige weggebruikers. Met extreem hoge snelheid rijdend wordt u misschien de uitzondering en niet die ander. Trouwens inhalen mag alleen geschieden, wanneer geen gevaar of hinder voor anderen ontstaat. Wanneer u iemand in de fuik rijdt, hindert u hem. Afronden inhaalmanoeuvre Ga na het inhalen in een vloeiende lijn naar rechts. Dit kan direct op het moment dat u, nadat u met aanmerkelijk snelheidsverschil hebt ingehaald, de voorkant van het ingehaalde voertuig voorbij bent of dit voertuig in uw rechterbuitenspiegel ziet. Blijf het ingehaalde voertuig hoe dan ook observeren en zorg er tevens voor dat, u uw inhaalmanoeuvre blijft voltooien met trekkende motor. Ga na het inhalen niet naar rechts als u juist ter hoogte van een invoegstrook rijdt. De kans bestaat dat bij uw beweging naar rechts een ander vanaf de invoegstrook juist zijn beweging naar links maakt. Vermoedelijk heeft hij u ook niet gezien (afstand invoegstrook - linkerrijstrook). In artikel 55 van het RVV 1990 is geregeld dat er een teken met de richtingaanwijzer gegeven moet worden, als er van rijstrook gewisseld gaat worden. Dat betekent zowel naar links als naar rechts. Natuurlijk blijft de regel bestaan bij iedere belangrijke zijdelingse verplaatsing L1 PIVM / RO

16 Voor autosnelwegen met drie en vier rijstroken per rijbaan geldt dat u in principe de rechter rijstrook volgt. Dit wordt door veel automobilisten niet gedaan. Zorg dus voor het goede voorbeeld. Na het inhalen via de derde/vierde rijstrook dient u rekening te houden bij het naar rechts gaan met twee/drie stroken rechts van u, waarbij het zicht op het verkeer van de meest rechtse rijstrook wordt verminderd door het ingehaalde voertuig op de derde/tweede rijstrook. Moet u vanaf de rechter rijstrook naar de derde/vierde rijstrook of omgekeerd, doe dit dan trapsgewijs via de tweede/derde rijstrook en niet rechtstreeks. Ook het richting aangeven dient dan trapsgewijs te geschieden. Ontsnappingsruimte Zijn er meer voertuigen aan het inhalen, zorg er dan altijd voor dat u een rechts rijdende auto niet gaat inhalen voordat uw voorganger diezelfde auto voorbij is. U behoudt daardoor een ontsnappingsmogelijkheid naar rechts. Ga dus niet naast een combinatie rijden als u er niet voorbij kunt. Inhalen motoren Haal motoren op dezelfde wijze in als een auto. Wijk dus volledig uit naar links en blijf niet gedeeltelijk in zijn rijstrook, ook niet als de motor geheel rechts rijdt. Brugconstructies zijn soms van dien aard, dat ze de indruk geven, dat de wegbreedte geringer wordt. Daardoor kan bermvrees ontstaan. Hierdoor zal verder van de rechterkant af worden gereden dan normaal waardoor de onderlinge tussenruimte bij het inhalen nog verder wordt verkleind. Inlopen op voorligger Loop tijdens het inhalen niet met ruim snelheidsverschil in op uw eveneens links rijdende voorganger, wanneer u ziet dat deze na het inhalen toch niet naar rechts kan. Doe dit alleen als u ziet, dat deze na het inhalen wel naar rechts kan en over een zodanige afstand rechts kan blijven rijden, dat u hem binnen die tijd kunt inhalen. Gaat iemand niet naar rechts, terwijl deze mogelijkheid er wel is, ga dan zelf even rechts rijden en kom direct daarop weer terug naar links. Hierdoor ontstaat in zijn binnenspiegel een zich verplaatsend lichtvlak, dat meestal wordt opgemerkt. Dit is meestal niet het geval, als u zich in rechte lijn achter hem blijft bewegen. Het goede voorbeeld dat u geeft door even naar rechts te gaan, zal meestal worden opgevolgd. Wacht tot het uiterste met het geven van een lichtsignaal. Dit werkt enorm irriterend op veel weggebruikers en de uitwerking is dan soms ook juist het tegengestelde van wat u tracht te bereiken L1 PIVM / RO

17 Inhalen vrachtwagens Observeer bij het inhalen het vrachtverkeer optimaal. Let op lading en eventueel opbollend zeil: het zicht in de buitenspiegel is vaak slecht tot nihil. Het in acht nemen van deze punten kan, als u met hoge snelheid inhaalt, van levensbelang zijn. In onze autosnelwegen bevinden zicht veel bruggen. Daarop is niet altijd een middenbermbeveiliging aanwezig, terwijl de rijbaanbreedte veelal gering is. Toch is het inhalen voor personenauto s toegestaan en kan er met geringe onderlinge tussenruimte met z n vieren naast elkaar worden gereden. Tracht, eenmaal links rijdend, op die plaatsen te voorkomen dat u met z n vieren naast elkaar rijdt door ervoor te zorgen, dat u links achter de rechts van u rijdende auto blijft. Hierdoor blijft weer een ontsnappingsruimte over. Inhalen op dergelijke plaatsen in die situaties kan beter worden vergeten L1 PIVM / RO

18 6. Bochten Op- en afritten De weggebruiker gebruikt vaak de vluchtstrook van op- en afritten. Het gevaar hierbij is dat pechgevallen die op de vluchtstrook staan, of de hulpverleners, te laat gezien worden. Er is dus geen sprake van goed zicht en ook niet van een ideale bochtlijn. Het zicht naar de hoofdrijbaan van de autosnelweg beter door een ideale bochtlijn. Let er wel op dat de linkerzijde van deze strook gevaar kan opleveren, door vallende lading. (puin, zand, etc.) Houdt voldoende ruimte links van je, zodat je niet verrast wordt L1 PIVM / RO

19 7. Inzichtelijk rijden Onnodig links rijden Een veel voorkomende fout op de autosnelweg is het te lang links rijden. De snelheid van het volgend in te halen voertuig wordt veelal verkeerd geschat. Oefen uzelf hierin door dat verkeer wat langer te observeren. Beoordeel zelf of u niet te lang links hebt gereden, door via uw spiegels de afstand te bekijken tussen het laatst ingehaalde voertuig en het volgend in te halen voertuig, op het moment dat u dit volgende gaat inhalen. Dan pas blijkt vaak hoe groot die afstand is geweest. Ga ervan uit, dat wanneer over enige tijd in rechte lijn over de rechter rijstrook kan worden gereden, u naar rechts behoort te gaan. Bedenk daarbij, dat men eerder te lang links blijft rijden dan dat men onnodig naar rechts gaat. Door te lang links te rijden lokt u rechts inhalen uit en bent u een slecht voorbeeld. U rijdt door op tijd naar rechts te gaan ook veel actiever. Iedere keer vóór het inhalen, wordt u gedwongen het achteropkomende verkeer te bekijken. Onthoud ook dat de meeste ongevallen gebeuren op de linkerrijstrook, vooral de kop-staart botsingen. Afstand Kettingbotsingen zijn veelal het gevolg van onvoldoende afstand bewaren en dit is ongevalsfactor nr.1 op onze autosnelwegen. Bewaar dus ruime afstand t.o.v. uw voorganger. Hoe hoger uw snelheid, hoe groter de afstand. Een vuistregel hierin is de 2-secondenregel. Voorbeelden van afstand houden vindt u in het naslagwerk Remmen. Veelal is de afstand geringer dan wordt ingeschat. Wanneer u en uw voorganger aan het inhalen zijn en het in te halen voertuig is een trekker met oplegger of een vrachtauto met aanhangwagen, dan weet u dat de lengte respectievelijk en 18 meter kan zijn. Aan de hand daarvan kunt u schatten hoeveel afstand u houdt als uw voorganger het in te halen voertuig juist voorbij is en u met uw voertuig ter hoogte van de achterkant rijdt (spitsverkeer). Vooruit kijken Zorg er dan voor, dat u vooruit kunt kijken door zoals eerder bij uw plaats op de weg vermeld, goed in positie te rijden. Hoe hoger uw snelheid, hoe verder u vooruit behoort te kijken. U voorkomt daarmee dat u pas kunt reageren op de remlichten van uw voorganger en dat kan in veel gevallen te laat zijn. Het vooruitzien op een autoweg of autosnelweg, rijdend met hoge snelheid, is vooruitzien in kilometers. Zijn uw ogen gericht op een punt ver voor u, dan kunt u hetgeen zich daar tussen bevindt niet over het hoofd zien. Dit in tegenstelling tot wanneer u het oog alleen maar op uw voorganger hebt gericht. Door ver vooruit te zien bent u ook vrijwel altijd in staat uw snelheid op tijd 21400L1 PIVM / RO

20 te regelen d.m.v. het gas en niet door onnodig te remmen. Het laatst genoemde veroorzaakt onrust. Zo rijdend zult u dus op tijd waarnemen dat verderop reeds geremd wordt en u kunt geleidelijk uw snelheid reduceren. In de meeste situatie rijdt u door iets eerder uw gas los te laten op veiliger afstand. U kunt uw voorrijder toch niet dwingen. Hij zal eerst die vrachtauto voorbij moeten, voordat hij u door kan laten gaan. Als u ziet dat twee vrachtauto s elkaar aan het inhalen zijn, weet u ook dat de snelheid daar rond de 80 à 90 km/h ligt. Hierop kunt u anticiperen. Wanneer u rijdend op de rechterrijstrook een andere auto ziet rijden op de invoeg- of vluchtstrook, wijk dan niet onmiddellijk uit naar links. Blijf in principe rechts rijden om de invoeger te dwingen snelheid te maken alvorens in te voegen. Wanneer u uitwijkt, zal de invoeger de rijbaan op komen, ook al is zijn snelheid nog onvoldoende. Houd er rekening mee, dat zo iemand mogelijk toch de rijbaan opkomt en bekijk van tevoren of u eventueel kunt uitwijken naar links om een aanrijding te voorkomen. Een uitzondering zou gemaakt kunnen worden voor zware vrachtwagencombinaties en die gevallen waarin de invoegstrook eindigt. (viaducten, bruggen, etc.). Spitsverkeer Het spitsverkeer op onze autosnelwegen heeft een eigen, vrij stabiel patroon. Beide rijstroken zijn goed bezet en meestal is de linkerrijstrook drukker bezet dan de rechter. Men is dan ook geneigd, ondanks de mogelijkheden rechts te rijden, links te blijven rijden op grond van de overweging dat men anders niet meer naar links kan komen. Dit is slechts ten dele waar. Het is o.a. afhankelijk van uw eigen snelheid en rijwijze op dat moment. Als u naar rechts bent gegaan en ervoor zorgt, dat uw snelheid gelijk blijft aan uw links rijdende voorganger, zult u merken dat u veelal weer links kunt invoegen tussen het overige verkeer. Het gelijk houden van de snelheid en van de afstand is hiervoor bepalend. Pas in het spitsverkeer uw snelheid aan bij het overige verkeer. Ga in ieder geval niet langzamer rijden dan het gemiddelde. Dit heeft verregaande gevolgen. Houd daarnaast in het spitsverkeer rekening met wisselende snelheden, die vaak ontstaan door inhalend vrachtverkeer. Propvorming en files Door wisselende snelheden ontstaan zogenaamde proppen, waarin de snelheid aanmerkelijk lager ligt. Door het tijdig waarnemen van dergelijke proppen is het voor u geen verrassing, als er plotseling geremd gaat worden. Wanneer weer wordt opgetrokken, doe dit dan rustig aan. Vaak valt direct daarna de snelheid weer terug. Wees ook attent op eventueel stilstaande files (vooral in de spits). Het verdient zelfs aanbeveling bij zeer druk spitsverkeer tijdig de rechterrijstrook te kiezen. Een aanwezige vlucht- of uitvoegstrook kan eventueel als uitwijkmogelijkheid gebruikt worden. Het rijbeeld zal op die strook ook altijd rustiger zijn door het vaak aanwezige vrachtverkeer. Let ook altijd op uw collega s in de lucht. Als u het verkeersvliegtuig of de helikopter op een bepaald punt ziet rondcirkelen, kunt u ervan 21400L1 PIVM / RO

21 op aan, dat daar iets bijzonders is. Om lange wachttijd te voorkomen kunt u soms bij een tijdige waarneming van het vliegtuig een omweg maken, wat zeker aan te bevelen is in uw vrije tijd. Het spitsverkeer op werkdagen wijkt duidelijk of van spitsverkeer gedurende de weekeinden. Houd ook hier rekening mee. Veel weggebruikers tijdens het weekeinde zijn geen alledaagse spitsverkeerrijders en reageren vaak te laat. Ook vergissen zij zich vaak in hun remweg als gevolg van belading, in dit geval bestaande uit passagiers. Ook zijn de onderlinge snelheidsverschillen vaak groter, dan doordeweeks. Viaducten De vele viaducten met behoorlijke hoogteverschillen verdienen op de autosnelweg extra aandacht. Neem bij nadering van een onoverzichtelijk viaduct gas terug en houd er rekening mee, dat op de rijbaan daarachter iets gebeurd kan zijn en er een obstakel of een file aanwezig kan zijn. Bedenk dat juist s winters deze viaducten en bruggen het eerste glad worden, terwijl er elders nog niets van gladheid valt te bespeuren. Gladheid Raak in geval van gladheid niet in paniek. Ontkoppelen en eventueel rustig bijsturen is de remedie. Ook is s winters bij sneeuwval de linkerrijstrook langer slecht dan de rechter, omdat op de rechterrijstrook meer wordt gereden. In bochten liggen aan de buitenkant van de linkerrijstrook vaak de sneeuwresten het langst. Houd hier dus rekening mee. Mocht u ooit in de midden- of zijberm terechtkomen, tracht er dan niet bruusk uit te sturen. Door de grotere weerstand die de wielen in de berm ondervinden, ontstaat de neiging een krachtige tegengestelde handeling aan het stuur uit te voeren. Dit heeft echter tot gevolg dat, zodra de wielen de normale wegweerstand ondervinden, de stuurcorrectie te groot is, waardoor een averechts resultaat wordt verkregen. Tracht in zulke situaties, wanneer er voldoende ruimte ter beschikking is, het voertuig geleidelijk over een grotere afstand op het wegdek terug te brengen, terwijl u het stuur daarbij goed vasthoudt. Ter afsluiting Als u rekening houdt met voornoemde punten en adviezen inzake het rijden op een autosnelweg, zullen risico s daarop aanmerkelijk dalen. Het zal uw eigen veiligheid en die van anderen ten goede komen. Een en ander is niet uitsluitend van toepassing op de autosnelweg, maar ook op de andere autowegen en overige wegen. Hoofdzaak is, dat u deze gegevens verwerkt in uw rijstijl en daardoor niet alleen een voorbeeldig, maar in de eerste plaats een veilige bestuurder op de autosnelweg bent. Zorg ervoor dat niets u verrast, waardoor onjuiste handelingen, meestal in paniek uitgevoerd, worden voorkomen. Dit kunt u bereiken door optimale observatie van het overige verkeer en door voortdurend ver vooruit te blijven kijken. Motorrijden eist vandaag de dag mede gezien uw taak honderd procent aandacht en inzet L1 PIVM / RO

22 8. Voorbijrijden van files Indien langs een file wordt gereden, dient dit in alle gevallen met lage snelheid te gebeuren. Teneinde dit veilig en verantwoord uit te voeren moet men de alarmverlichting en blauwe zwaailampen in werking stellen. Indien er een vluchtstrook aanwezig is, kan men het beste rechts van het midden positie kiezen. Meer naar rechts gaan brengt hier risico s met zich mee. Blijf te allen tijde de gedragingen van de weggebruikers in de file observeren. De snelheid moet zodanig zijn, dat nog gereageerd kan worden. Als er geen vluchtstrook aanwezig is, kan ook tussen de file worden doorgereden. Uiteraard wordt nu de file ook langzaam voorbij gereden. Dit tussen doorrijden brengt meer risico s met zich mee dan het voorbij rijden over de vluchtstrook. De vluchtstrook is al heel lang een ingeburgerd begrip. Men weet dat die strook door politie en ziekenauto s wordt gebruikt. Als er geen vluchtstrook is, wordt de burger verrast, wat dus risico s met zich meebrengt. Als u toch besluit tussen de file door te rijden, zou dit veiligheidshalve alleen kunnen, indien duidelijk is dat automobilisten u hebben waargenomen L1 PIVM / RO

23 9. Vormgeving van Autosnelwegen 9.1 Inleiding Autosnelwegen zijn wegen met: gescheiden hoofdrijbanen met elk minimaal twee rijstroken doorgaande vluchtstroken invoeg- en uitrijstroken enkelbaans toe- en afritten weefvakken, rangeer- en parallelbanen verbindingswegen ongelijkvloerse kruispunten en kruisingen. 9.2 Wegindeling Rijbanen De rijbaan van een autosnelweg wordt door middel van een deelstreep verdeeld in twee of meer rijstroken. Rijstroken Bij normaal-dwarsprofielen van autosnelwegen (hoofdrijbanen, rangeerbanen en verbindingswegen) wordt voor rijstroken een breedte van 3,50 m aangehouden, gemeten tussen de lengtemarkeringen. Vluchtstroken Langs de rechterzijde van de rijbaan wordt een vluchtstrook met een breedte van 3 m aangebracht teneinde te vermijden dat stilstaande voertuigen de rijbaan onnodig blokkeren. De vluchtstrook biedt een voertuig ook de mogelijkheid in voldoende mate snelheid te verminderen of op te voeren, zodat het verlaten of oprijden van de rijbaan voor en na het stoppen zo weinig mogelijk hinder veroorzaakt voor het doorgaande verkeer. Daarnaast heeft de vluchtstrook een zeer belangrijke functie voor de hulpverlening bij ongevallen en bij werk in uitvoering. Met uitzondering van een strook ter breedte van 0,50 m naast de kantstreep wordt de vluchtstrook voorzien van een van de rijbaan afwijkende samenstelling en kleur (bij asfaltwegen licht en bij betonwegen donker). Hierdoor kan ook bij duisternis en slechte weersomstandigheden de vluchtstrook goed worden onderscheiden van de rijbaan L1 PIVM / RO

24 Vluchtstrook Vluchtstrook Divergentiepunt Taper Uitvoeging Redresseringsstrook Blokmarkering Weefvak Derderijstrook Tweederijstrook Eersterijstrook Invoeging Convergentiepunt Puntstuk Toerit Benamingen autosnelweg L.cdr / 02 Redresseerstroken Ter voorkoming van het gemakkelijk naast de verharding geraken van een voertuig worden bij autosnelwegen, aan de zijde waar geen vluchtstrook aanwezig is redresseerstroken aangebracht. Deze worden over de gehele lengte van de rijbaan voortgezet en tevens volkomen vrij gehouden. De breedte bedraagt 1,10 m naast de kant-streep. Deze breedte wordt mede bepaald door de mogelijkheid bij toekomstige werken in uitvoering een tweestrooksrijbaan met een vluchtstrook in vier smalle rijstroken in te delen. Bij rangeerbanen en verbindingswegen bedraagt de breedte van de redresseerstroken 0,60 m naast de kantstreep L1 PIVM / RO

25 Doorrijhoogte De vrije ruimte (doorrijhoogte) bedraagt 4,50 m. Er wordt aan de voor het verkeer benodigde hoogte (4 m in verband met de voertuighoogte en 0,20 m in verband met de verticale beweging tijdens het rijden) een veiligheidsmarge van 0,30 m toegevoegd. Bij nieuwbouw bedraagt de hoogte 4,60 m, gemeten ten opzichte van het hoogste punt van de verhardingsconstructie, inclusief de toplaag. De extra 0,10 m dient voor het later aanbrengen van nieuwe deklagen. 9.3 In- en uitvoegingen Divergentiepunt Het divergentiepunt is het punt waar een rijbaan zich splitst in twee rijbanen voor verschillende richtingen (doorgaand en afbuigend). Uitvoegingen Een uitvoeging is een divergentiepunt waar een rijbaan, die meestal een lagere ontwerpsnelheid heeft dan de doorgaande rijbaan, aftakt van de doorgaande rijbaan. Indien bij een divergentiepunt de rechter rijstrook van de rijbaan wordt voortgezet in de afbuigende rijbaan, ontstaat een splitsing. Het uitvoegen gebeurt alleen aan de rechterzijde van de rijbaan, waarbij gebruik gemaakt wordt van een uitrijstrook. Deze dient om het afbuigende verkeer de gelegenheid te geven, zonder snelheid te verminderen, uit te voegen uit het verkeer van de doorgaande rijbaan, om vervolgens de snelheid aan te passen aan de ontwerpsnelheid van de aftakkende rijbaan. De vormgeving van de uitvoeging is zodanig, dat voldoende lengte voor deceleratie (snelheidsvermindering) aanwezig is. De uitrijstrook wordt in het algemeen ontworpen als parallel aanliggende strook. De breedte van de uitrijstrook, gemeten tussen de markeringen, bedraagt 3,50 m. De totale standaardlengte van een éénstrooks uitvoeging bedraagt 250 m langs rijbanen met een ontwerpsnelheid van 120 km/h. Splitsingen Een splitsing is een divergentiepunt waar een rijbaan wordt gesplitst in twee rijbanen met ongeveer dezelfde ontwerpsnelheid. Bij een splitsing wordt de rechter rijstrook van de rijbaan vóór het divergentiepunt altijd voortgezet in de rechter rijbaan ná dat punt. Tot op enige afstand ná het begin van het puntstuk behoudt elke rijbaan de ontwerpsnelheid die vóór het puntstuk geldt. Dit betekent dat geen voorzieningen behoeven te worden gemaakt voor het decelereren. Vóór het puntstuk worden rechtsafpijlen toegepast op het gedeelte van de rijbaan dat overgaat in de rechter afbuigende rijbaan. Deze pijlen beginnen bij het begin van de blokmarkering. Convergentiepunt Punt waar twee rijbanen met verkeer in de zelfde richting samenkomen L1 PIVM / RO

26 Invoegingen Een invoeging is een convergentiepunt waar een rijbaan, welke meestal een lagere snelheid heeft dan de doorgaande rijbaan, wordt ingevoegd in de doorgaande rijbaan. Het invoegen gebeurt alleen aan de rechterzijde van de rijbaan, waarbij gebruik gemaakt wordt van een invoegstrook. Deze dient om het invoegende verkeer in staat te stellen de snelheid aan te passen aan die van het verkeer op de doorgaande rijbaan en een voor het invoegen geschikte interval te vinden. Het verkeer dat zich op de laatste 100 m van de toeleidende rijbaan en op de invoegstrook bevindt, moet het op de hoofdrijbaan rijdende, achteropkomende verkeer over voldoende afstand kunnen overzien. Voorts moet het verkeer op de hoofdrijbaan het invoegende verkeer over voldoende afstand kunnen waarnemen. De vereiste zichtafstand is gelijk aan het stopzicht. De totale standaardlengte van de invoegstrook bedraagt 310 m langs rijbanen met een ontwerpsnelheid van 120 km/h. De toeleidende rijbaan eindigt bij het einde van het puntstuk, op dat punt begint de invoegstrook. De breedte van de invoegstrook, gemeten tussen de markeringen, bedraagt 3,50 m. Samenvoegingen Een samenvoeging is een convergentiepunt waar twee rijbanen, die ongeveer eenzelfde ontwerpsnelheid hebben, samenkomen. Op enige afstand vóór het puntstuk heeft elke rijbaan reeds ongeveer dezelfde ontwerpsnelheid als ná het puntstuk. Bij een samenvoeging is het aantal rijstroken vóór het punt van samenkomen gelijk aan het aantal rijstroken ná dat punt. Weefvakken Een weefvak is een wegvak van beperkte lengte tussen een convergentie- en een divergentiepunt. Bij weefvakken worden de puntstukken gemarkeerd als bij in- en uitvoegingen. Tussen het convergentie- en het divergentiepunt worden de rijstroken van elkaar gescheiden door een blokmarkering. Pijlmarkering wordt toegepast op de rechter afbuigende rijbaan en wel over de helft van de weefvaklengte, met een minimum van 150 m. Op de vluchtstrook van de linker toeleidende rijbaan worden verdrijfstrepen aangebracht vanaf 75 m vóór het begin van het puntstuk. Weefvlak 21400L1 PIVM / RO

27 Rangeerbanen Rangeerbanen worden in het algemeen over beperkte lengte toegepast langs hoofdrijbanen in situaties waar het doorgaande verkeer teveel hinder zou ondervinden van het afslaande en het invoegende verkeer. In principe komen deze banen voor bij bepaalde knooppuntsvormen, zoals een klaverblad en de combinatie van een klaverblad met een of twee aansluitingen. Rangeerbanen hebben een lagere ontwerpsnelheid dan de hoofdrijbaan, namelijk 90 km/h. Parallelbanen Behalve rangeerbanen, die in het algemeen over beperkte lengte worden toegepast, komen ook over grotere lengte parallel aan de hoofdrijbaan liggende rijbanen voor. Gezien de grote lengte van deze rijbanen en het duidelijke autosnelwegkarakter wordt voor parallelbanen bij voorkeur een ontwerpsnelheid van 120 km/h aangehouden. Verbindingswegen De ontwerpsnelheid van een verbindingsweg bedraagt bij voorkeur niet minder dan 3/4 van die van de rijbaan waarvan deze aftakt. Er moet voldoende lengte zijn om de snelheid aan te passen aan die van de daarop volgende bochtstraal. Deze bochtstraal kan bij verschillende aansluitingen sterk variëren. Aan het einde van een afrit is de snelheid in principe nul. Daarnaast is het bij afritten van groot belang dat de weggebruiker tijdig goed zicht heeft op de te verwachten situatie, met name van een gelijkvloers kruispunt, de verkeersregeling en de eventueel bij het kruispunt opgestelde voertuigen. Lusvormige verbindingswegen bestaan uit één rijstrook. Toeritten en afritten hebben in principe eveneens één rijstrook. 9.4 Aansluitingen Ongelijkvloerse kruisingen en kruispunten Deze kruispunten komen vooral voor buiten de bebouwde kom in autosnelwegen en worden aangelegd uit veiligheids- en capaciteitsoverwegingen. Indien geen verbinding tussen de autosnelweg en de secundaire weg aanwezig is, spreekt men van een ongelijkvloerse kruising. Is er echter wel een verbinding tussen de autosnelweg en de secundaire weg dan is er sprake van een ongelijkvloers kruispunt. De ongelijkvloerse kruispunten kunnen worden onderscheiden in twee hoofdgroepen, t.w. aansluitingen en knooppunten. Aansluitingen Dit zijn uitwisselingspunten tussen een autosnelweg en een niet-autosnelweg. Via aansluitingen kan men derhalve het autosnelwegennet opgaan of verlaten L1 PIVM / RO

28 De Haarlemmermeeraansluiting Aanvankelijk lagen de af- en toerit tegenover elkaar. Bij bv. filevorming maakte men gebruik van die af- en toerit, waarbij de secundaire weg vaak met te hoge snelheid werd overgestoken. Om het oneigenlijke gebruik van de af- en toerit tegen te gaan is de zogenaamde verbeterde Haarlemmermeer-oplossing ontworpen. Bij de aansluiting met de secundaire weg wordt gebruik gemaakt van de linkse bajonetoplossing, zodat niet rechtdoor kan worden overgestoken van de afrit naar de toerit. Indien aan één zijde van de secundaire weg geen ruimte is, bijvoorbeeld door bebouwing, waterof spoorweg, kan het half klaverbladkruispunt worden aangelegd. Knooppunten Dit zijn uitwisselingspunten tussen autosnelwegen. Op een knooppunt kan men wel van autosnelweg wisselen, maar men kan het autosnelwegennet daar niet opgaan of verlaten. Vooral in de buurt van grotere steden kunnen knooppunten en één of meer aansluitingen zodanig zijn verweven, dat er in feite één geïntegreerd verkeerscomplex ontstaat. De meest bekende vorm van een knooppunt is een volledige klaverblad (zie foto) L1 PIVM / RO

29 10. De bewegwijzering van Autosnelwegen 10.1 Inleiding De bewegwijzering van autosnelwegen brengt enige bijzondere problemen met zich mee die voortvloeien uit het karakter van de autosnelwegen. Autosnelwegen zijn in de regel wegverbindingen met een grote lengte, zodat er aan of in de nabijheid van eenzelfde autosnelweg een groot aantal plaatsen ligt. Hierdoor is er behoefte aan een groot aantal plaatsnaamvermeldingen op de wegwijzers langs autosnelwegen. Echter op autosnelwegen wordt met hoge snelheid gereden, waardoor bestuurders maar weinig tijd hebben om de opschriften op de wegwijzers te lezen. Het aantal vermeldingen moet dus noodzakelijkerwijs klein blijven. Hoewel er ook op andere wegen een zekere spanning bestaat tussen de behoefte aan en de mogelijkheid van het aantal opschriften, is deze tegenstelling op autosnelwegen véél groter Functie van de bewegwijzering op autosnelwegen De bewegwijzering op autosnelwegen heeft een tweeledig functie. In de eerste plaats uiteraard het wijzen van de weg aan ter plaatse onbekende bestuurders. Dit geschiedt door de vermelding van plaatsnamen en de wegnummers. In bijzondere gevallen worden ook de zogenaamde specifieke doelen zoals industrieterreinen, recreatiegebieden e.d. vermeld. Bovendien geven wegwijzers ter plaatse van ingewikkelde knooppunten, splitsingen en weefvakken aan hoe deze moeten worden bereden. In de tweede plaats zijn de wegwijzers langs autosnelwegen voor ter plaatse onbekende bestuurders gemakkelijk herkenbare referentiepunten. In feite vormen de wegwijzers hier een vervanging van de natuurlijke herkenningspunten zoals gebouwen, bijzondere bomen, monumenten e.d., die langs autosnelwegen helemaal niet of in veel mindere mate aanwezig zijn dan langs de meeste wegen van lagere rangorde L1 PIVM / RO

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg vast procedure Ga je naar een ander stad waarbij je stukje op de snelweg moet rijden? Denk dan aan: Je route tot je eind bestemming. Welke ANWB borden je moet

Nadere informatie

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen. Het naderen van een autosnelweg. Door goed op te letten op de verkeersborden, wordt al snel duidelijk of je een autosnelweg of een autoweg nadert. Het type weg moet je ruim van te voren herkennen om te

Nadere informatie

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Zie de Maximum toegestane snelheid op de Nederlandse wegen van de verschillende voertuigen Test theorie: Autosnelwegen

Nadere informatie

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN Kruispunten zijn op veel verschillende manieren te herkennen, ik zal hier een uitleg geven en duidelijk maken waar we kruispunten aan kunnen herkennen. Allereerst gaan we eens

Nadere informatie

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg 1. INVOEGEN OP EEN AUTO(SNEL)WEG Herkennen autoweg autosnelweg. A.h.v. verkeerstekens kun je het verschil maken tussen de autoweg en de autosnelweg. De maximumsnelheid verschilt. Als je invoegt met dezelfde

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

Invoegen / uitvoegen - plaats van handeling. Situatie 1 - invoegen GOED FOUT. Copyright 2007 Rijexamendoejezo.nl

Invoegen / uitvoegen - plaats van handeling. Situatie 1 - invoegen GOED FOUT. Copyright 2007 Rijexamendoejezo.nl Invoegen / uitvoegen - plaats van handeling Situatie 1 - invoegen Als we er van uitgaan dat je even hard rijdt als het verkeer op de doorgaande rijbaan, dan heb je te weinig afstand tot je voorligger als

Nadere informatie

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Files. We kunnen er samen wat aan doen. Files. We kunnen er samen wat aan doen. Inhoud Files. We kunnen er samen wat aan doen. Inleiding Tip 1: Invoegen op snelheid Tip 2: Blijf bij drukte in uw rijstrook Tip 3: Gebruik de spitsstrook Tip 4:

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/tentamen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

STILSTAAN EN PARKEREN LES 5

STILSTAAN EN PARKEREN LES 5 27 STILSTAAN EN PARKEREN LES 5 STOPPEN : STOPPEN IS IETS WAT JE NIET VRIJWILLIG DOET, MAAR OMDAT HET MOET. BIJVOORBEELD OM VOORRANG TE VERLENEN OF EEN VOETGAN- GER EEN VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS OVER TE

Nadere informatie

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 2 Is dit een eenrichtingsweg? A B Vraag 3 U wilt zonder

Nadere informatie

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Wet- en regelgeving 1. Wanneer ben je bestuurder van een voorrangsvoertuig? (bron: artikel 29 RVV 1990) a. als je optische én geluidssignalen voert b. als

Nadere informatie

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 Theorie Verkeersregels Deel 1 Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Onderstaand vind je -in totaal 30- afbeeldingen over

Nadere informatie

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer Inleiding: wegrijden in het verkeer In de vorige lesonderwerpen zijn alle basishandelingen die nodig zijn voor het rijden met een auto behandeld. Vanaf dit lesonderwerp, het wegrijden in het verkeer, wordt

Nadere informatie

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1 Dit lesonderwerp gaat over We hebben nu diverse onderwerpen, t/m kruispunten behandeld, dit is de volgende stap. Afslaan doe je op een kruispunt en op een rotonde. Enkele belangrijke punten: Bij het neem

Nadere informatie

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18.

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18. 1. Op de fietspad en fietsstrook mogen alleen fietsers en snorfietsers rijden. 2. Alarmnummer is 112. 3. Rijbewijs is 10 jaar geldig. 4. Alle betrokkenen bij een aanrijding moeten blijven wachten. (Plaats

Nadere informatie

Bijzondere weggedeelten

Bijzondere weggedeelten Hoofdstuk 5 ijzondere weggedeelten 5.1 Rotondes Een rotonde is eigenlijk een ronde eenrichtingsweg. Je moet altijd rechts om het middeneiland heen rijden. Op dat middeneiland staat bord rotonde (D1). Vaak

Nadere informatie

7 Manoeuvres en bewegingen

7 Manoeuvres en bewegingen 7 Manoeuvres en bewegingen 62 7.1 Manoeuvres Als je een manoeuvre uitvoert, zoals van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aangrenzend

Nadere informatie

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen.

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen. Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het R. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. ij deze vragen wordt u steeds de vraag gesteld:

Nadere informatie

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Wat betekenen al die strepen toch? In Gelderland verplaatsen

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs A

Oefenboek. rijbewijs A Oefenboek rijbewijs A examen 1 Examen 1 De antwoorden en motivaties van examen 1 vind je vanaf pagina 118. 1. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van motorhandschoenen? A. Dat ze warm zijn en soepel

Nadere informatie

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 13 GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 GESCHEIDEN RIJBANEN : MIDDENBERM, EEN BOMENRIJ OF EEN GROEN VOORZIENING BEHOREN OOK BIJ DE WEG. (VERBOD OM IN TE RIJDEN D.M.V. BORD MOGELIJK) FIETSSTROOK : VERBODEN RIJSTROOK

Nadere informatie

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN Op het examen worden natuurlijk wel eens fouten gemaakt. In de loop der jaren hebben wij al verschillende fouten gezien en daarom hebben wij besloten deze fouten, samen met enkele tips, op papier te zetten.

Nadere informatie

Kruisingen oversteken of op kruisingen afslaan: Minirotondes : Verkeerslichten : Rijstrook wisselen : Volgafstand :

Kruisingen oversteken of op kruisingen afslaan: Minirotondes : Verkeerslichten : Rijstrook wisselen : Volgafstand : Kruisingen oversteken of op kruisingen afslaan: Kijk je met de rem of met je ogen? Als je steeds probeert de auto rollend te houden, ga je veel verder voor je uit kijken en ga je ook automatisch veel eerder

Nadere informatie

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. Opstappen en wegrijden 7 kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. kijkt uit hoe het veilig en zonder het verkeer te hinderen de startplaats kan bereiken. stapt met de fiets aan de hand

Nadere informatie

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Wat betekenen al die strepen toch? In Nederland verplaatsen zich dagelijks miljoenen personen lopend, fietsend en rijdend in het verkeer.

Nadere informatie

Veilig je draai vinden...

Veilig je draai vinden... Veilig je draai vinden... op rotondes in Gelderland Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Rotondes in Gelderland Na hun introductie zo n 30 jaar geleden, zijn rotondes

Nadere informatie

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018 Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018 Rijkswegen Noord 15 juni 2018 Rijkswaterstaat Noord-Nederland, de Politie eenheid Noord-Nederland en het Openbaar Ministerie Noord-Nederland

Nadere informatie

Theorieboek. rijbewijs B

Theorieboek. rijbewijs B Theorieboek rijbewijs B 1 1. Begripsbepalingen hfst1 In de verkeerswetgeving zijn diverse begrippen opgenomen. Dat is gedaan om duidelijk te maken voor wie en in welke situatie de verkeersregels gelden.

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs B Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

Bijzondere verrichtingen

Bijzondere verrichtingen Bijzondere verrichtingen Zelfstandig bijzondere manoeuvres uitvoeren dmv gebruik aangeleerde bijzondere verrichtingen: omkeeropdracht d.m.v: bocht achteruit via parkeervak 3x steken halve draai parkeeropdracht:

Nadere informatie

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Rijden met aanhangwagens Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en

Nadere informatie

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Hoofdregel kijken gedrag Bij het kijkgedrag gaat het niet om die duizenden keren dat je voor niets denkt te kijken, maar om die ene (fatale) keer dat je niet

Nadere informatie

Recht achteruit rijden

Recht achteruit rijden Recht achteruit rijden Je komt aanrijden en je kijkt of je mag stilstaan (stilstaan verbod). Dan kijk je in de binnenspiegel, rechterbuitenspiegel en over je rechterschouder daarna geef je richting aan

Nadere informatie

WETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK

WETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK WETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK 0 Inhoudsopgave pagina: 1 Inhoudsopgave pagina: 2 Wettelijke tegenstrijdigheid (Nieuwemeerdijk) pagina: 7 Onderhoud asfalt (Nieuwemeerdijk) pagina:

Nadere informatie

Tips voor je rij-examen

Tips voor je rij-examen Tips voor je rij-examen Rijexamen Zo doe je het goed! Als het goed is doe je pas examen voor je rijbewijs-b als je er klaar voor bent. Je voertuigcontrole is goed, handelingen in de lesauto verlopen grotendeels

Nadere informatie

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ Je gaat meer betalen voor verkeersboetes in 2019 Verkeersboetes 2019 Het zal geen verrassing zijn: de 2019-tarieven voor snelheidsboetes en boetes voor andere

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen

RIM Verkeersleermiddelen RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs A Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: File parkeren

Bijzondere manoeuvre: File parkeren Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Wet + Regelgeving. Vraag 4 Hoeveel uur nachtdienst mag u volgens de overleg regeling verrichten per 2 weken? A..20 uur B. 22 uur C.

Wet + Regelgeving. Vraag 4 Hoeveel uur nachtdienst mag u volgens de overleg regeling verrichten per 2 weken? A..20 uur B. 22 uur C. Wet + Regelgeving Vraag 1 Worden lijndienstbussen altijd als bestemming verkeer gezien? A.. Ja B. nee C. Alleen tijdens spits uur. Vraag 2 Wat is de max. snelheid op de parkeerplaats van een autosnelweg?

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE

VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE Inleiding De voorschriften voor de scenario's toets simulator C en D zijn gelijk. De scenario s in de basiskwalificatie zijn gebaseerd

Nadere informatie

Vergelijking VKA ontwerp en SHB&L voorstel voor afrit Hoevelaken 09/01/2017 1

Vergelijking VKA ontwerp en SHB&L voorstel voor afrit Hoevelaken 09/01/2017 1 Vergelijking VKA ontwerp en SHB&L voorstel voor afrit Hoevelaken 09/01/2017 1 Uitgangspunten van SHB&L voorstel Het SHB&L voorstel voldoet aan de Richtlijnen Ontwerp Autosnelwegen (ROA) 2014 en de Capaciteitswaarden

Nadere informatie

Kijkgedrag, Gebruik je ogen goed, het kost niets

Kijkgedrag, Gebruik je ogen goed, het kost niets Kijkgedrag, Gebruik je ogen goed, het kost niets Een groot deel van de examenkandidaten zakt op kijkgedrag. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen breed en ver vooruit waarnemen, op de juiste manier

Nadere informatie

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt. TeraKnowledge Nationaal Kampioen Verkeersexamen De Resultaten per afzonderlijke vraag Moet je voorrang verlenen aan de fietser? en het goede antwoord is 1. Ja De fietser is een bestuurder en komt hier

Nadere informatie

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

Verkeersborden Nederland voor Onderweg Verkeersborden Nederland voor Onderweg Voor iedere Nederlandse weggebruiker is het van belang de verkeersregels en de verkeersborden te kennen. Voor velen zal de betekenis -en het vereiste gedrag of handelen-

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij het Verkeersexamen 2014 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard

Nadere informatie

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer? Het praktijkexamen leerboek Hoe slaag ik in 1 keer? Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Het praktijkexamen Opstarten schakelen afsluiten Snelheid Kijktechniek Knipperen Plaats op de

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs BE

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs BE RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs BE Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

12 STILSTAAN EN PARKEREN

12 STILSTAAN EN PARKEREN 12 STILSTAAN EN PARKEREN 12.1 Algemene regels 77 Waar moet het voertuig worden opgesteld? De rijbaan is bedoeld voor het rijdende verkeer. Daarom moet je zoveel mogelijk buiten de rijbaan stilstaan of

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden

Bijlage 1 Verkeersborden Bijlage 1 Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid A 1 A 2 Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord worden weergegeven kan het zwarte symbool in wit worden uitgevoerd

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving........................................................................ Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch

Nadere informatie

Kruispunten met de borden

Kruispunten met de borden Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis Welkom 23/10/2014 Open WiFi netwerk: t Godshuis Filip Van Alboom Test uw kennis van de wegcode Commercieel vantwoordelijke VAB Rijschool A. Ik heb voorrang B. Ik moet voorrang verlenen De bus verlaat de

Nadere informatie

Algemene regel. Soorten borden

Algemene regel. Soorten borden Algemene regel Je bent verplicht verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden op te volgen. Verkeerstekens zijn: verkeersborden verkeerslichten verkeerstekens op het wegdek Soorten borden De verkeersborden

Nadere informatie

Module. Module Rotonde Rotonde

Module. Module Rotonde Rotonde 141014 Minirotonde: Komt vooral in woonkernen voor. : Komt vooral tussen woonkernen in voor. Meerbaansrotonde: Vergt meer ruimte om te creëren dus komt deze vooral voor in grote steden voor of buiten woonkernen.

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG 5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG Vooraf Een van de manoeuvres die je tijdens het praktijkexamen zult moeten doen, is het parkeren achter een geparkeerd (of stilstaand) voertuig. Over dit examenonderdeel

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij Verkeersexamen 2011 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

Rijschool Amstelland 06 22115768

Rijschool Amstelland 06 22115768 De hellingproef (Hellingproef met de voetrem kan alleen bij een diesel motor worden toegepast) Voor dat je stopt ga je eerst kijken (binnen spiegel, rechterschouder en dan de richting). Als je eenmaal

Nadere informatie

Einde Autosnelweg. Woonerf

Einde Autosnelweg. Woonerf Autosnelweg min 60 - max 130 km/u Einde Autosnelweg max 80 km/u Autoweg min 50 - max 100 km/u Einde Autoweg min 50 - max 100 km/u Woonerf max 15 km/u - stapvoets Woonerf met snelheidsbeperking Einde woonerf

Nadere informatie

VERKEERSBORDEN. www.gratisrijbewijsonline.be

VERKEERSBORDEN. www.gratisrijbewijsonline.be VERKEERSBORDEN www.gratisrijbewijsonline.be GEVAARSBORDEN ALGEMEEN Zoals de naam van deze reeks het laat vermoeden, wijzen de gevaarsborden op een mogelijk gevaar. De gevaarsborden worden rechts geplaatst.

Nadere informatie

Elementen in de scenario s In zowel het basisscenario als in het vervolgscenario dienen de onderstaande drie elementen te worden opgenomen:

Elementen in de scenario s In zowel het basisscenario als in het vervolgscenario dienen de onderstaande drie elementen te worden opgenomen: VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE Documenten bij toets simulator Toetsmatrijs besloten terrein/simulator Voorschriften voor scenario s toets simulator C en D Inrichtingseisen

Nadere informatie

De meest genoemde probleem locaties of kruisingen zijn:

De meest genoemde probleem locaties of kruisingen zijn: Beschrijving van meest genoemde kruisingen. Doel van deze beschrijving is de actuele situatie weer te geven en een aantal oplossingen voor de geconstateerde problemen aan te dragen. Voorafgaand aan deze

Nadere informatie

Verkeersborden met omschrijving

Verkeersborden met omschrijving Verkeersborden met omschrijving............................................................. Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord

Nadere informatie

Theorieboek. rijbewijs A

Theorieboek. rijbewijs A Theorieboek rijbewijs A 1. Basiskennis Wegenverkeerswetgeving Doelstelling De belangrijkste wetgeving waarin wij onze verkeersregels vinden zijn de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement Verkeersregels

Nadere informatie

Aanvulling. Categorie AM

Aanvulling. Categorie AM rijschoolservice Aanvulling Categorie AM In het boek Theorieboek rijbewijs AM staat bij de borden F19, F20, F21 en F22 niet de juiste tekst. De juiste tekst staat hieronder bij de borden. F19 Rijbaan of

Nadere informatie

Richtlijn gebruik gele attentieverlichting

Richtlijn gebruik gele attentieverlichting ncident management ONGEVALLEN EN PECHGEVALLEN WERK IN UITVOERING Richtlijn gebruik gele attentie Verkeerscentrum Nederland Incident Management Papendorpseweg 101 3528 BJ Utrecht Postbus 3268, 3502 GG Utrecht

Nadere informatie

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Enkele belangrijke pas op. Borden Pas op een gevaarlijk kruispunt Pas op er kunnen tegemoet komers zijn Pas

Nadere informatie

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën Aanvulling vragen borden inzicht diverse categorieën Niet alleen de betekenis van een bord maar ook wat er bedoeld wordt met dat verkeersbord is belangrijk om er goed naar te kunnen handelen. Hierna enkele

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL MANDAATBESLUIT WEGSLEEPREGELING SCHERPENZEEL 2002 Burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel; gelet op het bepaalde in de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit wegslepen

Nadere informatie

Aanvulling. categorie AM

Aanvulling. categorie AM Aanvulling categorie AM Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

: Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel

: Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel V erkeersbeslui t Besluit, 6 april 2018 Wij verlenen een ontheffing voor vrijstelling van de Wegenverkeers en de RVV voor voertuigen van Cyclomedia: Activiteit : vrijstelling van de Wegenverkeers en de

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Rijden in groepsverband

Rijden in groepsverband Rijden in groepsverband Motorrijden wordt vaak terecht beleefd als een gevoel van vrijheid, waarbij een ieder vrij is om zijn eigen weg te gaan. Bij het rijden in groepsverband is dit natuurlijk niet anders.

Nadere informatie

Certificering Gebruik gele attentieverlichting

Certificering Gebruik gele attentieverlichting Zware Richtlijn berging Certificering Gebruik gele attentie keuring oktober 2011 2011 Colofon De brochure Richtlijn Gebruik gele attentie, oktober 2011, is opgesteld in samenwerking met: ANWB Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Bromfiets Doelgroep Leerlingen van de tweede en de derde graad VOET'en Gemeenschappelijke stam : 12, 13 Context 1 : 13, 14 Lesthema Vanaf 16

Nadere informatie

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN 6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN Hoe verloopt dit manoeuvre tijdens het praktijkexamen Dit manoeuvre wordt uitgevoerd in een straat met rustig tot matig verkeer

Nadere informatie

Elmo@work. Veiligheid elektrische fiets Brussel, 5 mei 2014 Philip Vaneerdewegh

Elmo@work. Veiligheid elektrische fiets Brussel, 5 mei 2014 Philip Vaneerdewegh Elmo@work Veiligheid elektrische fiets Brussel, 5 mei 2014 Philip Vaneerdewegh OVERZICHT 1. Wat is een elektrische fiets 2. Algemene veiligheidsproblemen fiets 3. Veiligheidsproblemen elektrische fiets

Nadere informatie

Bedrijfsontsluiting Dodewaardsestraat te Opheusden

Bedrijfsontsluiting Dodewaardsestraat te Opheusden notitie Werknummer opdrachtgever GNb1401 Gemeente Neder-Betuwe datum van aan 21 juli 2014 R. Vermeulen Bedrijf Kegelaar Transport B.V. Aanleiding Op 25 februari 2013 heeft Megaborn voor de gemeente Neder-Betuwe

Nadere informatie

Praktische tips en gedragsregels

Praktische tips en gedragsregels 120 70 VEILIG OP DE AUTOSNELWEG Praktische tips en gedragsregels inhoud Verantwoordelijke uitgever : C. VAN DEN MEERSSCHAUT Haachtsesteenweg 1405_1130 Brussel December 2000 D/2000/0779/59 i DE AUTOSNELWEG.....................................................................

Nadere informatie

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links 1 VERKEERSBORDEN Gevaarlijke bocht. Bocht naar links Gevaarlijke bocht. Bocht naar rechts Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links Gevaarlijke bocht.

Nadere informatie

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

Kijktechniek wegrijden / stoppen: Kijktechniek wegrijden / stoppen: Wegrijden positie rechts (vrijwillig). Bijvoorbeeld ergens wegrijden na het kopen van een bloemetje. Rechts dode hoek / rechter spiegel / voor / linker spiegel / links

Nadere informatie

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers

Nadere informatie

Module 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname

Module 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname Module 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname 1. BERIJDEN KRUISPUNTEN VAN GELIJKE ORDE Wat (belangrijke stap) Hoe (kritiek punt) Motivatie (waarom) Herkennen. Beoordelen. Aan de hand van punten die duidelijk

Nadere informatie

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres 1. WEGRIJDEN Koppelingspedaal intrappen. Binnenspiegel, voor, linkerbuitenspiegel links naast. Geheel en vlot met de bal van de linkervoet. Controleer of je overig verkeer voor moet laten gaan (art. 54RVV)

Nadere informatie

Notitie. Parallelweg. Venetapark

Notitie. Parallelweg. Venetapark Notitie Referentienummer Datum Kenmerk SWNL-0183225 26 april 2016 336881 Betreft Parallelweg Oosterengweg, HOV 't Gooi, deelproject 5,6 en 7 1 Inleiding Door de bouw van een tunnel onder het spoor in de

Nadere informatie

FIETSPROEF BERLAAR (nieuw parcours - gezien wegenwerken in het dorp)

FIETSPROEF BERLAAR (nieuw parcours - gezien wegenwerken in het dorp) FIETSPROEF BERLAAR (nieuw parcours - gezien wegenwerken in het dorp) START FIETSPROEF Goed langs de rechterzijde van de straat rijden tot op het einde. Aan het kruispunt moet je oversteken en linksaf het

Nadere informatie

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan Hoe moeten de fietstaken uitgevoerd worden? 1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan mindert snelheid en kijkt voor zich uit. kijkt om : nadert er verkeer? vertraagt of versnelt,

Nadere informatie

Veilig fietsen in het peloton van Het Gouden Wiel. Vragen en suggesties graag aan het einde van de presentatie a.u.b.

Veilig fietsen in het peloton van Het Gouden Wiel. Vragen en suggesties graag aan het einde van de presentatie a.u.b. Veilig fietsen in het peloton van Het Gouden Wiel tijdens de toertocht in de polder Vragen en suggesties graag aan het einde van de presentatie a.u.b. Veilig fietsen in het peloton van Het Gouden Wiel

Nadere informatie

Hoofdvraag: Waardoor wordt in Nederland het fileprobleem veroorzaakt, en op welke wijze kan het worden opgelost?

Hoofdvraag: Waardoor wordt in Nederland het fileprobleem veroorzaakt, en op welke wijze kan het worden opgelost? Werkstuk door een scholier 1627 woorden 26 maart 2003 7,1 78 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag: Waardoor wordt in Nederland het fileprobleem veroorzaakt, en op welke wijze kan het worden opgelost?

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Verkeersborden en tekens

Verkeersborden en tekens Verkeersborden en tekens A1. Maximum snelheid B3. Voorrangskruispunt A2. Einde maximumsnelhei d B4. Voorrangskruispunt zijweg links A3. Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord B5. Voorrangskruispunt

Nadere informatie

Veilig onderweg met de e-bike

Veilig onderweg met de e-bike Veilig onderweg met de e-bike Wat kunt u doen om een valpartij te voorkomen? Pas uw snelheid aan Een elektrische fiets is sneller en comfortabeler dan een gewone fiets. Hij gaat echter sneller dan u denkt

Nadere informatie

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties.

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties. Algemene informatie Doelstellingen Na het zien van het televisieprogramma, het werken met het begeleidend materiaal en het oefenen op de site: weten de kinderen dat ze door stoer gedrag in het verkeer

Nadere informatie

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! Lokale Politie LAN Foutparkeren Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! beste inwoner Stilstaan en parkeren Het gevaar en de hinder die veroorzaakt worden door foutparkeerders

Nadere informatie

a. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;

a. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P aangebracht is; Reglement 20170619-008 Politieverordening betreffende de gemeentelijk administratieve sancties voor overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en overtredingen betreffende de verkeersborden C3

Nadere informatie

Werkstuk Anders Files

Werkstuk Anders Files Werkstuk Anders Files Werkstuk door een scholier 2618 woorden 2 november 2012 4,9 2 keer beoordeeld Vak Anders s Ochtends naar je werk en je staat in de file TE LAAT s avonds van werk naar huis en je staat

Nadere informatie